NL1013672C1

NL1013672C1 - Thread relief device.

Info

Publication number: NL1013672C1
Application number: NL1013672A
Authority: NL
Inventors: Paul Gunneman
Original assignee: Te Strake Bv
Priority date: 1999-11-25
Filing date: 1999-11-25
Publication date: 2001-05-28
Also published as: WO2001038216A1; EP1232112B1; CN1162314C; EP1232112A1; CN1399611A; DE60010116T2; DE60010116D1; JP2003514738A; AU2237801A

Description

»»

Titel: DraadafloopinrichtingTitle: Thread relief device

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het geleiden van een draad, welke afloopt van het kopse einde 5 van een draadopslagtrommel van een draadgever-eenheid voor weefmachines, welke inrichting een hol lichaam omvat, dat coaxiaal met en in het verlengde van de draadopslagtrommel is opgesteld, waarbij het holle lichaam aan zijn naar de trommel * gekeerde inloopzijde een grotere diameter heeft dan aan zijn 10 van de trommel afgekeerde uitloopzijde en waarbij het holle lichaam is voorzien van een op de inloopzijde aansluitende eerste axiale zone en van een op de uitloopzijde aansluitende axiale tweede zone en het holle lichaam aan zijn uitloopzijde is voorzien van een uitloopoog.The invention relates to a device for guiding a thread, which runs down from the end end 5 of a thread storage drum of a thread dispenser unit for weaving machines, which device comprises a hollow body, which is coaxial with and in line with the thread storage drum in which the hollow body has a larger diameter on its inlet side facing the drum * than on its outlet side facing away from the drum and wherein the hollow body is provided with a first axial zone connecting to the inlet side and with a connecting axis connecting to the outlet side. axial second zone and the hollow body on its outlet side is provided with an outlet eye.

15 Inrichtingen van de hiervoor aangeduide soort zijn algemeen bekend en worden kortheidshalve ook wel aangeduid met de naam ballonbegrenzer. Dit soort inrichtingen wordt toegepast bij weefmachines, waarbij de inslagdraad vanaf een voorraadklos via een draadgever wordt toegevoerd aan het vak 20 van de weefmachine. Daarbij wordt in de draadgever een bepaalde hoeveelheid draad in al of niet van elkaar gescheiden wikkelingen op een voorraadtrommel gewikkeld.Devices of the aforementioned type are generally known and for the sake of brevity are also referred to by the name balloon limiter. This type of device is used in weaving machines, in which the weft thread is fed from a supply reel via a thread generator to the compartment 20 of the weaving machine. A certain amount of wire is wound on a supply drum in windings, which may or may not be separated from each other, in the wire generator.

Vanaf deze voorraadtrommel loopt de draad daarbij over het kopse einde van de trommel naar het vak van de weefmachine, 25 waarbij de draad met grote snelheid wordt getransporteerd, bijvoorbeeld met behulp van luchtstraalinjectoren.From this storage drum, the thread then runs over the head end of the drum to the compartment of the weaving machine, the thread being transported at great speed, for instance with the aid of air jet injectors.

Een probleem dat zich daarbij voordoet is, dat de draad, bij het met grote snelheid van de trommel aflopen, de neiging heeft om een zogenaamde ballon te vormen, welke tot allerlei 30 problemen leidt. In de eerste plaats is dat een ruimtelijk probleem, daar de ballon, als deze te groot wordt, de neiging heeft aan te slaan tegen andere delen van de inrichting. Een tweede probleem is, dat de ballon door de daarin optredende centrifugaalkrachten de spanning in de inslagdraad vergroot, 35 hetgeen uiteindelijk leidt tot een nadelige beïnvloeding van de kwaliteit van het geweven product en de inbrengcapaciteit van de weefmachine.A problem which arises here is that when the thread runs off the drum at great speed, it tends to form a so-called balloon, which leads to all kinds of problems. In the first place, this is a spatial problem, since the balloon, when it becomes too large, tends to strike against other parts of the device. A second problem is that the balloon increases the tension in the weft thread by the centrifugal forces occurring therein, which ultimately leads to an adverse effect on the quality of the woven product and the insertion capacity of the weaving machine.

