NL1012807C2

NL1012807C2 - Cutting head assembly for suction dredger has intermediate device which clears rocks or other large particles away from suction pipe and cutting head

Info

Publication number: NL1012807C2
Application number: NL1012807A
Authority: NL
Inventors: Maurits Den Broeder; Cornelis Heuvelman
Original assignee: Ballast Nedam Baggeren Bv
Priority date: 1999-08-11
Filing date: 1999-08-11
Publication date: 2001-02-13

Abstract

The intermediate assembly (30) is fitted between the nose piece (28) and the cutting head assembly (2) which includes the suction pipe (4). As the cutting head tools dislodge sand mud and other particles from the bed of the sea or river, particles of rock or other large particles are ejected via side openings (40) in the intermediate assembly. This ensures that the mouth of the suction pipe does not become blocked.

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET OPRUIMEN VAN RESTSTOF NA EEN BAGGEROPERATIEDEVICE AND METHOD FOR CLEARING UP WASTE AFTER A DREDGING OPERATION

Voor het verwijderen van materiaal uit de bodem van een waterpartij, zoals uit een zeebodem, rivierbodem, en dergelijke zijn snijkopzuigers (cutterzuigers) bekend, waarbij een snijkop via een centrale aandrijfas wordt 5 aangedreven door een elektrische of hydraulische motor, en waarbij de aandrijfas zich uitstrekt tot aan het einde van de snijkop. Door rotatie van de snijkop wordt de bodem losgewoeld waarna een mengsel van losgewoeld bodem-materiaal via openingen in de snijkop en langs een op de 10 snijkop aangesloten zuigbuis wordt opgezogen. Het opgezogen bodemmateriaal wordt vervolgens via het baggerschip afgevoerd.For removing material from the bottom of a water feature, such as from a sea bed, river bottom, and the like, cutter suction dredgers (cutter suction dredgers) are known, wherein a cutting head is driven via an central drive shaft by an electric or hydraulic motor, and wherein the drive shaft is extends to the end of the cutting head. Rotation of the cutting head causes the bottom to be loosened, after which a mixture of loosened soil material is sucked up through openings in the cutting head and along a suction tube connected to the cutting head. The sucked up soil material is then discharged via the dredger.

In het bijzonder na het cutteren van rots blijft er een laag mors van losse korrels achter, waarvan 15 de dikte in sommige gevallen meer dan 1,5 meter bedraagt. Deze laag moet ofwel later opgeruimd worden om de gewenste diepte te verkrijgen, of er moet met een overmatige diepte ter grootte van de verwachte morslaag gebaggerd worden. Dit laatste betekent veelal dat er harde rots 20 gecutterd moet worden die in het gebied blijft liggen.Particularly after rock cutting, a layer of loose grain spill remains, the thickness of which in some cases exceeds 1.5 meters. Either this layer must be cleaned up later to obtain the desired depth, or dredging with excessive depth the size of the expected spill layer. The latter usually means that hard rock 20 has to be cut which remains in the area.

Dit gaat ten koste van pickpoints, wisseltijden, verhoogt het energieverbruik en dergelijke.This is at the expense of pick points, switching times, increases energy consumption and the like.

Alhoewel het mogelijk is mors met een gewone cutter op te ruimen, kost dit veel tijd, terwijl het 25 moeilijk is de gehele morslaag weg te baggeren, daar het materiaal dat onder het niveau van de backring van de snijkop ligt, de zuigmond niet of nauwelijks bereikt, en derhalve niet of nauwelijks wordt opgezogen.Although it is possible to clean up spills with a regular cutter, this takes a lot of time, while it is difficult to dredge the entire spill layer, since the material that lies below the level of the backring of the cutting head, hardly or not at all reached, and is therefore not or barely aspirated.

Het is een doel van de onderhavig uitvinding de 30 bekende werkwijze en inrichtingen te verbeteren en een of meer van de bovengenoemde bezwaren te ondervangen.It is an object of the present invention to improve the known method and devices and to overcome one or more of the above drawbacks.

