NL1013608C2 - Slangkoppeling. - Google Patents

Slangkoppeling. Download PDF

Info

Publication number
NL1013608C2
NL1013608C2 NL1013608A NL1013608A NL1013608C2 NL 1013608 C2 NL1013608 C2 NL 1013608C2 NL 1013608 A NL1013608 A NL 1013608A NL 1013608 A NL1013608 A NL 1013608A NL 1013608 C2 NL1013608 C2 NL 1013608C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hose
coupling
coupling according
clamping
cross
Prior art date
Application number
NL1013608A
Other languages
English (en)
Inventor
Lucas Salomons
Eelco Fransiscus Zeinstra
Original Assignee
Kuiken Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kuiken Nv filed Critical Kuiken Nv
Priority to NL1013608A priority Critical patent/NL1013608C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1013608C2 publication Critical patent/NL1013608C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L33/00Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses
    • F16L33/22Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses with means not mentioned in the preceding groups for gripping the hose between inner and outer parts
    • F16L33/222Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses with means not mentioned in the preceding groups for gripping the hose between inner and outer parts the external piece comprising segments pressed against the hose by wedge shaped elements
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L33/00Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses
    • F16L33/22Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses with means not mentioned in the preceding groups for gripping the hose between inner and outer parts
    • F16L33/223Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses with means not mentioned in the preceding groups for gripping the hose between inner and outer parts the sealing surfaces being pressed together by means of a member, e.g. a swivel nut, screwed on or into one of the joint parts
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L33/00Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses
    • F16L33/28Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses for hoses with one end terminating in a radial flange or collar
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L37/00Couplings of the quick-acting type
    • F16L37/26Couplings of the quick-acting type in which the connection is made by transversely moving the parts together, with or without their subsequent rotation

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Joints That Cut Off Fluids, And Hose Joints (AREA)