Teneinde deze problemen althans ten dele te ondervangen 1013672 f 2 zijn reeds vele uitvoeringen van dit soort inrichtingen bekend. Zo zijn in EP 0 737 161 reeds een groot aantal uitvoeringsvormen van dit soort inrichtingen gepubliceerd. Daaruit is onder andere bekend om de betreffende inrichting 5 uit te voeren als een hol lichaam in de vorm van een afgeknotte kegel met een glad binnenoppervlak. Het binnenoppervlak kan daarbij zijn gevormd door een eenstukkige afgeknotte kegel of door een samenstelling van twee kegeloppervlakken met verschillende tophoek. Het nadeel van 10 een dergelijk hol lichaam met een glad binnenoppervlak is, dat de draad door zijn contact met dat gladde binnenoppervlak veel wrijving ondervindt, wat leidt tot een hoge draadspanning. Bij een andere bekende uitvoeringsvorm is het afgeknotte kegeloppervlak aan zijn binnenzijde voorzien van 15 een aantal naar binnen toe uitspringende stoor- en remmiddelen in de vorm van noppen of ribben. Deze verminderen weliswaar het contact van de draad met het binnenkegeloppervlak en leiden zodoende tot een geringere draadspanning, maar de werking van deze inrichtingen laat 20 toch nog te wensen over.In order to at least partially overcome these problems, many embodiments of this type of device are already known. For example, a large number of embodiments of this type of device have already been published in EP 0 737 161. From this it is known, inter alia, to design the relevant device 5 as a hollow body in the form of a truncated cone with a smooth inner surface. The inner surface can be formed by a one-piece truncated cone or by a composition of two cone surfaces with different top angles. The drawback of such a hollow body with a smooth inner surface is that the wire undergoes much friction due to its contact with that smooth inner surface, which leads to a high thread tension. In another known embodiment, the truncated cone surface is provided on its inside with a number of inwardly projecting interference and braking means in the form of studs or ribs. Although these reduce the contact of the thread with the inner cone surface and thus lead to a lower thread tension, the operation of these devices still leaves something to be desired.

De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting van de hiervoor aangeduide soort te verschaffen met een verbeterde werking en wordt daartoe gekenmerkt, doordat het uitloopoog aan zijn binnenoppervlak is voorzien van één of meer op 25 axiale afstand van elkaar gelegen naar binnen toe uitspringende ribben, die elk in een afzonderlijk vlak zijn gelegen, dat dwars staat op de hartlijn van het holle lichaam. Bij een verdere uitvoeringsvorm is ook de genoemde tweede zone van het holle lichaam aan zijn binnenoppervlak-30 voorzien van één of meer op axiale afstand van elkaar gelegen ribben, die naar binnen toe uitspringen en elk in een afzonderlijk oppervlak zijn gelegen, dat dwars staat op de hartlijn van het holle lichaam.The object of the present invention is to provide a device of the above-mentioned type with an improved effect and is to that end characterized in that the run-out eye is provided on its inner surface with one or more axially spaced inwardly projecting ribs, each of which be disposed in a separate plane transverse to the centerline of the hollow body. In a further embodiment, said second zone of the hollow body is also provided on its inner surface with one or more axially spaced ribs projecting inwardly and each being located in a separate surface transverse to the centerline of the hollow body.

Gebleken is, dat de genoemde ribben, welke gelegen zijn 35 in vlakken, die dwars staan op de hartlijn van het holle lichaam, verrassenderwijs een gunstig effect hebben op de werking van de inrichting, in die zin, dat de spanning in de door de inrichting lopende inslagdraad verder wordt 1013672 3 gereduceerd, terwijl ook de vorming van een ballon verder wordt tegen gegaan.It has been found that the said ribs, which are located in planes transverse to the centerline of the hollow body, surprisingly have a favorable effect on the operation of the device, in that the stress in the by the device running weft thread is further reduced, while also preventing the formation of a balloon.

