NL1013977C1 - Werkwijze en inrichting voor het verkleinen van een product, in het bijzonder een vleesproduct. - Google Patents

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VERKLEINEN VAN EEN PRODUCT, IN HET BIJZONDER EEN VLEESPRODUCT

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verkleinen van een product, in het bijzonder een vleesproduct, omvattende de stappen van: - het afsnijden van een deel van een gegaarde 5 homp van het product, - het gedurende enige tijd laten rusten van het afgesneden deel, en - het vervolgens verkleinen van het afgesneden deel.

10 Een dergelijke werkwijze is bekend, en wordt bijvoorbeeld toegepast bij het bereiden van vleessnacks, zoals een broodje shoarma. Daarbij wordt in het algemeen met een normaal keukenmes een gewenste hoeveelheid afgesneden van een homp shoarmavlees die op een spies rond-15 draait in een oven of grill, en wordt deze afgesneden hoeveelheid, nadat deze enige tijd gelegen of gerust heeft, met hetzelfde of een overeenkomstig mes verder verkleind.

De bekende werkwijze heeft het nadeel dat deze 20 relatief arbeidsintensief en tijdrovend is, doordat zowel het afsnijden als het verder verkleinen handmatig uitgevoerd worden. Dit leidt vaak tot relatief lange wachttijden voor de consumenten, te meer daar de verkoop en consumptie van snacks als shoarma in het algemeen niet 25 gelijkmatig over de dag verdeeld plaats heeft, maar daarentegen grote pieken vertoont, met name aan het eind van de avond, wanneer uitgaansgelegenheden sluiten. Om in deze piekuren voldoende snel shoarma te kunnen serveren dient een shoarmazaak dus over relatief veel personeel te 3 0 beschikken, dat tijdens de daluren in feite overbodig is. Hierdoor zijn de personeelskosten relatief hoog.

De uitvinding beoogt derhalve een werkwijze van de hiervoor beschreven soort te verschaffen, waarmee een 1013977 2 product als shoarmavlees relatief snel en met geringe inspanning verkleind kan worden. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat de stappen van het afsnijden en verkleinen langs mechanische weg uitgevoerd worden.

5 Door de snij - en verkleiningsbewerkingen te mechaniseren kan het vlees sneller en eenvoudiger verkleind worden dan met de and mogelijk zou zijn, waardoor in een shoarmazaak met minder personeel kan worden volstaan, en daarnaast de wachttijden verkort en de tevredenheid bij afnemers 10 vergroot worden.

Daar de stappen van het afsnijden en het verkleinen in het algemeen op verschillende lokaties worden uitgevoerd, verdient het de voorkeur dat het afgesneden deel langs mechanische weg naar de verkleiningslokatie 15 gevoerd wordt. Zo kan in feite zonder menselijk ingrijpen een portie shoarmavlees worden bereid. Dit kan eenvoudig worden bereikt, wanneer het verkleinen op een lager gelegen lokatie plaats heeft dan het afsnijden, en het afgesneden deel vanaf de afsnijlokatie onder invloed van 20 de zwaartekracht naar de verkleiningslokatie gevoerd wordt.

De uitvinding beoogt verder een inrichting te verschaffen voor het verkleinen van een product, in het bijzonder een vleesproduct, die met name maar niet uit-25 sluitend geschikt is voor het uitvoeren van de hiervoor beschreven werkwijze. Een dergelijke inrichting omvat volgens de uitvinding middelen voor het vasthouden van een gegaarde homp van het product, aandrijfbare middelen voor het afsnijden van een deel van de homp, en aandrijf-30 bare middelen voor het verkleinen van het af gesneden deel.

Bij voorkeur omvatten de afsnijmiddelen ten minste één ten opzichte van de vasthoudmiddelen verplaatsbaar mes. Wanneer de vasthoudmiddelen om een as 35 roteerbaar zijn, is het mes bij voorkeur zowel evenwijdig aan, als dwars op de rotatie-as verplaatsbaar. Zo kan het mes naar het product bewogen worden, en vervolgens daarlangs gehaald worden om een deel van het product af te I n 1 q ο τ t 3 snijden. Het mes kan daarbij volgens een vaste slag verplaatsbaar zijn, zodat telkens een vaste hoeveelheid vlees wordt afgesneden.

