NL1013681C2 - Inrichting voor het reinigen van de gehoorgang van een mens of dier. - Google Patents

Description

Inrichting voor het reinigen van de gehoorgang van een mens of dier

De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het reinigen van de gehoorgang van een mens of dier, voorzien van een handvat en een daarmee verbonden 5 reinigingsorgaan, dat een gekromde of gebogen draad omvat.

Het is bekend dat veel mensen in hun eigen oren wroeten en peuteren met bijvoorbeeld een potlood, een ballpoint, een paperclip of een wattenstaafje. Met bijvoorbeeld de wattenstaafjes wordt doorgaans geprobeerd overtollig débris uit de gehoorgang te verwijderen. Bij het peuteren in de oren loopt men in de eerste plaats het 10 risico dat het débris niet uit de gehoorgang wordt verwijderd, maar juist dieper in de gehoorgang wordt geduwd. Daardoor kan zich in de gehoorgang een prop débris vormen die een zo grote afmeting heeft, dat deze het gehoor vermindert. Een dergelijke prop van débris moet door een arts uit het oor worden verwijderd. Een ander gevaar is, dat men met een voorwerp te diep de gehoorgang ingaat. Daarbij loopt men het gevaar 15 dat men met het voorwerp ofwel het trommelvlies raakt, hetgeen bijzonder pijnlijk is, of zelfs het trommelvlies beschadigt of perforeert.

In de stand van de techniek zijn inrichtingen bekend voor het reinigen van de gehoorgang, volgens het in de aanhef genoemde soort. Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit het Franse octrooi 1028723. De inrichting voor het reinigen 20 van de gehoorgang volgens deze Franse publicatie omvat een handvat waarbij aan een zijde een uit een draad gevormd reinigingsorgaan is aangebracht. De inrichting volgens het Franse octrooi is met name geschikt om te worden gebruikt door een medicus, zoals een huisarts. Wanneer met behulp van het reinigingsorgaan langs de gehoorgang van een mens of dier wordt geschraapt, kan overtollig débris zich aan het gebogen gedeelte 25 van het reinigingsorgaan vasthechten en op die manier uit de gehoorgang worden verwijderd. Het is echter ook mogelijk dat het débris door middel van het reinigingsorgaan tegen de wand van de gehoorgang wordt aangedrukt. Hierdoor ontstaat een korst of koek van débris aan de binnenzijde van het oor. De oorzaak hiervan is dat het reinigingsorgaan is gevormd uit een draad met in hoofdzaak ronde 30 doorsnede. Met behulp van deze draad kan het débris langs de wand van de gehoorgang worden geschoven, het débris kan echter niet uit de gehoorgang worden geschraapt.

1013681 2

Het is het doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in inrichtingen volgens het in de aanhef genoemde soort, waarbij de werking van dergelijke bekende inrichtingen verder wordt verbeterd.

Dat doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de naar binnen gerichte 5 zijde van een gekromde of gebogen draad is voorzien van een uitsparing.

Daarbij is het mogelijk dat de uitsparing zich uitstrekt in de langsrichting van de draad.

Door de aanwezigheid van de uitsparing aan de binnenzijde van het gebogen gedeelte van het reinigingsorgaan ontstaat een relatief scherpe snijrand met behulp 10 waarvan débris uit de gehoorgang kan worden geschraapt. Omdat het reinigingsorgaan is gevormd uit een gebogen draad, voorzien van een uitsparing, is het mogelijk dat het afgeronde gedeelte van de draad (waar geen uitsparing aanwezig is) aanligt tegen de wand van de gehoorgang. De scherpe rand die de overgang vormt tussen de buitenzijde van de draad en het begin van de uitsparing kan zelf geen contact maken met de 15 gehoorgang. Dat betekent dat de kans op beschadiging van de gehoorgang door met het reinigingsorgaan langs de wand van de gehoorgang te schuiven, in hoofdzaak wordt vermeden.

Opgemerkt wordt dat met het woord draad een langwerpig lijf wordt bedoeld, met een in hoofdzaak constante doorsnede.