Bij weefmachines kan de draad op de draadopslagtrommel worden gewikkeld met behulp van een links- ofwel een 5 rechtsomdraaiende wikkelarm. Dit betekent, dat de draadwikkelingen op de draadopslagtrommel in vlakken kunnen liggen, welke een tegengestelde schuinte hebben ten opzichte van de hartlijn van de draadopslagtrommel. Dit betekent ook, dat de aflopende draadwikkelingen in vlakken kunnen liggen 10 met een tegengestelde schuinte ten opzichte van de hartlijn van het holle lichaam. Wanneer nu de genoemde ribben elk in een vlak zijn gelegen met een bepaalde hoek ten opzichte van de hartlijn van het holle lichaam, dan zal een dergelijke inrichting alleen bruikbaar zijn voor een draad, die ofwel 15 rechts- of wel linksom op de draadtrommel is gewikkeld. Dit heeft als consequentie, dat dus voor elke opwikkelrichting van de draad op de opslagtrommel een ander soort afloopinrichting nodig zal zijn. Teneinde dit probleem te ondervangen is een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting 20 volgens de uitvinding gekenmerkt, daardoor dat elk van de ribben in een vlak ligt, dat althans nagenoeg loodrecht staat op de hartlijn van het holle lichaam. Wanneer de ribben in een dergelijk vlak liggen, dat loodrecht staat op de hartlijn van het holle lichaam, zullen dergelijke ribben een invloed 25 hebben op de aflopende draad, welke dezelfde is voor elke opwikkelrichting van de draad op de draadopslagtrommel. Dit betekent dus, dat bij verandering van de opwikkelrichting de afloopinrichting niet behoeft te worden verwisseld.In weaving machines, the thread can be wound on the thread storage drum using a left or a right-handed winding arm. This means that the wire windings on the wire storage drum can lie in planes which have an opposite inclination to the center line of the wire storage drum. This also means that the sloping wire windings can lie in planes with an opposite angle to the centerline of the hollow body. If the said ribs are each situated in a plane with a certain angle with respect to the centerline of the hollow body, such a device will only be usable for a wire which is wound either clockwise or counterclockwise on the wire drum . The consequence of this is that for each winding direction of the thread on the storage drum, a different type of unwinding device will be required. In order to overcome this problem, a further embodiment of the device 20 according to the invention is characterized in that each of the ribs lies in a plane which is at least substantially perpendicular to the axis of the hollow body. When the ribs lie in such a plane that is perpendicular to the centerline of the hollow body, such ribs will have an influence on the unwinding thread, which is the same for each winding direction of the thread on the thread storage drum. This means, therefore, that when the winding direction is changed, the unwinding device does not have to be exchanged.

Hoewel de ribben in hun bijbehorend vlak een onderbroken 30 vorm kunnen hebben, zodat in elk vlak een aantal segmenten van een ring zijn gevormd, is gebleken, dat het volgens de uitvinding van voordeel is om de ribben in hun bijbehorend vlak een doorlopende gesloten cirkelvormige ring te laten vormen over de binnenomtrek van het holle lichaam.Although the ribs can have an interrupted shape in their associated plane, so that a number of segments of a ring are formed in each plane, it has been found according to the invention to have the ribs in their associated plane a continuous closed circular ring. shape over the inner circumference of the hollow body.

35 Bij een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding zijn de eerste en de tweede zone elk gevormd door een afgeknot kegeloppervlak, waarbij de uitloopzijde van de eerste zone aansluit op de inloopzijde 1 01 3672 4 van de tweede zone. Daarbij kan de tophoek van het kegeloppervlak van de eerste zone groter zijn dan die van de tweede zone.In a further favorable embodiment of the device according to the invention, the first and the second zone are each formed by a frusto-conical surface, the outlet side of the first zone connecting to the inlet side 1 01 3672 4 of the second zone. In addition, the top angle of the cone surface of the first zone may be greater than that of the second zone.