Description

Slangkoppeling
De uitvinding betreft een slangkoppeling voor het koppelen van een soepele transportslang die bestemd is voor het op een overdruk transporteren van een medium, 5 zoals een waterslang met grote doorsnede voor hét transport van bluswater en dergelijke, welke slangkoppeling een slangbevestigingsdeel heeft waaraan de slang bevestigd kan worden, alsmede een koppeldeel waaraan een verdere koppeling kan worden gekoppeld.
In het algemeen bestaan transportslangen uit een min of meer groot aantal 10 stukken slang met een beperkte lengte. De beperkte lengte van de stukken hangt samen met fabricagebeperkingen, en ook met de wens om bij beschadigingen niet al te grote stukken te moeten afdanken.
Dientengevolge bezit een slang van redelijke lengte, bijvoorbeeld van 1 a 2 kilometer zoals voorkomt bij het verpompen van bluswater, een vrij groot aantal 15 koppelingen. Vooral bij slangen met een grote capaciteit en daarom vrij grote diameters bezitten deze slangkoppelingen bovendien zodanig grote afmetingen dat het ontwikkelen of opbergen van de complete samengestelde slang problematisch wordt. De omvangrijke, zware koppelingen nemen daarbij een onevenredig groot deel van de bergruimte in beslag.
20 - Het in aan elkaar gekoppelde toestand gereedmaken van de slang is echter een belangrijke voorwaarde voor de toepassing bij bluswerkzaamheden. Er is niet voldoende tijd om de slag uit de aparte slangstukken samen te stellen. In die gevallen wordt de slang getrokken vanuit een vrachtwagen waarop zich de slangbergruimte bevindt, welke vrachtwagen normaal gesproken het traject vanaf de watervoorraad naar 25 de blusplaats met vrij hoge snelheid moet afleggen.
Ook daarbij doen zich de nadelen van vrij grote slangkoppelingen voor. Het op gelijkmatige, snelle wijze zonder al te veel stootbelastingen uittrekken van de slangkoppelingen is niet eenvoudig. De slangkoppelingen kunnen daarbij tegen elkaar stoten. Bovendien bestaat het gevaar dat de koppeling en eventueel de slang onder het 30 eigen gewicht beschadigd raken wanneer de koppeling op de grond terechtkomt.
Doel van de uitvinding is daarom een slangkoppeling te verschaffen die enerzijds geschikt is voor slangen met een grote transportcapaciteit, en die anderzijds niet al te veel ruimte inneemt en die gemakkelijker gehanteerd kan worden bij het uittrekken van 101 3608 2 de slang. Dat doel wordt bereikt doordat de slangkoppeling althans in drukloze toestand een afgeplatte dwarsdoorsnedevorm heeft.
Aangezien de dwarsafmetingen van de slangkoppeling althans in één richting kleiner zijn, kan de daarmee uitgeruste slang in een aanzienlijk kleiner volume worden 5 opgeborgen. De totale oppervlakte van de dwarsdoorsnede kan enigszins kleiner zijn dan de oppervlakte van de nominale dwarsdoorsnede van de slang, maar eventueel kan dat gecompenseerd worden door de koppeling dwars op zijn kleinste afmeting groter te maken dan de slang. Niettemin blijft de koppeling toch voordelen houden boven de traditionele slangkoppeling, aangezien een afgeplatte vorm makkelijker te hanteren en 10 op te bergen is dan een ronde slangkoppeling.
De dwarsdoorsnedevorm van de koppeling kan bijvoorbeeld ovaal of elliptisch zijn. Voordeel van een dergelijke vorm is dat de koppeling naar een stand rolt waarin zijn hoogte minimaal is. Daardoor nemen de koppeling relatief weinig ruimte in, en kan de daarmee uitgeruste slang beter worden opgeborgen.
15 Volgens een eerste mogelijkheid kunnen het slangbevestigingsdeel en het koppeldeel uit een kunststof bestaan, zodanig dat bij het toenemen van de overdruk van het medium de dwarsdoorsnedevorm verandert en meer een cirkelvormige dwarsdoorsnedevorm benadert. In dat geval worden de voordelen van de afgeplatte vorm gecombineerd met die van de traditionele, ongestoorde ronde vorm met 20 betrekking tot de capaciteit.
