NL1013660C2 - Inrichting geschikt voor het behandelen van vloeistoffen, in het bijzonder vervuild water. - Google Patents

Description

1 *

Korte aanduiding: Inrichting geschikt voor het behandelen van vloeistof fen, in het bijzonder vervuild water.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting 5 geschikt voor het behandelen van vloeistoffen, in het bijzonder vervuild water, welke inrichting is voorzien van een behandelkamer en op de behandelkamer aangesloten vloeistofinlaat en vloeistofuitlaat, waarbij in de behandelkamer een aantal zich nagenoeg evenwijdig uitstrekkende ultravioletlampen zijn gelegen, die in zich evenwijdig uitstrekkende lagen 10 zijn gelegen, welke ultravioletlampen ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn.

Bij een dergelijke, uit het Duitse gebruiksmodel 93.20.594.5 bekende inrichting zijn in de behandelkamer een aantal ultraviolet(UV)-l ampen gelegen, waarbij met behulp van de door de UV-1 ampen 15 uitgezonden UV-stral ing de door de behandelkamer stromende vloeistof, zoals bijvoorbeeld vervuild water wordt gereinigd.

Bij deze bekende inrichting zijn de lagen nabij een eerste langszijde scharnierbaar verbonden met een op het water drijfbare constructie terwijl de van de eerste langszijde afgekeerde tweede 20 langszijde op een bodem van de behandelkamer rust. Indien het waterniveau in de behandelkamer stijgt, zal de constructie in opwaartse richting worden verplaatst waarbij de lagen een andere hoek ten opzichte van de bodem gaan innemen. De onderlinge afstand van de lagen verandert hierbij in geringe mate.

25 De mate van reiniging wordt bepaald door de dosis ultraviolette straling waaraan de vloei stofdeeltjes worden blootgesteld. De door een ultravioletlamp uitgezonden straling is echter afhankelijk van de leeftijd van de lamp. Of bovendien water dat op enige afstand langs een UV-1amp stroomt met UV-licht wordt bestraald hangt verder af van de 30 afstand tussen de lampen en de transmissiewaarde van de vloeistof.

De bekende inrichting heeft als nadeel dat bij een andere transmissie van de te behandelen vloeistof of door een verminderde uitstraling van UV-licht door veroudering van de lamp slechts een beperkte verandering van de onderlinge afstand van de lagen kan worden bewerkstel-35 ligd ten gevolge waarvan niet alle vloei stofdeeltjes voldoende zullen worden bestraald en er geen optimale reiniging wordt verkregen.

101^660 ' «· 2

De uitvinding heeft als doel een inrichting te verschaffen waarmee de nadelen van de bekende inrichting worden vermeden.

Dit doel wordt bij de inrichting volgens de uitvinding bereikt doordat de lagen ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn in 5 een dwars op de lagen uitstrekkende richting.

Doordat de 1 ampen ten opzichte van el kaar verpl aatsbaar zijn in een dwars op de lagen uitstrekkende richting, kan afhankelijk van de gewenste minimale dosis UV-straling voor alle vloei stofdeeltjes nagenoeg elke gewenste afstand tussen de lampen worden ingesteld. Op deze wijze 10 kan de gewenste reiniging van een vloeistof worden gegarandeerd.

Evenwijdig uitstrekkende lagen zijn op relatief eenvoudige wijze mechanisch, hydraulisch en/of pneumatisch in een dwars op elkaar uitstrekkende richting ten opzichte van elkaar verplaatsbaar. Bij voorkeur zijn tussen de lagen veren gelegen waarbij door het ten 15 opzichte van elkaar verplaatsen van de buitenste lagen eveneens de daartussen gelegen lagen worden verplaatst en alle lagen op eenzelfde onderlinge afstand komen te liggen.

Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de lampen van een eerste laag 20 versprongen zijn gelegen ten opzichte van de lampen in de tegenover de eerste laag gelegen tweede laag.

Door de ten opzichte van elkaar versprongen gelegen lampen en met name indien de lampen van de ene laag midden tussen de lagen lampen van de andere laag zijn gelegen, zal bij elke afstand tussen de 25 lagen een goede stralingsverdeling worden verkregen.

