NL1013371C2 - Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een filter. - Google Patents
Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een filter. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1013371C2 NL1013371C2 NL1013371A NL1013371A NL1013371C2 NL 1013371 C2 NL1013371 C2 NL 1013371C2 NL 1013371 A NL1013371 A NL 1013371A NL 1013371 A NL1013371 A NL 1013371A NL 1013371 C2 NL1013371 C2 NL 1013371C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- valve seat
- container
- discharge pipe
- valve body
- housing
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K31/00—Actuating devices; Operating means; Releasing devices
- F16K31/12—Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid
- F16K31/36—Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid in which fluid from the circuit is constantly supplied to the fluid motor
- F16K31/40—Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid in which fluid from the circuit is constantly supplied to the fluid motor with electrically-actuated member in the discharge of the motor
- F16K31/402—Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid in which fluid from the circuit is constantly supplied to the fluid motor with electrically-actuated member in the discharge of the motor acting on a diaphragm
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B01—PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
- B01D—SEPARATION
- B01D46/00—Filters or filtering processes specially modified for separating dispersed particles from gases or vapours
- B01D46/42—Auxiliary equipment or operation thereof
- B01D46/4272—Special valve constructions adapted to filters or filter elements
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B01—PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
- B01D—SEPARATION
- B01D46/00—Filters or filtering processes specially modified for separating dispersed particles from gases or vapours
- B01D46/66—Regeneration of the filtering material or filter elements inside the filter
- B01D46/70—Regeneration of the filtering material or filter elements inside the filter by acting counter-currently on the filtering surface, e.g. by flushing on the non-cake side of the filter
- B01D46/71—Regeneration of the filtering material or filter elements inside the filter by acting counter-currently on the filtering surface, e.g. by flushing on the non-cake side of the filter with pressurised gas, e.g. pulsed air
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Filling Or Discharging Of Gas Storage Vessels (AREA)
- Filtering Of Dispersed Particles In Gases (AREA)
- Electrical Discharge Machining, Electrochemical Machining, And Combined Machining (AREA)
- Filters For Electric Vacuum Cleaners (AREA)
- Surgical Instruments (AREA)
- Valve Housings (AREA)
Description
V/WE74 ft
INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET REINIGEN VAN EEN FILTER
5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het reinigen van een filter, voorzien van een houder waarin een gasdruk kan worden opgebouwd, waarbij de wand van de houder is voorzien van een eerste opening, waardoor een afvoerleiding tot in de houder reikt, welke 10 afvoerleiding aan zijn uiteinde is voorzien van een cirkelvormige klepzitting, en van een tweede opening, waardoor de behuizing van een kleplichaam tot in de houder reikt, welk kleplichaam, althans nabij de klepzitting, cilindervormig is en met een cirkelvormige rand 15 kan aanliggen tegen de klepzitting
Een dergelijke inrichting is beschreven in WO-A-93/01433 en heeft als doel om bijvoorbeeld een filter, dat stof uit lucht filtreert, te reinigen door gedurende een 20 korte tijd lucht door het filter te leiden in een richting tegengesteld aan de stromingsrichting van de te reinigen lucht. Gedurende genoemde korte tijd is de snelheid van de lucht zodanig groot dat van een gasstoot kan worden gesproken, waarbij het stof uit het filter 25 wordt weggeblazen.
De gasstoot wordt tot stand gebracht door gas vanuit de houder, via de afvoerleiding, naar het filter te leiden, waarbij in de houder een klep aanwezig is die de 30 verbinding tussen de houder en de afvoerleiding opent. Het is daarbij van belang dat de klep bij het openen snel een zo groot mogelijke verbinding tussen de houder en de afvoerleiding tot stand brengt, zodat het gas weinig weerstand ondervindt en als een relatief grote 35 gasstoot naar het filter kan stromen.
