NL1013744C2 - Werkwijze voor het bereiden van een voedingsmiddel, voedingsmiddel, werkwijze voor toedienen van een voedingsmiddel. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze voor het bereiden van een voedingsmiddel, voedingsmiddel, werkwijze voor toedienen van een voedingsmiddel.

5 De uitvinding is op het gebied van voedingsmiddelen, zoals voedingsupplementen, in het bijzonder voor vee, zoals runderen waaronder melkkoeien of kalveren, geiten, schapen, lammeren, kippen, kuikens, varkens waaronder zeugen en biggen, paarden, konijnen, ed, of andere zoogdieren of vogels of .0 onderwaterdieren zoals vissen of schaaldieren.

EP-A-0 454 221 beschrijft een werkwijze voor het bereiden van een waterig voedingsupplement voor vee en het aldus bereide voedingsupplement. Micro en macro elementen worden in de aanwezigheid van fosforzuur opgelost in water tot een bij .5 voorkeur vrijwel verzadigde oplossing wordt verkregen die kan worden toegediend aan het drinkwater van het vee. EP-A-0 454 221 evenals EP-B-0 454 221 en de prioriteitsaanvrage NL-A-9000996 vormen een relevante technische achtergrond voor deze uitvinding en hebben verscheidene doelstellingen daarmee 0 gemeen en zijn daarom hierin door verwijzing opgenomen.

In een aspect is het doel van de uitvinding een voedingsmiddel dat op eenvoudige wijze kan worden toegediend in een bij voorkeur voorafbepaalde dosering, en dat bij voorkeur op een wijze zodat het voedingsmiddel zo gelijkmatig mogelijk 5 wordt geconsumeerd.

In een aspect is het doel van de uitvinding een voedingsmiddel dat in een vloeistof, zoals drinkwater of vloeibare voeding, oplosbaar is of daarmee mengbaar is zonder of met minimale vorming van precipitaten.

0 In een aspect is het doel van de uitvinding een voedings middel met een zo hoog mogelijke concentratie aan gewenste elementen, zoals groeistoffen.

In een aspect is het doel van de uitvinding een voedingsmiddel dat althans in hoofdzaak vrij is van, dan wel met een 5 zo laag raogelijke concentratie van het metabolisme onnodig belastende elementen, zoals ongewenste anionen zoals chloriden en sulfaten.

3 7 4 4 2

In een aspect is het doel van de uitvinding een voedingsmiddel dat eenvoudig kan worden bereid.

In een aspect is het doel van de uitvinding een stabiel voedingsmiddel zodat dit bijvoorbeeld een lange houdbaarheid 5 heeft.

In een aspect is het doel van de uitvinding het verlagen van de uitscheiding van het milieu belastende stoffen door het organisme dat het voedingsmiddel gebruikt.

In een aspect is het doel van de uitvinding het verhogen .0 van de productiviteit van het organisme dat het voedingsmiddel gebruikt.

In een aspect is het doel van de uitvinding het vergroten van de groep van stoffen waaruit gekozen kan worden voor het bereiden van het voedingsmiddel.

.5 In een aspect is het doel van de uitvinding het uit niet of slecht in water oplosbare stoffen bereiden van een waterig voedingsmiddel met een of meer opgeloste voedingstoffen.

In een aspect is het doel van de uitvinding een voedingsmiddel waarvan de smaak het oraal toedienen zo min mogelijk :0 benadeelt.

In een aspect is het doel van de uitvinding een voedingsmiddel bestaande uit of met een of meer vitaminen.

In een aspect is het doel van de uitvinding een veilig te bereiden en/of doseren voedingsmiddel.

15 In een aspect is het doel van de uitvinding een combina tie van twee of meer voorgaande aspecten.

In het hiernavolgende wordt de uitvinding toegelicht aan de hand van niet-beperkende uitvoeringsvoorbeelden, waarmee ook aandacht besteed wordt aan andere doelen en voordelen van ί0 de uitvinding.

