NL1014334C2

NL1014334C2 - Bureaustoel en inrichting voor het bedienen van een computer.

Info

Publication number: NL1014334C2
Application number: NL1014334A
Authority: NL
Inventors: Eric Jozef Johannes Veerman
Original assignee: Eric Jozef Johannes Veerman
Priority date: 2000-02-09
Filing date: 2000-02-09
Publication date: 2001-08-13

Description

i ft

BUREAUSTOEL EN INRICHTING VOOR HET BEDIENEN VAN EEN 5 COMPUTER

De uitvinding heeft betrekking op een bureaustoel voor gebruik door een persoon bij het bedienen van een computer, omvattende een zitting waarop de persoon kan 10 zitten, en een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende armleuning waarop een arm van de persoon althans gedeeltelijk kan rusten.

Een dergelijke bureaustoel is algemeen bekend. Bij de 15 bekende bureaustoel neemt de persoon plaats op de bureaustoel achter een bureau met daarop een computer.

De armen van de persoon kunnen daarbij rusten op twee armleuningen welke zich aan beide zijkanten van de zitting bevinden, ongeveer ter hoogte van de bovenkant 20 van de benen van de persoon. Indien de persoon de computer wil bedienen, bijvoorbeeld door middel van een muis, verheft hij zijn arm, en laat zijn onderarm op het bureaublad rusten welke zich op grotere hoogte bevindt dan de armleuning en beweegt de muis over het 25 bureaublad, of over een zich daarop bevindende muismat. Indien tekst moet worden ingevoerd in de computer, beweegt de persoon beide handen naar een zich op het bureaublad bevindend toetsenbord om de gewenste invoer in te typen.

30

In de praktijk is gebleken, dat bij een dergelijke werkwijze, indien deze door de persoon langdurig wordt uitgevoerd, ernstige blessures aan de arm kunnen ontstaan. Deze blessures staan ook wel bekend onder de 35 naam "RSI" of "muisarm". Met name het op deze wijze langdurig bedienen van de muis is een belangrijke oorzaak hiervan.

1014334 2

Doel van de uitvinding is een bureaustoel welke het ontstaan van genoemde blessures vermindert, en waarin een persoon op comfortabele wijze een computer kan bedienen. Voorts beoogt de uitvinding een eenvoudige en 5 efficiënte wijze om dit doel te realiseren.

Daartoe omvat de armleuning volgens de uitvinding een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkend werkoppervlak waarover de persoon met zijn hand een muis kan bewegen 10 voor het bedienen van de computer. Dit werkoppervlak, welke bijvoorbeeld de bovenzijde van een met de armleuning verbonden werkblad kan zijn, wordt daarbij bij voorkeur lager dan het bureaublad, dichtbij de bovenzijde van de bovenbenen van de zittende persoon 15 geplaatst. Gebleken is dat deze werkhouding, waarbij de hand van de persoon zich vlak boven het corresponderende bovenbeen bevindt, een zeer natuurlijke houding is voor een zittend persoon, en dat het werken in deze houding comfortabel is en minder blessures veroorzaakt.

20

Bij voorkeur omvat het werkoppervlak een rechthoekig oppervlak van ten minste 10 bij 15 cm, om voldoende werkoppervlak te hebben voor het bewegen van de muis.

25 Het werkoppervlak is bij voorkeur naar keuze van de persoon uitbreidbaar middels een additioneel werkoppervlak. Daarbij heeft het totale werkoppervlak bij voorkeur een zodanige afmeting dat daarop (tevens) een toetsenbord geplaatst kan worden. Op deze wijze 30 hoeft de persoon zijn armen niet meer naar het bureaublad te verheffen om tekst in de computer in te voeren. Het werkoppervlak is daarbij bij voorkeur in hoofdzaak cirkelvormig, en bovendien is daarbij het additionele werkoppervlak bij voorkeur horizontaal 35 roteerbaar met het werkoppervlak verbonden, zodat de persoon de stand van het werkoppervlak naar wens kan instellen en kan wegdraaien om te staan.

1014334 3

Eveneens voor een optimale instelbaarheid door de persoon is de armleuning bij voorkeur horizontaal roteerbaar bevestigd aan een verticale as, is bij voorkeur de verticale afstand tussen de armleuning en de 5 zitting instelbaar, is bij voorkeur de horizontale afstand van het middelpunt van de zitting tot de armleuning instelbaar, en is eveneens bij voorkeur de horizontale afstand van de achterzijde van de zitting tot de armleuning instelbaar.

