NL1012822C2 - Inrichting voor het dragen van voorwerpen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het dragen van voorwerpen

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voor het dragen voorwerp in het bijzonder uitwerpselen van katten, omvattende een baan foelieachtig materiaal aan 5 te brengen in een bak, zoals een kattenbak, bij het daar overheen plaatsen van korrelig materiaal, zoals kattenbakkorrels,welke die baan foeliemateriaal van openingen voorzien is met zodanige afmetingen, dat deze het korrelige materiaal wel doorlaten en die voorwerpen niet.

Een dergelijk foelie is bekend uit US-A-4312295. Daarin wordt een van 10 openingen voorziene foelieabaan getoond welke met behulp van klemmen 28 aan de kattenbak of dergelijke bevestigd wordt. Indien de kattenbak verontreinigd is, kan de foeliebaan tot een zak samengenomen worden en samen met al het kattenbakvulsel verwijderd worden.

De oogst wordt met een dergelijke inrichting na verloop van tijd bij het 15 wegnemen van een baan foeliemateriaal het "ongebruikte" grit materiaal uit te zeven naar een volgende baan en het gebruikt grit materiaal dat door de uitwerpselen samen klontert met het foeliemateriaal mee te nemen en af te voeren.

Hoewel een dergelijke constructie in principe goed werkt, is het gebruik van klemmen omslachtig. Anderzijds zijn klemmen noodzakelijk omdat anders het 20 foeliemateriaal uit positie komt en door het betreffende dier weggedrukt kan worden.

In US-A-4784082 wordt een constructie voorgesteld waarbij een zeefbodem binnen een doos opgesloten. Met behulp van bandjes die aan de uiteinden van het foeliemateriaal aangebracht zijn en klemmen in de hoeken, wordt het foeliemateriaal gepositioneerd.

25 In DE-29.621.334 UI wordt een zeefconstructie voorgesteld welke op de bodem van de kattenbak gelegd wordt waarna het grit in de bak gevuld wordt. Om verschuiving tegen te gaan van deze netachtige constructie wordt deze met behulp van een frame aan de rand van de kattenbak geklemd. Aan de omtrek van de netachtige constructie is een soort veter aangebracht. Indien zich uitwerpselen in de kattenbak 30 bevinden, neemt de gebruiker het net uit de kattenbak door de ffameconstructie waarmee dit vastgeklemd is aan de bak los te nemen, het net zijdelings aan te grijpen en door middel van de veter uit de bak te heffen. Daardoor zouden uitwerpselen en dergelijke op het net achterblijven en niet verontreinigde vulling door de mazen van het 1012822 2 net terugvallen in de kattenbak. Met deze constructie wordt beoogd een besparing op het gebruiken van kattenbakgrit te realiseren. Betreffende hygiëne biedt deze geen oplossing daar hiervoor gebruik gemaakt wordt van de reeds beschreven foeliebaan. Het is echter twijfelachtig of de constructie werkt. Een net heeft de eigenschap dat het 5 zich niet strak laat leggen waardoor het katvandalisme-gevoelig is en er ruimten ontstaan tussen het net en de bak. Worden er nu meerdere netten op elkaar geplaatst (daarin wordt de gebruiker vrij gelaten) zullen de verontreinigingen gezien de open structuur en fijnmazigheid van een net zich uitstrekken tussen de netten onderling en eronder waar deze zich binden. Het gevolg hiervan bij het verwijderen van een net is 10 dat deze breken en de bakinhoud zodanig verontreinigen dat gehele vervanging noodzakelijk is. Bijkomend nadeel is dat een net zich tijdens het verwijderen uit de bak samentrekt en de mazen zich hierdoor vernauwen waardoor er geen zeef- en scheidingseffect kan en zal plaatsvinden. Tevens bestempelen we dit uit drie producten bestaande reinigingssysteem als gecompliceerd.

15 Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een verbeterde inrichting te voorzien waarmee het mogelijk is uitwerpselen uit een kattenbak te verwijderen zonder daarbij nog goed bruikbaar vulsel tevens af te voeren terwijl de hygiëne betreffende het reinigingsproces geoptimaliseerd wordt met een eenvoud aan handelingen. En waarbij gewaarborgd kan worden dat het foeliemateriaal op zijn plaats blijft zonder dat 20 bijzondere gecompliceerde maatregelen noodzakelijk zijn.

Dit doel wordt bij de hierboven beschreven inrichting verwezenlijkt doordat de baan foeliemateriaal in hoofdzaak rechthoekig is uitgevoerd, waarbij bij elk van de hoekpunten uitsparingen zijn aangebracht.