Volgens de uitvinding kan het holle lichaam in de 5 genoemde eerste axiale zone een glad binnenoppervlak hebben, maar ook is het mogelijk het holle lichaam in de genoemde eerste zone aan zijn binnenoppervlak te voorzien van naar binnen toe uitspringende oneffenheden, welke als stoor- en remmiddelen voor de draad dienstdoen. Daarbij kunnen de 10 genoemde oneffenheden zijn gevormd door zich in hoofdzaak langs de beschrijvende van het kegeloppervlak uitstrekkende golven of ribben.According to the invention, the hollow body in said first axial zone can have a smooth inner surface, but it is also possible to provide the hollow body in said first zone on its inner surface with inwardly projecting irregularities, which are disturbing and braking means serve for the wire. The said irregularities may be formed by waves or ribs extending substantially along the descriptive waves of the conical surface.

Aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld enkele uitvoeringsvormen van de inrichting volgens 15 de uitvinding zijn weergegeven, zal de uitvinding nader worden toegelicht.The invention will be explained in more detail with reference to the drawing, in which, by way of example, some embodiments of the device according to the invention are shown.

Figuur 1 toont schematisch en niet op schaal een draadgeverinrichting.Figure 1 shows a wire giver device schematically and not to scale.

Figuur 2 en 3 tonen schematisch en niet op schaal in 20 doorsnede twee uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding.Figures 2 and 3 show schematically and not to scale in cross-section two embodiments of a device according to the invention.

Figuur 4 toont schematisch en niet op schaal in doorsnede een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.Figure 4 shows schematically and not to scale in cross-section a further embodiment of the device according to the invention.

25 Figuur 5 en 6 tonen twee mogelijke uitvoeringsvormen van doorsnedes van de inrichting volgens figuur 4.Figures 5 and 6 show two possible embodiments of cross-sections of the device according to figure 4.