Om dit te bereiken is de afvoerleiding aan het in de houder reikende uiteinde voorzien van een cirkelvormige 1013371 2 klepzitting, waarbij de klepzitting wordt afgesloten door een kleplichaam dat nabij de klepzitting in hoofdzaak cilindervormig is. Daardoor is bij het openen van de klep een maximale toestroming van gas naar de 5 afvoerleiding mogelijk. Wanneer bijvoorbeeld een membraan als kleplichaam zou worden gebruikt, dan zou een minder grote ruimte voor het toestromen van gas aanwezig zijn. Voorts zou dan de behuizing van het kleplichaam tot nabij de klepzitting moeten reiken om 10 het membraan te bevestigen, hetgeen eveneens de toestroming van gas kan belemmeren.
Teneinde bij een cilindervormig kleplichaam, dat moet samenwerken met een cirkelvormige klepzitting, een goede 15 afsluiting te bewerkstelligen dient de stand van het kleplichaam ten opzichte van de klepzitting, bij gesloten klep, nauwkeurig bepaald te zijn. Bij de inrichting volgens WO-A-93/01433 wordt dat bereikt door het kleplichaam, dat in de behuizing wordt geleid, 20 voldoende speling in die behuizing te geven, zodat het kleplichaam enigszins kan kantelen om goed te sluiten op de klepzitting.
De uitvinding beoogt een inrichting waarbij de klep 25 weinig weerstand voor het passerende gas veroorzaakt, en waarbij een bedrijfszekere afsluiting van de klep is gewaarborgd.
Hiertoe is de klepzitting verbonden met de behuizing 30 waarin het kleplichaam zich bevindt, zodat de klepzitting ten opzichte van die behuizing steeds een vaste stand heeft. Bij een goede geleiding van het kleplichaam in de behuizing heeft het kleplichaam ten opzichte van de klepzitting dan steeds een voorafbepaalde stand.
35
Bij voorkeur is de diameter van het cilindervormige deel van het kleplichaam kleiner dan de buitendiameter van de 1013371 3 klepzitting, zodat bij het openen van de klep een gunstig gevormde ringvormige spleet ontstaat die vanuit alle richtingen vrij toegankelijk is voor toestromend gas.
5
In een voorkeursuitvoering ligt de klepzitting binnen de houder op afstand van de tweede opening, bij voorkeur is die afstand meer dan 10 mm, meer bij voorkeur meer dan 15 mm, en nog meer bij voorkeur meer dan 20 mm. Als de 10 klepzitting zich op voldoende afstand van de tweede opening binnen de houder bevindt, kan het gas vanuit alle richtingen naar de klepzitting toestromen.
Met "binnen de houder" wordt bedoeld binnen een rondom 15 gesloten oppervlak waarop vrijwel de gehele binnenwand van de houder ligt. In geval van een cilindervormige houder is genoemd oppervlak het cilinderoppervlak dat gevormd wordt door het grootste deel van de binnenwand van de houder.
20
Bij voorkeur reikt, bij volledig geopende klep, het kleplichaam tot in de houder, zodat ook de gehele ringvormige spleet tussen het kleplichaam en de klepzitting binnen de houder is gepositioneerd. Daardoor 25 kan het gas op een gunstige wijze via de klepzitting de afvoerleiding instromen als de klep geopend is.
In een voorkeursuitvoering zijn tussen de behuizing en de klepzitting verbindingsmiddelen aanwezig, welke 30 verbindingsmiddelen in een radiaal vlak rondom de klepzitting meer dan 50%, bij voorkeur meer dan 75% van de ruimte vrij laten voor toestroming van gas naar de afvoerleiding. Bij voorkeur bestaan die verbindingsmiddelen uit een aantal, bij voorkeur drie, verbindings-35 elementen die gelijkmatig rond de klepzitting zijn verdeeld.
