NL1014667C2 - Aligneerhulpmiddel. - Google Patents

Description

5

Aligneerhulpmiddel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een aligneerhulpmiddel voor een materiaalbewerking waarbij lokaal materiaal van een substraat.

Een dergelijke materiaalbewerking kan van uiteenlopende aard zijn, zoals bijvoorbeeld machinaal boren, frezen en zagen in een substraat. Niet zelden dient daarbij de betreffende bewerking aan een glad oppervlak te worden uitgevoerd. Een probleem dat zich daarbij voordoet is dat het daarbij gebruikte gereedschap de neiging heeft een eigen 10 weg te gaan zoeken, met name indien daarbij gebruik wordt gemaakt van machinaal gereedschap. Het gevolg is dat de bewerking wordt uiteindelijk plaatsvindt buiten het daartoe bestemde gedeelte van het substraat. Zo is het in de praktijk moeilijk om zonder verdere hulpmiddelen bijvoorbeeld in een verticale tegelwand op de juiste plaats een gat te boren. Daarom wordt de toevlucht genomen tot een geschikt aligneerhulpmiddel in de 15 vorm van een centerpunt, waarmee tevoren een kleine verdieping op de bestemde plaats wordt aangebracht, opdat de boor daarin uiteindelijk centreert.

Een bezwaar van het gebruik van een centerpunt is evenwel dat deze tezamen met een hamer niet altijd voorhanden is en scherp dient te worden gehouden om goed bruikbaar 20 te zijn. Dit vergt onderhoud en een substantiële investering. Bovendien vergt het gebruik van een centerpunt enige handigheid waarover niet iedereen in eenzelfde mate beschikt.

Met de onderhavige uitvinding wordt beoogd in een aligneerhulpmiddel van de in de aanhef genoemde soort te voorzien dat goedkoop en gemakkelijk voor iedereen 25 bruikbaar is.

Om het beoogde doel te bereiken heeft een aligneerhulpmiddel van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het een lichaam omvat met een verdieping corresponderend met het gebied van de voorgenomen materiaalbewerking, 30 welke verdieping zich over ten minste een deel van de dikte van het lichaam zich uitstrekt, waarbij het lichaam aan ten minste een grondvlak is voorzien van een hechtlaag welke in staat om het lichaam aan het substraat te hechten. Hierbij wordt het lichaam eenvoudig ter plaatse waar de bewerking dient te worden uitgevoerd op het 01 f - ✓.· NL00111fl.nl ' ·· " :/ ft / -2- substraat aangebracht en daarop met behulp van de hechtlaag gehecht. De verdieping in het lichaam correspondeert met het gebied waar materiaal van het substraat zal worden verwijderd. Vervolgens wordt het gereedschap in de verdieping geleid. De wanden van de verdieping zorgen er voor dat het gereedschap niet buiten de verdieping kan treden, 5 zodat de bewerking vervolgens alleen in het bestemde gebied plaatsvindt. Een dergelijk aligneerhulpmiddel kan betrekkelijk eenvoudig en goedkoop worden vervaardigd en vereist geen additioneel aligneergereedschap noch nauwelijks enige handigheid van de gebruiker. Nadat de bewerking is uitgevoerd, kan het aligneerhulpmiddel vervolgens worden verwijderd om te worden weggegooid of hergebruikt.

10

In een bijzonder praktische uitvoeringsvorm is het aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de hechtlaag een zelfklevende laag omvat die zich over ten minste een deel van het grondvlak uitstrekt en buiten gebruik door een schutvel is afgedekt. De zelfklevende hechtlaag is hierbij buiten gebruik beschermd door het 15 schutvel en door dit te verwijderen direct klaar voor gebruik. Meer in het bijzonder omvat de zelfklevende laag daarbij een deel van een dubbelzijdig klevende tape die met één zijde aan het lichaam is gehecht.