20 Bij een voordelige uitvoeringsvorm is erin voorzien dat de uitsparing zich vanaf de buitenzijde van de rand uitstrekt tot bij benadering halverwege de dwarsdoorsnede van de draad.

Daarbij is het verder mogelijk dat de uitsparing gezien in de dwarsdoorsnede van de draad een in hoofdzaak concave gedaante heeft.

25 Het reinigingsorgaan van de inrichting volgens de uitvinding kan worden gevormd uit elk geschikt materiaal. Daarbij valt te denken aan metaal (zoals roestvast staal) of bijvoorbeeld kunststof. Een concave uitsparing kan worden aangebracht door een draad met een in hoofdzaak ronde doorsnede aan een zijde daarvan te bewerken met behulp van een bolvormige wals. Op deze manier wordt voorzien in een 30 eenvoudige werkwijze voor het verschaffen van de draad met de gewenste doorsnede.

Volgens de uitvinding is het verder mogelijk dat het reinigingsorgaan in hoofdzaak de vorm heeft van een lus. Door het reinigingsorgaan uit te voeren als een lus kan het reinigingsorgaan worden gevormd door een draad te verbuigen waarbij 1013681 3 beide uiteinden van de draad kunnen worden ingeklemd in een gedeelte van het handvat. Eventueel in de draad opgevangen spanningen kunnen daarbij door het handvat worden opgevangen, waarbij wordt voorkomen dat de draad naar de oorspronkelijke gedaante daarvan kan terugbuigen. Verder maakt de aanwezigheid van 5 de lus het mogelijk om het reinigingsorgaan in principe kinetisch ten opzichte van de langsas door de inrichting volgens de uitvinding, uit te voeren.

Volgens de uitvinding is het mogelijk dat de afmetingen van de breedte van de lus 3-12 mm bedragen, bij voorkeur 5-8 mm, met de meeste voorkeur 6 mm.

Uit onderzoek van de aanvrager blijkt dat de gehoorgang bij de meeste personen 10 in hoofdzaak ovaal is van vorm. Bij volwassen personen blijkt dat de grootste afmeting van deze ovaal bij benadering 12 mm bedraagt. De kleinste diameter van de ovaal bedraagt gemiddeld bij benadering 8 mm. De resultaten van het onderzoek van de aanvrager staan hieronder vermeld, bij de beschrijving van de tekeningen van de uitvoeringsvormen volgens de uitvinding.

15 De inrichting voor het reinigen van de gehoorgang van een mens of dier, zoals die bekend is uit het hierboven inmiddels vermelde Franse octrooi 1028723 heeft als verder nadeel dat de inrichting niet is voorzien van een beveiliging om de voorkomen dat het reinigingsorgaan te ver in het oor wordt gestoken. Dat betekent dat het reinigingsorgaan volgens het genoemde Franse octrooi met name geschikt is voor 20 medisch personeel die bij een patiënt de gehoorgang reinigen. Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een inrichting van het in de aanhef genoemde soort waarbij door de vorm van de inrichting wordt voorkomen dat het reinigingsorgaan te ver in het oor wordt gestoken, als gevolg waarvan het trommelvlies kan worden geraakt of zelfs kan worden beschadigd. Dat doel wordt volgens de 25 onderhavige uitvinding bereikt doordat het handvat aan een uiteinde voorzien is van een verdikking, waarbij het reinigingsorgaan is bevestigd aan of in deze verdikking.

Daarbij is het mogelijk dat de verdikking aan het handvat een breedte heeft van 10-20 mm, bij voorkeur ongeveer 15 mm.

Uit onderzoek van de aanvrager blijkt dat de maximaal optredende kleinste 30 diameter van de ovale vorm van de gehoorgang bij benadering 15 mm bedraagt. Door het handvat ten minste een diameter te geven die overeenkomt met deze maat, wordt voorzien in een beveiliging, die voorkomt dat het reinigingsorgaan te ver in het oor kan worden gestoken.

1013681 4

Volgens de uitvinding is het verder mogelijk dat de lengte van het reinigingsorgaan vanaf het handvat maximaal 25 mm bedraagt, bij voorkeur 20 mm.

