NL1014478C2 - Interieur voor een matras. - Google Patents

Description

Interieur voor een matras

De uitvinding betreft een interieur voor een matras, omvattende dwars op de langsrichting van het interieur geplaatste, volgens tenminste twee reeksen onderling 5 verbonden rijen veren, welke veren onderling evenwijdig dwars op het door de reeksen bepaalde vlak lopen, waarbij tenminste een reeks rijen veren bezit die een veerstijfheid hebben die verschilt van de veerstijfheid der veren van de andere reeks rijen.

Dergelijke interieurs zijn algemeen bekend. Door middel van de rijen veren met verschillende stijfheden kan een zonering worden verkregen, die het comfort van de 10 matras beoogt te verbeteren. Gewoonlijk worden tenminste drie zones toegepast, waarvan de middelste zone veren met een grotere stijfheid bezit. Deze middelste zone bevindt zich ter hoogte van het relatief zware deel van het lichaam. De indrukking van de middenzone van de matras is dankzij deze stijvere veren niet al te groot in vergelijking met de indrukking ter plaatse van de eindzones van de matras, waardoor 15 het comfort kan worden vergroot. De heupen worden enigszins steviger ondersteund dan bijvoorbeeld de schouders, die dieper kunnen wegzakken.

Hoewel een dergelijke zonering een comfortverbetering oplevert, moet wel rekening gehouden worden met de vrij abrupte overgangen tussen de verschillende zones. De stijfheidverschillen die ter plaatse van die overgangen optreden, doen 20 afbreuk aan het comfort, en kunnen tot rugpijn leiden. Om die reden wordt dan ook een drukverdeler toegepast in de vorm van een laag watten, paardenhaar, vilt, jute, kokosvezel en dergelijke waarmee die stijfheidsverschillen moeten worden vereffend.

Deze drukverdelers zijn echter vaak niet afdoende. Bovendien werken zij kostenverhogend, en beperken zij de verstelbaarheid van de matras. Dit nadeel doet 25 zich vooral voor bij toepassing van de matras in combinatie met een verstelbare matrasdrager.

Als alternatief is voorgesteld om de overgangen vloeiender te maken door toepassing van veren met een stijfheid liggend tussen die van de veren van de beide aangrenzende zones. Dat leidt echter tot complicaties bij de productie, en ook tot 30 hogere kosten. Om die redenen wordt dit alternatief liever niet toegepast.

Doel van de uitvinding is daarom een interieur voor een matras te verschaffen waarbij een geleidelijk overgang tussen de zones met verschillende stijfheid kan worden verkregen zonder aanvullende onderdelen of kostenverhogingen. Dat doel 1 01 4478 < 2 wordt bereikt doordat ter plaatse van de overgang tussen de tenminste twee reeksen zich tenminste drie opeenvolgende rijen bevinden waarvan de middelste rij veren bezit met een veerstijfheid die verschilt van de veerstijfheid der veren van de aangrenzende rijen.

5 Bij het interieur volgens de uitvinding wordt een geleidelijke overgang tussen de zones verkregen doordat een rij veerelementen met een bepaalde stijfheid is opgenomen tussen twee rijen veerelementen met een andere stijfheid. Deze combinatie van drie opeenvolgende rijen veerelementen met ongelijke stijfheden levert in zijn totaliteit een overgangsgebied op met een bij benadering gemiddelde stijfheid. Deze 10 gemiddelde stijfheid is echter verkregen zonder gebruik te maken van een derde type veren met een veerstijfheid liggend tussen die van de veren uit de twee zones.

Voordeel is ook dat de opbouw van het interieur nauwelijks verandert, en dat de gewenste opeenvolging van de rijen veren goed op een automaat kan worden geprogrammeerd. Het interieur volgens de uitvinding heeft een overgangsgebied dat 15 een geleidelijke overgang verschaft tussen twee zones van ongelijk stijfheid, zonder dat daarmee meerkosten zijn gemoeid. Zelfs kan er sprake zijn van kostenbesparing omdat de drukverdeler dunner kan zijn, of zelfs geheel kan worden weggelaten.