22

Volgens een eerste aspect verschaft de onderhavige uitvinding een inrichting voor het opruimen van reststof dat na een baggeroperatie achtergebleven is, welke inrichting omvat: een achtergedeelte, een lijfge-5 deelte dat aansluit op het achtergedeelte, een voorge-deelte dat aansluit op het lijfgedeelte, een mondstuk voor het opzuigen van reststof, een kanaal voor het vanaf het mondstuk door het lijfgedeelte heen afvoeren van de reststof; en geleidingsmiddelen voor het in het mondstuk 10 geleiden van de op te ruimen reststof.According to a first aspect, the present invention provides an apparatus for cleaning up residual material left behind after a dredging operation, which apparatus comprises: a rear part, a body part connecting to the rear part, a front part connecting to the body part, a nozzle for picking up residual dust, a channel for discharging the residual material from the nozzle through the body part; and guiding means for guiding the residual material to be cleaned up in the nozzle 10.

De inrichting volgens de onderhavige uitvinding kan een bekende snijkop, die aan een eind van een snij-kopladder geplaatst is, vervangen, en aldus door de snijkopladder over een gebaggerd gebied verplaatst worden 15 teneinde de achtergebleven reststof te verwijderen.The device according to the present invention can replace a known cutting head, which is placed at one end of a cutting head ladder, and thus be moved through the cutting head ladder over a dredged area in order to remove the residual residual material.

Door proeven is aangetoond dat de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, op een efficiënte wijze achtergebleven mors opruimt zonder dat kostbare onderdelen van een snijkop die tevens als "stofzuiger" 20 bij bekende operaties worden gebruikt, worden versleten. Bij voorkeur omvatten de geleidingsmiddelen een of meer vleugels die zich buitenwaarts vanaf de mond uitstrekken waarbij de vleugels tenminste twee vleugeldelen omvatten waarbij een eerste vleugeldeel tenminste gedeeltelijk een 25 omtreksrand van de mond definieert en waarbij een tweede vleugelgedeelte schuin ten opzichte van het eerste vleu-gelgedeelte aangebracht is.Tests have shown that the device of the present invention efficiently removes residual spills without wearing out costly parts of a cutting head that are also used as "vacuum cleaners" in known operations. Preferably, the guiding means comprise one or more wings extending outwardly from the mouth, the wings comprising at least two wing members, a first wing member defining at least partially a peripheral edge of the mouth, and a second wing portion oblique to the first wing portion is applied.

Verder is een van de grote voordelen van de onderhavige uitvinding ten opzichte van bekende inrich-30 tingen, dat men zowel over stuurboord als over bakboord kan werken.Furthermore, one of the major advantages of the present invention over known devices is that one can work both starboard and port.

Aldus bij het verplaatsen van de inrichting over de gebaggerde bodem, wordt de reststof op een zeer efficiënte wijze door de mond van de inrichting geleid en 35 verwijderd.Thus, when the device is moved over the dredged bottom, the residual material is very efficiently passed through the mouth of the device and removed.

In de snijkop kan een klep zitten, die door middel van hydraulische cilinders heen en weer bewogen kan worden, teneinde zowel linksom als rechtsom met de 3 kop te kunnen opschonen. De klep is bedoeld om het gat aan de overzijde van de zuigopening af te sluiten. De klep zou ook een schuifafsluiter kunnen zijn, als daar bijvoorbeeld in verband met de praktische beperking van 5 de lengte van klep E aanleiding toe is.The cutting head can contain a valve, which can be moved back and forth by hydraulic cylinders, in order to be able to clean with the 3 heads both clockwise and counterclockwise. The valve is intended to close the hole on the opposite side of the suction opening. The valve could also be a gate valve, if, for example, due to the practical limitation of the length of valve E, there is reason to do so.

De zuigopening van de snijkop kan direct worden aangesloten op een bestaande zuigmond die zich normaal in een backring van een snijkop bevindt.The suction head of the cutting head can be directly connected to an existing suction nozzle normally located in a cutting head backring.

De maximale breedte van de snijkop aan de 10 achterzijde wordt bepaald door de tophoek en de lengte van de kop. Voor het opschoonproces geldt dat hoe breder de kop aan de achterzijde is, des te minder mors er blijft liggen.The maximum width of the rear cutting head is determined by the apex angle and the length of the head. For the clean-up process, the wider the head at the rear, the less spill remains.