Uit onderzoek van de aanvrager blijkt, dat de gehoorgang bij volwassen personen ongeveer 25-30 mm bedraagt. Wanneer de lengte van het reinigingsorgaan kleiner 5 wordt gehouden dan 25 mm is de kans op raken of beschadigen van het trommelvlies verminderd.

Volgens de uitvinding is het verder nog mogelijk dat de draad een diameter heeft van bij benadering 1 mm.

De onderhavige uitvinding wordt verder besproken aan de hand van de bijgaande 10 tekeningen waarin:

Fig. 1 een schematisch aanzicht toont van een gehoorgang van een mens waarin de inrichting voor het reinigen van de gehoorgang volgens de onderhavige uitvinding is aangebracht;

Fig. 2 een voordelige uitvoeringsvorm toont van de inrichting volgens de 15 uitvinding;

Fig. 3 een dwarsdoorsnede toont van de draad, voor het vervaardigen van het reinigingsorgaan, volgens de onderhavige uitvinding.

In fig. 1 is het geval weergegeven dat de reinigingsinrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding is aangebracht in de gehoorgang 2 van een mens. Aan de 20 buitenzijde van het oor bevindt zich het handvat 3. Aan het uiteinde van dit handvat is een relatief breed gedeelte 4 aangebracht, dat zo breed is dat dit gedeelte 4 niet de gehoorgang 2 in kan. Aan het relatief brede gedeelte 4 van het handvat 3 is een reinigingsorgaan 5 bevestigd. Dit reinigingsorgaan 5 heeft in hoofdzaak de gedaante van een lus. De lus is gevormd of gebogen uit een draad, waarvan beide uiteinden zijn 25 bevestigd in of aan het gedeelte 4 van het handvat 3.

Met behulp van het reinigingsorgaan 5 kan eventueel overtollig débris in de gehoorgang 2 naar buiten worden getrokken. De exacte werking van het reinigingsorgaan 5 wordt hieronder toegelicht aan de hand van de figuren 2 en 3. Omdat het gedeelte 4 niet in de gehoorgang kan worden gebracht, is de afstand 30 waarover het reinigingsorgaan 5 in de gehoorgang 2 kan worden verplaatst, begrensd. Door rekening te houden met de biometrische afmetingen van een mens, kan op deze manier worden bereikt dat het niet mogelijk is om met het uiteinde van het reinigingsorgaan 5 in de buurt te komen van het trommelvlies 6. Dat betekent dat de 1013681 5 inrichting volgens de uitvinding ook geschikt is voor privégebruik, waarbij een gebruiker zijn eigen oren reinigt.

De inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding kan bijvoorbeeld worden vervaardigd uit kunststof. Daarbij is het mogelijk dat zowel het handvat als het 5 reinigingsorgaan 5 in een spuitgietproces wordt vervaardigd. Het is ook denkbaar dat het handvat 3, het reinigingsorgaan 5 of beide onderdelen uit een metaal worden gevormd. Het is natuurlijk ook mogelijk dat een combinatie van materialen wordt gebruikt. Daarbij valt te denken aan een metalen reinigingsorgaan, dat wordt gevormd uit een gebogen draad, waarbij de uiteinden van de draad worden opgesloten in een 10 handvat 3 dat gevormd is uit een kunststof.

In fig. 2 is een bovenaanzicht afgebeeld van de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding. De inrichting 1 omvat een handvat 3 met bijvoorbeeld een cilindrische gedaante. Dit handvat 3 kan een lengte krijgen van bijvoorbeeld 30 mm, bij een diameter van 7 mm. Aan hun uiteinde is het handvat 3 voorzien van een relatief 15 breed gedeelte 4. Dit relatief brede gedeelte 4 kan een diameter A krijgen van bijvoorbeeld 15 mm, zodat deze diameter A van het relatief brede gedeelte 4 niet de gehoorgang kan binnengaan van een gebruiker. Voor de hoogte B van het relatief brede gedeelte kan bijvoorbeeld 10 mm gekozen worden.

