NL1012652C2 - Werkwijze en stelsel voor het langs een rijbaan signaleren van een daarvoor geldende snelheidsbeperking. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en stelsel voor het langs een rijbaan signaleren van een daarvoor geldende snelheidsbeperking.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en stelsel voor het langs een rijbaan signaleren van een aldaar geldende snelheidsbeperking.

Het aan weggebruikers signaleren van een voor een rijbaan 5 geldende snelheidsbeperking geschiedt op de gebruikelijke wijze door middel van langs de rijbaan aangebrachte verkeerborden, zoals vastgelegd in de Wegenverkeerswet (WVW) en het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RW). Daar het aantal plaatsen en verkeersituaties waarvoor snelheidsbeperkingen van 10 kracht zijn nog steeds toeneemt impliceert dit dat langs de wegen een steeds groter aantal verkeersborden moet worden aangebracht; bij de nog steeds toenemende verkeersdrukte is te verwachten dat dit aantal in de nabije toekomst nog zal toenemen, zeker nu de overheid ernaar streeft de maximumsnelheid in 15 woongebieden terug te brengen tot 30 km/u en in grote delen van de buitengebieden slechts 60 km/u toe te staan. Een en ander betekent voor de wegbeheerder steeds toenemende kosten en voor de weggebruiker een toenemende aandacht voor wat niet op het wegdek doch daarnaast en daarboven is aangebracht.

20 Incidenteel zijn wegbeheerders ertoe overgegaan een voor een weggedeelte geldende maximumsnelheid te signaleren met op het wegdek aangebrachte, grote, cijfercombinaties zoals "50", "80", etc. Dit is bijzonder duur: het aanbrengen ervan vergt dat een weggedeelte gedurende langere tijd voor gebruik moet 25 worden afgesloten terwijl de praktijk heeft uitgewezen dat veelvuldig (duur) onderhoud noodzakelijk is en de aangebrachte tekens veelvuldig door het verkeer worden beschadigd, in het bijzonder bij afremmen.

In het Duitse octrooischrift 44 39 219 is voorgesteld een 30 snelheidsbeperking te signaleren door middel van uit het wegdek uitstekende, meegevende signaleringsborden. Dit voorstel heeft dezelfde bezwaren als op het wegdek aangebrachte becijfering: het aanbrengen en het onderhoud daarvan is duur en omslachtig.

De uitvinding beoogt deze bezwaren te ondervangen. Volgens 35 de uitvinding wordt dit bereikt doordat men op het wegdek 101 26 5 2 - 2 - aangebrachte markeerstrepen voorziet van signaleringselementen waarvan de configuratie een bepaalde snelheidsbeperking representeert . Voorts stelt de uitvinding een signaleringsstelsel voor zoals beschreven in conclusie 2 waarvan bijzonderheden 5 zijn gegeven in de conclusies 3 t/m 8.

De uitvinding berust aldus op het inzicht de vrijwel altijd langs een rijbaan aanwezige, de rijbaan begrenzende strepen (kantstrepen resp. waarschuwingsstrepen) te gebruiken voor het signaleren van een voor deze rijbaan geldende maximum-10 snelheid, zodanig dat de weggebruiker uit de configuratie ervan onmiddellijk de van kracht zijnde maximumsnelheid herkend. Het is niet nodig dat een bestuurder zijn ogen van het wegdek afhoudt. Door de herhalende aard van de signalering wordt de weggebruiker voortdurend op een geldende maximumsnelheid attent 15 gemaakt. Het is weliswaar reeds gebruikelijk een heersende snelheidsbeperking (100 km/uur) langs snelwegen te signaleren met behulp van op regelmatige afstanden aan de vangrail aangebrachte signaleringsbordjes doch dit is duur en onderhoudsin-tensief en leidt door de hoog geplaatste bordjes de aandacht 20 van de bestuurder af van de weg.

Een modificatie van de elementen is gemakkelijk mogelijk waardoor een geldende maximumsnelheid door overschilderen daarvan eenvoudig aan een gewijzigde situatie (onderhoud) kan worden aangepast.

25 De in de conclusies 5 t/m 8 genoemde configuraties komen overeen met die van de, bij de weggebruiker bekende, ge- en verbodsborden. Doordat de configuraties onderling sterk verschillen zullen zij ook na slijtage respectievelijk vervuiling herkenbaar zijn.

30 De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de teke ning. Deze toont enige voorbeelden van configuraties geschikt voor het signaleren van verschillende maximumsnelheden.

Fig. la toont een rijbaanstreep 2 voorzien van ruitvormige signaleringselementen. De signaleringselementen 4a, 4b en 4c 35 zijn symmetrisch ten opzichte van de markeerstreep 2a aangebracht .. Het signaleringselement 4d steekt dwars van de markeerstreep uit.

