NL1014691C2 - Inrichting voor het poten van aardappelen. - Google Patents

Inrichting voor het poten van aardappelen. Download PDF

Info

Publication number
NL1014691C2
NL1014691C2 NL1014691A NL1014691A NL1014691C2 NL 1014691 C2 NL1014691 C2 NL 1014691C2 NL 1014691 A NL1014691 A NL 1014691A NL 1014691 A NL1014691 A NL 1014691A NL 1014691 C2 NL1014691 C2 NL 1014691C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
leg
support wheels
milling
planting
Prior art date
Application number
NL1014691A
Other languages
English (en)
Inventor
Peter Lerink
Original Assignee
Netagco Potato Division B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Netagco Potato Division B V filed Critical Netagco Potato Division B V
Priority to NL1014691A priority Critical patent/NL1014691C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1014691C2 publication Critical patent/NL1014691C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C9/00Potato planters

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Sowing (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

Inrichting voor het poten van aardappelen
De uitvinding heeft in zijn meest ruime zin betrekking op een inrichting voor het poten van aardappelen, voorzien van in één frame opgenomen pootmiddelen voor het poten van de aardappelen, freesmiddelen voor het losmaken van de 5 grond en rugvormmiddelen voor het over de gepote aardappelen vormen van grondruggen.
Bij een bekende inrichting van dit type, onder andere zoals beschreven in het Duitse Offenlegungsschrift 1971036, worden achtereenvolgens door de als ploegscharen 10 uitgevoerde pootmiddelen voren gemaakt waarin de pootaardap-pelen worden gelegd, wordt de grond door de als rijenfrees uitgevoerde freesmiddelen in hoofdzaak tussen de voren losgemaakt en worden tenslotte met behulp van vormplaten de voren afgedekt en daarboven grondruggen gevormd. De genoemde 15 onderdelen, pootmiddelen, freesmiddelen en rugvormmiddelen, bevinden zich in deze volgorde achter elkaar in het frame dat aan het driepuntskoppelsysteem van een trekker is opgehangen .
Deze bekende inrichting vertoonde een aantal nade-20 len. De rijenfrees bezit een hoog gewicht, waardoor het zwaartepunt van de inrichting ver afligt van de trekker. Hierdoor is aan de voorzijde van de trekker een aanzienlijk contragewicht nodig, waardoor de combinatie uit inrichting en trekker zeer zwaar wordt. Verder kan de trekker niet uit-25 gerust worden met brede lagedrukbanden, omdat in een dergelijk geval de grond op ongewenste wijze verdicht wordt op die plaatsen, waar met behulp van de pootmiddelen de aardappelen in de grond moeten worden aangebracht. Slechts door de toepassing van smalle hogedrukbanden kan een zijdelingse 30 verspringing tussen het spoor van deze banden en de pootlo-katie worden bewerkstelligd.
Een ander nadeel van deze bekende inrichting was, dat de toegepaste rijenfrees een relatief grote werkdiepte bezit, waardoor het risico bestaat dat grond wordt bewerkt ®Ö1 4691·* 2 die hiertoe nog niet geschikt is. Deze situatie treedt met name vroeg in het voorjaar op. Het bewerken van dergelijke nog niet geschikte grond (bijvoorbeeld te natte grond) kan leiden tot structuurschade, waardoor de latere ontwikkeling 5 van de aardappelplant wordt belemmerd.
Bij toepassing van deze bekende inrichting was tevens vaak nog steeds een aparte bewerking voor de pootbedbe-reiding nodig. Deze kan als afzonderlijke bewerking worden uitgevoerd, met alle hiermee samenhangende nadelen (o.a. ar-10 beids- en tijdsintensief, onderlinge afwijkingen tussen de sporenpatronen van verschillende arbeidsgangen etc.). Ook is het mogelijk, om aan de voorzijde van de trekker een frees-gereedschap op te hangen, waarmee de pootbedbereiding (dat wil zeggen het losmaken van de bovenlaag van de bodem) wordt 15 uitgevoerd. Een nadeel hierbij is echter, dat een gedeelte van de aldus bereide grond vervolgens door de wielen van de trekker opnieuw wordt verdicht en voor het poten minder geschikt is.