In figuur 1 is met het verwijzingscijfer 1 een frame aangeduid, dat een wikkeltrommel 2 draagt. Vanaf een voorraadklos 3 wordt draad 4 met behulp van een wikkelarm 5 30 gewikkeld op de draadopwikkeltrommel 2, vanwaar de draad 4 wordt afgetrokken door een niet nader aangeduide luchtstraalinjector van een weefmachine. Het frame 1 draagt ook nog een stopelement 6, dat in werking treedt zo gauw het aflopen van de draad 4 van de wikkeltrommel 2 gestopt moet 35 worden. In het verlengde van de wikkeltrommel 2 en coaxiaal daarmee is een afloopinrichting 7 opgesteld, welke afloopinrichting 7 de vorm heeft van een afgeknotte kegel met een glad binnenoppervlak en een schematisch aangeduid 1013672 5 uitloopoog 10. Door de wikkelarm 5 wordt een voorraad wikkelingen 8 op de wikkeltrommel 2 gewikkeld, vanwaar de draad 4 daarna naar de weefmachine wordt gevoerd over het kopse einde van de wikkeltrommel 8. Daarbij vormt zich in de 5 draad een ballon 9, welke de genoemde nadelige invloed heeft op de draadspanning en welke door de afloopinrichting 7 zoveel mogelijk dient te worden gereduceerd. Teneinde een en ander zo goed mogelijk te bereiken, voldoet een afloopinrichting 7 met een glad binnenoppervlak, zoals 10 getoond in figuur 1, niet optimaal. Teneinde een en ander te verbeteren is de in figuur 2 schematisch getoonde afloopinrichting 7 voorzien van een uitloopoog 10, dat vervaardigd is van een slijtvast materiaal met goede geleidingseigenschappen voor de draad en welk uitloopoog aan 15 zijn binnenoppervlak is voorzien van uitspringende ribben 11, die elk in een afzonderlijk vlak zijn gelegen, dat loodrecht staat op de hartlijn. Gebleken is dat dergelijke ribben een gunstige invloed hebben op zowel de optredende draadspanning als op de grootte van de ballon 9. Een verdere verbetering 20 kan worden verkregen door, zoals in figuur 3 schematisch is aangegeven, ook de tweede zone 28 van het holle lichaam, welke op de uitloopzijde aansluit, te voorzien van een drietal ribben 30, welke naar binnen toe uitspringen en elk gelegen zijn in een vlak, dat vrijwel loodrecht staat op de 25 hartlijn 31 van de inrichting. Hoewel in dit uitvoeringsvoorbeeld 3 ribben 30 zijn aangeduid, zal het duidelijk zijn, dat het aantal ribben kan variëren, afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden. In de tekening zijn de ribben met onderlinge axiale afstand op het 30 kegeloppervlak aangebracht, maar ook is het wel mogelijk om de ribben zo dicht bij elkaar te plaatsen, dat deze als een golfpatroon op elkaar aansluiten. Verder kunnen de ribben een onderling verschillende hoogte vertonen. Er is verrassenderwijs gebleken, dat dergelijke ribben 30 een 35 verdere gunstige invloed hebben op zowel de draadspanning als de grootte van de ballon 9. Hoewel de inrichting volgens figuur 2 gevormd is door één afgeknot kegeloppervlak, zal het duidelijk zijn, dat zoals in figuur 4 schematisch is 1013672 6 weergegeven, de zones 28 en 29 ook kunnen zijn gevormd door afgeknotte kegeloppervlakken met verschillende tophoeken.In Figure 1, reference numeral 1 designates a frame which carries a winding drum 2. From a supply reel 3, thread 4 is wound onto the thread take-up drum 2 by means of a winding arm 5, from which thread 4 is pulled off by an air jet injector of a weaving machine, which is not further specified. The frame 1 also carries a stop element 6, which comes into effect as soon as the thread 4 of the winding drum 2 has to come to an end. An extension device 7 is arranged in line with the winding drum 2 and coaxially therewith, the outlet device 7 being in the form of a truncated cone with a smooth inner surface and a run-out eye 10 1013672, which is schematically indicated. winding drum 2, from which the thread 4 is then fed to the weaving machine over the end end of the winding drum 8. A balloon 9 is thereby formed in the thread, which has the aforementioned detrimental effect on the thread tension and which is passed through the tap 7 as much may need to be reduced. In order to achieve all this as well as possible, a drain device 7 with a smooth inner surface, as shown in figure 1, is not optimal. In order to improve all this, the drain device 7 shown diagrammatically in Figure 2 is provided with a run-out eye 10, which is made of a wear-resistant material with good conducting properties for the thread and which run-out eye is provided on its inner surface with protruding ribs 11, each of which be located in a separate plane perpendicular to the centerline. It has been found that such ribs have a favorable influence on both the occurring thread tension and on the size of the balloon 9. A further improvement 20 can be obtained by, as shown schematically in figure 3, also the second zone 28 of the hollow body, which connects to the outlet side, to be provided with three ribs 30, which project inwardly and which are each located in a plane which is almost perpendicular to the axis 31 of the device. Although 3 ribs 30 are indicated in this exemplary embodiment, it will be clear that the number of ribs can vary depending on the operating conditions. In the drawing, the ribs are arranged with axial distance on the conical surface, but it is also possible to place the ribs so close together that they adjoin one another as a wave pattern. Furthermore, the ribs can have a mutually different height. It has surprisingly been found that such ribs 30 have a further favorable influence on both the thread tension and the size of the balloon 9. Although the device according to figure 2 is formed by one frusto-conical surface, it will be clear that, as in figure 4 1013672 6 is shown schematically, zones 28 and 29 can also be formed by truncated cone surfaces with different top angles.