De verkleiningsmiddelen omvatten bij voorkeur 5 ten minste één roteerbaar mes. Een dergelijk roterend mes is bijzonder geschikt voor het snel verkleinen van vlees.

Het verkleiningsmes is bij voorkeur aangebracht in een opvangruimte voor het product, dat dan na het afsnijden in de opvangruimte kan rusten, alvorens verder 10 verkleind te worden. De opvangruimte kan dan een althans gedeeltelijk voor vocht doorlaatbare bodem vertonen, waardoor vet en andere sappen uit het vlees kunnen weglopen .

Volgens een voorkeursuitvoering vertoont de 15 verkleiningsinrichting middelen voor het van de afsnij -middelen naar de verkleiningsmiddelen transporteren van het afgesneden deel van het product, zodat daarvoor geen menselijke handelingen nodig zijn. Een constructief zeer eenvoudige uitvoering van de inrichting wordt verkregen 20 wanneer de verkleiningsmiddelen lager gelegen zijn dan de afsnijmiddelen, en de transportmiddelen een glijbaan omvatten.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bijge-25 voegde tekening, welke een gedeeltelijk opengewerkt, perspectivisch aanzicht toont van een verkleiningsinrichting volgens de uitvinding.

Een inrichting 1 voor het verkleinen van een product 2, met name een vleesproduct, omvat een huis 3 3 0 waarin middelen 4 zijn opgenomen voor het vasthouden van het product. Deze vasthoudmiddelen 4 omvatten een spies 5, die roteerbaar gelagerd is in de boven- en onderwand van het huis 3, en die voorzien is van een tussen twee koppelingen 6 aangebracht uitneembaar deel 7 waar het 35 product 2 op gespietst is. De vasthoudmiddelen 4 omvatten verder een plaat 33, waarop het product 2 rust. Het product 2 heeft de gedaante van een homp vlees, die 1013977 4 gevormd wordt door een groot aantal dicht opeen gestapelde schijven 8.

Het product 2 wordt in het huis 3 gegaard. Daartoe zijn verwarmingsmiddelen 9 opgenomen, in het 5 getoonde voorbeeld in de vorm van een drietal verticale gasbranders, hoewel ook andere uitvoeringen, zoals elec-trische verwarmingsspiralen en dergelijke denkbaar zijn. Elke gasbrander 34 is daarbij aan een zwenkarm 35 opgehangen, waardoor de branders 34 verder in de richting van 10 de spies 5 gezwenkt kunnen worden naarmate de omvang van het product 2 door consumptie daarvan afneemt. Teneinde te waarborgen dat het product 2 gelijkmatig gegaard wordt, wordt dit in het huis 3 geroteerd. Daartoe is de spies 5 verbonden met een aandrijving 10, hier in de vorm 15 van een electromotor.

De inrichting 1 vertoont verder middelen 11 voor het afsnijden van een deel van het product 2. Deze afsnijmiddelen 11 omvatten een roterend mes 12, dat wordt aangedreven door een motor 13. Het mes 12 is ten opzichte 20 van het product 2 verplaatsbaar, zowel evenwijdig aan de spies 5 (pijl V) als dwars daarop (pijl H). Daartoe is de motor 13 met daarop het mes 12 bevestigd op een balk 14, die verbonden is met een moer 15, die op zijn beurt op een schroefspindel 16 is aangebracht. De schroefspindel 25 16 verloopt evenwijdig aan de spies 5, en is eveneens roteerbaar gelagerd in de boven- en onderwand van het huis 3. De schroefspindel 16 wordt in rotatie gebracht door een in twee richtingen bestuurbare aandrijving 17.

De balk 14 wordt tegen het product 2 gedrukt door een 30 veer 18, waarbij een instelbare afstandhouder 19, bijvoorbeeld een stelschroef de dikte van het afgesneden deel van het product bepaalt.