Het als uitgangspunt voor de onderhavige uitvinding 20 dienende Duitse Gebauchsmuster 29815685 beschrijft een inrichting van het onderhavige type, waarmee wordt gepoogd om de genoemde nadelen op te heffen.
Hiertoe geldt bij deze bekende inrichting, dat de freesmiddelen zich over nagenoeg de gehele werkbreedte van 25 de inrichting in hoofdzaak ononderbroken uitstrekken en, in de voortbewegingsrichting van de inrichting gerekend, vóór de pootmiddelen zijn geplaatst.
Door de genoemde uitvoering van de freesmiddelen en de specifieke plaatsing daarvan vóór de pootmiddelen, worden 30 onder andere de volgende voordelen bereikt. De trekker kan thans uitgerust worden met lagedrukbanden, omdat de grond over de gehele breedte van de werkgang door de genoemde freesmiddelen achter de trekker wordt losgemaakt. Ongewenste verdichtingen van de grond door de wielen van de trekker 35 worden hierdoor vermeden, en derhalve de kans op structuur-bederf gereduceerd.
Een tijdens een afzonderlijke arbeidsgang uitgevoerde pootbedbereiding is niet meer nodig, en alle bewer- 1014691* 3 ' · kingen (pootbedbereiding, poten, rugopbouw) worden in één arbeidsgang gecombineerd. Dit leidt tot een aanzienlijke kosten- en tijdsbesparing, terwijl de kans op structuurbe-derf ten gevolge van verdichting door de wielen tijdens af-5 zonderlijke bewerkingen sterk afneemt. Daarnaast wordt een exacte synchronisatie tussen de locaties van de verschillende bewerkingen gewaarborgd.
De freesmiddelen bevinden zich overeenkomstig deze bekende inrichting het dichtst bij de trekker, waardoor een 10 gunstige zwaartepuntsplaatsing wordt verkregen, en de grootte van een eventueel contragewicht, en het hefvermogen van de trekker, tot een minimum wordt beperkt. Hierdoor kan het gewicht van het samenstel uit trekker en inrichting zo laag mogelijk worden gehouden.
15 Opgemerkt wordt, dat de aanduiding "freesmiddelen'' ruim moet worden opgevat. Hieronder worden alle voor het bereiden van het pootbed geschikte middelen verstaan, zoals bijvoorbeeld ook rotorkopeggen, niet-aangedreven eggen en dergelij ke.
20 De uitvinding beoogt en dergelijke inrichting ver der te verbeteren.
Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de pootmiddelen zodanig met de rugvorm-middelen zijn gekoppeld, dat de werkdiepte van de eerstge-25 noemde middelen tijdens bedrijf constant is ten opzichte van de bovenzijde van de laatstgenoemde middelen. Hierdoor kan ervoor worden gezorgd, dat de geometrie en inwendige opbouw van de gevormde grondruggen constant blijft, waardoor optimale omstandigheden worden verkregen voor de gepote aardap-30 pelen.
In een handige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding kunnen dan de pootmiddelen instelbaar zijn verbonden met de rugvormmiddelen. Hieronder kan de pootdiepte worden ingesteld.
35 Verder kan het gunstig zijn, wanneer zich tussen de freesmiddelen en de pootmiddelen een zich in de dwarsrich-ting van de inrichting en omlaag uitstrekkende egalisatie-plaat bevindt. Deze egalisatieplaat vangt de door de frees- 1014691« 4 middelen losgemaakte grond op en houdt deze tegen, zodat de grond op regelmatige wijze wordt verspreid.
Indien de inrichting is voorzien van het frame dragende steunwielen, geldt volgens een uitvoeringsvorm dat de-5 ze steunwielen zich vóór de freesmiddelen of achter de rug-vormmiddelen bevinden. Hierdoor vindt geen beschadiging of beïnvloeding plaats van de grond tussen opeenvolgende bewerkingen, zodat bijvoorbeeld de kans op kluiten in de grond-ruggen wordt geminimaliseerd. Dergelijke kluiten zouden tij-10 dens het oogsten het van elkaar scheiden van aardappels en grond aanzienlijk bemoeilijken.