Volgens een eerste mogelijke variant kunnen ter plaatse van de overgang tussen de tenminste twee reeksen zich tenminste vier opeenvolgende rijen bevinden, waarbij 20 elk van deze rijen veren heeft met een veerstijfheid die verschilt van de veerstijfheid van de veren van een aangrenzende rij. Het overgangsgebied bestaat dan feitelijk uit de vier opeenvolgende rijen veerelement, welke rijen afwisselend een andere stijfheid bezitten.

Indien gewenst, kan een groter overgangsgebied worden gevormd indien ter 25 plaatse van de overgang tussen de tenminste twee reeksen zich zes opeenvolgende rijen bevinden, en elk van deze rijen veren met een veerstijfheid heeft, die verschilt van de veerstijfheid van de veren uit een aangrenzende rij.

Zoals reeds genoemd kan het interieur drie zones omvatten uit elk een reeks rijen met een bepaalde veerstijfheid. De twee daarin voorkomende overgangen kunnen elk 30 zijn uitgevoerd met een overgangsgebied zoals hiervoor beschreven. Natuurlijk kunnen ook meerdan drie zones worden toegepast, met de gewenste overgangen ertussen.

De rijen veren kunnen op verschillende bekende manieren zijn samengesteld. Dat kan bijvoorbeeld met krammen voor het onderling verbinden van de veren of met 10144^8' 3 behulp van spiraalveren. Bij voorkeur omvat elke rij echter een baan soepel materiaal die is verdeeld in kamers, in welke kamers telkens een veer is opgenomen.

De uitvinding betreft tevens een matras uit een soepele materiaal, zoals schuimmateriaal, alsmede een overtrek. Aangezien de overgangen tussen de zones een 5 geleidelijk verlopende stijfheid bezitten, is het niet meer noodzakelijk een drukverdeler aan te brengen, zodanig dat de overtrek door middel van een het comfort verhogende laag, zoals schuimlaag, op het interieur aansluit. Een dergelijke schuimlaag is relatief zacht, en is niet in de eerste plaats bedoeld als een drukverdeler.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de 10 figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Fig. 1 toont een bovenaanzicht van een interieur volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een doorsnede door een rij veerelementen van fig. 1.

Het in fig. 1 weergegeven interieur voor een matras is opgebouwd uit een drietal reeksen 3,4, die elk bestaan uit rijen 1,2 van onderling verbonden veren 12. Zoals 15 weergegeven in fig. 2 zijn de veren 12 elk opgenomen in een kamer 14 die gevormd wordt door een continu doorgaand soepel omhulsel 13. Dit soepele omhulsel 13 is door middel van verbindingen 15 verdeeld in de aparte kamers 14.

Zoals schematisch weergegeven in fig. 2 bezitten de veren 12 van de middelste reeks 4 een grotere veerstijfheid dan de veren 12 van de buitenste reeksen 3. Daardoor 20 veroorzaakt het relatief zware gedeelte van het menselijk lichaam ter plaatse van de heupen een niet al te grote indrukking in het interieur. De schouders daarentegen worden ondersteund door relatief soepele veren, zodat op die plaats de indrukking groter kan zijn, hetgeen het comfort ten goede komt.

Wel is de overgang van de reeksen 3,4 in de bestaande matrassen nadrukkelijk 25 voelbaar, hetgeen afbreuk doet aan het comfort. Volgens de uitvinding is dat nadeel weggenomen door de overgang tussen de reeksen 3,4 meer geleidelijk te maken. Daartoe is een rij 10 met relatief soepele veren opgenomen tussen twee rijen 9,11 met relatief stijve veren. Op zijn beurt is ook de rij 9 met relatief stijve veren opgenomen tussen twee rijen 8,10 met relatief soepele veren.