Een nog verdere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de lagen zich in bedrijf nagenoeg horizontaal uitstrekken, waarbij een nabij de bovenzijde gelegen laag is verbonden met een op de te behandelen vloeistof drijfbaar element. 30 Hierdoor wordt de afstand tussen de lagen bepaald door het in de behandelkamer aanwezige vloeistofniveau. Indien het vloeistofniveau relatief laag is, zal het drijfbare element onder invloed van de zwaartekracht in neerwaartse richting verplaatsen ten gevolge waarvan de lagen dichter bij elkaar komen te liggen. Indien het vloeistofniveau in 35 de behandelkamer hoger wordt, verplaatst het drijvend element zich automatisch opwaarts, waarbij de lagen uit elkaar worden verplaatst. Op 1-1^660 1 · 3 deze wijze is het mogelijk om bij een vloeistof met een relatief lage transmissiewaarde de toevoer aan de behandelkamer te verlagen ten gevolge waarvan automatisch de lagen naar elkaar toe worden verplaatst en de lampen dichter bij elkaar komen te liggen zodat ondanks de lage transmissiewaarde 5 toch een voldoende dosis UV-straling aan alle vloeistofdeeltjes wordt toegevoerd.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin fig. 1 een inrichting volgens de uitvinding toont.

Fig. 1 toont een inrichting 1 volgens de uitvinding 10 die is voorzien van een aantal zich horizontaal uitstrekkende strippen 2, zich horizontaal uitstrekkende, in kwartsbuizen gelegen, lampen 3 en zich verticaal uitstrekkende geleidingsstangen 4. De strippen 2 en de lampen 3 strekken zich nagenoeg dwars op elkaar uit en zijn nabij uiteinden onderling verbonden. De strippen 2 en lampen 3 zijn in verschillende lagen 15 5-9 gelegen waarbij de lampen 3 in eerste lagen 5, 7, 9 midden tussen lampen 3 van daartussen gelegen tweede lagen 6, 8 zijn opgesteld.

In fig. 1 zijn slechts vijf lagen weergegeven. Het moge duidelijk zijn dat het aantal lagen, het aantal geleidingsstangen en het aantal tussen twee geleidingsstangen gelegen lampen afhankelijk van onder 20 meer de grootte van de behandelkamer (niet weergegeven), de te behandelen vloeistof etc. kan worden aangepast.

Om alle geleidingsstangen 4 zijn veren 10 gelegen die elk met een eerste uiteinde zijn verbonden met een strip 2 van een eerste laag 5, 7, 9 en met een tweede uiteinde zijn verbonden met een strip 2 25 van een tweede laag 6, 8. Door de veren 10 worden de verschillende lagen 5-9 op een voorafbepaalde afstand van elkaar gehouden.

De lampen 3 zijn in kwartsbuizen gelegen die verder met bijvoorbeeld lucht zijn gevuld. Hierdoor ondervinden de lampen 3 in het water een opwaarts gerichte kracht. Door het gewicht van de met de 30 lampen 3 verbonden strippen 2 ondervinden de lampen 3 een neerwaarts gerichte kracht.

Door een keuze van het soort strippen en het gewicht daarvan is het mogelijk om de lagen als het ware in het water te laten zweven, zodat alleen door de veren de afstand tussen de lagen wordt 35 bepaald.

De werking van de inrichting 1 zal nu beknopt worden 1013660 4 toegelicht.

Via een waterinlaat (niet weergegeven) wordt te reinigen water in een behandelkamer gelaten die is voorzien van inrichting 1. Water stroomt langs de UV-licht uitstralende lampen 3 en verlaat in de door 5 pijl PI aangegeven richting via een wateruitlaat de behandelkamer.

Om een gewenste reiniging van het water te verkrijgen dient aan het water een bepaalde dosis UV-straling te worden toegevoerd. Of alle vloei stofdeeltjes ook werkelijk de gewenste dosis ontvangen hangt onder meer af van transmissiewaarde van het vervuilde water en de leeftijd 10 van de UV-lampen 3.

Indien men de ontvangen dosis UV-straling, met name nabij het midden M tussen de lampen wenst te verhogen, wordt met op zich bekende middelen mechanisch, pneumatisch, hydraulisch of met behulp van een hierboven beschreven op de vloeistof drijvend element, de bovenste 15 laag in neerwaartse richting gedrukt waarbij door de tussen alle lagen aanwezige veren 10, alle lagen ten opzichte van elkaar zullen worden verplaatst tot een gewenste afstand tussen de lagen.