Om het naderhand verwijderen van het lichaam te vergemakkelijken is een 20 voorkeursuitvoeringsvorm van het aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding gekenmerkt doordat dat het lichaam ten minste één lip omvat die aan een rand van het lichaam buiten het aangrenzende deel van het lichaam uitsteekt, en dat de genoemde lip aan het grondvlak vrij is van de hechtlaag. Doordat de lip vrij is van de hechtlaag en zich buiten het aangrenzende deel van het lichaam uitstrekt, kan deze eenvoudig worden 25 opgelicht. Vervolgens wordt het lichaam met de lip van de ondergrond losgetrokken.

Het aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding leent zich niet alleen voor vlakke oppervlakken, maar ook voor gebogen substraten. Zo is het ondanks bestaande aligneerhulpmiddelen extreem moeilijk om in de wand van een ronde pijp te boren ofte 30 frezen. Een verdere uitvoeringsvorm van het aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding voorziet in dit opzicht evenwel in een oplossing, welke verdere uitvoeringsvorm als -3- kenmerk heeft dat het lichaam een serie zich parallel ten opzichte van elkaar uitstrekkende groeven omvat die zich over een volledige breedte van het lichaam uitstrekken en een onderlinge steek bewaren die belangrijk kleiner is dan een lengte van het lichaam. De groeven in het lichaam zorgen ervoor dat het lichaam in een richting 5 dwars op de groeven kan worden gebogen, om het lichaam aldus af te stemmen op de ronde vorm van het te bewerken substraat. Aan het grondvlak voorzien dergelijke groeven in een mogelijkheid om het lichaam hol te buigen, terwijl aan de tegenoverliggende zijde de groeven het mogelijk maken om het lichaam bol te zetten. Een verdere uitvoeringsvorm van het aligneerhulpmiddel heeft als kenmerk dat het 10 lichaam een tweede serie groeven omvat die zich tussen de groeven van de eerste serie aan een tegenoverliggende zijde van het lichaam uitstrekken, zodat in beide mogelijkheden is voorzien.

Om het verwijderen van het lichaam te vergemakkelijken en materiaal te besparen heeft 15 een verdere uitvoeringsvorm van het aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding als kenmerk dat het lichaam rondom de verdieping belangrijk dikker is dan aan een buitenrand daarvan. De dikte rondom de verdieping is hierbij afgestemd op een voldoende stevige geleiding van het gereedschap, terwijl de geringere buitenranddikte voor extra flexibiliteit zorgt wanneer het lichaam aan de rand dient te worden opgelicht 20 om te worden verwijderd.

Op zichzelf kan het lichaam van een willekeurig materiaal of combinatie van materialen worden vervaardigd, doch bij voorkeur omvat het lichaam een materiaal uit een groep van metalen en kunststoffen. Beide soorten van materialen zijn in het algemeen weinig 25 kostbaar en laten zich relatief eenvoudig bewerken. In dit opzicht heeft een verdere uitvoeringsvorm van het aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding als kenmerk dat het lichaam door spuitgieten uit een geschikte kunststof is gevormd.

Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het aligneerhulpmiddel volgens de 30 uitvinding, waarbij de materiaalbewerking een boorbewerking omvat, heeft als kenmerk dat het lichaam een in hoofdzaak ronde vorm heeft en dat de verdieping een daarin - ' '? f: -y v W ƒ -4- althans nagenoeg centraal geplaatste boring omvat, corresponderend met een boormaat. Een dergelijk lichaam behoeft slechts een weinig groter te zijn dan het gewenste boorgat en kan ter plaatse eenvoudig op het substraat worden gehecht, daarbij het substraat ter plaatse van het te boren gat vrijhoudend. De boor wordt vervolgens in de boring 5 gestoken, dat qua maatvoering bij voorkeur is afgestemd op de gewenste boormaat. Het lichaam vermijdt aldus dat de boor kan wegschieten zodra deze in beweging wordt gebracht, opdat exact op de juiste plaats het gewenste gat wordt geboord.