Verdere kenmerken van de inrichting volgens de 15 onderhavige uitvinding zijn terug te vinden in conclusies 4-11.Further features of the device according to the present invention can be found in claims 4-11.

Volgens een tweede aspect van de onderhavige uitvinding wordt er een samenstel verschaft, omvattende een snijkopladder en een inrichting zoals bovenbeschre-20 ven, welke inrichting losmaakbaar aan de snijkopladder is aangebracht.According to a second aspect of the present invention there is provided an assembly comprising a cutter head ladder and a device as described above, which device is releasably mounted on the cutter head ladder.

Bij voorkeur is de inrichting op scharnierbare wijze aan het einde van de snijkopladder aangebracht, zodat de inrichting tussen een aantal gebruiks-, en 25 opruimposities scharnierbaar is.The device is preferably hingedly mounted at the end of the cutter head ladder, so that the device can be hinged between a number of use and clean-up positions.

De inrichting kan een zodanige vorm hebben dat deze een losmaakbare aan een einde van een snijkopladder bevestigde snijkop kan vervangen, na het voltooien van een baggeroperatie, waarna de snijkopladder dezelfde 30 baggerbewegingen kan maken, waarbij tijdens deze bewegingen, de achtergebleven mors door de inrichting volgens de onderhavige uitvinding opgeruimd wordt.The device may be shaped to replace a releasable cutting head attached to one end of a cutter head ladder after dredging operation is completed, after which the cutter head can make the same 30 dredging movements, during which the residual spillage through the device in accordance with the present invention is discarded.

Volgens een derde aspect van de onderhavige uitvinding wordt er een werkwijze beschreven voor het 35 verwijderen van reststof welke achterblijft na een baggeroperatie, welke werkwijze de stappen omvat van het in contact brengen van een bovenbeschreven baggersamenstel, met de op te ruimen reststof, waarbij de snijkopladder 4 over de reststof wordt verplaatst, waarbij de reststof door middel van de vleugels van de inrichting in de mond daarvan geleid wordt waarna de reststof door de achter-opening van de inrichting weggezogen wordt door zuigmid-5 delen.According to a third aspect of the present invention there is described a method for removing residual dust remaining after a dredging operation, the method comprising the steps of contacting an above-described dredging assembly with the residual material to be cleared, wherein the cutter head ladder 4 is moved over the residual material, the residual material being guided into the mouth thereof by means of the wings of the device, after which the residual material is sucked away by suction means through the rear opening of the device.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt in de navolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijge-10 voegde figuren, waarin tonen: figuur 1 een zijaanzicht van een baggerschip; figuur 2 een gedeeltelijk bovenaanzicht van het in figuur 1 getoonde baggerschip; figuur 3 een weggenomen vooraanzicht in per-15 spectief van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding; figuur 4 een gedeeltelijk weggebroken achteraanzicht in perspectief van de in figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm; 20 figuur 5 een gedeeltelijk weggebroken vooraan zicht in perspectief van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding; figuur 6 een aanzicht in perspectief van de in figuren 3 en 4 getoonde uitvoeringsvormen tijdens ge-25 bruik; figuur 7 een tweede gedeeltelijk weggenomen aanzicht in perspectief van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding in gebruik; figuur 8 een bovenaanzicht van de in figuren 3 30 en 4 getoonde uitvoeringsvormen; en figuur 9 en 10 grafieken van verkregen proefre-sultaten met de onderhavige uitvinding.Further advantages, features and details of the present invention will be elucidated in the following description of a preferred embodiment thereof. Reference is made in the description to the accompanying figures, in which: figure 1 shows a side view of a dredger; figure 2 shows a partial top view of the dredger shown in figure 1; Figure 3 is a perspective cut-away front view of a first preferred embodiment of the device according to the present invention; figure 4 shows a partly broken away rear view in perspective of the embodiment shown in figure 3; Figure 5 shows a partly broken away front view in perspective of a second preferred embodiment of the device according to the present invention; figure 6 shows a perspective view of the embodiments shown in figures 3 and 4 during use; figure 7 shows a second partly cut-away perspective view of the device according to the present invention in use; figure 8 shows a top view of the embodiments shown in figures 3 and 4; and Figures 9 and 10 graphs of obtained test results with the present invention.