Teneinde het mes 12 van het product 2 te kunnen verwijderen is de moer 15 gedeeld uitgevoerd, en is een 35 mechanisme 20 aanwezig voor het ten opzichte van de eigenlijke moer 15 verdraaien van het de balk 14 dragende deel. Verder is langs het mes 12 nog een afstrijkorgaan 21 aangebracht, en is ter beveiliging van de gebruiker 1013977 5 een afschermplaat 22 met de balk 14 verbonden. Teneinde te voorkomen dat het mes 12 bij een neerwaartse beweging in contact komt met de plaat 33 is een naderingsdetector 36 aangebracht. Hierdoor wordt de aandrijving 17 automa-5 tisch gestopt. Het is ook denkbaar dat de aandrijving 17 door de naderingsdetector 36 niet slechts wordt stopgezet, maar ook omgeschakeld, zodat het mes 12 automatisch teruggebracht wordt naar boven, naar een rust- of uitgangspositie .

10 Voor het verkleinen van het afgesneden deel van het product tot de uiteindelijk te serveren maat is de inrichting 1 verder voorzien van verkleiningsmiddelen 23, die onder de afsnijmiddelen 11 zijn aangebracht. De verkleiningsmiddelen worden gevormd door een roteerbaar 15 mes 24, dat wordt aangedreven door een motor 25. Het mes is aangebracht in een opvangruimte 26 onder het huis 3, waarin het afgesneden deel van het product wordt opgevangen en eventueel kan rusten. De bodem 27 van de ruimte 26 is als rooster uitgevoerd, zodat vet en ander vocht uit 20 het vlees kan weglopen.

Het verkleinde vlees kan voor gebruik uit de opslagruimte genomen worden door de bodem 27 daarvan, die zwenkbaar is rond een as 28, eenvoudigweg naar onderen te zwenken, waardoor het vlees daarover naar een uitgang 29 25 glijdt. Onder deze uitgang kan een losneembare bak 37 geplaatst zijn, die aan de bovenzijde open is en afgesloten wordt door een schuifdeksel 39. Deze bak 37 is goed geïsoleerd, zodat het vlees daarin lang warm blijft. Eventueel kan deze bak voorzien zijn van in een ruimte 38 30 opgenomen verwarmingsmiddelen, waardoor het vlees tijdens het rusten warm gehouden kan worden. Het vlees kan zo in de opslagruimte bewaard worden nadat het verkleind is, waardoor in rustige perioden een voorraad verkleind vlees kan worden aangelegd, zodat in drukke tijden het vlees 35 snel geserveerd kan worden.

Teneinde het afgesneden deel van het vlees automatisch naar de verkleiningsmiddelen 23 over te brengen, kan de inrichting 1 voorzien zijn van transport- I013977 6 middelen 30, die in het getoonde voorbeeld eenvoudigweg gevormd worden door een onder het mes 12 aangebrachte trechtervormige glijbaan 31 die uitmondt in een opening 32 van de opvangruimte 26. Hoewel de glijbaan 31 hier 5 recht onder het mes 12 uitmondt, zou deze zich ook kunnen uitstrekken tot buiten het huis 3, bijvoorbeeld wanneer de opvangruimte 26 gecombineerd zou zijn met de naast het huis geplaatste, losneembare bak 37.

Aan de bovenzijde van het huis 3 is overigens 10 een afzuigleiding 41 aangesloten, die via een ventilator 42 verbonden is met een in de buitenlucht uitmondende afvoer 43. Op deze wijze kunnen kwalijke dampen worden afgezogen en afgevoerd.

De werking van de inrichting 1 is nu als volgt. 15 Wanneer een portie vlees gevraagd wordt kan door een druk op een (hier niet getoonde) bedieningsknop het mes 12 in rotatie gebracht worden, en tegelijkertijd naar het vlees 2 en vervolgens daarlangs omlaag bewogen worden. Hierdoor wordt een bepaald deel van het vlees afgesneden. Dit 20 afgesneden deel valt via de glijtrechter 31 in de opvangruimte 26, waar het na een druk op een andere bedieningsknop wordt verkleind door het roterende mes 24. Overigens zou de bediening van de beide messen 12 en 24 gekoppeld kunnen zijn, waardoor het verkleiningsmes 24 enige tijd 25 na het in werking stellen van het af snijmes 12 automatisch ook in werking gesteld zou kunnen worden. Het af snijmes 12 keert na het afsnijden van het vlees weer terug in zijn uitgangspositie op enige afstand van het product 2 . Het verkleinde vlees kan uit de opvangruimte 3 0 26 worden genomen door de bodem 27 daarvan met behulp van een hefboom of door een bedieningsknop 40 naar beneden te zwenken.