30 Op die manier wordt een overgangsgebied gecreëerd bestaande uit de vier rijen 8, 9,10,11 met telkens afwisselende stijfheden, met als gevolg dat de verschillen in stijfheid tussen de reeksen 3, 4 vloeiend in elkaar overgaan.

101 4478 < 4 «

Voordeel van de uitvinding is verder dat deze vloeiende overgang verkregen is zonder extra constructie-elementen, of zonder veren met een andere stijfheid. Het voordeel is verder dat de vervaardiging van het interieur normaal kan blijven plaatsvinden op de daartoe reeds beschikbare assemblagemachines. Deze kunnen nu zo 5 worden geprogrammeerd dat de betreffende rijen 9,10 verwisseld worden in vergelijking met de vroegere uitvoering van het interieur.

Hoewel het interieur volgens fig. 1 is opgebouwd uit veren 12 die zijn opgenomen in het soepele omhulsel 13, is de uitvinding daartoe niet beperkt. De veren kunnen ook aan elkaar bevestigd zijn door middel van krammen of dergelijke. Ieder 10 interieur waarin rijen veren tot reeksen zijn samengevoegd, valt binnen de omvang van de uitvinding.

.101 447 fi 1

Claims (10)

1. Interieur voor een matras, omvattende dwars op de langsrichting van het interieur geplaatste, volgens tenminste twee reeksen (3,4) onderling verbonden rijen (1,2) veren 5 (5, 6), welke veren (5, 6) onderling evenwijdig dwars op het door de reeksen (3, 4) bepaalde vlak lopen, waarbij tenminste een reeks (3) veren (5) bezit die een veerstijfheid hebben die verschilt van de veerstijfheid der veren (6) van een andere reeks (4), met het kenmerk dat ter plaatse van de overgang (7) tussen de tenminste twee reeksen (3, 4) zich tenminste drie opeenvolgende rijen (8-10) bevinden, waarvan de 10 middelste rij (9) veren (6) bezit met een veerstijfheid die verschilt van de veerstijfheid der veren (5) van de aangrenzende rijen (8,10).

2. Interieur volgens conclusie 1, waarbij ter plaatse van de overgang (7) tussen de tenminste twee reeksen (3, 4) zich tenminste vier opeenvolgende rijen (8 - 11) 15 bevinden, en elk van deze rijen (8-11) veren (5, 6) met een veerstijfheid heeft die verschilt van de veerstijfheid van de veren (5,6) van een aangrenzende rij (8-11).

3. Interieur volgens conclusie 1 of 2, waarbij ter plaatse van de overgang tussen de tenminste twee reeksen zich zes opeenvolgende rijen bevinden, en elk van deze rijen 20 veren met een veerstijfheid heeft die verschilt van de veerstijfheid van de veren van een aangrenzende rij.

4. Interieur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elke reeks (3, 4) rijen (1, 2) met veren (5, 6) met gelijke veerstijfheid, ten minste drie aaneengesloten 25 rijen (1, 2) omvat.

5. Interieur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij drie reeksen (3, 4) rijen (1, 2) zijn voorzien, en de middelste reeks (4) veren (6) bezit met een veerstijfheid hoger dan de veerstijfheid van de veren (5) van de buitenste reeksen (3). 30

6. Interieur volgens conclusie 5, waarbij de veerstijfheid van de veren (5) van de ene buitenste reeks (3) gelijk is aan de veerstijfheid van de veren (5) van de andere buitenste reeks (3). 1014478^ 4

7. Interieur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de veren (5, 6) tonvormig zijn.

8. Interieur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elke rij (1, 2) een baan soepel materiaal (13) omvat die is verdeeld in kamers (14), en elke kamer een veer (5, 6. bevat.

9. Matras, voorzien van een interieur volgens een der voorgaande conclusies, 10 randbekledingen uit een soepel materiaal, zoals schuimmateriaal, alsmede een overtrek.

10. Matras volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de overtrek door middel van een het comfort verhogende laag, zoals schuimlaag, op het interieur aansluit. 101 44 7 fl*