1013371 4
In een voorkeursuitvoering is het kleplichaam verbonden met een membraan dat rondom in de behuizing is bevestigd. Het kleplichaam wordt daarbij door het membraan geleid in de juiste baan en de beweging van het klep-5 lichaam kan worden aangedreven door gasdrukverschillen aan weerszijden van het membraan. Bij voorkeur zijn het kleplichaam en het membraan integraal uit één materiaal vervaardigd. Het kleplichaam is daarbij bij voorkeur in hoofdzaak cilindervormig.
10
In een voorkeursuitvoering is het cilindervormige deel van het kleplichaam, waar het aanligt tegen de klepzitting, afgeschuind zodat het raakvlak ter plaatse van de cirkelvormige contactlijn tussen het kleplichaam 15 en de klepzitting een kegeloppervlak is. Dat bevordert een goede toestroming van het gas naar de afvoerleiding en tevens een goede afdichting tussen kleplichaam en klepzitting.
20 Bij voorkeur is de diameter van de cirkelvormige contactlijn tussen de klepzitting en het kleplichaam gelijk of groter dan de binnendiameter van de afvoerleiding, bij voorkeur meer dan 10% groter.
25 Bij voorkeur is de klepzitting met een schroefverbinding aan de afvoerleiding bevestigd. Daarbij kan zowel de afvoerleiding als de behuizing zijn voorzien van een tegen de buitenwand van de houder aanliggende flens die groter is dan de eerste, respectievelijk tweede opening, 30 welke flenzen naar elkaar toe worden getrokken doordat enerzijds de afvoerleiding en anderzijds de aan de behuizing bevestigde klepzitting aan elkaar zijn geschroefd. Dit blijkt in de praktijk een goede en eenvoudige bevestigingsmogelijkheid voor de klep in de 35 houder te zijn.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze 1013371 5 voor het reinigen van een filter waarmee stof uit een stromend gas wordt gefiltreerd, waarbij kortstondig een gasstoot in tegengestelde richting door het filter wordt geleid, welke gasstoot wordt opgewekt door in een houder 5 aanwezig gas via een in de houder aanwezige klep en een tot in de houder reikende afvoerleiding naar het filter te leiden, waarbij de afvoerleiding aan zijn uiteinde is voorzien van een cirkelvormige klepzitting, en welk kleplichaam, althans nabij de klepzitting, cilinder-10 vormig is en met een cirkelvormige rand aanligt tegen de klepzitting, waarbij de klepzitting en de behuizing onderling zijn verbonden.
Ook heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor 15 het samenstellen van een inrichting voor het reinigen van een filter, voorzien van een houder waarin een gasdruk kan worden opgebouwd, waarbij de wand van de houder is voorzien van een eerste opening, waardoor een afvoerleiding in de houder wordt aangebracht, welke 20 afvoerleiding aan zijn uiteinde is voorzien van een cirkelvormige klepzitting, en van een tweede opening, waardoor de behuizing van een kleplichaam in de houder wordt aangebracht, welk kleplichaam, althans nabij de klepzitting, cilindervormig is en met een cirkelvormige 25 rand kan aanliggen tegen de klepzitting, waarbij de aan de behuizing bevestigde klepzitting wordt verbonden met een uiteinde van de afvoerleiding.
Verdere kenmerken, die zowel afzonderlijk als in 30 combinatie kunnen worden toegepast, zijn omschreven in de figuurbeschrijving en genoemd in de conclusies.
Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld 35 van een inrichting voor het reinigen van een filter worden beschreven.
1013371 6
Figuur 1 is een zijaanzicht van de inrichting; figuur 2 is een bovenaanzicht van de inrichting; figuur 3 is een onderaanzicht van de inrichting; figuur 4 is een doorsnede langs de lijn IV-IV van figuur 5 Ikfiguur 5 is een zijaanzicht van de inrichting; figuur 6 is een perspectivische afbeelding van een deel van de inrichting, en figuren 7-9 tonen de samenwerking van het kleplichaam en 10 de klepzitting.
De figuren zijn schematische weergaven van het uitvoeringsvoorbeeld.
