NL1013213C2 - Glijringafdichting. - Google Patents

Description

Glïirineafdichting

De uitvinding betreft een glijringafdichting, in het bijzonder voor pompen en dergelijke, bestaande uit een membraan uit een elastomeer materiaal, een met het mem-5 braan verbonden glijring uit slijtvast materiaal en een schotelveer voor het axiaal positioneren van de glijring tegen een aanloopvlak van een tegenring of dergelijke, waarbij het membaan in een doorsnedevlak, door de langsas, met twee axiaal verlopende benen is uitgevoerd, waarvan het radiaal buitenste als bevestigingsvlak voor het opnemen van de glijringafdichting in een boring van de pompbehuizing dient, terwijl het radiaal biri-10 nenste met de glijring is verbonden, en de schotelveer met de buitenste omtreksrand daarvan tegen een met de behuizing verbonden aanligvlak en met de binnenste omtreksrand daarvan tegen een schouder of iets dergelijks van de glijring aanligt.

Glijringafdichtingen voor het afdichten van roterende assen ten opzichte van behuizingen en dergelijke bestaan in het algemeen uit een membraan of een balg uit 15 elastomeer materiaal, dat, afhankelijk van de wijze van inbouwen, in de boring of aan de mantel een glijring uit slijtvast materiaal draagt, waarbij de glijring door een axiaal werkende veer, meestal een schroefveer, tegen een vaststaande tegenring aangedrukt wordt. Glijringafdichtingen van dit type zijn bijvoorbeeld bekend uit US-A-3,291,492 en FR-A-2.219.711.

20 Er zijn ook glijringen bekend, waarbij als aandrukveer schotelveren of dergelijke gebruikt worden. Bij een van deze bekende uitvoeringen is de schijfvormige schotelveer met een omtreksrand samen met het in hoofdzaak ook schijfvormige membraan tussen de radiale flenzen van twee in elkaar gedrukte en bij voorkeur op de as geplaatste junkringen ("Winkelring") ingeklemd, terwijl de vrije omtreksrand tegen een 25 ringvormig aanzetdeel verend aan het membraan of een afzonderlijk uitgevoerde glijring aanligt en deze tegen de tegenring of iets dergelijks aandrakt (US-A-2.608.425).

Deze bekende uitvoering omvat een aantal onderdelen, die een langdurig monteren en inbouwen vereisen en waarbij op grond van het metallische contact tussen de 30 junkringen en de as lekkages van het af te dichten medium kunnen voorkomen.

Verder is een glijringafdichting bekend, die bij een in doorsnede C-vormig membraan gebruikt wordt, waarbij het radiaal buitenste been als bevestigingsvlak van de glijringafdichting in een boring of uitsparing in een pompbehuizing dient en het radiaal binnenste been voor het opnemen van een glijring dient, die met behulp van een deze 10 13 213 2 benen omgevende houd- of bevestigingsring onverdraaibaar met het membraan is verbonden (DE 198 01 112). Deze houdring is als cilindrisch gesloten huls uitgevoerd, die - om de functie daarvan te vervullen - met een ondermaat uitgevoerd moet zijn. Bij een uitvoeringsvoorbeeld van deze bekende oplossing zijn de schotelveer en de houdring 5 als een stuk uitgevoerd. Dit bemoeilijkt het inbouwen en een eventueel demonteren van de heel gemakkelijk verslijtende glijring. Bovendien is een goede geleiding en centre-ring van de schotelveer met betrekking tot de glijring en omgekeerd niet altijd gewaarborgd.

Het is daarom het doel van de onderhavige uitvinding, een glijringafdichting van 10 het in de aanhef genoemde soort zo te verbeteren, dat een glijring goed gecentreerd is en eenvoudig ingebouwd en gedemonteerd kan worden, opdat de schotelveer altijd goed geleid wordt en de werking daarvan niet wordt belemmerd zodat altijd een correcte afdichting wordt gewaarborgd, waarbij de glijringafdichting uit eenvoudige delen opgebouwd is.

15 Dit doel wordt bereikt doordat het radiaal binnenste been van het membraan met het boringsvlak daarvan geplaatst is op een buitenomtreksvlak van de glijring en door een op het mantelvlak daarvan aangebracht radiaal werkend spanelement tegen de glijring wordt gedrukt, dat het spanelement van een radiaal naar binnen gerichte flens is voorzien, die achter het radiaal binnenste been van het membraan alsook een voorvlak 20 van de glijring grijpt, en dat de flens van een de binnenste omtreksrand van de schotelveer afsteunend, axiaal verlopend uitsteeksel is voorzien.