Om ervoor te zorgen dat het aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding ook op zijn beurt 10 nauwkeurig kan worden uitgericht op de bestemde plaats van het substraat, is een verdere uitvoeringsvorm daarvan gekenmerkt doordat het lichaam is voorzien van plaatsingsmiddelen. Hierbij wordt op het substraat met geschikt schrijfgerei de bestemde locatie van de bewerking aangegeven, bijvoorbeeld in de vorm van een getekend kruis, waarna het aligneerhulpmiddel met behulp van de plaatsingsmiddelen daarop 15 nauwkeurig kan worden uitgericht. Een eerste bijzondere uitvoeringsvorm van het aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding heeft in dit opzicht als kenmerk dat de plaatsingsmiddelen ten minste één markering aan een rand van het lichaam omvatten, terwijl een tweede bijzondere uitvoeringsvorm in dit opzicht is gekenmerkt doordat de plaatsingsmiddelen een verbreekbare kruisdraad omvatten die in de boring is 20 opgenomen.

Hoewel niet noodzakelijk wordt bij een boorbewerking uitgegaan van een aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding met een boring die nauwkeurig is afgestemd op de gewenste boormaat. Om met eenzelfde lichaam tevens met behoud van 25 nauwkeurigheid een kleiner gat te boren, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding als kenmerk dat in de boring ten minste één insteekbus is opgenomen om een binnendiameter van de boring naar een geringere boormaat te verkleinen. Dankzij een of meer van dergelijke de insteekbussen kan de boring naar wens worden verkleind tot de gewenste boormaat. Aldus kan 30 volstaan worden met een enkelvoudige voorraad aan lichamen, waarbij een verscheidenheid van insteekbussen ervoor zorgt dat niettemin verschillende maten met 'ï u '4667 -5- behoud van nauwkeurigheid kunnen worden geboord. De uitvinding heeft tevens betrekking op een dergelijke insteekbus.

Navolgend zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een aantal 5 uitvoeringsvoorbeelden en een tekening. In de tekening toont: figuur 1A een bovenaanzicht van eerste uitvoeringsvorm van een aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding; figuur 1B een dwarsdoorsnede volgens de lijn B-B in figuur IA; figuur 1C een dwarsdoorsnede volgens de lijn C-C in figuur IA; 10 figuur 2A een bovenaanzicht van tweede uitvoeringsvorm van een aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding; figuur 2B een dwarsdoorsnede volgens de lijn B-B in figuur 2A; figuur 2C insteekbussen bruikbaar in combinatie met het aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding; 15 figuur 3 A een bovenaanzicht van derde uitvoeringsvorm van een aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding; figuur 3B een dwarsdoorsnede volgens de lijn B-B in figuur 3A; en figuur 4 in dwarsdoorsnede een vierde uitvoeringsvorm van een aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding.

20 De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name zijn terwille van de duidelijkheid sommige dimensies sterk overdreven weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid. 1 2 3 4 5 6

Een eerste uitvoeringsvorm van een aligneerhulpmiddel voor materiaalbewerking, 2 waarbij lokaal materiaal van een substraat wordt weggenomen, volgens de uitvinding is 3 in de figuren IA-1C weergegeven. Het aligneerhulpmiddel vormt in dit geval een 4 boormal waarmee nauwkeurig op de gewenste plaats een gat in een substraat, zoals 5 bijvoorbeeld een tegelwand, kan worden geboord. Het aligneerhulpmiddel omvat een in 6 hoofdzaak rond lichaam van PVC, polyethyleen of een nadere geschikte kunststof en is door spuitgieten daaruit in één bewerkingsstap gevormd. In het hart van het lichaam -6- bevindt zich een verdieping in de vorm van een doorgaande boring om daarin een boor van de vereiste diameter te ontvangen. In dit geval heeft de boring een diameter van 8 mm, terwijl het lichaam 1 zelf typisch circa 30 mm in diameter is. Aan een grondvlak 3, zie figuur 1B en 1C, is het lichaam voorzien van een hechtlaag 4, waarmee het lichaam 5 aan het substraat kan worden gehecht. De hechtlaag omvat hier een zelfklevende laag welke door een schutvel 5 is afgedekt, zolang het aligneerhulpmiddel niet wordt gebruikt.