15 Figuur 1 toont in zijaanzicht een cilindervormige ofwel buisvormige houder 1 die aan beide uiteinden is afgesloten door een eindplaat 2 die voorzien is van gaten 3 voor het bevestigen van de inrichting. De eindplaten 2 zijn voorts voorzien van een doorvoer 4 die 20 kan worden aangesloten op een gastoevoerleiding voor het toevoeren van gas naar de houder 1, zodat in de houder een gasdruk kan worden opgebouwd.
De twee eindplaten 2 zijn door middel van vier trek-25 stangen 5 onderling verbonden, welke trekstangen 5 door axiaal gerichte gaten in de wand (17) van de cilindervormige houder 1 lopen. Het is ook mogelijk om de eindplaten 2 door middel van bouten aan het cilindervormige deel van de houder 1 te bevestigen.
30
Zoals in de figuren 1 en 3 is weergegeven zijn aan de onderzijde van de houder vier afvoerleidingen 6,7,8,9 aanwezig die door respectievelijke openingen tot in de houder 1 reiken. Afvoerleiding 6 is voorzien van een 35 klem 10 om verbonden te worden met een andere, niet weergegeven, leiding. Afvoerleiding 7 is van hetzelfde type, echter niet voorzien van de klem 10. Afvoerleiding 1013371 7 8 is voorzien van een cilindrisch buitenoppervlak zodat door middel van een slangenklem een niet weergegeven, flexibele slang aan afvoerleiding 8 kan worden bevestigd. Afvoerleiding 9 is voorzien van een uitwendige 5 schroefdraad, waarop met een schroefverbinding een niet weergegeven leiding kan worden aangesloten.
Aan elke afvoerleiding 6,7,8,9, is een flens 11 gelast, welke flens 11 onder tussenvoeging van een afdichtring 10 12 aanligt tegen de wand 17 van de houder 1, zoals ook in figuur 4 is weergegeven.
Zoals weergegeven in figuur 4 is recht tegenover elke opening voor het doorvoeren van een afvoerleiding 15 6,7,8,9 een opening in de wand 17 van de houder 1 waardoor een behuizing 13 van een kleplichaam 14 reikt. De behuizing 13 is voorzien van een flens 15 die tegen de wand 17 van houder 1 rust en een afdichtring 16 zorgt voor een goede gasdichte afsluiting tussen de behuizing 20 13 en de wand 17 van de houder 1.
Het cilindervormige kleplichaam 14 is integraal verbonden met membraan 18 en kleplichaam 14 kan in verticale richting worden bewogen door een elektromagnetische 25 bediening 20, waarmee de gasdruk boven het membraan 18 kan worden gewijzigd. Deze bediening is boven het deksel 19 van de klep aangebracht, welk deksel 19 onderdeel is van de behuizing 13. Het membraan 18 is ingeklemd tussen deksel 19 en het overige deel van de behuizing 13. Het 30 is ook mogelijk een elektromagnetische bediening op afstand aan te brengen en met een gasleiding te verbinden met de klep, zodat de klep door middel van drukverandering in die gasleiding wordt geopend en gesloten.
35
Bij gesloten klep rust kleplichaam 14 op de cirkel-vormige klep2itting 21 die door middel van schroefdraad 1013371 8 met afvoerleiding 9 is verbonden. Klepzitting 21 is door middel van drie verbindingselementen 22, waarvan er één in figuur 5 zichtbaar is, aan de behuizing 13 bevestigd.
5 De klep is in de houder 1 bevestigd doordat bij het aan elkaar schroeven van de afvoerleiding 9 en de klepzitting 21 de flenzen 11 en 15 naar elkaar toe worden getrokken en daardoor tegen de wand 17 van de houder 1 klemmen.
10
Figuur 5 toont de inrichting in zijaanzicht, waarbij de inrichting op een vloer 24 staat tegen een wand 23, waartegen de inrichting is vastgezet door middel van niet weergegeven bouten die door gaten 3 reiken. De 15 eindplaten 2 zijn zodanig uitgevoerd dat de bevestiging aan een vloer en/of aan een wand mogelijk is.
