NL1014528C2 - Elektronische oproepassistenten met gedeelde database. - Google Patents

Elektronische oproepassistenten met gedeelde database. Download PDF

Info

Publication number
NL1014528C2
NL1014528C2 NL1014528A NL1014528A NL1014528C2 NL 1014528 C2 NL1014528 C2 NL 1014528C2 NL 1014528 A NL1014528 A NL 1014528A NL 1014528 A NL1014528 A NL 1014528A NL 1014528 C2 NL1014528 C2 NL 1014528C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
call
electronic
electronic call
user
telephone
Prior art date
Application number
NL1014528A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1014528A1 (nl
Inventor
Jeroen Arendsen
Original Assignee
Koninkl Kpn Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koninkl Kpn Nv filed Critical Koninkl Kpn Nv
Publication of NL1014528A1 publication Critical patent/NL1014528A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1014528C2 publication Critical patent/NL1014528C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M3/00Automatic or semi-automatic exchanges
    • H04M3/42Systems providing special services or facilities to subscribers
    • H04M3/42229Personal communication services, i.e. services related to one subscriber independent of his terminal and/or location
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M3/00Automatic or semi-automatic exchanges
    • H04M3/42Systems providing special services or facilities to subscribers
    • H04M3/50Centralised arrangements for answering calls; Centralised arrangements for recording messages for absent or busy subscribers ; Centralised arrangements for recording messages
    • H04M3/527Centralised call answering arrangements not requiring operator intervention
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M3/00Automatic or semi-automatic exchanges
    • H04M3/42Systems providing special services or facilities to subscribers
    • H04M3/50Centralised arrangements for answering calls; Centralised arrangements for recording messages for absent or busy subscribers ; Centralised arrangements for recording messages
    • H04M3/53Centralised arrangements for recording incoming messages, i.e. mailbox systems
    • H04M3/533Voice mail systems
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M3/00Automatic or semi-automatic exchanges
    • H04M3/42Systems providing special services or facilities to subscribers
    • H04M3/54Arrangements for diverting calls for one subscriber to another predetermined subscriber
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M3/00Automatic or semi-automatic exchanges
    • H04M3/38Graded-service arrangements, i.e. some subscribers prevented from establishing certain connections
    • H04M3/382Graded-service arrangements, i.e. some subscribers prevented from establishing certain connections using authorisation codes or passwords
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M3/00Automatic or semi-automatic exchanges
    • H04M3/42Systems providing special services or facilities to subscribers
    • H04M3/487Arrangements for providing information services, e.g. recorded voice services or time announcements
    • H04M3/493Interactive information services, e.g. directory enquiries ; Arrangements therefor, e.g. interactive voice response [IVR] systems or voice portals
    • H04M3/4931Directory assistance systems

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Telephonic Communication Services (AREA)