Volgens een eerste voorbeeld wordt het voedingsmiddel vanuit een voorraadvat door middel van een doseerinrichting gedoseerd in een drinkwaterleiding waarin een overdruk heerst van bij voorkeur minimaal 0,5 bar overdruk. Deze drinkwater-<5 leiding, die zich in een stal kan bevinden, is bijvoorbeeld aangesloten op het door de nutsbedrijven geëxploiteerde drink waternet, maar kan ook zijn aangesloten op een lokale drinkwa- 3 7 4 4 3 terinstallatie die het drinkwater betrekt van een nabijgelegen ondergrondse grondwaterbron gelegen op bijvoorbeeld het eigen j bedrijf. Vanaf het doseerpunt van het voedingsmiddel loopt de leiding, eventueel via vertakkingen, naar een of meer verderop 5 gelegen tap- of consumptiepunten, waar de dieren het drinkwater kunnen drinken. De doseerinrichting staat in verbinding met een elektronische stuureenheid die ervoor zorgt dat een voorafbepaalde hoeveelheid voedingsmiddel per door de waterleiding stromende water-eenheid wordt gedoseerd. Aldus stroomt .0 het met het leidingwater door de drinkwaterleiding naar de tappunten, waarbij de concentratie van het voedingsmiddel bij elk tappunt vrijwel gelijk en homogeen kan zijn. Op deze wijze kan de vereiste doseerapparatuur tot een minimum beperkt worden gehouden, terwijl desondanks voor een groep dieren een .5 individuele dosering van het voedingsmiddel bereikt wordt aangezien de drinkwaterbehoefte van een individu, in het bijzonder van een melkkoe, overeenstemt met zijn behoefte aan het voedingsmiddel.

Bij wijze van alternatief kan het voedingsmiddel vanuit 0 een voorraadvat gedoseerd worden in een drinkwaterreservoir, bijvoorbeeld een boven zijn waterpeil in vrije verbinding met de atmosfeer staande bak, om van daar, bijvoorbeeld hydrausta-tisch bepaald, via een drinkwaterleiding met eventueel vertakkingen te stromen naar een of meer tappunten, zoals met het 5 reservoir voortdurend in open verbinding staande, vanaf een punt beneden het respectieve waterpeil gevulde drinktroggen.

Het waterniveau in het drinkwaterreservoir kan automatisch op peil gehouden worden door bijvoorbeeld een vlotterklep waarmee een op het algemene waterleidingnet of een lokale drinkwater-0 bron aangesloten drinkwaterleiding afgesloten wordt gehouden.

Bij wijze van verder alternatief kan het voedingsmiddel vanuit een voorraadvat gedoseerd worden in een met een ander vloeibaar voedingsmiddel, bijvoorbeeld een stroperige voeding zoals zgn. brijvoeder voor varkens, gevulde container of lei-5 ding, om samen met die vloeistof door een leiding te stromen naar een consumptiepunt, zoals een voer trog in een stal. Ook hier kan voor een groep dieren op eenvoudige wijze een indivi- ^ -A: 4 duele dosering bereikt worden met een centrale, dus niet-individuele dosering.

Aldus stroomt het bij voorkeur met leidingwater of andere vloeistof gemengde voedingsmiddel over een bepaalde afstand 5 van bijvoorbeeld althans twee of meer meters, door een veelal relatief nauwe buis naar de ene of meer afneempunten, zoals drinknippels of drinkbakken of voertroggen, waarbij het aldus verdunde voedingsmiddel een of meer afsluiters in de leiding kan passeren. Het voedingsmiddel wordt langdurige perioden .0 achtereen, zoals althans een maand, bij voorkeur althans in hoofdzaak het gehele jaar door, op deze wijze individueel toegediend. Aldus vormt dit voedingsmiddel een althans vrijwel dagelijks bestanddeel van de voeding.