Figuur 6 toont de eindplaat 2 in perspectivisch aanzicht, waarbij een gedeelte van de trekstangen 5 20 zichtbaar is.
Figuren 7 en 9 tonen de wijze waarop het kleplichaam 14 samenwerkt met de klepzitting 21.
25 In figuur 7 toont een detail waarbij de klep gesloten is weergegeven. Met 31 is de diameter van de cirkelvormige contactlijn tussen het kleplichaam 14 en de klepzitting 21 aangegeven. De buitendiameter van het cilindervormige kleplichaam 14 is met 32 aangegeven. De klepzitting 21 30 heeft een buitendiameter 33 en de afvoerleiding 9 heeft een binnendiameter 34. De klepzitting is op het einde van de afvoerleiding 9 geschroefd en onder tussenvoeging van een afdichtring 35.
35 Figuur 9 toont het met IX aangegeven detail van figuur 7, waarbij de vorm van de klepzitting in weergegeven.
Uit figuur 9 blijkt dat het cilindervormige deel van het 1013371 9 kleplichaara 14, waar het aanligt tegen de klepzitting 21, is afgeschuind zodat het raakvlak van de cirkelvormige contactlijn tussen het kleplichaam 14 en de klepzitting 21 een kegeloppervlak is dat onder een 5 hoek, aangegeven met 36, ten opzichte van het radiale vlak staat.
Voorts toont figuur 9 dat de klepzitting 21 aan zowel de buitenzijde met radius 37 als aan de binnenzijde met 10 radius 38 is afgerond. Dat bevordert de toestroming van gas vanuit de houder 1 naar de afvoerleiding 9 wanneer de klep is geopend, zoals weergegeven in figuur 8. De pijlen 39 tonen die stroming.
15 Figuur 8 toont voorts dat het kleplichaam 14, in geopende toestand van de klep, met een afstand, aangegeven met 40, tot binnen de houder 1 reikt.
De weergegeven uitvoeringsvorm is slechts een uitvoe-20 ringsvoorbeeld, vele andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk.
1013371
Claims (15)
1. Inrichting voor het reinigen van een filter, voorzien van een houder (1) waarin een gasdruk kan worden opgebouwd, waarbij de wand (17) van de houder (1) is voorzien van een eerste opening, 10 waardoor een afvoerleiding (9) tot in de houder (1) reikt, welke afvoerleiding (9) aan zijn uiteinde is voorzien van een cirkelvormige klepzitting (21), en van een tweede opening, waardoor de behuizing (13) van een kleplichaam (14) tot in de houder (1) 15 reikt, welk kleplichaam (14), althans nabij de klepzitting (21), cilindervormig is, met het kenmerk, dat de klepzitting (21) verbonden is met genoemde behuizing (13).
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de diameter van het cilindervormige deel van het kleplichaam (14) kleiner is dan de buitendiameter van de klepzitting (21).
3. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klepzitting (21) binnen de houder (l) ligt, op afstand van de tweede opening.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, 30 dat de afstand meer dan 10 mm is, bij voorkeur meer dan 15 mm is, meer bij voorkeur meer dan 20 mm is.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat, bij volledig geopende klep, 35 het kleplichaam (14) tot in de houder (1) reikt. 1013371
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de behuizing (13) en de klepzitting (21) verbindingsmiddelen (22) aanwezig zijn, welke verbindingsmiddelen (22) in een radiaal 5 vlak rondom de klepzitting (21) meer dan 50%, bij voorkeur meer dan 75% van de ruimte vrij laten voor toestroming van gas naar de afvoerleiding (9).