Door de plaatsing van een radiaal werkend spanelement, dat volgens verdere kenmerken van de uitvinding een gesloten of een van spleten voorziene huls kan zijn, een radiaal werkende veerring of een schroeftrekveer of iets dergelijks kan zijn, kan dit 25 spanelement eenvoudig op de mantelvlakken van het binnenste been van het membraan geplaatst worden of losgemaakt worden. Dat vergemakkelijkt niet alleen het uitwisselen van eventueel versleten glij ringen, maar ook van glij ringen met verschillende materialen. Daarmee werkt ook de schotelveer direct op de glijring en niet via het elastische materiaal van het membraan. Verdere voordelige uitvoeringen van de uitvinding zijn in 30 de verdere conclusies opgenomen.

Zo wordt door de maatregelen van de uitvinding bereikt, dat de schotelveer buiten het af te dichten medium ligt, zodat deze niet door agressieve media kan worden aangetast, haar werking kan verminderen of zelfs geheel kapot gaan.

Volgens de uitvinding is het verder mogelijk dat het membraan Z-vormig met 1013213 3 twee in tegenovergestelde richting wijzende benen is uitgevoerd.

Voor het zeker axiaal fixeren van de schroefveer en daardoor ook voor het vormen van een voor het inbouwen gerede eenheid wordt de buitenste omtreksrand van de schotelveer ten minste gedurende het transport tegen het buitenste been van het mem-S braan afgesteund. Na het inbouwen kan door een geschikt werktuig deze omtreksrand van de schroefveer van het been van het membraan losgemaakt worden.

Verder is het mogelijk dat het been van het membraan dat de buitenste omtreksrand van de schotelveer afsteunt van een uitstekende radiale flens voor het axiaal vastleggen van de schotelveer is voorzien.

10 Om enerzijds de bevestiging en de afdichting van het membraan in de boring van de behuizing die de glijringafdichting opneemt te verbeteren en anderzijds een ingraven van de schroefveer in het materiaal van het membraan te verhinderen, is het mogelijk dat het membraan van een versterkingsring is voorzien, waarop de vrije omtreksrand van de schotelveer afsteunt. Deze versterkingsring, die volledig is ingebed of voor een IS betere centrering in de behuizing ook van een uitstekend hulsvormig gedeelte kan zijn voorzien, kan voor het afsteunen van de vrije rand van de schroefveer dienen, waarbij in de bedrijfstoestand door de versterkingsring wordt voorkomen, dat de schotelveer zich in het elastomere materiaal van het membraan inwerkt en deze beschadigt. Daarmee wordt een negatieve beïnvloeding van de voor de werking belangrijke axiale 20 kracht vermeden.

Verder wordt het afsteunen verbeterd doordat de versterkingsring in het gebied van het vrije einde van het axiaal verlopende been van een radiale flens voor het axiaal vastleggen van de schotelveer is voorzien. De versterkingsring en deze flens waarover de schotelveer bij het monteren van de glijringafdichting weggedrukt wordt, vormen 25 een soort kamer voor het opnemen van de schotelveer. In deze kamer kan de schotel-veer zich in axiale richting - slechts begrensd door de flens - vrij bewegen. De flens houdt daarbij de delen van de glijringafdichting samen, zodat een voor de inbouw gerede eenheid wordt gevormd, die veilig kan worden opgeslagen of getransporteerd kan worden.

30 De uitvinding wordt hierna aan de hand van de in de bijgaande tekening afge- beelde uitvoeringsvooibeeld nader beschreven. De figuur toont een gedeeltelijke dwarsdoorsnede door een glijringafdichting.

De gedeeltelijk in dwarsdoorsnede afgebeelde glijringafdichting bestaat uit het membraan 1 uit elastomeer materiaal, de met het membraan 1 verbonden glijring 2 uit ft) 1 3 2 13 4 slijtvast materiaal, bijvoorbeeld koolstof of grafiet, en de bijvoorbeeld met tongen voorziene schotelveer 3, die de glijring 2 tegen de slechts schematisch afgebeelde tegenring 4 aandrukt.