Description

Elektronische oproepassistenten met gedeelde database.
De uitvinding heeft betrekking op een telefooncentrale die is ingericht voor het communiceren met een aantal van communicatie-5 eenheden, omvattende ten minste één stel communicatie-eenheden die behoren bij één of meer abonnees, en om een platform voor elektronische oproepassistenten te verschaffen aan genoemd ten minste ene stel communicatie-eenheden, waarbij genoemd platform voor de elektronische oproepassistenten ten minste een eerste elektronische 10 oproepassistent omvat, die behoort bij één abonnee, evenals een tweede elektronische oproepassistent, die bij genoemde ene abonnee behoort, waarbij de eerste elektronische oproepassistent toegang heeft tot een bepaalde eerste database en waarbij de tweede elektronische oproepassistent toegang heeft tot een bepaalde tweede IS database.
Een dergelijke telefooncentrale is bekend uit US-A-5,652,789 ("Wildfire"), die een op een computer gebaseerde elektronische oproepassistent beschrijft die onder andere is ingericht voor het ontvangen en beheren van binnenkomende oproepen voor een abonnee. Na 20 het binnenkomende gesprek te hebben ontvangen, brengt de elektronische oproepassistent een eerste communicatieverbinding met de beller tot stand, evenals een tweede communicatieverbinding tussen de beller en de abonnee. Hij werkt dan in een voorgrondstand. Na de communicatieverbindingen tot stand te hebben gebracht, gaat hij over 25 naar een achtergrondstand waarin hij de communicatie tussen de beller en de abonnee volgt. Door middel van een oproepcommando (d.w.z., het gesproken commando "Wildfire") kan de elektronische oproepassistent teruggeschakeld worden naar de voorgrondstand, waarin hij in staat is een aantal door de abonnee gegeven commando's uit te voeren, op deze 30 wijze is de elektronische oproepassistent in "Wildfire" een bemiddelaar tussen de abonnee en de beller. De beller krijgt toegang tot de elektronische oproepassistent door het kiezen van een telefoonnummer behorend bij de elektronische oproepassistent.
Teneinde gebruik te maken van de functionaliteit van een dergelijke 35 elektronische oproepassistent, wordt aan een nieuwe abonnee van de elektronische oproepvoorziening een nieuw telefoonnummer gegeven dat bij de elektronische oproepassistent behoort.
Na het tot stand brengen van de eerste communicatieverbinding staat de elektronische oproepassistent van "Wildfire" de beller bij 1014528 2 in het opsporen van de abonnee waarmee de beller verbonden wenst te worden. De elektronische oproepassistent controleert bijvoorbeeld of de abonnee reeds aan het bellen is, of de abonnee weg is, dan wel of hij geen enkele telefoonoproep wenst te accepteren. De elektronische 5 oproepassistent kan zelfs trachten de abonnee in iedere andere plaats te lokaliseren waar hij verondersteld wordt zich ten tijde van het bellen te bevinden volgens een rooster dat door de abonnee is opgesteld (doorschakelmogelijkheid). De elektronische oproepassistent kan bijvoorbeeld trachten de abonnee hetzij op zijn 10 vaste hetzij op zijn mobiele telefoon te bereiken, zoals door de abonnee aangegeven. Indien één van de pogingen van de elektronische oproepassistent om de abonnee te lokaliseren en aldus de tweede communicatieverbinding tot stand te brengen faalt, dan kan hij de beller verzoeken een boodschap in de voicemail-bus achter te laten en 15 een e-niaxlberzcht naar het werkstation van de abonnee te sturen.
Wanneer de abonnee aanwezig is maar bezig met een ander telefoongesprek, dan kan de elektronische oproepassistent de huidige oproep even onderbreken om de abonnee op de hoogte te stellen van de wachtende oproep en hem te vragen of hij wenst te worden onderbroken 20 door de wachtende beller.
Andere mogelijkheden van de in "Wildfire" beschreven elektronische oproepassistent zijn: het beheren van een rooster van de abonnee, het sturen van boodschappen, het sturen van herinneringen aan de abonnee, en het bijhouden van gegevens betreffende personen, 25 groepen personen en plaatsen, evenals telefoongegevens.
Het "Wildfire"-systeem is in staat zowel gesproken commando's als elektronische commando's te accepteren, die bijvoorbeeld door de toetsen van een telefoontoestel gegenereerd zijn. De elektronische oproepassistent stuurt zijn boodschappen aan de abonnee hetzij via 30 een kunstmatige gesproken taal hetzij via boodschappen die op een monitor of dergelijke zijn weergegeven.
Al deze bekende mogelijkheden kunnen aanwezig zijn of worden toegevoegd aan de opzet van de onderhavige uitvinding, die hieronder nader zal worden uiteengezet.
35 De problemen die verband houden met de elektronische oproepassistent van "Wildfire" zijn als volgt. Allereerst willen mensen in vele landen hun telefoonnummer niet veranderen wanneer zij de extra functionaliteit van een elektronische oproepassistent krijgen. In de opzet van "Wildfire" verliezen mensen alle i 0 14528 3 telefoonnummers behorende bij alle verschillende telefoonnummers die zij met de elektronische oproepvoorziening wensen te verbinden. Zo hebben zij bijvoorbeeld één nummer dat verband houdt met een vaste telefoon en één met een mobiele telefoon, en ontvangen zij in plaats 5 daarvan één nieuw nummer. De elektronische oproepassistent is dan in staat binnenkomende oproepen naar dit nieuwe nummer door te schakelen en de mensen zouden kunnen aangeven dat zij bijvoorbeeld deze oproepen willen doorschakelen naar hetzij hun vaste hetzij hun mobiele telefoon. De wens bestaat echter om verschillende 10 telefoonnummers voor verschillende telefoontoestellen aan te houden.
Veel mensen willen bijvoorbeeld hun mobiele nummer aan slechts een beperkte groep mensen geven, terwijl zij wel bereid zijn hun vaste telefoonnummer voor iedereen te publiceren.
Dit zou kunnen worden opgelost door een andere elektronische 15 oproepassistent aan elk van de verschillende telefoonnummers te verschaffen. Dan zou het niet nodig zijn nieuwe telefoonnummers voor nieuwe elektronische oproepassistenten te verschaffen. Wanneer een gebruiker twee of meer telefoons heeft, bijvoorbeeld één vaste telefoon {bijvoorbeeld hetzij een PSTN [= Public Switched Telephone 20 Network] hetzij een ISDN [= Integrated Services Digital Network]) en één mobiele telefoon (bijvoorbeeld een GSM [= Global System for Mobile communications]), dan zou hij een aantal elektronische oproepassistenten hebben. Al deze elektronische oproepassistenten zouden de gebruiker kunnen ondersteunen door hem door alle door de 25 telefoonmaatschappij aangeboden diensten heen te geleiden. De mensen zouden echter steeds meer moeite hebben met alle diensten die voor de verschillende telefoonnummers die zij hebben worden aangeboden. Bovendien krijgen zij het gevoel dat de diensten, ook al zijn deze voor vaste en mobiele telefoontoestellen vergelijkbaar, in toenemende 30 mate verschillend aanvoelen. Zij zijn het moe al deze voortdurend veranderende diensten bij te houden. Zij willen graag meer beheersing over al deze diensten krijgen. In het bijzonder willen zij de beheersing hebben over hun bereikbaarheid voor bepaalde bellers in bepaalde situaties.
35 De onderhavige uitvinding verschaft een oplossing voor de bovenbedoelde problemen. Zij is gericht op het verbeteren van de gebruiksvriendelijkheid van telefoonsystemen, terwijl zij nog steeds de mogelijkheid biedt van het gebruiken van vele verschillende diensten zonder de noodzaak om telefoonnummers te veranderen ingeval 40 van het krijgen van elektronische oproepassistent-voorzieningen voor een aantal verschillende telefoonnummers.
1014528 4
Om deze doelstelling te bereiken verschaft de onderhavige uitvinding een telefooncentrale zoals aanvankelijk gedefinieerd, waarin de eerste en tweede elektronische oproepassistenten een gemeenschappelijke database gebruiken.
5 Door het delen van een gemeenschappelijke database, en door de elektronische oproepassistenten bij voorkeur in te richten om in staat te zijn met elkaar te communiceren, zal een abonnee met twee of meer telefoontoestellen, elk met zijn eigen elektronische oproepassistent, vanaf al zijn telefoontoestellen door alle mogelijke 10 diensten heen geleid worden door slechts één van zijn telefoontoestellen te gebruiken.
De eerste en tweede elektronische oproepassistenten behoren bij één abonnee en kunnen zich met dezelfde naam aan de abonnee aanbieden. Wanneer de abonnee bijvoorbeeld vaste en mobiele telefoons 15 heeft, dan roept hij wanneer hij door een elektronische oproepassistent ondersteund wil worden zijn platform voor elektronische oproepassistenten op, dat bijvoorbeeld de aankondiging "I am your call assistant X" stuurt. Via een CLI (Calling Line Identification oftewel naam oproeplijn) weet het platform met welke 20 telefoon (vast of mobiel) de beller het platform is binnengekomen.
Afhankelijk van de gebruikte telefoon (vast of mobiel) kan de beller op een andere manier worden ondersteund. In het bijzonder zou de beller op de volgende wijze ondersteund kunnen worden. Wanneer hij bijvoorbeeld zijn mobiele telefoon gebruikt, kunnen in het bijzonder 25 zijn mobiele telefooninstellingen en niet zijn vaste telefooninstellingen worden bijgewerkt. Het is dan ook meer gebruiksvriendelijk wanneer de verschillende elektronische oproepassistenten zich aan de gebruiker aanbieden met verschillende namen. Doordat zij zichzelf als afzonderlijke elektronische 30 oproepassistenten aanbieden is het zowel de gebruiker als het systeem altijd duidelijk welke instellingen het onderwerp vormen van de dialoog (in dit geval de instellingen van de mobiele telefoon, evenals eventuele gemeenschappelijke instellingen) .
Bij voorkeur omvat de gemeenschappelijke database ten minste 35 een gemeenschappelijke voicemail-bus en instellingen die verband houden met de gemeenschappelijke voicemail-bus.
Bovendien omvat de gemeenschappelijke database bij voorkeur ten minste een gemeenschappelijk adresboek en instellingen die verband houden met het gemeenschappelijke adresboek.
40 De toegang tot de elektronische oproepassistenten kan door persoonlijke identificatienummers (PIN) beveiligd worden.
1 o 14528 5