10

Om een goede werkhouding te bewerkstelligen strekt de as waaraan de armleuning is bevestigd zich bij voorkeur verticaal uit nabij het midden van een zijkant van de zitting, strekt de as zich bij voorkeur verticaal uit 15 onder de armleuning, is de armleuning bij voorkeur aan de as bevestigd nabij het midden van de lengte van de armleuning, en bij voorkeur nabij de buitenste zijde van de breedte van de armleuning. Onder de woorden "nabij het midden van" moet verstaan worden "vanaf/aan het 20 middelste eenderde-deel van", terwijl met "de buitenste zijde" geïnterpreteerd moet worden als "het buitenste eenderde-deel".

Bij voorkeur omvat de armleuning een kussen voor het 25 comfort van de persoon, waarbij bij voorkeur het bovenste oppervlak van het kussen nabij de achterzijde van de armleuning, waar de persoon zijn elleboog kan plaatsen, hoger is gelegen dan nabij de voorzijde, waar het werkoppervlak zich bevindt.

30

Bijzonder bruikbaar bij de uitvinding is een verwisselbare muismat die speciaal is ingericht om het werkoppervlak te bedekken.

35 De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor gebruik door een persoon bij het bedienen van een computer, omvattende een armleuning en een Ï014334 4 werkoppervlak, waarbij de inrichting aan een bureaustoel bevestigd kan worden, zodanig dat de armleuning en het werkoppervlak zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekken, en zodat de arm van de persoon althans gedeeltelijk op 5 de armleuning kan rusten en de persoon met zijn hand een muis over het werkoppervlak kan bewegen voor het bedienen van een computer.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand 10 van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, waarbij:

Figuur 1 een achteraanzicht toont van een bureaustoel; 15 Figuur 2 een zijaanzicht toont van de bureaustoel van figuur 1;

Figuur 3 een bovenaanzicht toont van de bureaustoel van figuur 1; 20

Figuur 4 een bovenaanzicht toont van een additioneel werkblad; en

Figuur 5 een achteraanzicht toont van het werkblad van 25 figuur 4.

Volgens figuren 1, 2 en 3 is aan een bureaustoel 1 een inrichting 2 voor gebruik door een persoon bij het bedienen van een computer bevestigd. De bureaustoel 1 30 kan een willekeurige bureaustoel zijn, die wordt geleverd zonder armleuningen, en omvat een zitting 3, een rugleuning 4 en een verrijdbaar onderstel 5 met een middenpoot 6. De inrichting 2 omvat een horizontaal buisdeel 7 dat middels een klemverbinding 8 aan de 35 middenpoot 6 van de bureaustoel 1 is bevestigd. Het buisdeel 7 kan ten opzichte van de zitting 3 geroteerd worden rond de middenpoot 6. De klemverbinding 8 is 1014334 5 zodanig uitgevoerd dat de inrichting 2 op middenpoten 6 met verschillende diameters, en derhalve op verschillende soorten bureaustoelen 1 kan worden gemonteerd.

5

Het buisdeel 7 is uitschuifbaar in een bochtbuisdeel 9 bevestigd. In bochtbuisdeel 9 is uitschuifbaar een verticaal buisdeel of as 10 bevestigd. De onderdelen 7, 9, 10 kunnen middels schroefknoppen 11, 12 en 13 10 gefixeerd worden.

Op het verticale buisdeel 10 is een armleuning 14 bevestigd, waarbij de armleuning 14 roteerbaar is rond de verticale as door buisdeel 10. Om de armleuning 14 te 15 kunnen roteren is enige kracht nodig, zodat de armleuning 14 tijdens het werken niet onbedoeld beweegt. Armleuning 14 omvat een in hoofdzaak langwerpig plankdeel 15 welke als ondersteuning voor de arm van de persoon dient. Op het plankdeel 15 is losneembaar een 20 kussen 16 bevestigd, welke aan de achterzijde hoger is dan aan de voorzijde voor een optimale ondersteuning van de arm tijdens het werken. De armleuning 14 omvat voorts een cirkelvormig werkblad 17, welke met de voorzijde van het plankdeel 15 is verbonden. Werkblad 17 heeft een 25 bovenste werkoppervlak 18, dat voldoende groot is om met een muis een computer te kunnen bedienen. Rond het plankdeel 15 en het werkblad 17 is een opstaande rand 18, 19 aangebracht. Het kussen 16 past tussen de opstaande rand 18 van het plankdeel 15, terwijl tussen 30 de opstaande rand 19 van het werkblad 17 een muismat kan worden gelegd.