Het slangbevestigingsdeel kan een slanginklemming omvatten die, in axiale doorsnede, een ondersnijding heeft waarin het slangeind zodanig is opgenomen dat de door de overdruk veroorzaakte axiale trekkracht in de slang een radiale inklemkracht van het slangeind opwekt, waarbij ondersnijding een schuin oploopvlak heeft 25 waartegen het slangeind steunt.
Onder invloed van de trekkracht in die slang, die opgewekt wordt door de inwendige overdruk, treedt dan een inklemming van de slang op in de slangkoppeling die hoger wordt naarmate de overdruk hoger wordt.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm is het slangeind opgenomen in een 30 rondlopende kamer in het bevestigingsdeel, welke kamer is begrensd door twee naar elkaar gekeerde wanden tegen een waarvan het slangeind aan ligt, welk slangeind een teruggeslagen deel heeft dat tegen het schuine oploopvlak aan de andere wand aan ligt, 101 3608 3 waarbij zich tussen het oploopvlak en het omgeslagen slangeind een klemring bevindt, en zich in het omgeslagen slangeind een verdere klemring bevindt
Volgens een verdere variant kunnen het slangbevestigingsdeel en het koppeldeel star zijn, in welk slangbevestigingsdeel het slangeind is ingeklemd. Een dergelijke 5 slangkoppeling kan op traditionele wijze uit een metaal zoals aluminium bestaan.
Bij voorkeur wordt de slang daarbij door klemming vastgezet. Dat kan gerealiseerd worden indien het slangbevestigingsdeel een steunhuls heeft die in aanraking is met het inwendig oppervlak van het slangeind, alsmede een losse, overeenkomstig de steunhuls gevormde drukring die de steunhuls onder inklemming 10 van het slangeind omgeeft. De steunhuls en de drukring lopen overeenkomstig schuin ten opzichte van de langsrichting, zodanig dat het slangeind ingeklemd wordt door het in axiale richting naar elkaar aangedrukt houden van de steunhuls en de drukring.
Het onderling koppelen van de slangkoppelingen zelf kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, bijvoorbeeld met behulp van flenzen en bouten. Ter 15 vereenvoudiging van de koppelwerkzaamheden echter kan het koppeldeel een kraag bezitten met een radiaal aanligvlak dat is gekeerd naar het vrije eind van het koppeldeel, alsmede met een klemvlak dat is afgekeerd van het aanligvlak, welk klemvlak tenminste gedeeltelijk een hoek maakt met het radiale aanligvlak, alsmede klemringhelften die samen de kraag omgeven en een overeenkomstig gevormd 20 klemvlak vormen.
Bij voorkeur heeft het klemvlak van de kraag twee klemvlakdelen die liggen aan weerszijden van een symmetrievlak, waarvan een klemvlakdeel samenvalt met een radiaal vlak, en het andere klemvlakdeel samenvalt met een vlak dat een van nul verschillende hoek maakt met dat radiale vlak.
25 Door het opschuiven van de klemringhelften worden de slangkoppelingen naar elkaar gedrongen als gevolg van de wigvormig, schuin verlopende oppervlakken, waardoor een stevige verbinding is verzekerd.
Ter versteviging van de slangkoppeling is tenminste een dam voorzien die de inwendige dwarsdoorsnede van de doorgang overbrugt volgens in wezen de richting 30 van de kleinste dwarsafmeting daarvan. De uitvinding zal vervolgens nader worden toegelicht aan de hand van enkele in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.
Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede volgens de grootste afmeting van een slangkoppeling volgens de uitvinding, volgens II-II van figuur 1.
1 01 3608 4
Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede volgens de kleinste afmeting, volgens I-I van figuur 2.
Figuur 3 toont een vooraanzicht van een slangkoppeling.
Figuur 4 toont twee samengestelde slangkoppelingen, met slangen.
5 Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede door de wand van een tweede variant van de slangkoppeling.
Figuur 6 toont een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van een derde variant.