Bovendien kunnen regelingen getroffen worden om toegang te verlenen tot één van beide elektronische oproepassistenten aan een gebruiker van een derde communicatie-eenheid, nadat de gebruiker via de derde communicatie-eenheid zowel het desbetreffende persoonlijk 5 identificatienummer als de naam van de desbetreffende oproeplijn heeft ingegeven.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het communiceren via een telefooncentrale die is ingericht voor het communiceren met een aantal communicatie-eenheden, 10 omvattende ten minste één stel communicatie-eenheden dat bij één of meer abonnees behoort, waarbij de werkwijze omvat: • het verschaffen van een platform voor elektronische oproepassistenten aan genoemd ten minste ene stel communicatie-eenheden, waarbij genoemd platform voor elektronische 15 oproepassistenten ten minste een eerste elektronische oproepassistent omvat die behoort bij één abonnee, en een tweede elektronische oproepassistent die bij genoemde ene abonnee behoort; • het verlenen aan genoemde eerste elektronische oproepassistent 20 van toegang tot een bepaalde eerste database; • het verlenen aan genoemde tweede elektronische oproepassistent van toegang tot een bepaalde tweede database; • het verlenen aan de eerste en tweede elektronische oproepassistenten van toegang tot een gedeelde 25 gemeenschappelijke database.
Aldus verschaft de uitvinding een platform voor elektronische oproepassistenten met een aantal elektronische oproepassistenten aan abonnees. Elke abonnee die meer dan één telefoontoestel heeft, kan zich abonneren op het verschaffen van één elektronische 30 oproepassistent per telefoontoestel. De abonnee zelf stelt de telefoonmaatschappij op de hoogte van de telefoontoestellen die van een dergelijke elektronische oproepassistent voorzien moeten worden en diegene daarvan die een gemeenschappelijke database moet delen.
De elektronische oproepassistenten die een gemeenschappelijke 35 database delen zijn aldus in staat om elkaar te ondersteunen. Zij zijn bijvoorbeeld beide in staat de instellingen van de gemeenschappelijke database in te stellen en de inhoud van de gemeenschappelijke database bij te werken, aangezien zij beide in staat zijn toegang tot de inhoud van hun eigen database te 40 verkrijgen. In beginsel geldt dat, wanneer de abonnee zijn mobiele telefoontoestel gebruikt, hij zal worden bijgestaan door de 1 014528 6 elektronische oproepassistent die bij het mobiele telefoontoestel behoort en, als hij zijn vaste telefoontoestel gebruikt, hij zal worden ondersteund door de elektronische oproepassistent die bij het vaste telefoontoestel behoort.
5 Zoals in de stand der techniek geldt, zullen de elektronische oproepassistenten bij voorkeur worden bestuurd door spraakherkenning. Aangezien de elektronische oproepassistenten een database delen, is het gemakkelijker voor hen om op de hoogte te worden gesteld van iedere wens om een oproep door te schakelen of informatie te 10 verkrijgen.
Het doet er niet toe welke van de telefoontoestellen gebruikt wordt; zo is het bijvoorbeeld altijd mogelijk de voice mail aan of uit te zetten zonder gebruik te maken van moeilijke codes die een * of een # omvatten. Bovendien geldt dat, wanneer de voicemail-15 voorziening gebruikt wordt, een gebruiker altijd toegang tot de voicemail-bus kan verkrijgen via één van zijn twee telefoontoestellen. Hij behoeft niet te luisteren naar voicemail-bussen van twee verschillende telefoontoestellen.
Bovendien kan de elektronische oproepassistent zijn ingericht 20 voor het bij staan van de abonnee ingeval van het terugbellen naar personen zonder de noodzaak van het invoeren van nummers met behulp van de toetsen van het telefoontoestel: de abonnee spreekt eenvoudigweg de naam van de op te bellen persoon uit en de elektronische oproepassistent doet de rest.
25 Het enige nummer dat de abonnee behoeft te onthouden is het nummer voor het verkrijgen van toegang tot het platform voor elektronische oproepassistenten.
Wanneer de telefoontoestellen geïmplementeerd worden als PC-achtige inrichtingen, dan kunnen de elektronische oproepassistenten 30 ook e-mail- en/of faxvoorzieningen ondersteunen. De gegevens van deze e-mails en faxen worden dan opgeslagen in de gemeenschappelijke database die toegankelijk is voor de groep elektronische oproepassistenten die behoort bij de groep communicatie-eenheden die bij één abonnee (of groep abonnees) behoort.
35 Het concept van de onderhavige uitvinding kan ook worden toegepast op telefoontoestellen die gebruikt worden door een aantal mensen die samenwonen en één of meer telefoontoestellen gezamenlijk gebruiken. In een dergelijke situatie kunnen verschillende elektronische oproepassistenten, en verschillende groepen 40 samenwerkende elektronische oproepassistenten in het platform voor elektronische oproepassistenten, gedefinieerd worden via combinaties i 0 14528 7 van namen van oproeplijnen (CLI's) en verschillende persoonlijke identificatienummers (PIN's) voor verschillende personen.
De uitvinding zal nu worden uiteengezet met verwijzing naar een aantal tekeningen dat bedoeld is om alleen de uitvinding te 5 illustreren en niet om haar bereik te beperken.
Figuur 1 geeft op schematische wijze weer hoe telefoons via een telefooncentrale met elkaar communiceren; figuur 2 geeft schematisch het platform voor elektronische oproepassistenten weer overeenkomstig de onderhavige uitvinding; 10 figuren 3.1 en 3.2 geven een stroomschema op het hoogste niveau weer voor eventuele door de elektronische oproepassistenten uitgevoerde stappen; figuur 4 geeft een stroomschema weer van een toegangsprocedure die toegang geeft tot een elektronische oproepassistent; 15 figuren 5.1 en 5.2 verschaffen een schematisch overzicht van het stroomschema voor het Hoofdmenu van het platform voor elektronische oproepassistenten; figuur 6 geeft een stroomschema weer voor de module "Settings" van het stroomschema van het hoogste niveau volgens figuur 3; 20 figuur 7 geeft een stroomschema weer voor de module "SetVoiceMail Greeting" volgens figuur 6; figuur 8 geeft een stroomschema weer voor de module "SetLineLabel" volgens figuur 6; en figuren 9.1 en 9.2 geven een stroomschema weer van stappen 25 uitgevoerd door het platform voor elektronische oproepassistenten wanneer een partij een andere partij wenst te bellen terwijl het platform voor elektronische oproepassistenten gebruikt wordt overeenkomstig de uitvinding.
Zoals in figuur 1 weergegeven verschaft een telefooncentrale 1 30 communicatie tussen een aantal telefoontoestellen 2, 3, 4, 5 en 7.
Deze telefoontoestellen kunnen vast of mobiel zijn. Bovendien wordt ernaar gestreefd dat, in plaats van vaste of mobiele telefoons, ook telecommunicatie-eenheden in de vorm van PC's kunnen worden gebruikt. Dergelijke (niet afgebeelde) telecommunicatie-eenheden dienen dan te 35 worden voorzien van een microfoon en een luidspreker om ze als telefoon te laten fxmgeren. Als verder alternatief kan de uitvinding toegepast worden op PC's die communiceren via bijvoorbeeld het Internet voor het zenden en ontvangen van e-mails en faxberichten. Bovendien kan de telefooncentrale 1 processoren omvatten die bestuurd 40 worden door programmatuur respectievelijk digitale/analoge schakelingen. De onderdelen van de telefooncentrale die noodzakelijk i 0 14528 8 zijn om de vereiste functies uit te voeren, behoeven zich niet fysiek in één locatie te bevinden.
Dikwijls heeft één en dezelfde persoon zowel een vaste telefoon 2 als ten minste één mobiele telefoon 4. Toch wenst die persoon een 5 simpele manier te hebben voor het ontvangen van voice mail voor zowel zijn vaste telefoon 2 als zijn mobiele telefoon 4, zonder dat hij met verschillende procedures behoeft om te gaan. Met dat doel is de telefooncentrale 1 voorzien van een platform 11 voor elektronische oproepassistenten.
10 Onderdelen van het platform 11 voor elektronische oproepassistenten, zoals databases of onderdelen daarvan, kunnen over een aantal telefooncentrales verspreid zijn. Er bestaat geen strikte noodzaak alle databases op één en dezelfde locatie te hebben.
Zoals in figuur 2 is weergegeven, omvat het platform 11 voor 15 elektronische oproepassistenten een access-module 6. De access-module 6 is bij voorkeur gebaseerd op "Calling Line Identification" (op CLI gebaseerd) . Dit betekent dat de eerste stap in een identificatieproces gebaseerd is op het telefoonnummer van de telefoon die door een gebruiker gebruikt wordt om een telefoongesprek 20 met een andere partij tot stand te brengen. De access-module 6 verschaft eventueel toegang tot één van een aantal elektronische oproepassistenten 12, 14. In figuur 2 wordt de situatie weergegeven waarin er een eerste elektronische oproepassistent 12 voor de vaste telefoon 2 is en een tweede elektronische oproepassistent 14 voor de 25 mobiele telefoon 4. Aangenomen wordt dat de vaste telefoon 2 en de mobiele telefoon 4 van dezelfde abonnee zijn, die zijn diensten van de telefoonmaatschappij via zowel zijn vaste telefoon 2 als zijn mobiele telefoon 4 zoveel mogelijk gedeeld wil hebben. De uitvinding heeft echter ook betrekking op abonnees met elk ander aantal vaste 30 telefoons en/of mobiele telefoons. Voor elk van de afzonderlijke telefoons zal een aparte elektronische oproepassistent binnen platform 11 verschaft worden.
De elektronische oproepassistent 12 werkt overeenkomstig een Main Menu 8. De elektronische oproepassistent 14 werkt 35 overeenkomstig een Main Menu 10. De elektronische oproepassistenten 12, 14 zijn bij voorkeur ingericht voor het met elkaar communiceren indien nodig, zoals door pijlen 13 aangegeven. In de praktijk zullen de Main Menu's 8, 10 bij voorkeur verschillende paden zijn die binnen één enkel Main Menu gevolgd worden, bijvoorbeeld het Main Menu AIO 40 zoals dat geïllustreerd is in figuren 3.1, 5.1 en 5.2. Communicatie 13 tussen oproepassistenten 12, 14 kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn 1014528 9 bij het instellen van voicemail-begroetingen voor de verschillende telefoons 2, 4 zoals hierna uiteengezet zal worden met verwijzing naar figuur 7. Als alternatief kan een gebruiker direct toegang vragen tot een andere elektronische oproepassistent, zoals 5 uiteengezet zal worden met verwijzing naar blokken A108/109 in figuur 5.1.
Het platform 11 voor elektronische oproepassistenten omvat een database 16. De database 16 is onderverdeeld in drie gedeelten: een eerste database-gedeelte 36 dat alleen toegankelijk is voor 10 de eerste elektronische oproepassistent 12, een tweede database-gedeelte 38 dat alleen toegankelijk is voor de tweede elektronische oproepassistent 14, en een derde database-gedeelte 40 dat voor beide elektronische oproepassistenten 12, 14 toegankelijk is.