De tappunten kunnen bijvoorbeeld alle, of althans vrijwel .5 alle tappunten in een stal of verschillende dicht bij elkaar opgestelde stallen zijn en hebben bij voorkeur voldoende onderlinge tussenruimte zodat twee of meer individuen gelijktijdig gebruik kunnen maken van een respectief tappunt zonder elkaar te hinderen. Zijn de dieren gehuisvest in hokken, kan 0 er voor elk hok althans een dergelijk tappunt zijn.

Het voedingsmiddel kan in het voorraadvat een vaste of vloeibare vorm hebben. In beide gevallen bevat het voedingsmiddel bij voorkeur een of meer elementen gekozen uit de groep die bestaat uit althans Ca, Mg, Zn, Cu, Mn, Na, Co, Se, I.

5 In vloeibare vorm is bij voorkeur althans een gedeelte van een of meer van die elementen, bij voorkeur althans een, met meer voorkeur althans twee, waaronder bijvoorbeeld Cu en Zn, met de meeste voorkeur althans drie, waaronder bijvoorbeeld Mn, Cu en Zn, elementen, bij voorkeur uit de deelgroep 0 Ca, Mg, Mn, Zn, en Cu, opgelost door een in water slecht oplosbare vorm daarvan, zoals in de vorm van oxiden of carbo-naten, met behulp van een geschikt zuur, zoals fosforzuur of een organisch zuur, in water op te lossen, zodat van die voedingstoffen een of meer goed in water oplosbare reactiepro- 5 ducten worden verkregen die althans in hoofdzaak geen het metabolisme belastende bijproducten opleveren, zoals ongewenste anionen zoals chloriden of sulfaten. Bij voorkeur is het 1 3 7 4 4 5 vloeibare voedingsmiddel een althans in hoofdzaak verzadigde oplossing, in het bijzonder althans in hoofdzaak verzadigd met een of meer van die elementen.

Indien in vaste vorm, is het voedingsmiddel bij voorkeur 5 goed oplosbaar in water. In dat geval bestaat het voedingsmiddel bijvoorbeeld uit een droog mengsel van een of meer voedingsstoffen in de vorm van goed in water oplosbare zouten, gekozen uit de groep die bestaat uit althans Ca, Mg, Zn, Cu, Mn, Na, Co, Se, I. Bij voorkeur bestaat althans een gedeelte D van bij voorkeur althans een, met meer voorkeur althans twee, waaronder bijvoorbeeld Cu en Zn, met de meeste voorkeur althans drie, waaronder bijvoorbeeld Mn, Cu en Zn, bevattende droge stoffen, bij voorkeur uit de deelgroep van Ca, Mg, Mn, Zn, en Cu bevattende droge stoffen, uit zouten van fosforzuur 5 of een organisch zuur. Bij voorkeur is een of meer van die zouten verkregen door reactie van die voedingstoffen in een in water slecht oplosbare vorm, zoals in de vorm van oxiden of carbonaten, met een geschikt zuur, zoals fosforzuur of een organisch zuur, zodat van die voedingstoffen een of meer goed 0 in water oplosbare reactieproducten worden verkregen die althans in hoofdzaak geen het metabolisme belastende bijproducten opleveren, zoals ongewenste anionen zoals chloriden of sulfaten.

Bij doseren van het voedingsmiddel in vaste vorm, kan dit 5 rechtstreeks gedoseerd worden, zodat het oplossen in de leiding plaatsvindt. Bij wijze van alternatief kan eerst oplossen plaatsvinden, gevolgd door doseren in de leiding.

Bij voorkeur zijn alle elementen uit de groep Mg, Mn, Zn, Cu, die het voedingsmiddel bevat, althans ten dele ofwel 0 opgelost in water met behulp van een organisch zuur of fosforzuur ofwel althans ten dele in droge vorm aanwezig als goed in water oplosbare zouten van een organisch zuur of fosforzuur. Dit geldt eventueel eveneens voor het element Ca, indien aanwezig.