De in figuur 1 weergegeven doorsnede is genomen volgens de grootste dwarsafmeting van de slangkoppeling 1. Deze starre, bijvoorbeeld uit aluminium 10 vervaardigde slangkoppeling 1 omvat een slangbevestigingsdeel 2 waaraan de soepele slang 3 met nominale diameter c is bevestigd, alsmede een koppeldeel 4 waarmee de slangkoppeling 1 gekoppeld kan worden aan bijvoorbeeld een verdere slangkoppeling 1, aan een mondstuk van een vat en dergelijke.
Het slangbevestigingsdeel 2 omvat een steunhuls 5 waarover heen het eind van de 15 slang 3 is gestulpt. Dit steundeel 5 loopt schuin af. Verder omvat het slangbevestigingsdeel 2 een losse, aan het binnenoppervlak overeenkomstig schuin gevormde drukring 6 die door middel van bouten 7 en moeren 8 is bevestigd aan de hulpflens 9. Als gevolg van het aandraaien van de bouWmoerverbinding 7,8 wordt het eind van de slang 3 stevig ingeklemd tussen de overeenkomstig schuin gevormde 20 oppervlakken van de drukring 6 en de steunhuls 5.
Het koppeldeel 4 omvat een kraag 10 met een radiaal aanligvlak 11, waarin zich een rondlopende groef 12 bevindt. In deze rondlopende groef 12 is een flexibele afdichtring 13 opgenomen. De flexibele afdichtring 13 steekt een weinig uit ten opzichte van het radiale aanligvlak 11, zodanig dat door het tegen elkaar aandrukken 25 van twee slangkoppelingen 1, de gewenste afdichting wordt verkregen.
De kraag 10 bezit aan zijn andere zijde een klemvlak 14 dat zich uitstrekt over de helft, in radiale richting, van de kraag 10 en dat een wighoek α maakt met een radiaal vlak.
De andere helft, gezien in radiale richting, van de kraag 10 bezit een radiaal 3 0 verlopend tegenvlak 15.
Bij elke slangkoppeling 1 behoort een klemring 16, die achter een helft van de kraag 10 grijpt. De klemringhelft 16 heeft twee naar elkaar gekeerde klemvlakdelen 17, 1013608 5 18, waarvan één klemvlakdeel 17 onder een overeenkomstige hoek α verloopt en het andere klemvlakdeel 18 verloopt volgens een radiaal vlak.
Zoals weergegeven in figuur 1, grijpt het klemvlakdeel 18 van de klemringhelft 16 aan op het radiale klemvlakdeel 15 van de kraag 10, terwijl het onder de hoek α 5 verlopende klemvlakdeel 17 van de klemringhelft 16 in samenwerking'moet worden gebracht met het eveneens onder een hoek α verlopende klemvlakdeel 14.
Zoals weergegeven in figuur 3, strekt zich over de doorgang 19 van de slangkoppeling 1 een dam 20 uit, en wel over het smalste gedeelte van de doorgang 19. Deze dam 20 heeft ten doel om de vormvastheid van de slangkoppeling 1 te verzekeren 10 bij inwendige overdrukken.
In het aanzicht van figuur 4 is een tweetal slangkoppelingen 1 weergegeven, onderling gekoppeld door twee klemringhelften 16 waarvan één zichtbaar is.
In de variant van figuur 5 is een detail van de dwarsdoorsnede door de wand van een soepele slangkoppeling volgens de uitvinding weergegeven. Het 15 slangbevestigingsdeel 2 omvat daarbij een ondersnijding 21 die een rondlopende kamer 22 begrenst, met tegenoverliggende wanden 29,30. Het slangeind is geslagen om een eerste O-ring 23, zodanig dat dat eind aanligt tegen een tweede O-ring 24 die een oploopvlak vormt. Deze O-ring 24 is op zijn beurt ondersteund door een manchet 25, dat in de ondersnijding 21 wordt vastgehouden.
20 Bij het ophopen van de druk in het inwendige van de slang, treedt een trekkracht op in de slangwand die ervoor zorgt dat het slangeind stevig wordt aangetrokken tussen de beide O-ringen 23,24.
In de variant van figuur 6 bestaat het oploopvlak uit een schuin wandgedeelte 26, dat de kamer 22 met tegenoverliggende wanden 29,30 begrenst. Het omgeslagen 25 slangeind ligt onder inklemming van de O-ring 27 tegen dat wandgedeelte 26. Tevens is een inwendige afdichtlip 28 voorzien die onder invloed van de inwendige overdruk mee naar buiten toe wordt gevormd samen met de slang, zodanig dat de afdichting ook bij hogere druk gewaarborgd is.
1013608