15 Als er meer elektronische oproepassistenten voor één abonnee zouden zijn, dan zouden er ook meer database-gedeelten zijn, doch zij zouden alle één gemeenschappelijk database-gedeelte 40 delen.
Het gemeenschappelijke derde database-gedeelte 40 omvat gegevens omtrent een gemeenschappelijke voicemail box 24. Bij 20 voorkeur worden ook gegevens omtrent een gemeenschappelijke directory 26 verschaft in het gemeenschappelijke derde database-gedeelte 40. Bovendien zal het gemeenschappelijke derde database-gedeelte 40 gegevens omvatten omtrent instellingen 28 die betrekking hebben op het gemeenschappelijke database-gedeelte 40.
25 Het eerste database-gedeelte 36 omvat gegevens 18 die betrekking hebben op de vraag of de elektronische oproepassistent 12 al dein niet de voicemail-functionaliteit aan of uit heeft gezet. Bovendien omvat het eerste database-gedeelte 36 gegevens 20 die aangeven of de elektronische oproepassistent 12 al dan niet een 30 doorschakel of Call Forwarding (CF) -voorziening heeft. Het database- gedeelte 36 omvat tevens gegevens 22 met betrekking tot instellingen.
Het tweede database-gedeelte 38 omvat gegevens 30 omtrent de vraag of de voicemail-voorziening voor elektronische oproepassistent 14 al dan niet aan of uit is gezet, gegevens 32 omtrent de vraag of 35 de doorschakel voorziening al dan niet actief is, en gegevens 34 met betrekking tot instellingen.
De uitvinding zal verder uiteen worden gezet met verwijzing naar enkele stroomschema's. Een bij lage verschaft een verklarende tekst voor de stroomschema's.
10 U528 10
Figuren 3.1 en 3.2 geven een stroomschema voor het hoogste niveau van het platform voor elektronische oproepassistenten overeenkomstig de uitvinding.
Allereerst zal het stroomschema van figuren 3.1 en 3.2 in 5 algemene bewoordingen beschreven worden. Daarna zal een verdere uiteenzetting van de deelmodules van figuren 3.1 en 3.2 gegeven worden.
Het stroomschema van het hoogste niveau van figuren 3.1 en 3.2 begint met Access module A2. In deze module tracht een abonnee 10 toegang te verkrijgen tot zijn elektronische oproepassistent 12, 14.
Als de toegangsprocedure faalt, dan krijgt de abonnee een boodschap A4 die aangeeft dat hij de klantenservice moet bellen. In plaats van een dergelijke indicatie kan de abonnee via een automatische koppeling automatisch met de klantenservice verbonden worden.
15 Als de toegangsprocedure succes heeft, dan wordt een "PlayStartNotificationsmodule" A6 binnengegaan.
Vervolgens wordt een module Start Function A8 binnengegaan. In de module start Function A8 start het systeem met een functie zoals door de gebruiker in een instelmenu ingesteld. In figuren 3.1 en 3.2 20 wordt de situatie weergegeven waarin de gebruiker kan hebben aangegeven dat hij de Start Function A8 wenst te starten met hetzij een module Play Voice Mail A14, hetzij een module Main Menu AIO, hetzij een module Set Voice Mail A16, hetzij een module Call Forwarding A18, hetzij een module Name Dialing A22.
25 Bij voorkeur is de module Start Function A8 zodanig ingericht dat, als de gebruiker niet uitdrukkelijk een startfunctie heeft ingesteld, het systeem automatisch start met het Main Menu AIO (standaardfunctie).
Na de module Main Menu AIO is één van de eventuele stappen een 30 sprong naar een andere elektronische oproepassistent, en aldus het overschakelen naar het Main Menu van de andere elektronische oproepassistent, stap A12. In feite betekent dit dat de module Main Menu AIO opnieuw wordt ingevoerd, maar dan met "Entrance" = "Switch", hetgeen leidt tot bijvoorbeeld een andere begroetingsboodschap en 35 toegang tot een andere database via de andere elektronische oproepassistent.
Na de module Main Menu AIO kan één van de volgende deelmodules worden binnengegaan, afhankelijk van de door de gebruiker bepaalde keuze: 40 - module Play Voice Mail A14, module Set Voice Mail A16, ,45 28 11 module Call Forwarding A18, module Turn Off Call Forwarding A20, module Name Dialing A22, module Turn Call Waiting Off A28, 5 - module Name Add A3 0, module Settings A24, en module Name List A26.
Afgezien van de module Name Dialing A22 zijn van al deze deelmodules de uitgangen verbonden met de ingang van het Main Menu A10.
10 De module Name Dialing A22 heeft twee mogelijke uitgangen. De eerste uitgang is direct verbonden met de module Main Menu AIO en wordt gebruikt wanneer de procedure voor het kiezen via een naam gefaald heeft. De tweede uitgang is verbonden met een module Call Set Up A32 en wordt gebruikt wanneer het kiezen via de naam geslaagd is.
15 Van de module Call Set Up A32 is de ingang tevens verbonden met de uitgang van de module Play Voice Mail A14. Deze verbinding wordt gebruikt wanneer in de module Play Voice Mail A14 de mogelijkheid gebruikt wordt van de voorziening voor direct terugbellen.
In de module Call Set Up A32 kan ook direct worden binnengegaan 20 door de uitgang van de module Main Menu AIO ingeval van een automatische oproep van een klantenservice.
De uitgang van de module Call Set Up A32 wordt verbonden met de ingang van de module Main Menu AIO.
In het vervolg zullen een paar deelmodules nader worden 25 uiteengezet:
Figuur 4 geeft een voorbeeld van de module Access A2.
Gebruikers kunnen bijvoorbeeld toegang tot het platform 11 voor elektronische oproepassistenten krijgen door het kiezen van een vooraf bepaald telefoonnummer. Bij voorkeur is het vooraf bepaalde 30 telefoonnummer hetzelfde voor de vaste en mobiele telefoons van alle abonnees.
Het platform voor elektronische oproepassistenten controleert of een naam van een oproeplijn (CLI) beschikbaar is, stap 201; als de CLI beschikbaar is, dan controleert het door het platform voor 35 elektronische oproepassistenten uitgevoerde programma of de CLI
overeenkomt met een identificatienummer van een willekeurige abonnee, stap 202. Als de CLI overeenkomt met de identificatie van één van de abonnees op het platform voor elektronische oproepassistenten, dein controleert het programma of een voorziening van persoonlijke 40 identificatienummers (PIN's) al dan niet is vrijgegeven voor de desbetreffende elektronische oproepassistent, stap A203.
i Ü i 4528 12
Als er geen PIN-voorziening is ingesteld, dan springt het programma naar stap A204, waarin toegang wordt gegeven tot de desbetreffende elektronische oproepassistent: het programma gaat verder bij stap A6 (figuur 3).
5 Als er in stap 201 geen CLI beschikbaar is, dan gaat het programma verder met deelmodule A205, waarin de gebruiker verzocht wordt een PIN in te voeren. De inhoud van een dergelijke deelmodule is deskundigen bekend en zal niet nader geïllustreerd worden. Na het ontvangen van een PIN gaat het programma verder met deelmodule A206, 10 waarin de gebruiker verzocht wordt de identificatie van een telefoonnummer in te voeren, d.w.z., een stap die de handmatige equivalent is van de stap voor de CLI-overeenkomst A202.
In stap A207 controleert het programma of de door de gebruiker ingevoerde PIN en ID (telefoonnummer) met elkaar overeenkomen. Zo ja, 15 dan gaat het programma verder met stap A204. Zo niet, dan wordt de gebruiker dienovereenkomstig verwittigd, stap A208, en krijgt de gebruiker de gelegenheid om de juiste PIN en ID in te voeren.
Stap A209 laat zien dat de gebruiker nog twee keer de gelegenheid krijgt om de juiste PIN en ID in te voeren. Als de 20 gebruiker ondanks twee nieuwe pogingen geen succes heeft, dan stelt het programma vast dat de toegangsprocedure gefaald heeft en gaat verder met stap A4 (zie ook figuur 3) .
Als het programma in stap A202 heeft vastgesteld dat de CLI niet overeenkomt met enige abonnee-identificatie, dan gaat het 25 programma verder met stap A205, die hierboven reeds uiteengezet is.
Als het programma in stap A203 vaststelt dat een PIN voor de desbetreffende ID is vrijgegeven, dan gaat het programma verder met stap A211, waarin de gebruiker verzocht wordt om de desbetreffende PIN in te voeren. De module A211 is vergelijkbaar met module A205.
30 Na module A211 controleert het programma in stap A212 of de PIN
en de ID met elkaar overeenkomen. Zo ja, dan gaat het programma verder met stap A204. Zo niet, dan gaat het programma verder met deelmodule A206, die hierboven reeds uiteengezet is.
Opgemerkt zij dat het stroomschema van figuur 4 de abonnee op 35 het platform voor elektronische oproepassistenten de gelegenheid biedt op twee verschillende manieren toegang te krijgen tot één van zijn eigen elektronische oproepassistenten 12, 14 via het gebruik van een telefoon van een andere partij . De eerste manier is het gebruik van een telefoon die geen lid is van het platform voor elektronische 40 oproepassistenten. Als een dergelijke telefoon gebruikt wordt door een abonnee van het platform voor elektronische oproepassistenten, en I 0U528 13 het programma in stap A202 heeft vastgesteld dat de CLI niet overeenkomt met een abonnee-identificatie, dan gaat het programma verder bij stap A205. In stap A205 krijgt de gebruiker de gelegenheid zijn PIN in te voeren, en in stap A206 krijgt hij de gelegenheid om 5 de identificatie van zijn eigen telefoontoestel in te voeren.
Vervolgens stelt het programma in stap A207 vast dat de PIN en de ID voor een bepaalde elektronische oproepassistent overeenkomen, d.w.z., voor een telefoontoestel dat op dat moment niet gebruikt wordt door de gebruiker maar dat wel lid is van een platform voor elektronische 10 oproepassistenten. Tot de bij die PIN en ID behorende elektronische oproepassistent wordt dan toegang verkregen via stap A204.
Een tweede manier is de volgende. Als een gebruiker een telefoontoestel gebruikt van een andere partij, die lid is van het platform voor elektronische oproepassistenten, dan gaat het programma 15 verder met stap A203, aangezien het programma zal vaststellen dat de CLI van het gebruikte telefoontoestel lid is van het platform. In stap A203 geldt echter dat, als een PIN wordt vrijgegeven voor het gebruikte telefoontoestel, het programma verdergaat met deelmodule A211. Als de gebruiker dan zijn eigen PIN invoert, en niet de bij het 20 telefoontoestel behorende PIN, dan krijgt de gebruiker de gelegenheid zowel zijn eigen PIN als de ID van zijn eigen telefoontoestel in te voeren via stappen A212, A206 en A207. Dan krijgt hij toegang tot zijn eigen elektronische oproepassistent.