Het is uiteraard ook mogelijk om de onderste laag in opwaartse richting te verplaatsen.

20 Bij de in fig. 1 weergegeven situatie is laag 8 als het ware niet verplaatst terwijl de daaromheen gelegen lagen 7, 9 naar de laag 8 toe zijn verplaatst en de lagen 7’ en 9’ vormen met UV-lampen 3’. De lampen 35 bevinden zich nu op een afstand L’ van alle lampen 3 van de daarnaast gelegen lagen.

25 Indien het water een relatief hoge transmissie heeft en/of de lampen relatief nieuw zijn en/of een relatief geringe UV-dosis is gewenst kunnen de lagen 5-9 van elkaar af worden verplaatst, waarbij ten opzichte van laag 8 de lagen 7 en 9 zich naar de met 7” en 9” weergegeven stand bewegen en de in de lagen 7” en 9” gelegen lampen 3” 30 de in fig. 1 weergegeven positie innemen, waarbij de lampen 3” zich op een afstand L” van de lampen 3 van de daaromheen gelegen lagen bevinden.

Het moge duidelijk zijn dat in fig. 1 slechts de verplaatsing van een enkele lamp 3 van de laag 7 en van de laag 9 ten opzichte van een in fig. 1 niet verplaatsende laag 8 is weergegeven. In 35 de praktijk zal het de voorkeur verdienen om de onderste laag star met de behandelkamer te verbinden en de overige, daarboven gelegen lagen ten 1013660 5 opzichte van de onderste laag verplaatsbaar te laten zijn.

Het is uiteraard ook mogelijk om met behulp van schroefspindels, zuigercilindercombinaties of andere mechanische, pneumatische of hydraulische middelen de lagen ten opzichte van elkaar 5 te laten verplaatsen.

Het is uiteraard ook mogelijk om de lampen van een laag ten opzichte van elkaar verplaatsbaar te maken.

Met behulp van de in lagen gelegen lampen en de tussen de lagen gelegen veren kunnen op relatief eenvoudige wijze alle lagen op 10 eenzelfde nieuwe onderlinge afstand worden gebracht.

Het is echter uiteraard ook mogelijk om elke lamp te voorzien van een afzonderlijk aandrijfmechanisme met behulp waarvan de lamp op een nagenoeg willekeurige positie in de behandelingskamer kan worden gebracht.

15 Het is ook mogelijk om de strippen 2 van een laag onderling te verbinden met zich dwars op de strippen 2 uitstrekkende verbi ndi ngsstri ppen.

Het is ook mogelijk dat men het water evenwijdig aan de lampen laat stromen.

20 Het is ook mogelijk om de strippen te voorzien van een bepaald stromingsprofiel zodat het water een turbulente stroming ondergaat.

1 0 1 3 6 60

Claims (7)

1. Inrichting geschikt voor het behandelen van vloeistoffen, in het bijzonder vervuild water, welke inrichting is voorzien 5 van een behandelkamer en op de behandelkamer aangesloten vloei stofinlaat en vloeistofuitlaat, waarbij in de behandelkamer een aantal zich nagenoeg evenwijdig uitstrekkende ultraviolet!ampen zijn gelegen, die in zich evenwijdig uitstrekkende lagen zijn gelegen, welke ultravioletlampen ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn, met het kenmerk, dat de lagen ten 10 opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn in een dwars op de lagen uitstrekkende richting.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lampen van een eerste laag versprongen zijn gelegen ten opzichte van de lampen in de tegenover de eerste laag gelegen tweede laag.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de lamp van de eerste laag nagenoeg midden tussen twee nabijgelegen lampen van de tweede laag is gelegen.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat tussen de lagen veren zijn gelegen.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat elke laag dwars op de lampen uitstrekkende strippen omvat waarmee de lampen losneembaar zijn verbonden, terwijl de inrichting verder is voorzien van zich dwars op de strippen en lampen uitstrekkende geleidingsstangen ten opzichte waarvan de strippen samen met de daarmee 25 verbonden lampen verplaatsbaar zijn.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de lagen ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn met behulp van mechanische, pneumatische en/of hydraulische aandrijfmid-delen.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de lagen zich in bedrijf nagenoeg horizontaal uitstrekken, waarbij een nabij de bovenzijde gelegen laag is verbonden met een op de te behandelen vloeistof drijfbaar element. t o 1 3 6 6 0