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat tussen de behuizing (13) en de klepzitting (21) verbindingsmiddelen aanwezig zijn die bestaan uit een aantal, bij voorkeur drie, verbindingselementen (22) die gelijkmatig rond de klepzitting (21) zijn verdeeld. 15
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kleplichaam (14) verbonden is met een membraan (18) dat rondom in de behuizing (13) is bevestigd. 20
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het kleplichaam (14) en het membraan (18) integraal uit één materiaal zijn vervaardigd.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het cilindervormige deel van het kleplichaam (14), waar het aanligt tegen de klepzitting (21), is afgeschuind zodat het raakvlak van de cirkelvormige contactlijn tussen het 30 kleplichaam (14) en de klepzitting (21) een kegeloppervlak is.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de diameter van de cirkel-35 vormige contactlijn tussen de klepzitting (21) en het kleplichaam (14) groter is dan de binnendiameter van de afvoerleiding (9), bij 1013371 voorkeur meer dan 10% groter.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klepzitting (21) met een 5 schroefverbinding aan de afvoerleiding (9) is bevestigd.
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zowel de afvoerleiding (9) als 10 de behuizing (13) is voorzien van een tegen de wand (17) van de houder (1) aanliggende flens (11,15) die groter is dan de eerste, respectievelijk tweede opening, welke flenzen (11,15) naar elkaar toe worden getrokken doordat enerzijds de afvoerleiding 15 (9) en anderzijds de aan de behuizing (13) bevestigde klepzitting (21) aan elkaar zijn geschroefd.
14. Werkwijze voor het reinigen van een filter waarmee 20 stof uit een stromend gas wordt gefiltreerd, waarbij kortstondig een gasstoot in tegengestelde richting door het filter wordt geleid, welke gasstoot wordt opgewekt door in een houder (1) aanwezig onder druk staand gas via een in de houder 25 (1) aanwezige klep en een tot in de houder (1) reikende afvoerleiding (9) naar het filter te leiden, waarbij de afvoerleiding (9) aan zijn uiteinde is voorzien van een cirkelvormige klepzitting (21), en welk kleplichaam (14), althans 30 nabij de klepzitting (21), cilindervormig is en met een cirkelvormige rand aanligt tegen de klepzitting (21), met het kenmerk, dat de klepzitting (21) en de behuizing (13) onderling zijn verbonden. 35 1013371
15. Werkwijze voor het samenstellen van een inrichting voor het reinigen van een filter, voorzien van een houder (1) waarin een gasdruk kan worden opgebouwd, waarbij de wand (17) van de houder (1) is voorzien 5 van een eerste opening, waardoor een afvoerleiding (9) in de houder (1) wordt aangebracht, welke afvoerleiding (9) aan zijn uiteinde is voorzien van een cirkelvormige klepzitting (21), en van een tweede opening, waardoor de behuizing (13) van een 10 kleplichaam (14) in de houder (1) wordt aangebracht, welk kleplichaam (14), althans nabij de klepzitting (21), cilindervormig is en met een cirkelvormige rand kan aanliggen tegen de klepzitting (21), met het kenmerk, dat de aan de 15 behuizing (13) bevestigde klepzitting (21) wordt verbonden met een uiteinde van de afvoerleiding (9) . 1 0133T1»
Priority Applications (12)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1013371A NL1013371C2 (nl) | 1999-10-22 | 1999-10-22 | Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een filter. |