Opgemerkt zij dat, met de stroomschema's van figuren 5.1 en 25 5.2, een gebruiker die gebruikmaakt van een telefoontoestel van een andere partij direct toegang krijgt tot de bij dat telefoontoestel behorende elektronische oproepassistent als de PIN voor dat telefoontoestel niet is ingeschakeld.
Figuren 5.1 en 5.2 laten een eventueel stroomschema zien van 30 het Main Menu AIO.
Het Main Menu heeft drie mogelijke waarden voor de ingangsparameter "Entrance", zoals uit figuur 3.1 blijkt, kan het hoofdmenu worden binnengegaan hetzij als uitgang van één van de modules A14-A32 ("Entrance"=nBackToMain"), hetzij als uitgang van 35 module A12 ("Entrance"="Switch"), hetzij als uitgang van
Startfunction A8 {"Entrance"="Access"). Afhankelijk van de waarde van "Entrance" zal aan de gebruiker een aankondiging A102, A103 of A104 gegeven worden.
In aankondiging Al02 zal de gebruiker de boodschap "Switched to 40 [other PP-line]" ontvangen, waarin "[other PP-line]" de naam is van 1 0Ί 4528 14 de andere elektronische oproepassistent waarnaar hij wordt overgebracht.
In aankondiging Al03 wordt de gebruiker medegedeeld dat hij het hoofdmenu opnieuw is binnengegaan, en in aankondiging Ά104 wordt een 5 algemene begroetingsaankondiging afgespeeld.
In venster A105 moet de gebruiker zijn keuze aangeven aan de elektronische oproepassistent, bij voorkeur via spraakinstructies.
De thans voorziene mogelijkheden zijn: LineLabelCurrentOtherLinelD A106, LineLabelOtherLinelD A108, Messages A110, Set Voice Mail A112, 10 Forward my calls A114, Turn Off Call Forwarding A116, Call A118, Call [name] A120, NameList A122, Settings A124, Turn Voice Mail on A126, Turn Voice Mail off A128, Turn Call Waiting off A130, [call] Customer Service A132, en Add a name A134. Toekomstige mogelijkheden kunnen zijn: Play messages from [line label] A136, en Forward calls to 15 [name] A13 8. Vanzelfsprekend kunnen verdere mogelijkheden op gelijksoortige wijze geïmplementeerd worden.
Elk van de mogelijkheden A106 tot en met A138 wordt door de gebruiker geselecteerd, en afhankelijk van de door de gebruiker gemaakte selectie stapt het programma naar een bijbehorend verder 20 proces.
In stap Al06 wordt vastgesteld dat de gebruiker ten onrechte verzocht heeft met zijn huidige oproepassistent te communiceren. Dit wordt gedetecteerd, en de gebruiker wordt van zijn fout op de hoogte gesteld, bijvoorbeeld door een aankondiging "I'm here" A107 van het 25 systeem.
Na stap Al07 keert het systeem terug naar het Main Menu via de aankondiging "Main Menu" Al03.
In stap Al08 stelt het systeem vast dat de gebruiker een wens te kennen heeft gegeven om naar een andere oproepassistent te worden 30 overgebracht. De gebruiker wordt dan verbonden met de andere oproepassistent die via module A12 als zodanig geïdentificeerd is.
Als de gebruiker heeft aangegeven dat hij de boodschappen afkomstig van de voice mail wenst te horen, stap A110, dan speelt het programma de opgenomen voicemail-boodschappen af, stap A14.
35 Programma's voor het afspelen van voicemail-boodschappen zijn deskundigen bekend.
Door het selecteren van Set Voice Mail, stap A112, zal het programma verdergaan met deelmodule A16, waarin de gebruiker verschillende soorten instellingen van een voicemail-bus mag 40 instellen. De gebruiker kan bijvoorbeeld het aantal malen specificeren dat de telefoon zal bellen (bijvoorbeeld 0-9) voordat i 0U528 15 een beller naar de voicemail-voorziening wordt doorgeschakeld. Als er niet wordt opgenomen, dan wordt de beller gevraagd een boodschap in de voicemail-bus achter te laten. Als de opgeroepen lijn bezet is of een mobiele telefoon niet bereikbaar is, dan wordt de beller 5 direct doorgeschakeld naar een voicemail-voorziening. Facultatief is de abonnee ook in staat in deze module een begroetingsboodschap te specificeren voor zijn voicemail-bus.
Via stap A126 gaat het programma ook verder met de deelmodule Set Voice Mail A16 en krijgt de gebruiker de gelegenheid de 10 voicemail-voorziening aan te zetten. Via stap A128 gaat het programma ook verder met module Set Voice Mail A16 en krijgt de gebruiker de gelegenheid de voicemail-voorziening uit te zetten.
De voorziening Call Forwarding A18 wordt binnengegaan wanneer de gebruiker stap A114 selecteert: Forward ray calls. Via stap A116 is 15 de gebruiker in staat de voorziening Call Forwarding uit te zetten.
Het uitzetten van de voorziening Call Forwarding wordt afgehandeld door de deelmodule A20.
Via stap A118 wordt de gebruiker direct verbonden met een telefoontoestel van een andere partij waarvan hij het telefoonnummer 20 aan zijn elektronische oproepassistent vertelt. Het programma gaat dan de deelmodule Name Dialing A22 binnen. De inhoud van dergelijke deelmodules Name Dialing is deskundigen bekend en zal hier niet nader worden uiteengezet.
Via stap A120 kan een gebruiker verbonden worden met het 25 telefoontoestel van een andere persoon waarvan hij de naam aan de elektronische oproepassistent vertelt.
Een gebruiker kan tevens verbonden worden met de klantenservice door zulks aan de elektronische oproepassistent aan te geven, stap Al32. Na stap Al32 gaat het programma binnen in de deelmodule Name 30 Dialing A22.
Wanneer de gebruiker de deelmodule NameList A26 tot en met stap A122 heeft ingevoerd, wordt de gebruiker voorzien van de mogelijkheid namen in het gemeenschappelijke address book 26 toe te voegen, te verwijderen of te veranderen (zie figuur 2) . Verder kan de gebruiker 35 het programma instrueren de volledige lijst van de adressen in het gemeenschappelijke address book 26 in de deelmodule NameList A26 weer te geven.
Nadat de gebruiker de keuze Settings, stap A124, geselecteerd heeft gaat het programma verder met deelmodule Settings A24, waarvan 40 de details worden uiteengezet met verwijzing naar figuren 6, 7 en 8.
,o ) 4528 16
Na de optie Settings, stap A124, geselecteerd te hebben gaat het programma in stap A240 de deelmodule Settings A24 binnen. In stap A241 wordt de gebruiker verzocht zijn selectie van de door hem gewenste instelling in te voeren.
5 Figuur 6 geeft een aantal mogelijke selectiekeuzen weer.
Opgemerkt zij dat tot een aantal van deze instellingen tevens direct toegang kan worden verkregen via het Main Menu in figuur 5.
De in figuur 6 weergegeven facultatieve instellingen zijn: Set VoiceMail A243, Call Forwarding A244, Turn Off Call Forwarding A245, 10 Set PIN A246, Set User Level A247, Set VoiceMail Playing Order A248,
Set VoiceMail Notification A249, Set VoiceMail Greeting A250, Set Start Function A251, Set VoiceMail Header Ά252, en Set Line Label A253. Al deze deelmodules hebben dezelfde uitgang A254. Afhankelijk van waarin is voorzien, zullen sommige van deze instellingen 15 lijnspecifiek zijn, d.w.z., hetzij opgeslagen in vakjes 22, 34 (figuur 2), hetzij als gedeelde instellingen in vakje 28 (figuur 2).
In deelmodule A246 kan de gebruiker zijn eigen PIN-code instellen die bijvoorbeeld vier cijfers omvat. Deze PIN-code is bij voorkeur altijd dezelfde voor iedere vorm van toegang tot het 20 platform voor elektronische oproepassistenten, hetzij via zijn mobiele telefoon, hetzij via zijn vaste telefoon, hetzij via iedere andere vorm van toegang. Gebruikers kunnen bij het inloggen specificeren of een PIN noodzakelijk is. In één uitvoeringsvorm is een PIN niet nodig om toegang te verkrijgen tot de mobiele telefoon 25 van de gebruiker. Deze mobiele telefoons zijn gewoonlijk uitgerust met een eigen PIN-code. Derhalve is geen extra PIN-code nodig. Bij het verkrijgen van toegang tot het platform van elektronische oproepassistenten vanuit een onbekend telefoontoestel, zal de PIN bij voorkeur altijd vereist zijn.
30 Wanneer een gebruiker deelmodule A247 is binnengegaan, dan kan hij het gebruiksniveau voor de gehele dienst instellen op het niveau "beginners11 of "gevorderden". Dit is alleen van invloed op de lengte van de gebruikte prompts. Het gebruiksniveau is bedoeld om specifiek te zijn voor een aantal modules (taken). Als de gebruiker een 35 bepaalde taak vaker dan een vooraf bepaald aantal malen (bijvoorbeeld tien keer) heeft uitgevoerd, dan kunnen de gebruikte prompts verkort worden (d.w.z., op het gevorderdenniveau worden ingesteld).
Via deelmodule A248 kan een gebruiker een voorkeur instellen voor de volgorde van af spelen van voicemail-boodschappen.
40 In deelmodule A249 kan de gebruiker aangeven of hij bij het binnengaan van het systeem wenst te worden gewaarschuwd voor nieuwe 0 145 28 17 boodschappen. Als de instelling "voicemail access notification" aanstaat, dan zullen gebruikers de boodschap onmiddellijk na het inloggen ontvangen. Als deze instelling uitstaat, dan zullen gebruikers deze boodschap pas ontvangen wanneer zij de boodschappen 5 gaan afluisteren.
In deelmodule A250 kan de gebruiker een persoonlijke voicemail-begroeting instellen.
Figuur 7 geeft een mogelijk stroomschema weer voor de deelmodule A250. Nadat het programma de deelmodule A250 in stap A2501 10 is binnengegaan, hoort de gebruiker een boodschap zoals "greeting for [line label] is now [play current greeting] . Do you like to change it?", stap A2502.
Als de gebruiker op deze vraag YES invoert, dan gaat het programma verder met deelmodule A2503, waarin de gebruiker verzocht 15 wordt de nieuwe gewenste begroeting in te voeren, hetgeen gebeurt op een in de stand der techniek bekende wijze, en gaat het programma verder met stap A2505. Als in stap A2502 het antwoord van de gebruiker NO is, dein gaat het programma verder met stap A2504. In deze stap hoort de gebruiker een aankondiging ter bevestiging 20 daarvan.
Na stap A2504 en na stap A2503 gaat het programma verder met stap A2505, waarin het systeem controleert of de abonnee al dan niet andere lijnen bezit. Als het antwoord YES is, dan gaat het programma verder met stap A2506, waarin de gebruiker gevraagd wordt of hij al 25 dam niet dezelfde begroeting ook op zijn andere lijn wenst te hebben.
Als het antwoord YES is, dan draagt de op dat moment actieve elektronische oproepassistent in stap A2507 de besturing over naar de elektronische oproepassistent die behoort bij de andere lijn, die dan de voicemail-begroeting voor de andere lijn kopieert. Als stap A2507 30 correct is uitgevoerd, dan wordt de gebruiker overeenkomstig geïnformeerd in stap A2508, en springt het programma naar de uitgang A2510.