Een nog niet genoemd nadeel van de bekende inrichting, waarvan de onderhavige uitvinding uitgaat, is dat verschillen in draagkracht van de grond en verschillen in bela-15 ding (variërende voorraad van pootaardappelen in een voor-raadbunker op de inrichting) kunnen leiden tot ongewenste variaties van de bewerkingsdiepte en van de geometrie en opbouw van de gevormde grondruggen, zodat onder andere de pootdiepte niet constant is (en, zoals onderzoek aantoont, 20 een afname van de resultaten optreedt) en een juiste afstelling van de rooidiepte tijdens het oogsten bemoeilijkt wordt. Teneinde ook voor dit probleem een oplossing te verschaffen, voorziet de uitvinding in een speciale uitvoeringsvorm van de inrichting met het frame dragende steunwie-25 len, waarbij de steunwielen ten opzichte van het frame in hoogte verplaatsbaar zijn. Door een dergelijke verplaatsing van de steunwielen ten opzichte van het frame kan de pootdiepte nauwkeurig ingesteld en gehandhaafd worden, ongeacht variaties in grondeigenschappen en belading.
30 In dit kader is het dan bijzonder handig, wanneer de hoogte-instelling van de steunwielen plaatsvindt onder invloed van een sensorsignaal dat maatgevend is voor de mate, waarin de steunwielen binnendringen in de te bewerken bodem.
35 Hoe verder de steunwielen binnendringen in de te bewerken bodem (bijvoorbeeld, wanneer dit een zachte bodem is), des te meer moet de afstand tussen de steunwielen en het frame worden vergroot, zodat de aan het frame opgehangen 1014691« 5 onderdelen ten opzichte van het maaiveld dezelfde afstand bewaren. Met behulp van het genoemde sensorsignaal kan een dergelijke hoogte-instelling automatisch worden bewerkstelligd.
5 In dit kader wordt de mogelijkheid genoemd, dat de rugvormmiddelen verplaatsbaar zijn ten opzichte van het frame en de sensor reageert op deze verplaatsing. Wanneer de steunwielen verder in de grond binnendringen, zullen de rugvormmiddelen, die op de bodem aangrijpen, ten opzichte van 10 het frame omhoog worden verplaatst, waardoor de sensor een desbetreffend sensorsignaal afgeeft, op basis waarvan de steunmiddelen ten opzichte van het frame in hoogte worden versteld (in dit specifieke voorbeeld worden de steunwielen ten opzichte van het frame omlaag bewogen).
15 Behalve dat de inrichting is bedoeld om aan het driepuntskoppelsysteem van een trekker te worden opgehangen, bestaat uiteraard ook de mogelijkheid, dat de inrichting is bedoeld om als aanhanger achter een trekker te worden gekoppeld.
20 De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.
De enige figuur toont, uitermate schematisch, een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting vol- 25 gens de uitvinding.
De in de figuur weergegeven inrichting voor het poten van aardappelen is voorzien van een frame 1 dat met behulp van op zichzelf bekende middelen 2 kan worden gekoppeld aan het driepuntskoppelsysteem van een (niet getoonde) trek- 30 ker. In dit kader wordt opgemerkt, dat de inrichting ook uitgevoerd kan zijn als aanhanger om achter een trekker te worden gekoppeld. De voortbewegingsrichting van de combinatie uit trekker en inrichting is in de figuur aangeduid door pijl 3.
35 Op het frame 1 is een voorraadbunker 4 voor de te poten aardappelen bevestigd. Aan zijn achterzijde staat de voorraadbunker 4 in verbinding met middelen 5 voor het aan »014691« 6 * * later te beschrijven pootmiddelen 9 toevoeren van de te poten aardappelen.
Het frame is voorzien van een steunwiel 6 dat door niet nader getoonde middelen (bijvoorbeeld hydraulische mid-5 delen) ten opzichte van het frame 1 op en neer beweegbaar is.
Aan de onderzijde van het frame 1 zijn freesmidde-len 7 opgehangen die in de door pijl 8 aangeduide richting roteerbaar worden aangedreven. Deze freesmiddelen 7 strekken 10 zich over de gehele werkbreedte van de getoonde inrichting ononderbroken uit, en kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een zogenaamde volveldsfrees.