;5 Het is denkbaar, vanuit verschillende voorraadvaten te doseren, waarbij de inhoud van elk voorraadvat een andere samenstelling kan zijn, zodat door althans in hoofdzaak ge- 13 7 4 4 6 lijktijdig doseren uit twee of meer van die vaten, de gewenste samenstelling van het voedingsmiddel ontstaat; bijvoorbeeld een vat met uitsluitend magnesiumverbinding(en), een vat met uitsluitend roangaanverbinding(en), een vat met uitsluitend > koperverbinding(en), een vat met uitsluitend zinkverbin-ding(en) en een vat met uitsluitend een of meer spore-elemen-ten zoals jodium, selenium of kobalt. Ook kan gewerkt worden met twee of meer voorraadvaten waarvan er althans een een voormengsel bevat van bijvoorbeeld twee of meer van de hier-D voor genoemde elementen Ca, Mg, Zn, Cu, Mn, Na en eventueel andere gewenste elementen. Tevens is het denkbaar, dat althans een van de voorraadvaten de ene of meer voedingstoffen in opgeloste vorm en althans een van de voorraadvaten de ene of meer voedingstoffen in vaste vorm bevat. Op manier kan de 5 onderlinge verhouding van de te doseren voedingsstoffen naar wens ter plaatse worden aangepast.

De dosering vindt bij voorkeur zo plaats, dat een sterke verdunning ontstaat, bij voorkeur een althans 100-voudige, met meer voorkeur een althans 500-voudige, met de meeste voorkeur 0 een althans ongeveer 1000-voudige verdunning van het voedingsmiddel. Bij voorkeur wordt de dosering zo ingesteld, dat het individu door het consumeren van de vloeistof waaraan het voedingsmiddel is toegevoegd, voldoende maar niet te veel van het voedingsmiddel binnenkrijgt.

5 Het verderop toe te lichten voedingsmiddel, bijvoorbeeld op basis van organisch zuur, kan op de hierboven beschreven wijze volgens de uitvinding worden toegediend aan het individu. Bij wijze van alternatief kan het voedingsmiddel zoals beschreven in een van de hierboven aangeduide octrooipublikaties 0 op de hierboven beschreven wijze volgens de uitvinding worden toegediend aan het individu. Voor de samenstelling van dat voedingsmiddel en zijn wijze van bereiden zijn die octrooipublikaties hierin door verwijzing opgenomen. Overigens kan het voedingsmiddel ook op andere wijze worden toegediend aan 5 het individu, zoals door verspreiden (bijv. sproeien) over het ruwvoer of door rechtsreeks doseren in de individuele drinkbakken in de stal.

./> >:η ·** ,5 ,7 7

Ook andere voedingsstoffen, zoals choline (vitamine B4), bijvoorbeeld in de vorm van choline chloride, kunnen op de hierboven beschreven wijze worden toegediend aan het individu; in het bijzonder voedingsstoffen die een althans vrijwel dage-> lijks bestanddeel zijn of kunnen zijn van de voeding.

De uitvinders zijn tot de ontdekking gekomen, dat, afhankelijk van het type voedingsmiddel en in het bijzonder bij voedingsmiddelen op basis van de hierboven genoemde octrooipu-blikaties, bij het doseren van het voedingsmiddel in de vloei-) stofleiding volgens de uitvinding de opbrengst van het voedingsmiddel bij het tappunt niet gelijk hoeft te zijn aan de aanvankelijke (centrale) dosering stroomopwaarts. Dit blijkt in het bijzonder het geval te zijn bij doseren in de drinkwaterleiding.

5 Verrassenderwijze is gebleken dat een dergelijk fenomeen zich althans in aanzienlijk mindere mate dan wel in het geheel niet voordoet wanneer in verband met het doseren van het voedingsmiddel in drinkwater geen of althans in hoofdzaak geen een of meer fosforionen bevattende een of meer verbindingen in D dat drinkwater terechtkomt/-komen, in het bijzonder waarbij die fosforionen in het drinkwater beschikbaar komen om een andere verbinding aan te gaan, dan wel dat zoveel van die verbinding terecht komt in het drinkwater, dat de fosforionen in het drinkwater een of meer goed in water oplosbare verbin- 5 dingen vormen en/of in verband met het in drinkwater doseren van de voeding, in het drinkwater terecht komende fosforver-bindingen in het drinkwater in stand blijven.