Als het systeem in stap A2505 heeft vastgesteld dat er geen andere lijnen zijn, dan springt het programma direct naar de uitgang 35 A2510.
Als de gebruiker na stap A2506 heeft aangegeven dat hij niet dezelfde begroeting wenst voor zijn andere lijn, dan wordt de gebruiker medegedeeld dat een eventuele wijziging van de begroeting voor de andere lijn vervalt, stap A2509. Vervolgens gaat het 40 programma verder met stap A2510.
, j14528 18
De begroetingen voor elk van de lijnen kunnen worden opgeslagen in de verschillende lijnspecifieke opslaggeheugens 36 respectievelijk 38. Als alternatief is het echter ook mogelijk alle begroetingen op te slaan in de gemeenschappelijke database 40, en aldus toegang te 5 verschaffen tot deze begroetingen voor alle op dat moment geldende oproepassistenten, tezamen met autorisatieregels voor het gebruik en de mogelijkheden om ze te wijzigen.
In het stroomschema volgens figuur 7 kunnen de voicemail-begroetingen van alle verschillende telefoontoestellen van dezelfde 10 abonnee worden bijgewerkt met behulp van slechts één van de elektronische oproepassistenten. Met dat doel communiceert de gebruikte elektronische oproepassistent met de andere elektronische oproepassistenten voor het instellen van de voicemail-begroetingen van de desbetreffende verschillende telefoontoestellen.
15 Terugkerend naar figuur 6 kan de gebruiker nu in deelmodule A251 aangeven met welke functie hij steeds wenst te beginnen wanneer hij het platform voor elektronische oproepassistenten binnengaat, d.w.z., wat de instellingen zijn van de deelmodule Start Function A8 (zie figuur 3.1). Zoals reeds vermeld, is de standaardwaarde Main 20 Value (d.w.z., "Entrancen="Main Menu" voor module AIO).
In deelmodule A252 kan de gebruiker aangeven of hij wil dat de "time of delivery" in de header van een voicemail-bericht vaag is, zoals "yesterday morning", of meer precies, "April 4, 1.30 PM". De instelling van de aanhef van de voice mail is algemeen, d.w.z., 25 ingesteld in Settings 28, en niet lijnspecifiek.
In deelmodule A253 kan de gebruiker, zoals in figuur 8 uiteengezet, de assistent een vooraf bepaalde naam geven, waarmee de gebruiker die "line-assistant" uit het Main Menu van de andere "line-assistant" kan oproepen. Aldus heeft elke lijn een elektronische 30 oproepassistent met een afzonderlijke naam.
Nu keert de beschrijving terug naar figuur 5. Via stap A122 kan de gebruiker de deelmodule NameList A26 binnengaan. In deze deelmodule A26 controleert het systeem eerst of de namenlijst nog leeg is. Als deze nog leeg is, dan mag de gebruiker alleen een naam 35 aan de namenlijst toevoegen. Daarna controleert het systeem of de lijst vol is en zo ja, dan verzoekt het systeem de gebruiker een naam van de lijst te verwijderen voordat het hem is toegestaan een verdere naam toe te voegen. De gebruiker heeft een aantal mogelijkheden: een naam toevoegen, een naam verwijderen, een nummer veranderen of de 40 namenlijst controleren.
1 014528 19
Wanneer de gebruiker een naam wenst toe te voegen, dan wordt hem verzocht de naam te zeggen die hij aan de namenlijst wil toevoegen. Het systeem controleert dan of de naam te kort is of te zeer gelijkt op een andere naam in de lijst. Tenslotte wordt de 5 gebruiker verzocht de naam opnieuw uit te spreken totdat twee ingevingen voldoende op elkaar gelijken om ze aan de namenlijst toe te voegen. Vervolgens controleert het systeem of het het nummer reeds kent. Zo niet, dan wordt de gebruiker gevraagd het nummer in te voeren. De syntaxis wordt gecontroleerd en het systeem controleert 10 tevens of het nummer al dan niet reeds in de lijst staat met een andere naam. Zulks is toegestaan, doch de gebruiker wordt er wel op geattendeerd.
De gebruiker wordt gevraagd of hij al dan niet een naam van de lijst wenst te verwijderen. Zo ja, dan voert het systeem de 15 verwijdering uit.
De gebruiker mag ook een voor een naam opgenomen nummer veranderen. Het systeem controleert of dit een al dan niet geldig nummer is. Bovendien controleert het systeem of de gebruiker zijn oproepen naar deze naam heeft doorgezonden. Als de gebruiker zulks 20 heeft gedaan, dan zal het doorzendnummer eveneens veranderd worden.
Bovendien kan de gebruiker in deelmodule A26 aangeven of hij alleen de namen wil horen van de mensen in zijn namenlijst, of ook de nummers. Bij voorkeur kan de gebruiker door de namenlijst heen navigeren door "next" en "stop" te zeggen.
25 Via stap Al30 kan de gebruiker aan het platform voor elektronische oproepassistenten aangeven dat hij de voorziening "wachtende oproep" wenst uit te zetten. In een voorziening "wachtende oproep" kan de elektronische oproepassistent daaropvolgende bellers in de wacht zetten wanneer het opgeroepen telefoontoestel in gesprek 30 is, en de elektronische oproepassistent zal de gebruiker van het opgebelde telefoontoestel dan overeenkomstig verwittigen. Een dergelijke voorziening "wachtende oproepen" is als zodanig uit de stand der techniek bekend en behoeft hier geen gedetailleerde uiteenzetting.
35 Via stap A134, waarin de gebruiker bijvoorbeeld "add a name" zegt, schakelt het platform voor elektronische oproepassistenten direct over naar de deelmodule Name Add A30 (zie figuur 3.2) . In deze module kan de gebruiker direct een naam, d.w.z., een naam en een telefoonnummer, aan de gemeenschappelijke directory 26 toevoegen (zie 40 figuur 2).
1 0145 28 20
De optie van stap A136 verwijst naar het verzoek - aan de elektronische oproepassistent die behoort bij het telefoontoestel dat een gebruiker aan het bellen is - de elektronische oproepassistent van een andere lijn te verzoeken de inhoud van de voicemail-bus van 5 de andere lijn af te spelen.
In de optie van stap A138 krijgt de gebruiker de gelegenheid éen oproep naar een andere persoon te zenden door de elektronische oproepassistent de naam van die andere persoon te vertellen.
Figuren 9.1 en 9.2 verschaffen een stroomschema van de manier 10 waarop het systeem werkt met betrekking tot binnenkomende oproepen, d.w.z., bellers die trachten het telefoontoestel van een abonnee op het platform voor elektronische oproepassistenten te bereiken. In stap BO begint een beller, partij A genaamd, het nummer te kiezen van hetzij een vaste lijn hetzij een mobiele lijn van een partij B die 15 abonnee is.
In stap B2 wordt de oproep overgedragen naar het platform voor elektronische oproepassistenten, terwijl in stap B4 geëvalueerd wordt of het telefoonnummer van de gebelde partij al dan niet lid is van het platform voor elektronische oproepassistenten.
20 Als de gebelde lijn tot een telefoontoestel behoort dat lid is van het platform voor elektronische oproepassistenten, dan wordt gecontroleerd of de doorzendvoorziening van de gebelde telefoon al dan niet actief is, stap B6.
Als de doorzendvoorziening niet actief is, wordt gecontroleerd 25 of de voicemail-voorziening van het gebelde telefoontoestel actief is, stap B8. Als de voicemail-voorziening niet actief is, zal het gebelde telefoontoestel overgaan. Hierdoor wordt hetzij de verbinding tot stand gebracht, hetzij lijkt het telefoontoestel in gesprek te zijn, hetzij neemt de gebelde partij het bellende telefoontoestel 30 niet op.
Als in stap B8 vastgesteld wordt dat de voicemail-voorziening actief is, dan controleert het programma in stap B22 hoeveel malen het telefoontoestel moet bellen voordat het programma naar de voicemail-opnamevoorziening moet springen. In stap B24 gaat het 35 telefoontoestel het genoemde aantal malen (n) over voordat de oproep wordt overgedragen naar de voicemail-opnamevoorziening. Als n=0 is, dan wordt de oproep onverwijld aan de voicemail-opnamevoorziening gericht, en wordt stap B24 overgeslagen.
Als in stap B24 de telefoon beantwoord wordt, dan wordt de 40 verbinding tot stand gebracht en zal de voicemail-opnamevoorziening niet gebruikt worden.
1014528 21
Als de beller de voicemail-opnamevoorziening in stap B26 bereikt, dan wordt de voicemail-boodschap van de beller op een uit de stand der techniek bekende wijze opgenomen. Na stap B26 controleert het programma of de abonnee het systeem al dan niet heeft ingesteld 5 om van nieuwe voicemail-boodschappen verwittigd te worden. Zo ja, dan zal een melding "new mail" aan de abonnee worden gezonden, stap B30.
Terugkerend naar stap B6 geldt nu dat, als wordt vastgesteld dat de voorziening voor het doorschakelen van een oproep, bijvoorbeeld aan een partij C, actief is, dan springt het programma 10 naar stap B16.
In stap BI6 controleert het programma een vooraf bepaald opgenomen aantal malen bellen voor partij B voordat het systeem naar partij C moet overschakelen. In stap B18 voorziet het programma in het juiste aantal (n) keer overgaan van de bel het telefoontoestel 15 van partij B. Als dit telefoontoestel wordt opgenomen, dan wordt een verbinding tot stand gebracht. Als het telefoontoestel van partij B niet binnen n keer overgaan wordt opgenomen, dan wordt de bellende partij doorgeschakeld naar partij C, stap B19. Als n=0 is, dan slaat het programma stap BI8 over en schakelt de bellende partij direct 20 door naar partij C.
In stap B34 controleert het programma of de voicemail-voorziening van partij B al dan niet ingeschakeld is. Zo niet, dam gaat het programma verder met stap B40, waarin het telefoontoestel van partij C zal overgaan wanneer het niet in gesprek is. Als het 25 niet in gesprek is, dan kan de verbinding tot stand worden gebracht.
Als in stap B34 wordt vastgesteld dat de voicemail-voorziening van partij B is ingeschakeld, dan zal het programma in stap B36 het aantal (n) keren dat het telefoontoestel van partij C moet overgaan controleren voordat de voicemail-opnamevoorziening van partij B 30 actief wordt gemaakt. Na n keer overgaan gaat het programma verder met de deelmodule B26, waarin de voicemail-boodschap van de beller kan worden opgenomen. Als alternatief kan in stap B38 het telefoontoestel van partij C worden opgenomen en de verbinding tot stand worden gebracht.
35 Als in stap B36 wordt vastgesteld dat n=0 is, dan wordt de stap B38 overgeslagen en gaat het programma direct verder met deelmodule B26 om een voicemail-bericht van partij A (de beller) op te nemen.
' ' 45 28