Dergelijke signaleringselementen kunnen worden gebruikt binnen en buiten de bebouwde kom en eventueel zijn voorzien van 40 een de daar geldende maximumsnelheid aangevend getal, zoals het j‘ T.. . : 101 2652 :.. - 3 - getal "60n voor het signaleringselement 4c en het getal "80n voor het signaleringselement 4a.

Fig. lb toont een markeerstreep 2 voorzien van cirkelvormige markeringselementen, die zijn aangegeven met 6a..6d. Ook 5 hier kunnen de markeringselementen zijn voorzien van een de geldende maximumsnelheid aangevend getal, zoals getoond voor de elementen 6a, 6c en 6d.

Fig. lc toont een markeerstreep 2 voorzien van rechthoekige signaleringselementen aangegeven met 8a, 8b en c. Ook hier 10 kunnen de elementen zijn voorzien van een de geldende maximumsnelheid aangevend getal.

Fig. ld ten slotte toont een markeerstreep 2 met trapeziumvormige markeerelementen 10a..10e. Terwijl de in het voorgaande genoemde signaleringselement qua vorm (ruit, cirkel, 15 rechthoek) vergaand overeenkomen met de vorm van de, de weggebruiker bekende, ge- en verbodsborden is de trapeziumvorm afwijkend daarvan en dus bij uitstek geschikt voor het signaleren van een van de normaal geldende maximumsnelheden afwijkende maximumsnelheden.

20 Voor al deze signaleringslementen geldt dat zij een eenvoudige vorm hebben die aanknoopt aan die van de bestaande borden. Zij kunnen worden geplaatst direct na een kruising en óp regelmatige afstanden . zodat het steeds duidelijk is welke maximumsnelheid op een bepaalde plaats geldt. Zij kunnen, zoals 25 de voorbeelden tonen, symmetrisch ten opzichte van de markeer-strepen dan wel aan de ene of de andere zijde daarvan uitstekend worden geplaatst. Doordat de in de fign. la-ld getoonde signaleringselementen onderling qua vorm sterk verschillen zal ook bij vervuiling respectievelijk slijtage het signalerings-30 - element in zijn algemene vorm herkenbaar blijven. Een verder voordeel is dat voor de beide weghelften onderling verschillende snelheden kunnen worden aangegeven.

Eventueel kan, door een veranderende vorm van de signale-ringselementen, een naderende (voorrange)kruising· worden . 35 gesignaleerd.

Uiteraard zal de wegbeheerder de betekenis van de diverse elementen moeten vaststellen, doch een mogelijke opzet is de volgende: - Wegen binnen de bebouwde kom zonder markeerstrepen: 40 30 km/uur.

101 265 2 - 4 -

Wegen binnen de bebouwde kom met markeerstrepen: 50 km/uur met de aantekening dat indien er zich op, aan of naast de markeerstreep een op het wegdek aangebracht (nieuw) signa-leringselement bevindt, dit element een andere snelheid 5 voorschrij ft.

Wegen buiten de bebouwde kom zonder markeerstrepen: 60 km/uur.

Wegen buiten de bebouwde kom met markeerstrepen: 80 km/uur, met de aantekening dat indien er zich op, aan of naast de markeerstreep een op het wegdek aangebracht (nieuw) signaleringselement bevindt, dit element een andere maximumsnelheid voorschrijft.

Op alle auto- en snelwegen bevinden zich in de regel markeerstrepen. Door het plaatsen van signaleringselementen (naast, op of over) kan hiermee per wegvlak de gewenste snelheid eenvoudig worden voorgeschreven.

101 265 2 ··

Claims (8)

1. Werkwijze voor het langs een rijbaan signaleren van een aldaar geldende snelheidsbeperking, daarin bestaande dat men op het wegdek aangebrachte markeerstrepen voorziet van signale-ringselementen waarvan de configuratie een voor de betreffende 5 rijbaan geldende snelheidsbeperking representeert.

2. Stelsel voor het langs een rijbaan signaleren van een daarvoor geldende snelheidsbeperking, met op het wegdek aangebrachte, deze beperking signalerende markeerorganen, met het 10 kenmerk, dat de markeerorganen worden gevormd door op de rijbaan aangebrachte markeerstrepen die zijn voorzien van elementen waarvan de configuratie een voor de betreffende rijbaan van kracht zijnde snelheidsbeperking representeert.

3. Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de signaleringselementen van de hoofdrichting der markeerstrepen uitsteken.

4. Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 20 signaleringselementen symmetrisch zijn ten opzichte van de markeerelementen.

5. Stelsel volgens conclusie 3-4, met het kenmerk, dat de signaleringselementen ruitvormig zijn. 25

6. Stelsel volgens conclusie 3-4, met het kenmerk, dat de signaleringselementen cirkelvormig zijn.

7. Stelsel volgens conclusie 3-4, met het kenmerk, dat de 30 signaleringselementen rechthoekig zijn.’

8. Stelsel volgens conclusie 3-4, met het kenmerk, dat de signaleringselementen trapeziumvormig zijn. 101285 2 35