Vooraf wordt op het substraat de gewenste boorlocatie door middel yan bijvoorbeeld 10 een kruis gemarkeerd. Het lichaam 1 omvat aan zijn omtrek een aantal plaatsingsmiddelen in de vorm van markeringen 6, waarmee het lichaam 1 op het kruis kan worden uitgericht. Nadat het schutvel 5 is verwijderd, wordt het aligneerhulpmiddel aldus ter plaatse van het te boren gat op het substraat aangebracht. Het hart van de boring 2 correspondeert in dit geval althans nagenoeg met het hart van het kruis.

15 Vervolgens wordt de boor in de boring 2 geplaatst en nauwkeurig op de bestemde plaats een gat van de gewenste diameter in het substraat worden geboord, zonder gevaar voor wegglippen van de boor. Het lichaam 1 is in het centrum rondom de boring 2 dikker dan aan de buitenrand, om rondom de boring 2 over voldoende sterkte te beschikken om de boor afdoende te geleiden. Aan de buitenrand is het lichaam aldus relatief flexibel zodat 20 het bij het verwijderen daarvan gemakkelijker kan worden opgelicht.

Nadat de bewerking in het substraat is uitgevoerd, kan het lichaam 1 worden verwijderd. Met het oog daarop omvat het lichaam aan de rand een lip 7 die aan de onderzijde vrij is van de hechtlaag 4. Doordat de lip 7 uitsteekt buiten het aangrenzende del van het 25 lichaam kan deze eenvoudige worden opgenomen om vervolgens daaraan het lichaam van de ondergrond te trekken. De lip kan een integraal deel van het lichaam 1 zijn dat daaraan is gevormd en vrij is gehouden van een hechtlaag aan de onderzijde, zoals in dit voorbeeld, maar ook is het bijvoorbeeld mogelijk dat de lip slechts is gevormd aan een (zelfklevende drager voor het lichaam 1 door middel waarvan het lichaam op een 30 ondergrond kan worden gekleefd. Na gebruik kan het aligneerhulpmiddel vervolgens worden weggegooid dan wel nog enkele malen worden hergebruikt.

- * i i v i -7-

Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een aligneerhulpmiddel met een boring die qua binnendiameter nauw is afgestemd op de diameter van het te boren gat. Om daarbij niet voor alle voorkomende maten boorgaten afzonderlijke aligneerhulpmiddelen beschikbaar te hoeven te hebben, voorziet een tweede uitvoeringsvorm in een 5 alternatieve oplossing. Deze tweede uitvoeringsvorm ins in figuur 2A en 2B

weergegeven en correspondeert grotendeel met de eerste uitvoeringsvorm met dit verschil dat in de boring 2 een insteekbus 20 is opgenomen. De insteekbus 20 verkleint de inwendige diameter van de boring 2 zodat een kleiner gat met behoud van precisie kan worden geboord. Al naar gelang de gewenste boormaat, kunnen aldus meer van 10 dergelijke insteekbussen in de boring worden geplaatst ieder met een steeds afnemende diameter. Dergelijke opeenvolgende insteekbussen zijn in figuur 2C weergegeven en verkleinen de boring steeds met een gebruikelijke boormaat, bijvoorbeeld van 8 mm achtereenvolgens tot 6, 5 en 4 mm.