Dit kan als volgt worden toegelicht:

Voorbeeld 1 0 Gebleken is dat bij een althans vrijwel precipitatieloze, vrijwel verzadigd waterig voedingssupplement met de volgende elementen: Mg, Mn, Zn, Cu en 300 mol fosfaten per 100 kg voedingssuplement en een pH van 2,5 bij een dosering van 2 gr/1 leidingwater (grondwater, opgepompt in de buurt van 5 Wolvega, Nederland, dat na behandeling in een gebruikelijke ontijzerinstallatie dagelijks gebruikt wordt als drinkwater voor biggen), de opbrengst van de elementen bij het tappunt,' ï 137 44 8 gemeten over een periode van vijf etmalen, gemiddeld minder is dan 80%, waarbij het leidingwater met een temperatuur van ongeveer 10°C en een druk van ongeveer 2 bar vanaf het doseer-punt van het voedinggsupplement over een afstand van vijf > meter door een in de varkenshouderij gebruikelijke waterleiding stroomt alvorens bij het tappunt aan te komen terwijl de gemiddelde doorstroomsnelheid 1 1/uur bedraagt, waarbij het leidingwater gedurende 70% van de tijd stil staat om het drinkgedrag van varkens te simuleren. Uit onderzoek van de ) binnenwand van de waterleiding tussen het doseerpunt en het tappunt, blijkt zich daarop een neerslag te hebben gevormd met Magnesium-, zink- en koperhoudende fosfaatverbindingen. Deze neerslagvorming heeft de uitvinders verwonderd, aangezien eerder was vastgesteld dat het voedingsmiddel sterk kan worden 5 verdund zonder neerslagvorming.

Voorbeeld 2

Door de proef te herhalen, maar eveneens een vrijwel verzadigde oplossing van fosforzuur, bijv. 73-75% fosforzuuroplossing, bij te doseren in dezelfde hoeveelheid en op dezelfde plaats 0 als en gelijktijdig met het voedingssupplement, onder overigens gelijkblijvende omstandigheden, steeg de opbrengst van de elementen bij het tappunt tot althans vrijwel 100%. De binnenwand van de leiding vertoonde nauwelijks tot geen neerslag van fosfaatverbindingen.

5 Voorbeeld 3

Door de proef nogmaals te herhalen, maar nu de hoeveelheid fosfaat in het althans vrijwel precipitatieloze, vrijwel verzadigde voedingssupplement te beperken tot ten hoogste 20 mol, bij voorkeur ten hoogste 10 mol per 100 kg voedingssup-0 plement en de fosfaatgroepen verder te vervangen door organische zuurgroepen, zodat de pH ten hoogste 6,0 bedroeg, onder overigens gelijkblijvende omstandigheden, bleek de opbrengst van de elementen bij het tappunt opnieuw althans vrijwel 100% te bedragen. De binnenwand van de leiding vertoonde opnieuw 5 nauwelijks tot geen neerslag van fosfaatverbindingen.

Gebleken is dat wanneer hetzelfde voedingssupplement zoals genoemd in voorbeeld 1 wordt gedoseerd in brijvoeder, de ï .5 ? $ 4 9 opbrengst van de elementen bij het tappunt (voedertrog) althans vrijwel 100% bedraagt, ondanks dat die brijvoeder een wezenlijke hoeveelheid leidingwater (zoals grondwater) bevat.