Claims (18)

1. Slangkoppeling (1) voor het koppelen van een soepele transportslang (3) die 5 bestemd is voor het op een overdruk transporteren van een medium, zoals een waterslang met grote doorsnede voor het transport van bluswater en dergelijke, welke slangkoppeling (1) een slangbevestigingsdeel (2) heeft waaraan de slang (7) bevestigd kan worden, alsmede een koppeldeel (4) waaraan een verdere koppeling kan worden gekoppeld, met het kenmerk dat de slangkoppeling (1) althans in drukloze toestand een 10 afgeplatte dwarsdoorsnedevorm heeft.
2. Slangkoppeling volgens conclusie 1, waarbij het slangbevestigingsdeel (2) en het koppeldeel (4) uit een kunststof bestaan, zodanig dat bij het toenemen van de overdruk van het medium de dwarsdoorsnedevorm verandert en meer een cirkelvormige 15 dwarsdoorsnedevorm benadert, onder handhaving van de afdichting.
3. Slangkoppeling volgens conclusie 2, waarbij het slangbevestigingsdeel (2) een slanginklemming omvat die, in axiale doorsnede, een ondersnijding (21) heeft waarin het slangeind zodanig is opgenomen dat de door de overdruk veroorzaakte axiale 20 trekkracht in de slang een radiale inklemkracht van het slangeind opwekt.
4. Slangkoppeling volgens conclusie 3, waarbij de ondersnijding (21) een schuin oploopvlak heeft waartegen het slangeind steunt.
5. Slangkoppeling volgens conclusie 4, waarbij het slangeind is opgenomen in een rondlopende kamer (22) in het slangbevestigingsdeel (2), welke kamer is begrensd door twee naar elkaar gekeerde wanden (29,30) tegen een waarvan het slangeind aan ligt, welk slangeind een teruggeslagen deel heeft dat tegen het schuine oploopvlak (26) aan de andere wand aan ligt. 30
6. Slangkoppeling volgens conclusie 5, waarbij het oploopvlak bestaat uit een klemring. 1 01 3608
7. Slangkoppeling volgens conclusie 5 of 6, waarbij zich in het omgeslagen slangeind een verdere klemring (24) bevindt.
8. Slangkoppeling volgens conclusie 7, waarbij het slangeind aanligt tegen de 5 binnenste wand (29), welke wand (29) is voorzien van een afdichtlip (28) die onder invloed van de inwendige overdruk in de slang aangedrukt gehouden wordt tegen het inwendig oppervlak van de slang.
9. Slangkoppeling volgens conclusie 1, waarbij het slangbevestigingsdeel (2) en het 10 koppeldeel (4) star zijn, in welk slangbevestigingsdeel (2) het slangeind is ingeklemd.
10. Slangkoppeling volgens conclusie 9, waarbij het slangbevestigingsdeel (2) een steunhuls (5) heeft die in aanraking is met het inwendig oppervlak van het slangeind, alsmede een losse, overeenkomstig de steunhuls (5) gevormde drukring (6) die de 15 steunhuls (5) onder inklemming van het slangeind omgeeft.
11. Slangkoppeling volgens conclusie 10, waarbij de steunhuls (5) en de drukring (6) overeenkomstig schuin ten opzichte van de langsrichting lopen, zodanig dat het slangeind ingeklemd is door het in axiale richting naar elkaar aangedrukt houden van 20 de steunhuls (5) en de drukring (6).
12. Slangkoppeling volgens conclusie 9, 10 of 11, waarbij het koppeldeel (4) een kraag (10) heeft met een radiaal aanligvlak (11) dat is gekeerd naar het vrije eind van het koppeldeel (10), en met een klemvlak (14, 15) dat is afgekeerd van het aanligvlak, 25 welk klemvlak (14, 15) tenminste gedeeltelijk een hoek maakt met het radiale aanligvlak (11), alsmede klemringhelften (16) die samen de kraag (10) omgeven en een overeenkomstig gevormd klemvlak (17,18) vormen.
13. Slangkoppeling volgens conclusie 12, waarbij het klemvlak (14, 15) van de kraag 30 (11) twee klemvlakdelen (14,15) heeft die liggen aan weerszijden van een symmetrievlak, waarvan een klemvlakdeel (15) samenvalt met een radiaal vlak, en het andere klemvlakdeel (14) samenvalt met een vlak dat een van nul verschillende hoek maakt met dat radiale vlak. 1 01 3608 δ
14. Slangkoppeling volgens conclusie 13, waarbij elke klemringhelft (16) twee naar elkaar gekeerde klemvlakdelen (17,18) heeft, waarvan een klemvlakdeel (18) samenvalt met een radiaal vlak, en het andere klemvlakdeel (17) samenvalt met een 5 vlak dat een van nul verschillende hoek maakt met dat radiale vlak.
15. Slangkoppeling volgens conclusie 13 of 14, waarbij het symmetrievlak samenvalt met de smalste axiale doorsnede.
16. Slangkoppeling volgens conclusies 9 -15, waarbij tenminste een dam (20) is voorzien die de inwendige dwarsdoorsnede van de doorgang (19) overbrugt volgens in wezen de richting van de kleinste dwarsafmeting daarvan.
17. Slangkoppeling volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de kleinste 15 dwarsafmeting kleiner is dan de dwarsafmeting van de nominale dwarsdoorsnede van de slang, en de grootste dwarsafmeting groter dan die nominale dwarsdoorsnede
18. Slangkoppeling volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de dwarsdoorsnedevorm ovaal of elliptisch is. 1013608
NL1013608A 1999-11-18 1999-11-18 Slangkoppeling. NL1013608C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013608A NL1013608C2 (nl) 1999-11-18 1999-11-18 Slangkoppeling.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013608 1999-11-18
NL1013608A NL1013608C2 (nl) 1999-11-18 1999-11-18 Slangkoppeling.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1013608C2 true NL1013608C2 (nl) 2001-05-21