Volgens de onderhavige uitvinding kan het relatief brede gedeelte 4 worden 20 benut voor het bevestigen van een reinigingsorgaan in het relatief brede gedeelte. Dit reinigingsorgaan 5 kan gevormd worden uit een draad. De uiteinden 7 van deze draad van het reinigingsorgaan 5 kunnen worden opgesloten in het relatief brede gedeelte 4 dat is bevestigd aan het handvat 3. Zoals hieronder zal blijken, geldt voor volwassenen dat de gehoorgang een lengte heeft van bij benadering 25-30 mm. Om te voorkomen 25 dat met het uiteinde van het reinigingsorgaan het trommelvlies kan worden beschadigd, kan aan het reinigingsorgaan 5 een maximale lengte C worden gegeven van bij benadering 20 mm. Op deze manier wordt bereikt dat perforaties van het trommelvlies (zie fig. 1) met behulp van het reinigingsorgaan 5 in hoofdzaak worden vermeden. Verder is van belang de breedte B van het lusvormige gedeelte van het 30 reinigingsorgaan 5. Deze breedte moet worden afgestemd op de diameter van de gehoorgang. Zoals hieronder zal blijken, is de gehoorgang van een mens meestal ovaal van gedaante. Een typische maat voor de grootste diameter van deze gehoorgang bedraagt bij benadering 12 mm. Dwars daarop gericht heeft de gehoorgang een 1013681 6 diameter van gemiddeld ongeveer 8 mm. Een geschikte afmeting voor de breedte D van het reinigingsorgaan 5 is daarom bij benadering 6 mm.

Het reinigingsorgaan volgens de onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt door een speciale vorm van de draad die wordt benut voor het vormen van het 5 reinigingsorgaan 5. De doorsnede van een mogelijke uitvoeringsvorm is afgebeeld in fig. 3. In fig. 3 is te zien dat de draad van het reinigingsorgaan 5 een in hoofdzaak ronde diameter heeft waarin een uitsparing 10 is aangebracht. Deze uitsparing strekt zich van een zijde af tot bijvoorbeeld halverwege de diameter van de oorspronkelijke draad. In fig. 3 is weergegeven dat de uitsparing 10 een concave gedaante heeft. Het is 10 ook denkbaar dat deze uitsparing een afwijkende gedaante heeft, bijvoorbeeld gevormd door twee rechte zijden. Door deze maatregelen ontstaat een doorsnede van de draad voor het reinigingsorgaan 5 met een "maan-vormige" gedaante. In het gebruik zal de uitsparing 10 gelegen zijn aan de binnenzijde van het lusvormige gedeelte van het reinigingsorgaan 5. Dat betekent dat de scherpe zijden die worden gevormd door de 15 overgang van de buitenwand van de draad naar de uitsparing 10 niet uitsteken, en dus ook geen contact kunnen maken met de wand van de gehoorgang (zie fig. 1). In het gebruik zal de buitenwand ter plaatse van verwijzingscijfer 11 aanliggen tegen de wand van de gehoorgang. De relatief scherpe overgang tussen de buitenwand van de draad en de uitsparing 10, weergegeven met verwijzingscijfer 12, raakt zoals gezegd de wand 20 van de gehoorgang dus niet. Wanneer echter de draad langs de wand van de gehoorgang wordt verzameld, zal bij een zekere dikte van débris in de gehoorgang de scherpe overgang 12 wel als een schraapelement of mes aanwezig débris kunnen lossnijden en meeschrapen. Het débris wordt niet door de draad ter plaatse van verwijzingscijfer 11 tegen de wand van de gehoorgang vastgeplakt, maar van de wand 25 losgesneden en in de uitsparing 10 uit de gehoorgang 2 getransporteerd.

Het is duidelijk dat ook andere uitvoeringsvormen mogelijk zijn van de draad (bijvoorbeeld achthoekig) in combinatie met andere vormen van uitsparingen (bijvoorbeeld een o vaal vorm) zonder de werking van de inrichting 1 volgens de uitvinding in gevaar te brengen.