In figuur 1 is een baggerschip S weergegeven.A dredger S is shown in figure 1.

In een snijkopladder 2, is een zuigbuis 4 aangebracht die 35 met behulp van een lier 6 en kabels 8 ophijsbaar is. Aan het einde van de zuigbuis 2 is een snij kop 10 aangebracht, die wordt geroteerd ten opzichte van de zuigbuis 2 door een elektromotor 12. Op korte afstand boven de •101 28 07 << 5 motor 12 zijn aan weerszijden van de snijkopladder 12 klapschijven 14 (zie tevens figuur 2) scharnierbaar aangebracht, die met behulp van zij lieren de snijkop laten zwaaien ten opzichte van een spudpaal 16.In a cutting head ladder 2, a suction tube 4 is arranged, which can be lifted by means of a winch 6 and cables 8. At the end of the suction tube 2, a cutting head 10 is arranged, which is rotated relative to the suction tube 2 by an electric motor 12. At a short distance above the • 101 28 07 << 5 motor 12, there are 12 folding discs on either side of the cutter head ladder. 14 (see also figure 2) hinged, which use side winches to swing the cutting head relative to a spud pole 16.

5 Bij de moderne baggerschepen is de werkspudpaal 16 veelal in een paalwagen geplaatst waardoor de snijkop-zuiger relatief gemakkelijk vooruit kan stappen na het voltooien van een cirkelvormige baggerzwaaiing van de snijkop. Aan het einde van een slag van de paalwagen 10 wordt deze naar een uitgangspositie teruggereden terwijl dan een hulpspudpaal 18 aan de grond wordt gezet.In modern dredging vessels, the work spud pile 16 is usually placed in a pole wagon so that the cutter head piston can step forward relatively easily after completing a circular dredger swing of the cutter head. At the end of a stroke of the pile carriage 10 it is driven back to a starting position while an auxiliary spud 18 is then grounded.

Nadat de baggeroperatie voltooid is, kan een snijkop 20 (fig. 3) volgens de onderhavige uitvinding, aan de snijkopladder 2 door middel van een naaf 22 gemon-15 teerd worden. De ombouwtijd hiervoor is gelijk aan de tijd benodigd voor het wisselen van een snijkop 10.After the dredging operation is completed, a cutting head 20 (Fig. 3) according to the present invention can be mounted to the cutting head ladder 2 by means of a hub 22. The conversion time for this is equal to the time required to change a cutting head 10.

De snijkop 20 heeft een achterstuk 24 dat koppelbaar is aan de snijkopladder 2, en een voorstuk 26 dat een bot neusstuk 28 omvat.The cutting head 20 has a rear piece 24 that can be coupled to the cutting head ladder 2, and a front piece 26 comprising a blunt nose piece 28.

20 Tussen het achterstuk 24 en neusstuk 28 is een lijfstuk 30 aangebracht. Dit lijfstuk 30 omvat vleugels 31 bestaande uit ondervleugeldelen 32 die zich aan beide kanten van de neus 28 uitstrekken, bovenvleugeldelen 34 die zich tevens zijwaarts vanaf de neus 28 uitstrekken, 25 een opstaande vleugelverbindingsstuk 36 dat zich uit-strekt tussen de boven en ondervleugeldelen 34, 32 respectievelijk en een opstaande vleugelplaat 38 die is aangebracht aan het onderliggende vleugeldeel 32 en opstaande achtervleugeldeel 36. Het liggende ondervleu-30 geldeel 32, bovenvleugeldeel 34 en achtervleugelstuk 36 definiëren samen openingen 40 van de snijkop, welke openingen 40 gesitueerd zijn aan beide kanten achter de neus 28 (zie tevens figuur 7).A body piece 30 is arranged between the rear piece 24 and nose piece 28. This body piece 30 comprises wings 31 consisting of underwing members 32 extending on both sides of the nose 28, upper wing members 34 also extending laterally from the nose 28, an upright wing connector 36 extending between the top and underwing members 34, 32, respectively, and an upright wing plate 38 disposed on the lower wing portion 32 and upright rear wing portion 36. The recessed bottom wing portion 32, upper wing portion 34, and rear wing section 36 together define openings 40 of the cutting head, which openings 40 are located on either side behind the nose 28 (see also figure 7).