Aan de onderzijde van de als zogenaamd pootelement fungerende middelen 5 bevindt zich een zogenaamde pootkouter 15 9 die door middel van een parallellogrammechani'sme 10 be weegbaar aan het frame is opgehangen. Tussen dit mechanisme 10 en het frame 1 kunnen niet weergegeven veermiddelen werkzaam zijn teneinde de pootkouter omlaag te belasten. (Eventueel) instelbaar verbonden met de pootkouter 9 is een rug-20 genvormer 11, die weliswaar is weergegeven als een enkel onderdeel, maar ook uit een aantal in de bewegingsrichting achter elkaar gelegen elementen kan bestaan.
Tussen de freesmiddelen 7 en de pootkouter 9 bevindt zich een scharnierbaar aan het frame 1 opgehangen ega-25 lisatieplaat 12 die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de freesmiddelen 7 over in hoofdzaak de gehele breedte van de inrichting uitstrekt.
Tot de inrichting behoort verder een overbrenging 13 of dergelijke die via een koppelas 14 kan worden aange-30 sloten op de niet getoonde trekker en die zorgt voor het aandrijven van alle onderdelen van de inrichting die een aandrijving behoeven (waaronder de freesmiddelen 7 en het pootelement 5).
De beweging van het parallellogrammechanisme 10 35 wordt geregistreerd door een sensor 15 die via een signaal-leiding 16 is verbonden met een meet- en regeleenheid 17. Deze meet- en regeleenheid 17 is via een uitgaande leiding 1014691* 7 18 verbonden met een, overeenkomstig de dubbele pijl 19 werkend, hoogte-instelmechanisme 20 voor het steunwiel 6.
De getoonde inrichting werkt als volgt. Wanneer de trekker de inrichting in de bewegingsrichting 3 voortbe-5 weegt, waarbij het steunwiel 6 over de bodem 21 rolt, wordt door de freesmiddelen 7 de bodem over de gehele werkbreedte van de inrichting losgemaakt. In het algemeen zal de bewer-kingsdiepte ongeveer 15 cm ten opzichte van het maaiveld bedragen. De door de freesmiddelen 7 opgeworpen grond treft de 10 egalisatieplaat 12 en wordt hierdoor op regelmatige wijze verdeeld.
De pootkouter 9 vormt vervolgens in de opgeworpen grond voren, waarin met behulp van het pootelement 5 de uit de voorraadbunker 4 toestromende pootaardappelen worden aan-15 gebracht. Tenslotte grijpt de ruggenvormer 11 aan op de grond, waardoor over de in de voren aangebrachte aardappelen grondruggen met de gewenste geometrie worden gevormd. Hierbij zorgt een gekozen instelling tussen de pootkouter 9 en de rugvormmiddelen 11 voor de gewenste pootdiepte.
20 Zoals opgemerkt, strekken de freesmiddelen 7 zich ononderbroken over nagenoeg de gehele werkbreedte van de inrichting uit. In het algemeen zal de inrichting dan voor het bestrijken van deze werkbreedte voorzien zijn van een aantal in de breedterichting naast elkaar gelegen pootkouters 9 en 25 een corresponderend aantal in de breedterichting naast elkaar gelegen ruggenvormers 11.
Wanneer de inrichting over een zachte ondergrond beweegt (of zwaar beladen is) en het steunwiel 6 hierin wegzakt, zal het samenstel uit pootkouter 9 en ruggenvormer 11 30 door een vervorming van het parallellogrammechanisme 10 ten opzichte van het frame 1 omhoog bewegen. Hierdoor wordt de sensor 5 bekrachtigd die via de leiding 16, het meet- en regelmechanisme 17 en de leiding 18 uiteindelijk zorgt voor een zodanige neerwaartse verplaatsing van het steunwiel 6, 35 dat het frame 1 ten opzichte van de bodem 21 omhoog beweegt en de inrichting, met uitzondering van het steunwiel 6, althans bij benadering de oorspronkelijke relatieve positie 1014697·! 8 ten opzichte van de bodem inneemt, waardoor de door de poot-kouter gevormde voren gelijk blijven.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het door de 5 conclusies bepaalde kader van de uitvinding op velerlei wijze kan worden gevarieerd.
Y014691·