Hierdoor laat het foelie zich strak leggen en is het tevens katvandalisme-25 bestendig. Tijdens gebruik kan het centrale deel van de foeliebaan op de hierboven beschreven wijze op de bodem van de kattenbak geplaatst worden, terwijl aan ten minste twee zijden een deel materiaal uitsteekt en over de bak naar beneden hangt. Met het hiermee gecreëerde contragewicht is de constructie zodanig stabiel dat er geen verschuivingen optreden. Tevens wordt het stabiliserende effect ondersteund door de 30 druk van de gritmassa in de bak op de foeliebaan.

Eenvoudige afvoer van de foeliebaan wordt verwezenlijkt doordat deze nabij de omtrek van draaggrepen voorzien is. Deze draaggrepen kunnen in het foliemateriaal zijn aangebracht maar eveneens banden of dergelijke omvatten.

1 0 1 28 2 2 3

De openingen in de foeliebaan kunnen elke voorstelbare gedaante hebben. Bij een bijzonder eenvoudige uitvoering zijn deze rond uitgevoerd. Ook is het mogelijk deze spieetvormig uit te voeren. Dit kan hetzij door het verwezenlijken van een simpele al dan niet kruislingse insnijding hetzij door het uitstansen van een langwerpige ope-5 ning verwezenlijkt worden. Gebleken is dat indien ten minste een hoofdafineting van die openingen in gebruikstoestand tussen 10 en 17 mm ligt, een goede scheiding gemaakt kan worden tussen uitwerpselen en kattenbakgrit.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding wordt in een samenstel voorzien dat een aantal van de hierboven beschreven inrichtingen dat wil zeg-10 gen foeliebanen omvat. Deze zijn op elkaar geplaatst en worden gelijktijdig in de kattenbak gelegd.

Bij het voor de eerste maal verschonen wordt de bovenste foelielaag van de daaronder liggende foelielagen verwijderd met het meebewegen van de uitwerpselen en met het achterlaten van de schone kattenbakvulling. Bij een volgende reinigingshandeling 15 wordt de volgende foeliebaan verwijderd enz. Op deze wijze kan op bijzonder hygiënische wijze zeer regelmatig de kattenbak gereinigd worden zonder dat daardoor meteen een groot verbruik aan vulselmateriaal samenhangt.

Daarbij is het mogelijk dat de openingen van opeenvolgende foeliebanen in lijn liggend aangebracht zijn. Om te voorkomen dat onderliggende foeliebanen bij het ver-20 wijderen meebewegen (hiervan kan sprake zijn wanneer de openingen compleet zijn uitgestanst) heeft het de voorkeur om deze constructie niet in lijn liggend aan te brengen.

Gebleken is dat met de constructie volgens de uitvinding aan aanzienlijke besparing op vulsel verkregen kan worden. Vermindering van 50 - 70% is zonder al te veel 25 probleem te realiseren. Dat wil zeggen, het gritrendement stijgt tot boven 90%. Indien een pakket van bijvoorbeeld 7-10 vellen gebruikt wordt is het mogelijk ongeveer 3 weken niet anders te doen dan simpelweg regelmatig een van de banen foeliemateriaal te verwijderen en eventueel het met de uitwerpselen verwijderde grit aan te vullen.

Begrepen zal worden, dat het foelie elk in de stand van de techniek bekend foelie 30 kan omvatten. Een voorbeeld daarvan is polypropeen. Bij voorkeur bestaat dit foelie uit een biologisch afbreekbaar materiaal zoals champ foil. Bij een dergelijke toepassing kan het foelie samen met de uitwerpselen op milieuvriendelijke wijze afgevoerd worden dat wil zeggen in de GFT-container gedeponeerd worden. Daardoor ontstaat ook 1 0 1 28 2 2 4 voor gemeenten een voordeel. Echter kan het foelie ook niet kunststofmaterialen omvatten of combinaties van niet-kunststofmaterialen (zoals papierachtige materialen) en foelielagen of daarin geïmpregneerde kunststoflagen.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld 5 uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen: fïg.1 een baan foeliemateriaal volgens de uitvinding in uitgeklapte toestand; fig. 2 en 3 delen van de baan in verschillende uitvoering en fig.4 de toepassing van een pakket foeliebanen volgens de uitvinding.