Family

ID=19770281

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1013608A NL1013608C2 (nl) 1999-11-18 1999-11-18 Slangkoppeling.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1013608C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE50970C (de) * J. MÜHLETHALER in Wald, Kanton Zürich, Schweiz Schlauchbefestigung mit Drahtwulst
DE79353C (de) * E. MÜLLER, Heidenheim a. Brenz Quer zusammenschiebbare gleichtheilige Schlauchverbindung
FR1031031A (fr) * 1951-01-16 1953-06-18 Raccord souple en toile pour tuyaux de refoulement
DE1924579A1 (de) * 1969-05-14 1971-03-04 Internat Comb Holdings Ltd Verschlussteilanordnung fuer Behaelterverschluesse,Rohrkupplungen od.dgl.
US4634153A (en) * 1985-09-03 1987-01-06 Hydrafit, Inc. Reusable hose fitting
DE4209795A1 (de) * 1992-03-26 1993-09-30 Continental Ag Schlauchanschluß
US5366258A (en) * 1990-01-12 1994-11-22 Jean Lamouche Flexible couplings for flexible tubes designed to be rolled up flat on themselves

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE50970C (de) * J. MÜHLETHALER in Wald, Kanton Zürich, Schweiz Schlauchbefestigung mit Drahtwulst
DE79353C (de) * E. MÜLLER, Heidenheim a. Brenz Quer zusammenschiebbare gleichtheilige Schlauchverbindung
FR1031031A (fr) * 1951-01-16 1953-06-18 Raccord souple en toile pour tuyaux de refoulement
DE1924579A1 (de) * 1969-05-14 1971-03-04 Internat Comb Holdings Ltd Verschlussteilanordnung fuer Behaelterverschluesse,Rohrkupplungen od.dgl.
US4634153A (en) * 1985-09-03 1987-01-06 Hydrafit, Inc. Reusable hose fitting
US5366258A (en) * 1990-01-12 1994-11-22 Jean Lamouche Flexible couplings for flexible tubes designed to be rolled up flat on themselves
DE4209795A1 (de) * 1992-03-26 1993-09-30 Continental Ag Schlauchanschluß

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0541472B1 (fr) Joint verrouillé pour canalisations
EP0893641B1 (fr) Dispositif pour l'assemblage de deux éléments de canalisation, et assemblages d'éléments de canalisation en comportant application
US20090302601A1 (en) Pipe coupling device
GB2346422A (en) A pipe coupling
FR2479407A1 (fr) Systeme a fiche pour un raccordement rapide et facile a detacher de conduites tubulaires en matiere synthetique
US4679830A (en) Tube coupling
NL1013608C2 (nl) Slangkoppeling.
WO2008011737A1 (fr) Dispositf d'installation d'un cable dans un conduit
FR2918150A1 (fr) Raccord a lavage exterieur facilite
IL106969A (en) Connection by insertion into a connection of two plastic pipes
FR2793081A1 (fr) Dispositif d'etancheite du type presse-garniture pour un cable
JP6860913B2 (ja) 離脱防止管継手、及び、管継手の離脱防止方法
US654073A (en) Pipe-coupling.
EP0913616B1 (fr) Joint à rotule pour l'assemblage étanche de deux éléments de canalisation
CA1087648A (fr) Dispositif d'obturation ou de raccordement de tuyaux souples
KR101825740B1 (ko) 관체의 이탈방지용 압륜
NL1001028C2 (nl) Afdichtende leidingdoorvoer.
NO132555B (nl)
FR3013095A1 (fr) Couvercle pour obturer une ouverture
FR3110660A1 (fr) Dispositif de raccordement entre deux conduits présentant deux zones de contact concentriques
US1332769A (en) Pipe-coupling
FR2683887A1 (fr) Raccord pour tubes resistant a la pression.
BE885818A (fr) Raccord pour tubes a bouts lisses
CH696598A5 (fr) Bride étanche contre les fuites pour raccorder des tuyaux ayant des diamètres extérieurs différents et des extrémités lisses.
FR2684163A1 (fr) Dispositif de bagues d'etancheite formant joint pour raccordement souple entre deux elements.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040601