De klep 42 wordt bediend door middel van twee 35 zuigerstangen 44 en 46 die verbonden zijn aan vooreinden daarvan met een opstaande klepstang 48 welke klepstang opstaand achter de neus 28 gemonteerd is. De zuigerstan- 6 gen 44 en 46 zijn gemonteerd aan een monteringsplaat 50 via achtereinden daarvan.The valve 42 is actuated by means of two piston rods 44 and 46 connected at their front ends to an upright valve rod 48 which valve rod is mounted upright behind the nose 28. The piston rods 44 and 46 are mounted to a mounting plate 50 via rear ends thereof.

In een verder niet getoonde uitvoeringsvorm, kan deze kiep 42 door twee schuifafsluiters vervangen 5 worden.In a further embodiment, not shown, this tilt 42 can be replaced by two gate valves.

Elke opening 40 loopt evenwijdig met een kanaal 52 (zie tevens figuur 7) welk kanaal 52 eindigt in een achteropening 54 (zie tevens figuur 4), welke achterope-ning 54 koppelbaar is met de zuigbuis 4 van de snijkop-10 ladder 2. De achteropening 54 is aangebracht in een doosachtig deel 56 van de snij kop waarvan een bovenplaat 58 en onderplaat 60 (zie tevens figuur 5) tezamen met de klep 42 mede de loop van de kanalen 52 bepalen. De monteringsplaat 50 is aangebracht op de bovenplaat 58 van de 15 doos 5 6.Each opening 40 is parallel to a channel 52 (see also figure 7), which channel 52 ends in a rear opening 54 (see also figure 4), which rear opening 54 can be coupled to the suction tube 4 of the cutting head-10 ladder 2. The rear opening 54 is arranged in a box-like part 56 of the cutting head, of which a top plate 58 and bottom plate 60 (see also figure 5) together with the valve 42 partly determine the course of the channels 52. The mounting plate 50 is mounted on the top plate 58 of the box 5 6.

Een vrouwelijk huisorgaan 62 dat koppelbaar met een mannelijke naaf 22 van de snijkopladder 2 is, is schuin opwaarts aan de snijkop aangebracht en is op diens positie gefixeerd door middel van drie vierhoekige plaat-20 elementen 64, 66 en 68 welke rondom de buis 62 bevestigd zijn, en die tevens aan de zich schuin opwaarts uitstrekkende oorsecties 70 zijn gemonteerd. Deze oorsecties 70 zijn op hun beurt vastgemaakt aan de vleugels 31. De oorsecties 70 zijn tevens voorzien van twee uitsteeksels 25 72 telkens voorzien van een gat 74.A female housing member 62, which can be coupled to a male hub 22 of the cutter head ladder 2, is mounted obliquely upwardly on the cutter head and is fixed in its position by means of three quadrilateral plate elements 64, 66 and 68 mounted around the tube 62 and which are also mounted on the obliquely upwardly extending ear sections 70. These ear sections 70 are in turn attached to the wings 31. The ear sections 70 are also provided with two protrusions 72 each with a hole 74.

De naaf 22 is bij voorkeur voorzien van een niet-getoonde schroefdraad waarop de veegkop geschroefd wordt.The hub 22 is preferably provided with a screw thread (not shown) onto which the wipe head is screwed.

Het vleugeldeel 38, dient ertoe om eventueel 30 achterwaarts gerichte krachtcomponenten ter plaatse van het einde van het achterblad op het te baggeren materiaal uit te sluiten. Het staat derhalve evenwijdig met de bewegingsinrichting. Hiermee wordt voorkomen dat er materiaal achter de kop terecht komt.The wing part 38 serves to exclude any rearwardly directed force components at the end of the back sheet on the material to be dredged. It is therefore parallel to the movement device. This prevents material from getting behind the head.