Een voedingsmiddel volgens de uitvinding kan als volgt 5 bereid worden:

In gedemineraliseerd water worden een of meer zuren, bij voorkeur gekozen uit de groep die bestaat uit fosforzuur en organische zuren, gemengd met een of meer stoffen om een of meer opgeloste elementen te krijgen, waarbij die elementen 3 gekozen zijn uit de groep die althans calcium, fosfor, magnesium, zink, koper, mangaan, natrium, kobalt, jodium en seleen bevat, waarbij die stoffen gekozen zijn uit de groep die althans oxiden, fosfaten en carbonaten bevat. Die organische zuren kunnen zijn gekozen uit de groep van althans in hoofd-5 zaak goed in water oplosbare organische zuren, zoals mierenzuur, azijnzuur, propionzuur, boterzuur, malonzuur, maleïne-zuur, appelzuur, sorbinezuur, melkzuur en citroenzuur. Bij voorkeur vindt het mengen zodanig plaats dat een althans in hoofdzaak verzadigde oplossing wordt verkregen.

0 Aldus kan een in water opgelost of in water goed oplos baar, en dus door een organisme goed opneembaar, voedingsmiddel worden bereid uit stoffen die niet tot slecht oplosbaar zijn in water.

In een voorkeursuitvoering worden de oxiden gemengd met 5 water in de aanwezigheid van azijnzuur en/of worden de carbonaten gemengd in de aanwezigheid van mierenzuur.

In een andere voorkeursuitvoering worden de elementen opgelost met een mengsel van verschillende zuren, zodanig dat van elk element een zo hoog mogelijke concentratie kan worden 0 bereikt. Daarbij verdient het de voorkeur, dat de onderlinge mengverhouding van de zuren zo gekozen wordt, dat de concentratie van alle elementen in de oplossing geoptimaliseerd wordt. Bijvoorbeeld worden daartoe de elementen Mg, Zn en/of Mn opgelost met azijnzuur, terwijl Cu en, resp. of, Mn worden 5 opgelost met mierenzuur. Het mierenzuur en/of het azijnzuur kan geheel of gedeeltelijk vervangen worden door propionzuur.

Eventueel kunnen voormengsels worden gemaakt, bijvoor-

13 7 AA

10 beeld de ene met uitsluitend de ene of meer in het ene zuur opgeloste stoffen en de andere met uitsluitend de ene of meer in een ander zuur opgeloste stoffen, die vervolgens bijeen worden gevoegd. Ook is het denkbaar voor elk gewenst element 5 een separaat voormengsel te hanteren zodat de onderlinge mengverhouding van de elementen telkens vrij eenvoudig kan worden afgestemd, bijvoorbeeld om snel achtereen aan verschillende doelgroepen aangepaste voedingsmiddelen te kunnen bereiden.

0 Het voedingsmiddel kan organische en/of anorganische groeibevorderende stoffen bevatten, zoals sporenelementen, bijvoorbeeld selenium, kobalt, jodium en vitaminen. Aan het voedingsmiddel kunnen andere zouten, bij voorkeur gemakkelijk oplosbaar in water, worden toegevoegd, zoals MgCl of NaCl, 5 indien dat wenselijk is.

Het voedingsmiddel kan althans in hoofdzaak uit de volgende bestanddelen worden bereid tot een in hoofdzaak verzadigde oplossing, waarbij die oplossing bij voorkeur in hoofdzaak verzadigd is met de ene of meer voedingselementen: 0 0-25 gew% mierezuur (98%); 0-35 gew% azijnzuur (100%); 0-35 gew% propionzuur (99%); oxiden of fosfaten of carbonaten van een of meer van de voedingselementen uit de volgende groep: magnesium, zink, mangaan, koper. Daaraan kunnen worden toegevoegd in water oplosbare verbindingen van een of meer elemen-5 ten uit de groep: natrium, selenium, jodium, kobalt; balans water, zodat in het voedingsmiddel het aandeel van de voedingselementen als volgt kan zijn: magnesium 0,1-8 gew% zink 0,1-8 gew% 0 mangaan 0,1-8 gew% koper 0,1-8 gew% natrium 0,05-3 gew% kobalt 1-200 ppm selenium 1-200 ppm 5 jodium 1-400 ppm.