Claims (2)

1. Telefooncentrale (1), ingericht voor het communiceren met een aantal van communicatie-eenheden (2, 3, 4, 5, 7), omvattende ten 5 minste één stel communicatie-eenheden die behoren bij één of meer abonnees, en voor het verschaffen van een platform voor elektronische oproepassistenten aan genoemd ten minste ene stel communicatie-eenheden, waarbij genoemd platform voor elektronische oproepassistenten ten minste een eerste elektronische oproepassistent 10 (12) omvat die behoort bij één abonnee en een tweede elektronische oproepassistent (14) die behoort bij genoemde ene abonnee, waarbij de eerste elektronische oproepassistent (12) toegang heeft tot een bepaalde eerste database (36), de tweede elektronische oproepassistent (14) toegang heeft tot een bepaalde tweede database 15 (38), waarin eerste (12) en tweede (14) elektronische oproepassistenten een gemeenschappelijke database (40) delen. 2. Telefooncentrale volgens conclusie 1, waarin genoemde eerste en tweede elektronische oproepassistenten (12, 14) van verschillende 20 namen voorzien zijn. 3. Telefooncentrale volgens conclusie 1 of 2, waarin genoemde gemeenschappelijke database (40) omvat ten minste een gemeenschappelijke voicemail-bus (24) en instellingen (28) die 25 betrekking hebben op genoemde gemeenschappelijke voicemail-bus (24). 4. Telefooncentrale volgens één der voorafgaande conclusies, waarin genoemde gemeenschappelijke database (40) omvat ten minste een gemeenschappelijk adresboek (26) en instellingen (28) die betrekking 30 hebben op genoemd gemeenschappelijk adresboek (26). 5. Telefooncentrale volgens één der voorafgaande conclusies, waarin genoemde gemeenschappelijke database (40) omvat gegevens omtrent ten minste één van de volgende groepen elementen: een 35 instelling met betrekking tot het gebruiksniveau, een PIN-code, en andere persoonlijke instellingen met betrekking tot genoemde ene abonnee en niet specifiek voor één van genoemde communicatie-eenheden. 1014528 6. Telefooncentrale volgens één der voorafgaande conclusies, waarin elk van genoemde communicatie-eenheden een afzonderlijke naam van de oproeplijn heeft, en elk van de elektronische oproepassistenten via de naam van zijn oproeplijn een vaste relatie 5 heeft met één van genoemde communicatie-eenheden. 7. Telefooncentrale volgens conclusie 6, waarin toegang tot genoemde eerste elektronische oproepassistent alleen is toegestaan via het gebruik van een eerste persoonlijke identificatiecode. 10 8. Telefooncentrale volgens conclusie 7 die is ingericht om toegang te verlenen tot genoemde eerste elektronische oproepassistent aan een gebruiker van een derde communicatie-eenheid (3, 5, 7) nadat genoemde gebruiker door middel van genoemde derde communicatie- 15 eenheid (3, 5, 7) zowel genoemde eerste persoonlijke identificatiecode als genoemde eerste naam van de oproeplijn heeft ingevoerd -. 9. Telefooncentrale volgens één der voorafgaande conslusies, 20 waarin de eerste (12) en tweede (14) elektronische oproepassistenten zijn ingericht voor het communiceren met elkaar. 10. Werkwijze voor het communiceren via een telefooncentrale (1) die is ingericht voor het communiceren met een aantal communicatie- 25 eenheden (2, 3, 4, 5, 7), omvattende ten minste één stel communicatie-eenheden die behoren bij één of meer abonnees, waarbij de werkwijze omvat: • het verschaffen van een platform voor elektronische oproepassistenten aan genoemd ten minste één stel communicatie- 30 eenheden, waarbij genoemd platform voor elektronische oproepassistenten omvat ten minste een eerste elektronische oproepassistent (12) die behoort bij één abonnee en een tweede elektronische oproepassistent (14) die behoort bij genoemde ene abonnee; 35. het verlenen aan genoemde eerste elektronische oproepassistent (12) van toegang tot een bepaalde eerste database (36); • het verlenen aan genoemde tweede elektronische oproepassistent (14) van toegang tot een bepaalde tweede database (38) ; • het verlenen aan de eerste (12) en tweede (14) elektronische 40 oproepassistenten van toegang tot een gedeelde gemeenschappelijke database (40) . 1 0 14528 Bijlage Verklarende teksten voor stroomschema’s Start Name Beginpunt van een stroomschema (verwijzing naar Dialing titel schema) . Dit kan er slechts één zijn. Ί Start Γ VnlrfiMnil Beginpunt van een stroomschema met een extra e «i " * procedureparameter (NewSetting). De eventuele Setting waarden van de parameter moeten in het schema (NewSetting) gegeven worden. ©Eindresultaat van een stroomschema (kan meer dan één zijn) . Eén niveau hoger in het stroomschemasysteem hebben deze eindresultaten nieuwe stroomschema'shebben deze eindresultaten nieuwe stroomschema's tot gevolg. ---- Pijl leidt tot volgende stap in de gebruikersinterface. O (Alleen maar een) aansluitpunt. - —~t Prompt (of aankondiging) . De gegeven tekst dient I.Csil / uitsluitend als titel; de precieze tekst moet Whom?ƒ nader gespecificeerd worden. Het getal (tezamen met de code van het stroomschema) wordt als PromptlD gebruikt. ^/‘CallbacicX. <T number —yes-*. Systeemcontrole. Dit zijn gewoonlijk een soort "if- \known?then"-beslissingen, gebaseerd op abonneegegevens N. v-·' of andere gegevens. ΠΟ
1 Herkenningsvenster dat wacht op gebruikersinvoer. Het getal verwijst naar de PromptlD die voorafgaat aan het herkenningsvenster. --1- Herkende gebruikersinvoer, hetzij via spraak [Name from hetzij DTMF-toetsen [DTMP = dual tone multiple- namelist] frequency] . De gegeven tekst wordt alleen als -titel gebruikt, het precieze aantal mogelijke rasen moet nader gespecificeerd worden. Yes/No/Stop-Device. Yes-No-vragen worden in alle stroomschema's verwerkt door een afzonderlijke f27yry— yes—— module, genaamd Yes/No/Stop-Device. (Het eindresultaat "stop" wordt niet aan het ΠΟ stroomschema teruggegeven aangezien dit een j universele betekenis heeft: "Terug naar _ _ MainMenu".) © Γ Opnamevenster dat tot een specifieke opname leidt. Vojc;MaF1 Het getal verwijst naar de PromptlD die voorafgaat Greeting aan het opnamevenster* (mobile) 1 0 1 4 5 2 8 n' > Connection Toestand van het systeem (zonder specifieke time-out). __Systeemhandelïng die voor de gebruiker doorzichtig is. Vindt gewoonlijk j.. . . . .. plaats wanneer verwezen wordt naar systeemvariabelen of wanneer deze l , ingesteld worden, of wanneer gebruikersgegevens gewijzigd worden. Setting]=on —--Dubbele pijl die leidt naar een standaard volgende stap in de gebruikersinterface. (Deze kunnen alleen getekend worden na -——herkenningsvensters. Standaardhandelingen worden gebruikt wanneer de gebruiker niets zegt.) NameAdd I- succes —Deelmodule. Opgeroepen procedure met verwijzing naar een deelstroomschema. De eindresultaten worden gegeven in de uitgangspijlen. fane * |1?1 "Herkennings”venster alleen voor DTMF. <Activate grammar\ Activering of inactivering van een (deel van een uitdrukking). <Cal!Destination>/ VOORBEELD VAN EEN HERKENNINGSVENSTER IN EEN STROOMSCHEMA [Name from * namelist] I Helpdesk I -* TopService 1 8 1 '* 5
2 S
NL1014528A 1999-12-29 2000-02-29 Elektronische oproepassistenten met gedeelde database. NL1014528C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
PCT/EP1999/010491 WO2001050720A1 (en) 1999-12-29 1999-12-29 Electronic call assistants with shared database
EP9910491 1999-12-29