35 De geleidevleugels 32 aan de onderzijde van de kop hebben tot doel het materiaal uit het bed op te scheppen en in de kop te brengen. Voor werken op verschillende dieptes kan een ondervleugeldeel op maat i >, 7 gemaakt worden zodanig dat een snij rand van de vleugel evenwijdig is aan de op te leveren bodem. De hoek van de ondervleugel met de bodem is zo klein mogelijk, teneinde geringe krachten op afstand van de zuigmond op het mate-5 riaal uit te oefenen (ongeveer 10°). Om slijtage te beperken worden de vleugeldelen 32 voorzien van een rij snijtanden.The purpose of the guide wings 32 on the underside of the head is to scoop up the material from the bed and introduce it into the head. For working at different depths, a bottom wing part can be made to size i> .7 such that a cutting edge of the wing is parallel to the bottom to be delivered. The angle of the bottom wing with the bottom is as small as possible in order to exert small forces (about 10 °) on the material at a distance from the squeegee. The wing parts 32 are provided with a row of incisors to limit wear.

De bovenvleugeldelen 34 dienen ervoor om te zorgen dat er geen water aangezogen wordt langs die weg, 10 waardoor materiaal zou kunnen blijven liggen.The top wing parts 34 serve to ensure that no water is drawn in along that way, so that material could remain.

Wordt de kop geschikt gemaakt voor slib/zachte klei, dan kan het noodzakelijk zijn de bovenvleugeldelen 34 verder te vergroten tot bijvoorbeeld de totale breedte van de kop, of wellicht nog verder.If the head is made suitable for sludge / soft clay, it may be necessary to further increase the top wing parts 34 to, for example, the total width of the head, or perhaps even further.

15 De neus aan de voorzijde van de kop is nodig om de as waarom de klep draait te beschermen. Procestech-nisch is het wenselijk om ook dit blad in de bewegingsrichting te plaatsen, in verband met graafkrachten.15 The nose on the front of the head is needed to protect the shaft around which the valve rotates. Process-wise it is desirable to also place this blade in the direction of movement, due to excavation forces.

In gebruik wordt de snijkop 20 aan de snij-20 kopladder gemonteerd nadat de snijkop 10 verwijderd is, door de vrouwelijke buis 62 over de mannelijke naaf 22 te brengen waarbij de uitsteeksels 74 door twee gleuven 76 van een gedeeltelijk cirkelvormige kraag 78 van de snij-kopladder 2 worden gebracht, waarna pennen 80 door de 25 gaten 74 van de uitsteeksels 72 worden aangebracht, teneinde bevestigd te worden in bevestigingsstukken 82 van de snijkopladder 2 (zie tevens figuur 4).In use, the cutting head 20 is mounted to the cutting 20 head ladder after the cutting head 10 is removed, by passing the female tube 62 over the male hub 22 with the protrusions 74 through two slots 76 of a partially circular collar 78 of the cutting blade. head ladder 2, after which pins 80 are placed through the holes 74 of the projections 72, in order to be fixed in fixing pieces 82 of the cutting head ladder 2 (see also figure 4).

Bij een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de snijkop volgens de onderhavige uitvinding (zie figuur 5), 30 heeft de vrouwelijke buis 62 een enigszins gebogen binnenomtrek, die correspondeert met een enigszins gebogen buitenomtrek van de mannelijke naaf 22 van de snijkopladder .In a second preferred embodiment of the cutting head according to the present invention (see Figure 5), the female tube 62 has a slightly curved inner circumference, which corresponds to a slightly curved outer circumference of the male hub 22 of the cutting head ladder.

Tevens zijn de uitsteeksels 82 voorzien van 35 verlengde, gebogen gleuven 90 die het voor de snijkop mogelijk maakt onder een hoek ten opzichte van de ladder te bewegen wanneer de bevestigingspennen 80 door de gleuven 90 aangebracht zijn. De bolle vorm van zowel de ' ü 1 ii 0 ('*1 8 naaf 22 als de vrouwelijke buis 62 maken het mogelijk deze over elkaar te laten glijden. Aldus kan de snij kop tijdens gebruik rekening houden met onregelmatigheden op de bodem.Also, the protrusions 82 are provided with elongated, curved slots 90 which allow the cutting head to move at an angle to the ladder when the mounting pins 80 are disposed through the slots 90. The convex shape of both the hub 22 and the female tube 62 allow it to slide over one another. Thus the cutting head can take into account irregularities in the bottom during use.