Volgens figuren 4 en 5 omvat een additioneel werkblad 20 met een additioneel werkoppervlak 21 een gefreesde gleuf 35 22 welke over de opstaande rand 19 van het werkblad 17 past. Tevens omvat het additionele werkblad 20 een centrale pen 23, welke voorzien kan zijn van 1014339 6 schroefdraad. Het additionele werkblad 20 kan op het werkblad 17 worden aangebracht, waartoe het werkblad 17 is voorzien van een centraal gat (niet getoond). Eventueel wordt het additionele werkblad 20 gezekerd met 5 een schroef die aan de onderkant van het werkblad 17 op de pen 23 wordt geschroefd. Door de cirkelvormige opstaande rand 19 en gleuf 22 kan het additionele werkblad 20 geroteerd worden ten opzichte van de armleuning 14 voor een optimale werkhouding. Op het 10 werkoppervlak 21 is een strook klittenband 24 aangebracht, voor het losneembaar bevestigen van een toetsenbord op het additionele werkblad 20. Optioneel kan het additionele werkblad 20 rusten op een kussen dat op de schoot van de persoon ligt.

1014334

Claims

1. Bureaustoel voor gebruik door een persoon bij het bedienen van een computer, omvattende een zitting 5 waarop de persoon kan zitten, en een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende armleuning waarop een arm van de persoon althans gedeeltelijk kan rusten, met het kenmerk, dat de armleuning een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkend 10 werkoppervlak omvat waarover de persoon met zijn hand een muis kan bewegen voor het bedienen van de computer.

2. Bureaustoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat het werkoppervlak een rechthoekig oppervlak van ten minste 10 bij 15 cm omvat.

3. Bureaustoel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het werkoppervlak in hoofdzaak 20 cirkelvormig is.

4. Bureaustoel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het totale werkoppervlak een zodanige afmeting heeft dat daarop een toetsenbord geplaatst kan worden. 35

4. Bureaustoel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het werkoppervlak naar keuze van de persoon uitbreidbaar is middels 25 een additioneel werkoppervlak.

5. Bureaustoel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de armleuning 1014334 horizontaal roteerbaar is bevestigd aan een verticale as.

5. Bureaustoel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het additionele werkoppervlak horizontaal roteerbaar met het werkoppervlak is verbonden. 30

6. Bureaustoel volgens conclusie 5, met het kenmerk, 5 dat de as zich verticaal uitstrekt nabij het midden van een zijkant van de zitting.

7. Bureaustoel volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de as zich verticaal uitstrekt onder 10 de armleuning.

8. Bureaustoel volgens een van de voorgaande conclusies 5-7, met het kenmerk, dat de armleuning aan de as is bevestigd nabij het midden 15 van de lengte van de armleuning.

9. Bureaustoel volgens een van de voorgaande conclusies 5-8, met het kenmerk, dat de armleuning aan de as is bevestigd nabij de 20 buitenste zijde van de breedte van de armleuning.

10. Bureaustoel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verticale afstand tussen de armleuning en de zitting 25 instelbaar is.

11. Bureaustoel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de horizontale afstand van het middelpunt van de zitting tot de 30 armleuning instelbaar is.

12. Bureaustoel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de horizontale afstand van de achterzijde van de zitting tot de 35 armleuning instelbaar is.

13. Bureaustoel volgens een van de voorgaande 101433# conclusies, met het kenmerk, dat de armleuning een kussen omvat.

14. Bureaustoel volgens conclusie 13, met het kenmerk, 5 dat het bovenste oppervlak van het kussen nabij de achterzijde van de armleuning, waar de persoon zijn elleboog kan plaatsen, hoger is gelegen dan nabij de voorzijde, waar het werkoppervlak zich bevindt.

15. Bureaustoel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het werkoppervlak kan worden bedekt door een verwisselbare muismat.

16. Inrichting voor gebruik door een persoon bij het 15 bedienen van een computer, omvattende een armleuning en een werkoppervlak, waarbij de inrichting aan een bureaustoel bevestigd kan worden, zodanig dat de armleuning en het werkoppervlak zich in hoofdzaak horizontaal 20 uitstrekken, en zodat de arm van de persoon althans gedeeltelijk op de armleuning kan rusten en de persoon met zijn hand een muis over het werkoppervlak kan bewegen voor het bedienen van een computer. 1014334