15 Behalve op een vlakke ondergrond, kan het aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding ook worden ingezet op een substraat met een gebogen oppervlak. Een derde uitvoeringsvorm van het aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding is specifiek hiertoe geschikt en in figuur 3 A en 3B nader weergegeven. Het lichaam 1 is in dit geval uit aluminium of een ander metaal vervaardigd, met een dikte van enkele millimeters wat 20 voldoende is om een boor nauwkeurig in het substraat te leiden. Ter bevordering van de buigbaarheid van het lichaam is daarin een serie groeven 30 aangebracht die zich parallel van elkaar uitstrekken met een onderlinge steen van enkele millimeters. De groeven 30 strekken zich daarbij over de volledige breedte van het lichaam 1 uit en dringen tot bijvoorbeeld de helft van de dikte daarin door. Dankzij de groeven 30 kan 25 het lichaam 1 aldus betrekkelijk eenvoudig bol worden gebogen om bijvoorbeeld op een pijp of leiding te worden gehecht, zodat in de pijp of leiding nauwkeurig op de gewenste plaats een gat kan worden geboord.

Ook in dit geval beschikt het lichaam over plaatsingsmiddelen om het nauwkeurig te 30 kunnen uitrichten op de bestemde plaats op het substraat. In dit geval omvatten deze plaatsingsmiddelen een verbreekbare kruisdraad 35 die aan het grondvlak in de boring is . ·, - 4 · S 7 -8- opgenomen. Het lichaam 1 wordt zodaning op het substraat gehecht dat het hart van de kruisdraad 35 samenvalt met een markering die ter plaats van het te boren gat op het substraat is aangebracht. Vervolgens wordt via de boring 2 het gewenste gat geboord, waarbij allereerst de kruisdraad wordt verbroken om vervolgens de boor vrijbaan te 5 geven. Als markering op het substraat volstaat in dit geval een kleine stip.

Een vierde uitvoeringsvorm van een aligneerhulpmiddel volgens de uitvinding is in figuur 4 weergegeven. Deze uitvoeringsvorm is grotendeels gelijk aan die van figuur 3 A en 3B, zij het dat hier naast de eerste serie groeven 30 aan de bovenzijde, tevens een 10 tweede serie groeven 40 aan het grondvlak is aangebracht. De groeven 40 van deze tweede serie liggen tussen de groeven 30 van de eerste serie en zorgen ervoor dat het lichaam behalve bol tevens hol kan worden gebogen, zodat het optimaal kan worden aangepast aan de vormgeving van het substraat waarop het aligneerhulpmiddel dient te worden aangebracht.

15

Overigens kan zowel in het hiervoor beschreven derde als vierde uitvoeringsvoorbeeld een vergelijkbare serie groeven in een andere richting worden aangebracht om tevens de buigbaarheid en het aanpassingsvermogen van het lichaam in een richting dwars op die andere richting te bevorderen.

20

Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van slechts enkele uitvoeringsvoorbeelden nader werd toegelicht moge het duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins tot de gegeven voorbeelden is bepekt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

25

Zo kan een aligneerhulpmiddel zoals hiervoor getoond tevens worden gebruikt voor andere materiaalbewerkingen dan boren. In plaats daarvan kan een lichaam met een sleuf worden gebruikt op in een substraat een groef te zagen of te frezen. Bovendien kunnen andere vormen voor het lichaam worden gekozen om in een bepaald geval 30 optimaal aan te sluiten bij de beschikbare ruimte op het substraat.

«t - i # :r ^ 7 i > -9-

Ook zijn de gegeven materialen en maten bij wijze van voorbeeld gegeven en kunnen daarvoor in de plaats andere materialen en maten worden toegepast. Verder kan in plaats van een verdieping, die zich over de volledige dikte van het lichaam zich daarin uitstrekt, ook worden uitgegaan van een verdieping die slechts over een (belangrijk) deel 5 van de dikte van het lichaam daarin is verzonken. In het laatste geval zal de bewerking in eerste instantie leiden tot een wegnemen van materiaal van het lichaam en eerst dan tot het wegnemen van het materiaal van het substraat. Een voordeel is echter dat het lichaam voordien meer samenhang heeft, wat met name van belang kan zijn indien de verdieping een groot deel van het totale oppervlak van het lichaam beslaat.