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1014528A1 NL1014528A1 (nl) 2001-07-02
NL1014528C2 true NL1014528C2 (nl) 2003-01-14

Family

ID=8167555

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014528A NL1014528C2 (nl) 1999-12-29 2000-02-29 Elektronische oproepassistenten met gedeelde database.

Country Status (5)

Country Link
US (2) US7212619B1 (nl)
EP (1) EP1247392A1 (nl)
AU (1) AU2434600A (nl)
NL (1) NL1014528C2 (nl)
WO (1) WO2001050720A1 (nl)

Families Citing this family (32)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU2434600A (en) 1999-12-29 2001-07-16 Koninklijke Kpn N.V. Electronic call assistants with shared database
US6442243B1 (en) * 2000-04-25 2002-08-27 Sbc Technology Resources, Inc. Voice mail interface
US7787602B2 (en) * 2006-09-11 2010-08-31 At&T Intellectual Property I, Lp Methods and apparatus to provide a telephone system configuration interface
EP2337325B1 (en) * 2009-12-18 2014-07-30 BlackBerry Limited Accessing a data item stored in an unavailable mobile communication device
US9143910B2 (en) 2011-09-30 2015-09-22 Blackberry Limited Method and system for remote wipe through voice mail
US10592924B1 (en) 2014-06-05 2020-03-17 ProSports Technologies, LLC Managing third party interactions with venue communications
US9635506B1 (en) 2014-06-05 2017-04-25 ProSports Technologies, LLC Zone based wireless player communications
US9648452B1 (en) 2014-06-05 2017-05-09 ProSports Technologies, LLC Wireless communication driven by object tracking
US9742894B2 (en) 2014-08-25 2017-08-22 ProSports Technologies, LLC Disposable connectable wireless communication receiver
US9917939B1 (en) 2017-03-01 2018-03-13 Sorenson Ip Holdings, Llc Automatically delaying playback of a voice message at a captioning device
US10542142B2 (en) 2017-10-27 2020-01-21 Stacey Hengsterman Apparatus and method for accessing contact lists on an electronic device that is unavailable or unusable
US10782986B2 (en) 2018-04-20 2020-09-22 Facebook, Inc. Assisting users with personalized and contextual communication content
US11886473B2 (en) 2018-04-20 2024-01-30 Meta Platforms, Inc. Intent identification for agent matching by assistant systems
US10978056B1 (en) 2018-04-20 2021-04-13 Facebook, Inc. Grammaticality classification for natural language generation in assistant systems
US11715042B1 (en) 2018-04-20 2023-08-01 Meta Platforms Technologies, Llc Interpretability of deep reinforcement learning models in assistant systems
US11115410B1 (en) 2018-04-20 2021-09-07 Facebook, Inc. Secure authentication for assistant systems
US10896295B1 (en) 2018-08-21 2021-01-19 Facebook, Inc. Providing additional information for identified named-entities for assistant systems
US10949616B1 (en) 2018-08-21 2021-03-16 Facebook, Inc. Automatically detecting and storing entity information for assistant systems
US11442992B1 (en) 2019-06-28 2022-09-13 Meta Platforms Technologies, Llc Conversational reasoning with knowledge graph paths for assistant systems
US11657094B2 (en) 2019-06-28 2023-05-23 Meta Platforms Technologies, Llc Memory grounded conversational reasoning and question answering for assistant systems
US11567788B1 (en) 2019-10-18 2023-01-31 Meta Platforms, Inc. Generating proactive reminders for assistant systems
US11308284B2 (en) 2019-10-18 2022-04-19 Facebook Technologies, Llc. Smart cameras enabled by assistant systems
US11562744B1 (en) 2020-02-13 2023-01-24 Meta Platforms Technologies, Llc Stylizing text-to-speech (TTS) voice response for assistant systems
US11159767B1 (en) 2020-04-07 2021-10-26 Facebook Technologies, Llc Proactive in-call content recommendations for assistant systems
US11658835B2 (en) 2020-06-29 2023-05-23 Meta Platforms, Inc. Using a single request for multi-person calling in assistant systems
US11563706B2 (en) 2020-12-29 2023-01-24 Meta Platforms, Inc. Generating context-aware rendering of media contents for assistant systems
US11809480B1 (en) 2020-12-31 2023-11-07 Meta Platforms, Inc. Generating dynamic knowledge graph of media contents for assistant systems
US11861315B2 (en) 2021-04-21 2024-01-02 Meta Platforms, Inc. Continuous learning for natural-language understanding models for assistant systems
US12118790B2 (en) 2021-04-21 2024-10-15 Meta Platforms, Inc. Auto-capture of interesting moments by assistant systems
US12045568B1 (en) 2021-11-12 2024-07-23 Meta Platforms, Inc. Span pointer networks for non-autoregressive task-oriented semantic parsing for assistant systems
US11983329B1 (en) 2022-12-05 2024-05-14 Meta Platforms, Inc. Detecting head gestures using inertial measurement unit signals
US12112001B1 (en) 2023-03-14 2024-10-08 Meta Platforms, Inc. Preventing false activations based on don/doff detection for assistant systems

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0565850A1 (en) * 1992-03-27 1993-10-20 International Business Machines Corporation Integrated messaging system
EP0569164A2 (en) * 1992-04-23 1993-11-10 Boston Technology Inc. Automated telephone attendant
US5652789A (en) * 1994-09-30 1997-07-29 Wildfire Communications, Inc. Network based knowledgeable assistant
US5724409A (en) * 1994-06-30 1998-03-03 Bellsouth Corporation Speed forwarding system for personal number communications system
WO1998053586A1 (en) * 1997-05-23 1998-11-26 Hotas Holdings Ltd. Phonebook
EP0942574A1 (en) * 1998-03-09 1999-09-15 Koninklijke KPN N.V. Electronic call assistant

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5740231A (en) * 1994-09-16 1998-04-14 Octel Communications Corporation Network-based multimedia communications and directory system and method of operation
US5742905A (en) * 1994-09-19 1998-04-21 Bell Communications Research, Inc. Personal communications internetworking
US5901214A (en) * 1996-06-10 1999-05-04 Murex Securities, Ltd. One number intelligent call processing system
US6745244B1 (en) * 1999-03-03 2004-06-01 Nortel Networks, Ltd. Method and system for integrated wireline and wireless services in a switching system
US6745177B2 (en) * 1999-04-09 2004-06-01 Metro One Telecommunications, Inc. Method and system for retrieving data from multiple data sources using a search routing database
AU2434600A (en) 1999-12-29 2001-07-16 Koninklijke Kpn N.V. Electronic call assistants with shared database

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0565850A1 (en) * 1992-03-27 1993-10-20 International Business Machines Corporation Integrated messaging system
EP0569164A2 (en) * 1992-04-23 1993-11-10 Boston Technology Inc. Automated telephone attendant
US5724409A (en) * 1994-06-30 1998-03-03 Bellsouth Corporation Speed forwarding system for personal number communications system
US5652789A (en) * 1994-09-30 1997-07-29 Wildfire Communications, Inc. Network based knowledgeable assistant
WO1998053586A1 (en) * 1997-05-23 1998-11-26 Hotas Holdings Ltd. Phonebook
EP0942574A1 (en) * 1998-03-09 1999-09-15 Koninklijke KPN N.V. Electronic call assistant

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
"THE ELECTRONIC RECEPTIONIST. A KNOWLEDGE-BASED APPROACH TO PERSONAL COMMUNICATIONS", BELLCORE EXCHANGE,US,BELLCORE, LIVINGSTON, NJ, 1 January 1994 (1994-01-01), pages 1 - 8, XP000197946, ISSN: 1040-2020 *

Also Published As

Publication number Publication date
US20070165824A1 (en) 2007-07-19
WO2001050720A1 (en) 2001-07-12
NL1014528A1 (nl) 2001-07-02
US8027451B2 (en) 2011-09-27
US7212619B1 (en) 2007-05-01
AU2434600A (en) 2001-07-16
EP1247392A1 (en) 2002-10-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1014528C2 (nl) Elektronische oproepassistenten met gedeelde database.
US5434906A (en) Method and apparatus for processing an incoming call in a communication system
US7492884B2 (en) Call screening apparatus and method
JP5460577B2 (ja) 電話コールを管理するための方法及び装置
EP0837611B1 (en) Method for called party control of telecommunications network services
CA2022265C (en) Call message delivery system and method utilizing caller-selected system annoucements
US6795530B1 (en) System and method for customized telephone greeting annoucements
US5619556A (en) Automated telecommunication peripheral system
US6505163B1 (en) Network and method for providing an automatic recall telecommunications service with automatic speech recognition capability
US6535596B1 (en) Call processing system utilizing subscriber services and preferences
EP2526662B1 (en) Provisioning interfaces for accessing virtual private branch exchange services through a mobile device
EP0531048A2 (en) A system for providing personalized telephone calling features
US5909487A (en) Automatic call generator within a telecommunications system
US7603108B2 (en) Automatic connection and access controls for communications devices
JPH0654069A (ja) 自動アテンダントシステム
RU2420011C2 (ru) Способ и система предоставления сигнала ожидания ответа в качестве подарка, платформа предоставляющей стороны и платформа пользовательского сигнала ожидания ответа
US20100119045A1 (en) Systems and methods for providing voicemail services including caller identification
CA2106057A1 (en) Automatic telephone system with function for multiple out-dialed calls per caller
US6891942B1 (en) Method and system for using caller preferences to direct special call handling
CN102045458B (zh) 基于智能网的呼叫控制方法和装置
EP1692852A1 (en) Communications system with direct access mailbox
US7881442B2 (en) Call announcement service
JPH09200342A (ja) 被呼者メールボックス・サービス
US5854837A (en) Method and system for providing interactive data exchange between an interactive platform and a caller
US6778640B1 (en) Network and method for providing a user interface for a simultaneous ring telecommunications service with automatic speech recognition capability

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20021113

PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100901