30 Verder wordt opgemerkt dat in de onderhavige uitvinding sprake is van een reinigingsorgaan 5 dat wordt gebogen uit een draad. Het is natuurlijk ook mogelijk dat de gedaante van het reinigingsorgaan met behulp van een spuitgietproces wordt gevormd. In dat geval is er geen sprake van een gebogen of verbogen draad, maar wel 1013681 7 is er in dat geval sprake van een draadvormig lichaam waarbij de langsas van het draadvormige lichaam gekromd verloopt.

De aanvrager heeft metingen uitgevoerd aan mensen om de biomedische gegevens van de gehoorgang te verzamelen.

5 De uitslagen van het onderzoek staan vermeld in de onderstaande tabel. Zoals gezegd heeft de gehoorgang een in hoofdzaak ovale gedaante. De "breedte'Van de gemeten gehoorgangen is aangegeven in de kolom X. De hoogte van de onderzochte gehoorgangen is aangegeven in de kolom Y.

Nummermeting X (mm) Y (mm) ï Π 73 2 93 63 3 123 53 4 16 ÏÖ 5 ÏÖ 6 6 1Ö3 53 7 Π 6 8 ÏÖ3 53 9 ÏÖ 5 — ; Π 8 Π : 9 63 — — 83 — _ — 14 1Ö3 6 — - - — - - _ _ g — — - Ï9 6 53 — — 9 21 ÏÖ3 8 22 ÏÖ3 83 1013681 8

Nummermeting X (mm) Y (mm) 23 133 ÏÖ 24 14 93 25 Π 9 26 15 ÏÖ 27 Ö3 7 28 Π 73 29 \3~5 §3 30 ίΐ>3 93 31 153 ÏÖ _ __ _ 33 93 8 34 ΪΪ3 9 35 123 83 36 ΓΪ3 53 37 : ÏÖ 8 38 Ü3 Π 39 14 7 40 15 63 _ : ΪΤ3 73 42 : ÏÖ 63 43 93 6 44 9 8 45 133 83 46 Π 7 47 16 9 48 133 9 49 ΪΤ3 9 5Ö 123 93 _ _ — 52 Ϊ4~5 9 53 1Ö3 8 1 01 368 1 9

Nummermeting X (mm) Y (mm) 54 m3 ÏÖ 55 12 ÏÖ 56 13 8 57 Ï3Ï5 7 58 Ï4 8 59 133 9^ 6Ö ÏT3 73 6Ï ÏÏ3 9 62 Π 7 63 133 9 64 Π3 83 65 Ü3 9 66 ÏF ΓΤ3

Gemiddelde Ï2/7 M3

Maximum A 16 5,5

Maximum B 6 11,5 1 0 1 36 8 1

Claims (10)

1. Inrichting voor het reinigen van de gehoorgang van een mens of dier, voorzien van een handvat en een daarmee verbonden reinigingsorgaan, dat een gekromde of 5 gebogen draad omvat, met het kenmerk, dat de naar binnen gerichte zijde van een gekromde of gebogen draad is voorzien van een uitsparing.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitsparing zich uitstrekt in de langsrichting van de draad.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de uitsparing zich 10 vanaf de buitenzijde van de rand uitstrekt tot bij benadering halverwege de dwarsdoorsnede van de draad.

4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uitsparing gezien in de dwarsdoorsnede van de draad een in hoofdzaak concave gedaante heeft.

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reinigingsorgaan in hoofdzaak de vorm heeft van een lus.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de afmetingen van de breedte van de lus 3-12 mm bedragen, bij voorkeur 5-8 mm, met de meeste voorkeur 6 mm.

7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het handvat aan een uiteinde voorzien is van een verdikking, waarbij het reinigingsorgaan is bevestigd aan of in deze verdikking.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de verdikking aan het handvat een breedte heeft van 10-20 mm, bij voorkeur ongeveer 15 mm.

9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lengte van het reinigingsorgaan vanaf het handvat maximaal 25 mm bedraagt, bij voorkeur 20 mm.

10. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draad een diameter heeft van bij benadering 1 mm. 1 01 368 1