10

In het algemeen verschaft de uitvinding een aligneerhulpmiddel dat bijzonder effectief en gemakkelijk is in het gebruik.

·: V ; U tj /

Claims (14)

1. Aligneerhulpmiddel voor een materiaalbewerking waarbij lokaal materiaal van 5 een substraat wordt weggenomen omvattende een lichaam met een verdieping corresponderend met het gebied van de voorgenomen materiaalbewerking, welke verdieping zich over ten minste een deel van de dikte van het lichaam zich uitstrekt, waarbij het lichaam aan ten minste een grondvlak is voorzien van een hechtlaag welke in staat om het lichaam aan het substraat te hechten.

2. Aligneerhulpmiddel volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de hechtlaag een zelfklevende laag omvat die zich over ten minste een deel van het grondvlak uitstrekt en buiten gebruik door een schutvel is afgedekt.

3. Aligneerhulpmiddel volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de zelfklevende laag een deel van een dubbelzijdig klevende tape omvat die met één zijde aan het lichaam is gehecht.

4. Aligneerhulpmiddel volgens conclusie 1,2 of 3 met het kenmerk dat het lichaam 20 ten minste één lip omvat die aan een rand van het lichaam buiten het aangrenzende deel van het lichaam uitsteekt, en dat de genoemde lip aan het grondvlak vrij is van de hechtlaag.

5. Aligneerhulpmiddel volgens een of meer der voorgaande conclusies met het 25 kenmerk dat het lichaam een serie zich parallel ten opzichte van elkaar uitstrekkende groeven omvat die zich over een volledige breedte van het lichaam uitstrekken en een onderlinge steek bewaren die belangrijk kleiner is dan een lengte van het lichaam. 1 Aligneerhulpmiddel volgens conclusie 5 met het kenmerk dat het lichaam een 30 tweede serie groeven omvat die zich tussen de groeven van de eerste serie aan een tegenoverliggende zijde van het lichaam uitstrekken. -11-

7. Aligneerhulpmiddel volgens een of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het lichaam rondom de verdieping belangrijk dikker is dan aan een buitenrand daarvan.

8. Aligneerhulpmiddel volgens een of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat het lichaam een materiaal omvat uit een groep van kunststoffen en metalen.

9. Aligneermiddel volgens conclusie 8 met het kenmerk dat het lichaam door spuitgieten uit een geschikte kunststof is gevormd. 10

10. Aligneerhulpmiddel volgens een of meer der voorafgaande conclusies, waarbij de materiaalbewerking een boorbewerking omvat, met het kenmerk dat het lichaam een in hoofdzaak ronde vorm heeft en dat de verdieping een daarin althans nagenoeg centraal geplaatste boring omvat, corresponderend met een boormaat. 15

11. Aligneerhulpmiddel volgens conclusie 10 met het kenmerk dat het lichaam is voorzien van plaatsingsmiddelen.

12. Aligneerhulpmiddel volgens conclusie 11 met het kenmerk dat de 20 plaatsingsmiddelen ten minste één markering aan een rand van het lichaam omvatten.

13. Aligneerhulpmiddel volgens conclusie 11 met het kenmerk dat de plaatsingsmiddelen een verbreekbare kruisdraad omvatten die in de boring is opgenomen. 25

14. Aligneerhulpmiddel volgens een of meer der conclusies 10 tot en met 13 met het kenmerk dat in de boring ten minste één insteekbus is opgenomen om een binnendiameter van de boring naar een geringere boormaat te verkleinen.

15. Insteekbus voor toepassing in het aligneerhulpmiddel volgens conclusie 14. i ‘ " ' J ; ·.►· j ·' <