NL1012311C2

NL1012311C2 - Klephuis voor osmoseinrichting.

Info

Publication number: NL1012311C2
Application number: NL1012311A
Authority: NL
Inventors: Johannes Valster
Original assignee: Pantser Stichting
Priority date: 1999-06-11
Filing date: 1999-06-11
Publication date: 2000-12-12

Description

-1-

Klephuis voor osmoseinrichtina

De uitvinding betreft een klephuis dat als eenheid alle verbindingen, ventielen en aansluitingen voor componenten 05 en meetapparatuur van een circuit voor osmotische zuivering van leidingwater bevat.

Systemen voor het omgekeerd osmotisch zuiveren van water zijn gekenmerkt door een groot aantal verbindingen en aansluitingen en een samengesteld leidingnet. Bij 10 dergelijke systemen is het gebruikelijk dat het te zuiveren water met hoge druk rondgepompt wordt waarbij steeds water gesuppleerd wordt en anderzijds schoon water en water met hoge concentratie aan zouten afgevoerd wordt. Deze systemen behoeven een aantal meetinstrumenten en apparatuur voor 15 controle van het proces.

De uitvinding voorziet nu in een klephuis waarin deze componenten verwerkt zijn zodat het circuit eenvoudig met een paar slangen in elkaar gezet kan worden. De meetapparatuur kan direct in het klephuis geschroefd 20 worden. Wanneer het systeem uitgevoerd zou worden met aparte componenten en verbindingsstukken dan zijn er circa 31 verbindingen te maken, met het klephuis van de uitvinding wordt dit aantal gereduceerd tot 13.

25 De uitvinding wordt besproken aan de hand van de tekening. Fig. 1 toont een langsdoorsnede van het klephuis.

Fig. 2 toont het schema van een osmose systeem.

Fig. 3 toont doorsnede 3-3 van Fig. 1.

Fig. 4 toont doorsnede 4-4 van Fig. 1.

30 Fig. 5 toont doorsnede 6-6 van het aansluitblok.

Fig. 6 toont doorsnede 5-5 van fig 5

In Fig. 1 is met (1) het kleplichaam aangegeven. In kleplichaam (1) is een doorlopende boring aangebracht met 35 verschillende diameters waarin de diverse componenten zijn ingebracht. In de verschillende dwarsboringen worden de meetinstrumenten en aansluitingen van het systeem aangebracht.

1 o 1?aii -2-

Bij (2) is de waterinlaat in de vorm van een cilindrische boring (3). Direct met de waterinlaat (2) is pompaansluiting (4) verbonden. In boring (3) is regelcilinder (5), welke door veer (6) aangedrukt wordt. 05 Regelcilinder (5) kan axiaal bewegen en is afgedicht met twee O-ringen. Aan de omtrek van cilinder (5) is een groef (7) welke in verbinding staat met uitlaat vuil water (8). In regelcilinder (5) is een doorlopende boring (9) met klepzitting (10). In regelcilinder (5) is een capillaire 10 boring (11) welke het kopvlak aan de zijde van de klepzitting (10) verbindt met groef (7). In boring (3)bevindt zich vervolgens regeldeel (12) dat met veer (13) naar de bodem van boring (3) gedrukt wordt. In het inwendige van regeldeel (12) bevindt zich een terugslagklep 15 (14) en een kanaal (15). Regeldeel (12) past schuivend in boring (3) en is afgedicht met een O-ring. Regeldeel (12) heeft een uitstekend deel (16) hetwelk voorzien is van een passend klepdeel (17) dat samenwerkt met klepzitting (10). Boring (3) gaat over in boring (18) en vervolgens in boring 20 (19) en eindigt met boring (20) en aansluiting uitlaat schoon water (21).

Ter hoogte van deel (16) van regeldeel (12) is de inlaat circulatie (22) met (niet getekend ) aansluiting manometer (39). Ter hoogte van boring (18) is aansluiting inlaat 25 schoon water (23) met aansluiting geleidbaarheidsmeter (24). In boring (19) is een terugslagklep (25) aangebracht. Ter hoogte van boring (21) is de aansluiting buffervat (26) samen met aansluiting manometer (27) en pressostaat (28). Bij (40) zijn tapgaten voor bevestiging op een kastframe.

30

In Fig. 2 is met stippellijn (29) het deel van het schema aangegeven dat in klephuis (1) is gerealiseerd. Aansluitblok (30) bevat inlaat water (31), manometer aansluiting (32), pressostaat (33), terugslagklep (34) en 35 uitlaat (35). Bij (36) is een magneetklep welke voorzien is van gladde boringen als in- en uitlaat welke passend verbonden worden met de inlaat van klephuis (1) en uitlaat 1 n11 -3- (35) van aansluitblok (30). (37) is de circulatiepomp en (38) de osmosemodule.

De werking is als volgt: pomp (37) pompt het water door 05 osmosemodule (38) via aansluiting (22) naar regelcilinder (5) welke de druk in osmosemodule (38) met veer (6) constant houdt. Het schone water uit osmosemodule (38) gaat via inlaat schoon water (23) naar uitlaat schoon water (21). Capillaire boring (11) loost steeds water via uitlaat 10 vuil water (8) uit het systeem, hetgeen gesuppleerd wordt met water via inlaat (31).

Terugslagkleppen (14) en (25) voorkomen dat bij storingen osmosemoduul (38) beschadigd wordt door overdruk in het schone gedeelte.

1012311

Claims

-4- Conclusies. 1] Klephuis voor osmoseinrichting met het kenmerk dat het klephuis (1) voorzien is van een regelcilinder (5) , een 05 capillaire overloop (11) , twee terugslagkleppen (14, 25) en aansluiting voor waterinlaat (2), aanvoer pomp (4), inlaat circulatie (22), inlaat schoon water (23), uitlaat schoon water (21), uitlaat vuil water (8), waarbij voorzien is in aansluiting voor twee manometers (27, 39), een 10 pressostaat (28), een geleidbaarheidsmeter (24) en een buffervat (26), waarbij deze elementen verenigd zijn in een geheel dat bij voorkeur uit 6-kant messing staf vervaardigd is. 15 2] Klephuis voor osmoseinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het pompdruk geregeld wordt door regelcilinder (5) welke bestaat uit een doorboord cilindrisch element (5) dat onder veerdruk van veer (6) tegen de vloeistofdruk in tegen regeldeel (12) bewogen 20 wordt. 3] Klephuis voor osmoseinrichting volgens conclusie 1 en 2 met het kenmerk dat in de regelcilinder (5) een capillaire boring (11) aangebracht is welke een verbinding vormt 25 tussen het rondlopend circuit en de uitlaat vuil water (8). 4] Klephuis voor osmoseinrichting volgens conclusie 1, 2 en 3 met het kenmerk dat aansluitblok (30), afsluiter (36) en klephuis (l) de basis van een omgekeerde osmotische eenheid 30 vormen. ***** 1012311