5 De snijkopladder kan zowel zijwaarts, heen en weer, als voor- en achterwaarts worden bewogen (zie figuur 2). Tijdens het zijwaarts bewegen van de snijkop-ladder wordt, na het voltooien van een baggeroperatie, achtergebleven mors door middel van de vleugels en bin-10 nenkanten 92 van de neus 28 in de snij kop geleid. De klep 42 wordt bediend tijdens het zijwaarts bewegen van de snijkopladder in de tegenovergestelde richting hiervan, waardoor een opening 40 ontstaat, terwijl de tegenovergestelde opening 40 de klep 42 wordt afgesloten (zie figuur 15 7). Wanneer de zwaai van de snijkopladder van richting wordt veranderd, wordt de klep 42 terug bewogen zodat laatstgenoemde opening gesloten wordt en de snijkop in staat is mors op te ruimen tijdens een teruggaande beweging van de snijkopladder.5 The cutter head ladder can be moved sideways, back and forth, and forward and backward (see figure 2). During the lateral movement of the cutting head ladder, after completion of a dredging operation, residual spillage is introduced into the cutting head by means of the wings and inner edges 92 of the nose 28. The valve 42 is operated while moving the cutter head ladder sideways in the opposite direction thereof, creating an opening 40, while the opposite opening 40 closes the valve 42 (see FIG. 7). When the swing of the cutter head ladder changes direction, the valve 42 is moved back so that the latter opening is closed and the cutter head is able to clean up spill during a reverse movement of the cutter ladder.

20 De vleugeldelen 32 zijn bij voorkeur voorzien van waterjets 33 om in geval van slib/zachte klei het materiaal enigszins los te snijden en/of te verdunnen tijdens gebruik.The wing parts 32 are preferably provided with water jets 33 in order to slightly cut and / or thin the material during use in the case of sludge / soft clay.

De voorkeursafmetingen van de snij kop zijn, met 25 verwijzing naar figuur 8 hieronder gegeven.The preferred dimensions of the cutting head are given with reference to Figure 8 below.

De hoek A is maximaal gelijk aan de zwaaihoek van de zuiger.The angle A is maximally equal to the swing angle of the piston.

De hoek B moet zo klein mogelijk gehouden worden, in verband met graafkrachten en de geleiding van 30 opgeveegd materiaal richting de zuigopening. Uit oogpunt van de constructie (lengte van de klep E) kan hier een beperking liggen.The angle B should be kept as small as possible, due to digging forces and the guiding of swept material towards the suction opening. From a construction point of view (length of valve E) there may be a limitation here.

De totale lengte van de snij kop is onder meer afhankelijk van de hoek van inwendige wrijving van het 35 materiaal. De minimale lengte van de kop is gelijk aan de maximale staplengte + toeslag.The total length of the cutting head depends, among other things, on the angle of internal friction of the material. The minimum head length is equal to the maximum stride length + supplement.

Lmin = 1,5 cos (45)+maximale stapgrootte + toeslag «6 9Lmin = 1.5 cos (45) + maximum step size + supplement «6 9

De toeslag geldt om te voorkomen dat er materiaal achter de kop terecht komt (soort bufferzone) en kan afhankelijk zijn van de grondsoort.The surcharge applies to prevent material from getting behind the head (type of buffer zone) and may depend on the type of soil.

De breedte van de kop aan de voorkant moet zo 5 klein mogelijk gehouden worden in verband met indring-krachten bij het vooruit stappen. Constructief kunnen hier beperkingen liggen.The width of the head at the front should be kept as small as possible because of penetration forces when stepping forward. Constructionally, there may be limitations here.

Er zijn proeven uitgevoerd met de snijkop volgens de onderhavige uitvinding; deze werden als volgt 10 uitgevoerd.Tests have been conducted with the cutting head of the present invention; these were performed as follows.

De proeven zijn opgezet ervan uitgaande dat de snijkop op het baggerschip gemonteerd wordt. Hierop zijn de afmetingen en de instellingen voor het. proces (op modelschaal) gebaseerd.The tests are designed assuming that the cutting head is mounted on the dredger. Here are the dimensions and settings for it. process (based on model scale).