Daarbij reageren de chemische verbindingen, i.h.b. de oxiden, fosfaten en carbonaten, met het aanwezige zuur tot in water 1 3 7 4 4 11 oplosbare zouten van dat zuur. Afhankelijk van de wijze van bereiden, kan een bepaalde hoeveelheid vrij zuur in het voltooide voedingsmiddel aanwezig zijn, en die hoeveelheid varieert bij voorkeur tussen 5 en 20 gew%. Een gedeelte van dat 5 vrije zuur wordt geneutraliseerd door toevoeging van Na als NaOH. De pH van dit voedingsmiddel ligt bij voorkeur beneden 7,0, met meer voorkeur beneden ongeveer 6,0, en is bij voorkeur hoger dan ongeveer 2,0, met meer voorkeur hoger dan ongeveer 3,0 en ligt met de meeste voorkeur tussen althans 0 ongeveer 3,25 en althans ongeveer 4,75. Kobalt kan worden toegevoegd als kobaltsulfaat. Seleen kan worden toegevoegd als natriumseleniet. Jodium kan worden toegevoegd als natriumjo-daat.

Met het hierboven beschreven voedingsmiddel op basis van .5 organisch zuur worden voorts dezelfde voordelen bereikt zoals beschreven in de hierboven aangegeven octrooipublikaties met betrekking tot een voedingsmiddel op basis van fosforzuur. De in die octrooipublikaties aangegeven gehalten, bijv. per 100 kg voedingsmiddel, van de elementen mangaan, magnesium, koper, !0 zink, kobalt, selenium, jodium, natrium en van de voor de bereiding van het voedingsmiddel gebruikte uitgangsstoffen daarvoor, kunnen eveneens toepasbaar zijn voor het onderhavige voedingsmiddel op basis van organisch zuur. In dat verband zijn deze octrooipublikaties daarom door verwijzing hierin !5 opgenomen.

Aldus heeft de uitvinding betrekking op een met behulp van een of meer organische zuren bereid, bij voorkeur vloeibaar voedingsmiddel met bij voorkeur opgeloste gewenste voe-dingselementen, alsmede op de werkwijze voor het bereiden van (0 dat voedingsmiddel. Ook heeft de uitvinding betrekking op een aantrekkelijke manier van het over een relatief lange tijd achtereen in een vooraf bepaalde individuele dosering toedienen van een voedingsmiddel aan een groep van individuen door centrale dosering in een vloeistofleidingnet, zoals het water-55 leidingnet of een brijvoederleidingnet.

Het moet duidelijk zijn, dat met de niet of slecht in water oplosbare fosfaatverbindingen, in het bijzonder de fc i * 12 secundaire en tertiaire verbindingen bedoeld worden. Voorts moet het duidelijk zijn, dat bij voorkeur de niet of slecht in water oplosbare stoffen, worden opgelost in met een of meer van de voornoemde zuren aangezuurd water. Bij voorkeur wordt uitgegaan van zuivere stoffen, van een zuiverheid zodat zij geschikt zijn als diervoeder of voor menselijke consumptie, zodat zo weinig mogelijk, of althans in hoofdzaak geen, ongewenste stoffen in het voedingsmiddel terecht komen. Bij voorkeur wordt het voedingsmiddel bereid waarbij althans één van i de stoffen die toegevoegd worden, met meer voorkeur al die stoffen, ten hoogste twee, bij voorkeur slechts één van de gewenste elementen, gekozen uit de groep Ca, Mg, Zn, Cu, Mn, levert. Hierdoor kan een zo hoog mogelijke zuiverheid en flexibiliteit van samenstelling verkregen worden. De stoffen > kunnen gelijktijdig of na elkaar in contact gebracht worden met het oplosmiddel, maar dat kan ook voor een aantal stoffen gelijktijdig en voor een ander aantal op een later tijdstip.

i 2 •j) / 4 4

Claims (5)

1. Werkwijze voor het toedienen van een voedingsmiddel aan j een organisme, zoals vee, door dit vanuit een voorraadvat direct of indirect te doseren in een zich naar een of meer afneempunten uitstrekkende transportleiding voor een door het organisme te consumeren product, zoals drinkwater of brijvoeder .