NZ518239A NZ518239A (en) | 1999-10-22 | 2000-10-19 | Device and method for cleaning a filter |
PL00353574A PL195198B1 (pl) | 1999-10-22 | 2000-10-19 | Urządzenie do czyszczenia filtra |
RU2002110297/06A RU2252812C2 (ru) | 1999-10-22 | 2000-10-19 | Способ и устройство для очистки фильтра |
CZ20021396A CZ299746B6 (cs) | 1999-10-22 | 2000-10-19 | Zarízení pro cištení filtru a zpusob jeho sestavení |
AT00978097T ATE219225T1 (de) | 1999-10-22 | 2000-10-19 | Vorrichtung zur reinigung eines filters |
EP00978097A EP1131576B1 (en) | 1999-10-22 | 2000-10-19 | Device for cleaning a filter |
DE60000214T DE60000214T2 (de) | 1999-10-22 | 2000-10-19 | Vorrichtung zur reinigung eines filters |
DK00978097T DK1131576T3 (da) | 1999-10-22 | 2000-10-19 | Indretning til rensning af et filter |
PCT/NL2000/000754 WO2001029465A1 (en) | 1999-10-22 | 2000-10-19 | Device and method for cleaning a filter |
AU15589/01A AU772895B2 (en) | 1999-10-22 | 2000-10-19 | Device and method for cleaning a filter |
ES00978097T ES2173854T3 (es) | 1999-10-22 | 2000-10-19 | Dispositivo para limpiar un filtro. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1013371A NL1013371C2 (nl) | 1999-10-22 | 1999-10-22 | Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een filter. |
NL1013371 | 1999-10-22 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1013371C2 true NL1013371C2 (nl) | 2001-04-24 |
Family
ID=19770113
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1013371A NL1013371C2 (nl) | 1999-10-22 | 1999-10-22 | Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een filter. |
Country Status (12)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1131576B1 (nl) |
AT (1) | ATE219225T1 (nl) |
AU (1) | AU772895B2 (nl) |
CZ (1) | CZ299746B6 (nl) |
DE (1) | DE60000214T2 (nl) |
DK (1) | DK1131576T3 (nl) |
ES (1) | ES2173854T3 (nl) |
NL (1) | NL1013371C2 (nl) |
NZ (1) | NZ518239A (nl) |
PL (1) | PL195198B1 (nl) |
RU (1) | RU2252812C2 (nl) |
WO (1) | WO2001029465A1 (nl) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ITMO20030198A1 (it) * | 2003-07-03 | 2005-01-04 | Autel S R L | Gruppo per la pulizia di filtri |
DE102008015245B4 (de) * | 2008-03-20 | 2013-10-17 | Dehne Entstaubungstechnik Ag | Vorrichtung zum Abreinigen von Filterelementen in Staubabscheidern durch Druckstöße |
CN101813212A (zh) * | 2010-05-10 | 2010-08-25 | 苏州协昌环保科技有限公司 | 电磁脉冲刚性轴滑动阀 |
IT1401291B1 (it) * | 2010-05-27 | 2013-07-18 | Messina | Valvola e sistema di pulizia per depolveratore |
EP2626122A1 (en) * | 2012-02-09 | 2013-08-14 | Alstom Technology Ltd | Valve arrangement |
US10343098B2 (en) * | 2013-05-13 | 2019-07-09 | General Electric Company | Cleaning valve with dampening mechanism |
US20140332702A1 (en) * | 2013-05-13 | 2014-11-13 | Alstom Technology Ltd | High performance pulse valve |
US9993762B2 (en) * | 2013-05-13 | 2018-06-12 | General Electric Technology Gmbh | Quiet pulse valve |
US10092872B2 (en) | 2014-09-17 | 2018-10-09 | General Electric Technology Gmbh | Valve with small vessel penetration diameter |
US11092980B2 (en) | 2016-11-16 | 2021-08-17 | General Electric Technology Gmbh | Pulse valve with pressure vessel penetration |
IT201900009477A1 (it) * | 2019-06-19 | 2020-12-19 | Trimec S R L | Dispositivo valvolare per la pulizia di filtri industriali |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4911401A (en) * | 1989-05-15 | 1990-03-27 | The Toro Company | Valve having improved bleed assembly |