15 Het doel van de proeven was inzicht te krijgen in het proces dat optreedt voor de zuigmond van de snijkop en daarnaast om vast te stellen welke vorm van de zuigopening van de snijkop de minste mors achterlaat bij verschillende combinaties van stapgrootte en verhaal-20 snelheid.The purpose of the tests was to gain insight into the process that occurs in front of the nozzle of the cutting head and also to determine which shape of the suction opening of the cutting head leaves the least spill with different combinations of step size and story speed.

De schaal van de proeven was 1:5 : lengte prototype lengte model = - 25 5 snelheden prototype snelheden model = - /5 30 debieten prototype debieten model = - 55, 9The scale of the tests was 1: 5: length prototype length model = - 25 5 speeds prototype speeds model = - / 5 30 flows prototype flows model = - 55, 9

De metingen waren vastgesteld in de vorm van bodemprofielen, zoals in figuur 9 is weergegeven.The measurements were determined in the form of soil profiles, as shown in figure 9.

35 1035 10

De twee rechthoeken geven de zuigopening en de buitenkant van de vleugels aan. Het deel W geeft het talud voor de proef weer. En het deel N geeft het talud na het opruimen van de mors met gebruik van de snijkop 5 weer.The two rectangles indicate the suction opening and the outside of the wings. Part W represents the slope for the test. And part N shows the slope after cleaning up the spill using the cutting head 5.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvorm daarvan; de gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modifi-10 caties denkbaar zijn.The present invention is not limited to the above described preferred embodiment thereof; the requested rights are defined by the following claims, within the scope of which many modifications are conceivable.

' v‘ j '1 ^ v/'v' j '1 ^ v /

Claims

1. Device for cleaning up residual material left behind after a dredging operation, which device comprises: - a rear section; 5. a body part that connects to the rear part; - a front part that connects to the body part; - a nozzle for picking up residual dust; 10. a channel for discharging the residual material from the nozzle through the body portion; and - guiding means for guiding the residual material to be cleaned up in the nozzle.

2. Device as claimed in claim 1, wherein the guiding means comprise one or more wings which extend outwards from the mouth.

3. Device as claimed in claims 1 or 2, wherein the wings comprise at least two wing parts, wherein a first wing part at least partly defines a peripheral edge of the mouth and a second wing part, which is arranged on the first wing part, and that extends obliquely thereto.

4. Device according to any one of the preceding claims, wherein the mouthpiece is arranged on the front part.

Device according to any one of the preceding claims, wherein the mouthpiece is arranged on the body part.

The device of claim 5, wherein the front portion includes a blunt nosepiece. . * -,

An apparatus according to any one of the preceding claims, further comprising control means for controlling a waste stream through the channel.

8. Device according to claim 7, wherein the control means comprise a hinged valve element, which element extends from the front end to the rear end, the valve being hinged between a first position in which the residual material is conductive in a first channel region of the device, and a second position in which the residual material is conductive in a second channel region of the device.

9. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the device is provided with two or more mouths and at least one of said mouths 15 can be closed in the first or second hinged position of the valve.

10. Device as claimed in any of the foregoing claims, further comprising an opening arranged on the rear part, which opening is coupled with suction means to a cutter head ladder.

11. Device as claimed in any of the foregoing claims, further comprising coupling means for coupling the device to a cutting head ladder.

12. Device according to claim 11, wherein the device can be hingedly mounted on the cutting head ladder.

13. Assembly comprising a cutting head ladder, and a device according to any one of the preceding claims, which device is mounted releasably on the cutting head ladder, preferably by means of a threaded hub.

14. Assembly as claimed in claim 13, wherein the device is hingedly arranged at one end of the cutter head ladder so that the device is hinged between a number of positions of use.

Assembly as claimed in claims 13 or 14, wherein suction means are arranged on the cutting head ladder in order to discharge the residual material.

16. Method for removing residual dust which remains after a dredging operation, which method comprises the steps of: contacting an assembly according to any one of claims 12-14 with residual material to be cleaned up, wherein the residual material is provided by means of the wings from the device into its mouth and the residual dust is sucked out through the rear opening of the device by suction means.

17. Method according to claim 16, wherein a cutting head which is releasably mounted on the cutting head ladder is replaced by a device according to one or more of claims 1-12.