Bij de inrichtingen volgens figuur 2 en 3 is de zone 28 uitgevoerd als een hol afgeknot kegeloppervlak met een glad 5 binnenoppervlak. Gebleken is dat een verdere verbetering van de inrichting kan worden verkregen door de eerste zone 28 aan zijn binnenoppervlak te voorzien van uitspringende stoor- en remmiddelen, welke bijvoorbeeld, zoals in figuur 4 is aangegeven, kunnen zijn gevormd door ribben 32. Deze ribben 10 32 verlopen daarbij ongeveer volgens de beschrijvende van het afgeknotte kegeloppervlak en kunnen daarbij, zoals in figuur 5 is weergegeven, separaat over het binnenoppervlak van de holle kegel zijn verdeeld, waarbij de afstand tussen de ribben onderling gelijk of verschillend kan zijn.In the devices according to Figs. 2 and 3, the zone 28 is designed as a hollow truncated cone surface with a smooth inner surface. It has been found that a further improvement of the device can be obtained by providing the first zone 28 on its inner surface with protruding interference and braking means, which, for example, as indicated in figure 4, can be formed by ribs 32. These ribs 32 proceed approximately according to the description of the truncated cone surface and can, as shown in figure 5, be distributed separately over the inner surface of the hollow cone, the distance between the ribs being mutually equal or different.

15 Echter is het ook mogelijk, zoals in figuur 7, om deze ribben 32 als een golfpatroon over het binnenoppervlak te verdelen, waarbij dan de ene golf direct op de andere aansluit. In plaats van een golfpatroon kunnen de ribben 32 ook uitgevoerd zijn als een zig-zag patroon met enigszins 20 afgeronde punten. Opgemerkt zij, dat bij de inrichtingen als getoond in figuur 3, 4 en 5 om duidelijkheidsredenen het inloopoog 10 niet is getoond.However, it is also possible, as in figure 7, to distribute these ribs 32 as a wave pattern over the inner surface, one wave then directly connecting to the other. Instead of a wave pattern, the ribs 32 can also be designed as a zig-zag pattern with slightly rounded tips. It should be noted that for the sake of clarity, the run-in eye 10 is not shown in the devices as shown in Figures 3, 4 and 5.

1 0 1 36721 0 1 3672

Claims

1. A device for guiding a thread, which runs down from the head end of a thread storage drum of a weaving unit for weaving machines, which device comprises a hollow body, which is arranged coaxially with and in line with the thread storage drum, the the hollow body on its inlet side facing the drum has a diameter greater than that on its outlet side remote from the drum and wherein the hollow body is provided with a first axial zone connecting to the inlet side and with an axial second zone connecting to the outlet side and the hollow body being provided on its run-out side with a run-out eye, characterized in that at least the run-out eye is provided on its inner surface with one or more axially spaced inwardly projecting ribs, each of which is in a separate plane located transverse to the center line of the run-out eye.

2. Device according to claim 1, characterized in that in said second zone the inner surface of the hollow body is provided with one or more axially spaced inwardly projecting ribs, each of which is located in a separate plane , which is perpendicular to the centerline of the hollow body.

Device according to claim 1 or 2, characterized in that each of the ribs lies in a plane which is at least substantially perpendicular to the centerline of the hollow body.

4. Device according to claim 1, 2 or 3, characterized in that each of the ribs in their associated plane forms a continuous closed circular ring over the inner circumference of the hollow body or the run-out eye.

5. Device as claimed in claim 1, 2, 3 or 4, characterized in that the first and second zones are each formed by a frusto-conical surface, the outlet side of the first zone adjoining the inlet side of the second zone.

Device according to claim 5, characterized in that the top angle of the cone surface of the first zone is greater than 1013672 δ than that of the second zone.

Device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the hollow body in said first axial zone has a smooth inner surface.

8. Device according to one or more of claims 1 to 6, characterized in that the hollow body in said first zone is provided on its inner surface with inwardly projecting irregularities which act as interference and braking means for the wire serving.

Device according to claim 8, characterized in that said irregularities are formed by waves or ribs extending substantially along the descriptive waves of the conical surface. 1013672