De inrichting 1 volgens de uitvinding maakt het mogelijk om zeer snel en eenvoudig een bepaalde portie 35 vlees van een homp af te snijden en tot een gewenste maat te verkleinen. Hierdoor wordt een belangrijke hoeveelheid tot nu toe handmatig uitgevoerd werk gemechaniseerd, zodat een restauranthouder met minder mensen toe kan.

1 fl 1 3977 7

Bovendien werkt de inrichting volgens de uitvinding hygiënischer dan mensenhanden.

Hoewel de uitvinding hiervoor is toegelicht aan de hand van een voorbeeld, is deze hiertoe niet beperkt.

5 Velerlei aanpassingen en variaties zijn binnen het kader van de uitvinding mogelijk. Zo zouden meerdere afsnijmes-sen en verkleiningsmessen kunnen worden toegepast, en zouden deze andere bewegingen dan rotatiebewegingen kunnen uitvoeren. Ook de wijze van verplaatsen van het 10 afsnijmes langs het vlees en de manier waarop het afgesneden vlees naar de verkleiningsmiddelen getransporteerd wordt zouden kunnen worden aangepast. De omvang van de uitvinding wordt derhalve uitsluitend bepaald door de bij gevoegde conclusies.

15 I n 13.0 7 7

Claims (11)

1. Werkwijze voor het verkleinen van een product, in het bijzonder een vleesproduct, omvattende de stappen van: - het afsnijden van een deel van een gegaarde 5 homp van het product, - het gedurende enige tijd laten rusten van het afgesneden deel, en - het vervolgens verkleinen van het afgesneden deel, 10 met het kenmerk, dat de stappen van het afsnij den en verkleinen langs mechanische weg uitgevoerd worden .

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stappen van het afsnijden en het verklei- 15 nen op verschillende lokaties worden uitgevoerd, en het afgesneden deel langs mechanische weg naar de verklei-ningslokatie gevoerd wordt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het verkleinen op een lager gelegen lokatie 20 plaats heeft dan het afsnijden, en het afgesneden deel vanaf de afsnijlokatie onder invloed van de zwaartekracht naar de verkleiningslokatie gevoerd wordt.

4. Inrichting voor het verkleinen van een product, in het bijzonder een vleesproduct, omvattende 25 middelen voor het vasthouden van een gegaarde homp van het product, aandrijfbare middelen voor het afsnijden van een deel van de homp, en aandrijfbare middelen voor het verkleinen van het afgesneden deel.

5. Verkleiningsinrichting volgens conclusie 4, 3. met het kenmerk, dat de afsnijmiddelen ten minste één ten opzichte van de vasthoudmiddelen verplaatsbaar mes omvatten.

6. Verkleiningsinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de vasthoudmiddelen om een as ro- 35 teerbaar zijn, en het mes zowel evenwijdig aan, als dwars op de rotatie-as verplaatsbaar is. 101397? *

7. Verkleiningsinrichting volgens één der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat de verkleiningsmid-delen ten minste één roteerbaar mes omvatten.

8. Verkleiningsinrichting volgens conclusie 7, 5 met het kenmerk, dat het verkleiningsmes is aangebracht in een opvangruimte voor het product.

9. Verkleiningsinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de opvangruimte een althans gedeeltelijk voor vocht doorlaatbare bodem vertoont.

10. Verkleiningsinrichting volgens één der conclusies 4-9, gekenmerkt door middelen voor het van de afsnijmiddelen naar de verkleiningsmiddelen transporteren van het afgesneden deel van het product.

11. Verkleiningsinrichting volgens conclusie 15 10, met het kenmerk, dat de verkleiningsmiddelen lager gelegen zijn dan de afsnijmiddelen, en de transportmiddelen een glijbaan omvatten. In i 507 7