In fig. 1 is met 1 een foeliebaan volgens de uitvinding aangegeven. Deze bestaat 10 in de voorkeursuitvoering uit polypropeenmateriaal en is voorzien van een centraal deel 2 waar omheen flappen 6 zijn aangebracht. Deze flappen 6 ontstaan door het aanbrengen van uitsparingen nabij de hoekpunten van het centrale deel. Flappen 6 zijn van handgrepen 7 voorzien. Bij het naar elkaar toebrengen van de handgrepen 7 zal een min of meer gesloten kattenbakzeeftas ontstaan. Deze kattenbakzeeftas is voorzien van ope-15 ningen die met 3 aangegeven zijn. Met 3 wordt een cirkelronde (eventueel gedeeltelijk) uitgestanste opening aangegeven. In fig. 2 wordt als variant een opening 4 getoond, die gevormd wordt door twee loodrecht op elkaar gerichte insnijdingen. Tot slot geeft in fig. 3 opening 5 een uitgestanste spieetvormige doorgang aan. Begrepen zal worden dat de openingen elk in de stand der techniek bekende en voor het gebruik van de onderha-20 vige uitvinding wenselijke gedaante kunnen hebben.

In fig. 4 is de toepassing van de baan foeliemateriaal samen met verdere banen materiaal getoond. Het zo gevormde pakket is met 10 aangegeven. De kattenbak zelf is met 8 aangegeven. Het blijkt dat de flappen 6 zich steeds aan vier zijden over de rand van de bak uitstrekken. Over het foeliemateriaal is vulling 9 aangebracht dat grit kan 25 omvatten. Dit grit kan elk in de stand van de techniek bekend materiaal omvatten zoals gebaseerd op klei (bentoniet) of halfvulling.

Indien zich na verloop van tijd in de kattenbak uitwerpselen bevinden en daaraan gehecht gritmateriaal, kan de gebruiker deze eenvoudig verwijderen door de bovenste baan 11 foeliemateriaal van de onderste banen te scheiden door aangrijpen van de be-30 treffende handgrepen 7. Bij het heffen van het geheel tot aan de rand van de kattenbak treedt het scheidingsproces in werking en blijven de uitwerpselen en de daar aanhechtende gritdelen achter in de zo gevormde zak terwijl overig vullingmateriaal door openingen 3-5 beweegt en weer in de kattenbak terugbewogen wordt. Dit wil zeggen per 1012822 5 reinigingshandeling wordt slechts een geringe hoeveelheid gritmateriaal afgevoerd. Vaak is het niet noodzakelijk nieuw gritmateriaal aan te brengen. Nadat de bovenste foeliebaan 11 op deze wijze afgevoerd is, is de bak direct gereed voor gebruik. Immers de volgende baan 11 neemt de functie van de eerdere baan dadelijk over. Dat wil zeg-5 gen de gebruiker hoeft op geen enkele wijze een verdere handeling aan de kattenbak te verrichten.

Begrepen zal worden dat aan het bovenstaande talrijke wijzigingen aangebracht kunnen worden die voor degene bekwaam in de stand van de techniek direct voor de hand liggend zijn bij het lezen van bovenstaande beschrijving en liggen binnen de bij-10 gaande conclusies.

1012822

Claims (8)

1. Inrichting voor het dragen voorwerp in het bijzonder uitwerpselen van katten, omvattende een baan foelieachtig materiaal aan te brengen in een bak, zoals een 5 kattenbak, bij het daar overheen plaatsen van korrelig materiaal, zoals kattenbakkorrels, welke dat die baan foeliemateriaal van openingen voorzien is met zodanige afmetingen, dat deze het korrelige materiaal wel doorlaten en die voorwerpen niet, met het kenmerk, dat de baan foeliemateriaal in hoofdzaak rechthoekig is uitgevoerd, waarbij bij elk van de hoekpunten uitsparingen zijn aangebracht.

2. Inrichting volgens de conclusie 1, waarbij de baan foeliemateriaal nabij de omtrek van de draaggrepen (7) uitgevoerde openingen is voorzien.

3. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die openingen (3) cirkelvormig zijn.

4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die openingen 15 (4, 5) spieetvormig zijn.

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een hoofdafmeting van die openingen ligt tussen 10 en 17 nm.

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die openingen gedeeltelijk uitgestanst zijn.

7. Samenstel (11) omvattende ten minste drie boven elkaar geplaatste inrichtin gen volgens een van de voorgaande conclusies.

8. Samenstel volgens conclusie 7, waarbij de openingen van opvolgende foelie-banen niet in lijn liggend zijn aangebracht. 25 =— 1 0 1 28 2 2