SE468721B (sv) * | 1991-07-04 | 1993-03-08 | Flaekt Ab | Ventilanordning foer att generera kortvariga tryckluftpulser exempelvis foer renblaasning av paasformiga filterelement |
AUPN659695A0 (en) * | 1995-11-16 | 1995-12-07 | Wilson, George | Design of dust valves to reduce dust/fume redeposition in a dust/fume collector |
IT1296768B1 (it) * | 1997-11-28 | 1999-07-27 | Wam Spa | Dispositivo soffiante per la pulizia di filtri depolveratori. |
-
1999
- 1999-10-22 NL NL1013371A patent/NL1013371C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2000
- 2000-10-19 AT AT00978097T patent/ATE219225T1/de not_active IP Right Cessation
- 2000-10-19 CZ CZ20021396A patent/CZ299746B6/cs not_active IP Right Cessation
- 2000-10-19 DK DK00978097T patent/DK1131576T3/da active
- 2000-10-19 NZ NZ518239A patent/NZ518239A/en unknown
- 2000-10-19 AU AU15589/01A patent/AU772895B2/en not_active Ceased
- 2000-10-19 EP EP00978097A patent/EP1131576B1/en not_active Expired - Lifetime
- 2000-10-19 WO PCT/NL2000/000754 patent/WO2001029465A1/en active IP Right Grant
- 2000-10-19 DE DE60000214T patent/DE60000214T2/de not_active Expired - Lifetime
- 2000-10-19 RU RU2002110297/06A patent/RU2252812C2/ru not_active IP Right Cessation
- 2000-10-19 PL PL00353574A patent/PL195198B1/pl not_active IP Right Cessation
- 2000-10-19 ES ES00978097T patent/ES2173854T3/es not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CZ20021396A3 (cs) | 2002-10-16 |
DE60000214D1 (de) | 2002-07-18 |
ES2173854T3 (es) | 2002-11-01 |
DK1131576T3 (da) | 2002-09-16 |
CZ299746B6 (cs) | 2008-11-12 |
AU1558901A (en) | 2001-04-30 |
ATE219225T1 (de) | 2002-06-15 |
DE60000214T2 (de) | 2003-02-20 |
PL353574A1 (en) | 2003-12-01 |
NZ518239A (en) | 2003-09-26 |
EP1131576A1 (en) | 2001-09-12 |
AU772895B2 (en) | 2004-05-13 |
RU2252812C2 (ru) | 2005-05-27 |
WO2001029465A1 (en) | 2001-04-26 |
EP1131576B1 (en) | 2002-06-12 |
PL195198B1 (pl) | 2007-08-31 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1013371C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een filter. | |
US4582605A (en) | In-line pipeline strainer | |
EP1747053B1 (en) | Filter element with off-axis end cap | |
AU681786B2 (en) | Air filter assembly for filtering air with particulate matter | |
AU695118B2 (en) | A gas valve and a method for delivering a gas pulse | |
US4609459A (en) | Fitted filter member | |
US5972059A (en) | Air filter assembly | |
NL1009212C2 (nl) | Gasklep en werkwijze voor het geven van een gaspuls. | |
WO2017073259A1 (ja) | リターンフィルタ | |
US10441899B2 (en) | Filter apparatus | |
US6129116A (en) | Sealing devices | |
KR927003174A (ko) | 유체 분배 장치용 자체-정화 여과기 | |
US3382651A (en) | Air cleaner | |
US5398813A (en) | Dry fluid substance loading device | |
US20160271543A1 (en) | Dust collector with filter cartridge(s) | |
KR19990008292A (ko) | 격납 용기 공기 추출장치 | |
US5149348A (en) | Filter system for large containers | |
JP4875270B2 (ja) | フィルタエレメント組立体 | |
JPH05113493A (ja) | グローブボツクス及び同等の封じ込め容器の改良 | |
US4372855A (en) | Filter device with air bleed | |
TWM650322U (zh) | 具壓袋式上蓋之袋濾機 | |
JPH045482B2 (nl) | ||
WO1999020366A1 (en) | Filter with bypass valve and use thereof | |
IE55833B1 (en) | An apparatus for use in filtering a liquid | |
JPH0411598B2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2A | A request for search or an international type search has been filed | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20070501 |