Claims (9)

1. Inrichting voor het poten van aardappelen, voorzien van in één frame opgenomen pootmiddelen voor het poten van de aardappelen, freesmiddelen voor het losmaken van de grond en rugvormmiddelen voor het over de gepote aardappelen 5 vormen van grondruggen, waarbij de freesmiddelen zich over nagenoeg de gehele werkbreedte van de inrichting in hoofdzaak ononderbroken uitstrekken en, in de voortbewegingsrichting van de inrichting gerekend, vóór de pootmiddelen zijn geplaatst, met het kenmerk, dat de pootmiddelen zodanig met de rugvorm- 10 middelen zijn gekoppeld, dat de werkdiepte van de eerstgenoemde middelen constant is ten opzichte van de bovenzijde van de laatstgenoemde middelen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de pootmiddelen instelbaar zijn verbonden met de rugvorm- 15 middelen.
3. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zich tussen de freesmiddelen en de pootmiddelen een zich in de dwarsrichting van de inrichting en omlaag uitstrekkende egalisatieplaat bevindt.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies en voorzien van het frame dragende steunwielen, met het kenmerk, dat de steunwielen zich vóór de freesmiddelen of achter de ruigvormmiddelen bevinden.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, 25 dat de steunwielen ten opzichte van het frame in hoogte verplaatsbaar zijn.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de hoogte-instelling van de steunwielen plaatsvindt onder invloed van een sensorsignaal dat maatgevend is voor de mate, 30 waarin de steunwielen binnendringen in de te bewerken bodem.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de rugvormmiddelen verplaatsbaar zijn ten opzichte van het frame en de sensor reageert op deze verplaatsing.
8. Inrichting volgens een der conclusies 1-7, met het tOt4691· kenmerk, dat deze is bedoeld om aan het driepunts-koppelsysteem van een trekker te worden opgehangen.
9. Inrichting volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat deze is bedoeld om als aanhanger achter een trek-5 ker te worden gekoppeld. 1014691·
NL1014691A 2000-03-20 2000-03-20 Inrichting voor het poten van aardappelen. NL1014691C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014691A NL1014691C2 (nl) 2000-03-20 2000-03-20 Inrichting voor het poten van aardappelen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014691A NL1014691C2 (nl) 2000-03-20 2000-03-20 Inrichting voor het poten van aardappelen.
NL1014691 2000-03-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1014691C2 true NL1014691C2 (nl) 2001-09-21