Het membraan 1 is in langsdoorsnede, dat wil zeggen in een snijvlak, dat door 5 langsas 5 gaat, U-vormig uitgevoerd, dat wil zeggen het omvat twee in de gelijke axiale richting wijzende benen 6 en 7, waarbij het radiaal buitenste been 6 in een boring 8 van de behuizing 9 geplaatst is. Het radiaal binnenste been 7 neemt in de boring 10 daarvan het buitenomtreksvlak 11 van de glijring 2 op. Op het mantelvlak 12 van het been 7 is een huls 13 geplaatst, die de glijring 2 vast en dicht met het been 7 van het membraan 10 verbindt. De huls 13 omvat een radiaal naar binnen gerichte flens 14, die aan het vrije einde van een ringvormig uitsteeksel 15 is voorzien, waarop de binnenste omtreksrand 16 van de schotelveer 3 afsteunt. De schotelveer 3 ligt met de buitenste omtreksrand 17 daarvan tegen een radiale flens 18 van de versterkingsring 19 die het radiaal buitenste been 6 van het membraan 1 verstevigt.

15 10 13 213

Claims (13)

1. Glijrmgafdichting, in het bijzonder voor pompen en dergelijke, bestaande uit een membraan (1) uit een elastomeer materiaal, een met het membraan verbonden S glijring (2) uit slijtvast materiaal en een schotelveer (3) voor het axiaal positioneren van de glijring (2) tegen een aanloopvlak van een tegenring (4) of dergelijke, waarbij het membaan (1) in een doorsnedevlak, door de langsas, met twee axiaal verlopende benen (6, 7) is uitgevoerd, waarvan het radiaal buitenste (6) als bevestigingsvlak voor het opnemen van de glijringafdichting in een boring (8) van de pompbehuizing (9) dient, 10 terwijl het radiaal binnenste (7) met de glijring (2) is verbonden, en de schotelveer (3) met de buitenste omtreksrand daarvan tegen een met de behuizing (9) verbonden aanligvlak en met de binnenste omtreksrand daarvan tegen een schouder of iets dergelijks van de glijring (2) aanligt, met het kenmerk, dat het radiaal binnenste been (7) van het membraan (1) met het boringsvlak (10) daarvan geplaatst is op een 13 buitenomtreksvlak (11) van de glijring (2) en door een op het mantelvlak (12) daarvan aangebracht radiaal werkend spanelement (13) tegen de glijring (2) wordt gedrukt, dat het spanelement (13) van een radiaal naar binnen gerichte flens (14) is voorzien, die achter het radiaal binnenste been (7) van het membraan (1) alsook een voorvlak van de glijring (2) grijpt, en dat de flens (14) van een de binnenste omtreksrand (16) van de 20 schotelveer (3) afsteunend, axiaal verlopend uitsteeksel (15) is voorzien.

2. Glijringafdichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als spanelement een gesloten huls (13) is voorzien.

3. Glijringafdichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als spanelement een van spleten voorziene huls is voorzien.

4. Glijringafdichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als spanelement een radiaal werkende veerring is voorzien. 30

5. Glijringafdichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als spanelement een schroeftrekveer is voorzien.

6. Glijringafdichting volgens een van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat 1013 215 het radiaal binnenste, axiaal verlopende been van het membraan (1) is voorzien van een ringvormige uitsparing of dergelijke voor het axiaal fixeren van het spanelement.

7. Glijringafdichting volgens een van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat 5 het membraan (1) U-vormig met twee in gelijke axiale richting wijzende benen (6,7) is uitgevoerd.

8. Glijringafdichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de axiaal verlopende benen (6, 7) van het U-vormig uitgevoerde membraan (1) met de vrije einden 10 daarvan van de tegenring (4) afwijzend zijn aangebracht.

9. Glijringafdichting volgens een van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat het membraan (1) Z-vormig met twee in tegenovergestelde richting wijzende benen is uitgevoerd. 15

10. Glijringafdichting volgens een van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat de buitenste omtreksrand (17) van de schotelveer (3) ten minste gedurende het transport tegen het buitenste been (6) van het membraan (1) is afgesteund.

11. Glijringafdichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het been (6) van het membraan (1) dat de buitenste omtreksrand (17) van de schotelveer (3) afsteunt van een uitstekende radiale flens voor het axiaal vastleggen van de schotelveer (3) is voorzien.

12. Glijringafdichting volgens een van de conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat het membraan (1) is voorzien van een versterkingsring (19), waarop de vrije omtreksrand (17) van de schotelveer (3) afsteunt

13. Glijringafdichting volgens conclusies 12, met het kenmerk, dat de verster- 30 kingsring (19) in het gebied van het vrije einde van het axiaal verlopende been (6) is voorzien van een radiale flens (18) voor het axiaal vastleggen van de schotelveer (3). 1013 213