) 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij dat doseren op een centraal punt in de transportleiding plaatsvindt, en/of tijdens doseren de concentratie van het voedingsmiddel een althans 100-voudige, met meer voorkeur een althans 500-voudige, met de meeste voorkeur een althans ongeveer 1000-voudige ver-5 dunning ondergaat, alvorens te worden opgenomen door het organisme.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het doseren uitgevoerd wordt met behulp van motorische doseermiddelen, in het bijzonder zodanig, dat de dagelijkse behoefte van het D organisme aan dat voedingsmiddel althans in hoofdzaak gelijkmatig over de dag verspreid wordt gedoseerd, bijvoorbeeld in een voorafbepaalde volume- of gewichtshoeveelheid per hoeveelheid door het organisme uit de leiding afgenomen water, bij voorkeur zodanig dat de concentratie van het voedingsmiddel in 5 het water in de transportleiding althans in hoofdzaak constant is, bijvoorbeeld door doseren in afhankelijkheid van de waterstroom door de transportleiding of de wateraanvoer aan die transportleiding, en dit bij voorkeur telkens althans in hoofdzaak gelijktijdig met die waterstroom.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met toepassing van het voedingsmiddel volgens een van de conclusies 9 of 10.

5. Werkwijze voor het bereiden van een voedingsmiddel waarbij water en althans een stof gebruikt worden voor het maken van een bij voorkeur waterige oplossing van micro- en/of 5 macro-elementen waarbij de stof een althans in hoofdzaak in water niet of slecht oplosbare stof is, zoals een carbonaat-, fosfaat- (in het bijzonder secundair of tertiair), of oxide- )13744 verbinding, en waarbij het water wordt aangezuurd met een organisch en/of anorganisch zuur, bij voorkeur in een zodanige mate, dat die stof althans in hoofdzaak oplost.

6 Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij door het aan het i water toevoegen van althans een van die stoffen althans een van de elementen oplost uit de groep: Mg, Mn, Cu, Zn, Ca.

7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, waarbij ervoor wordt gezorgd, dat het water een of meer van de volgende bevat: azijnzuur, mierezuur/ propionzuur, fosforzuur. ) 8. Werkwijze volgens conclusie 5, 6 of 7, waarbij althans één voedingstechnisch zuivere stof wordt gebruikt.

9. Althans in hoofdzaak verzadigd waterig voedingsmiddel, in het bijzonder verkregen met de werkwijze volgens een van de conclusies 5-8, bevattende een of meer elementen uit de groep > Mg, Mn, Cu, Zn, Ca, eventueel in combinatie met een of meer elementen uit de groep Se, I, Co, Na, Cl en met een of meer van de volgende: azijnzuur, mierezuur, propionzuur, fosforzuur en met een pH beneden 7,0, met meer voorkeur beneden ongeveer 6,0, en bij voorkeur hoger dan ongeveer 2,0, met meer voorkeur D hoger dan ongeveer 3,0 en met de meeste voorkeur tussen althans ongeveer 3,25 en althans ongeveer 4,75.

10. Voedingsmiddel volgens conclusie 8, waarbij dit de volgende bestanddelen bevat: 0-25 gew% mierezuur (98%); 0-35 gew% azijnzuur (100%); 0-35 gew% propionzuur (99%); Mg 0,1-8 gew%;

5 Zn 0,1-8 gew%; Mn 0,1-8 gew%; Cu 0,1-8 gew%; Na 0,05-3 gew%; Co 1-200 ppm; Se 1-200 ppm; I 1-400 ppm. 13744