Family

ID=19771035

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014691A NL1014691C2 (nl) 2000-03-20 2000-03-20 Inrichting voor het poten van aardappelen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1014691C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2006087298A1 (de) * 2005-02-17 2006-08-24 Heiss Jun Andreas Kombinierte landwirtschaftliche maschine
EP2462794A1 (de) * 2010-12-10 2012-06-13 Andreas Heiss Landwirtschaftliche Maschine

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1971036U (de) 1967-08-12 1967-10-26 Fichtel & Sachs Ag Muldenmangel.
US3603404A (en) * 1970-05-15 1971-09-07 Root Harvesters Ltd Harvesters for roots, tubers and the like
FR2527417A1 (fr) * 1982-05-25 1983-12-02 Lafforgue Jean Procede d'ensemencement et machine pour la mise en oeuvre de ce procede
DE29815685U1 (de) * 1998-09-02 1999-04-22 Wienefoet, Herbert, 48607 Ochtrup Vorrichtung zum Einsetzen von Pflanzen in das Erdreich in einer Reihe

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1971036U (de) 1967-08-12 1967-10-26 Fichtel & Sachs Ag Muldenmangel.
US3603404A (en) * 1970-05-15 1971-09-07 Root Harvesters Ltd Harvesters for roots, tubers and the like
FR2527417A1 (fr) * 1982-05-25 1983-12-02 Lafforgue Jean Procede d'ensemencement et machine pour la mise en oeuvre de ce procede
DE29815685U1 (de) * 1998-09-02 1999-04-22 Wienefoet, Herbert, 48607 Ochtrup Vorrichtung zum Einsetzen von Pflanzen in das Erdreich in einer Reihe

Cited By (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2006087298A1 (de) * 2005-02-17 2006-08-24 Heiss Jun Andreas Kombinierte landwirtschaftliche maschine
EP2168418A2 (de) 2005-02-17 2010-03-31 Heiss (Jun.), Andreas Kombinierte landwirtschaftliche Maschine
EP2168418A3 (de) * 2005-02-17 2011-07-06 Heiss (Jun.), Andreas Kombinierte landwirtschaftliche Maschine
US7975631B2 (en) 2005-02-17 2011-07-12 Heiss Jr Andreas Combined agricultural machine
CN101119633B (zh) * 2005-02-17 2013-04-03 (小)安德烈埃斯·海斯 组合农业机器
EP2168418B1 (de) 2005-02-17 2019-04-17 Heiss (Jun.), Andreas Kombinierte landwirtschaftliche Maschine
EP2462794A1 (de) * 2010-12-10 2012-06-13 Andreas Heiss Landwirtschaftliche Maschine
DE102010062861A1 (de) * 2010-12-10 2012-06-14 Andreas Heiß Landwirtschaftliche Maschine
EP2462794B1 (de) 2010-12-10 2018-11-28 Andreas Heiss Landwirtschaftliche Maschine

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4600060A (en) Depth sensing structure for an agricultural implement
US9433142B2 (en) Tool control system for agricultural seeders
US6986313B2 (en) Dual material agricultural delivery system for seeder
US6044916A (en) Agricultural implement with down-force control
US3749035A (en) Precision depth seed planter
US4241674A (en) Sub-soil planter
AU2008281337C1 (en) Profiling method and apparatus
US7412933B2 (en) Seeder with trailing arm and hoe-type mid row bander
US4506609A (en) Trash seeder
US4865132A (en) Tillage implement having independent depth control mechanism
US7997217B2 (en) Tool control device at an agricultural implement
US4759301A (en) Seed drill
US20180220574A1 (en) Gauge wheel and hitch force control
US4561504A (en) Flexible tine harrow for the preparation of seed beds
US4611545A (en) Conservation no till farming apparatus
CZ115498A3 (cs) Integrované zařízení pro kultivaci půdy
US4406329A (en) Agricultural tool cart for minimum tillage and seed planting
EP2371193A1 (en) Improved seed drill
NL1014691C2 (nl) Inrichting voor het poten van aardappelen.
EP1608214B1 (en) Improved seed drill
US3289771A (en) Precision tillage unit
EP0436975B1 (en) A soil cultivating machine
EP4236666A1 (en) Agricultural implement for soil working and method of determining working depth of soil working agricultural implement
AU2006201632B2 (en) Seeder with trailing arm and hoe-type mid row bander
CA2210238C (en) Agricultural implement with down-force control

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: MIEDEMA LANDBOUWWERKTUIGENFABRIEK B.V.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20071001