NL1012298C2 - Klem voor bladvormig materiaal. - Google Patents

Description

V

F* , Λ.

Titel: Klem voor bladvormig materiaal

De uitvinding heeft betrekking op een klem voor bladvormig materiaal, welke klem voorzien is van een eerste klemlijst en een tweede klemlijst met elk een vrije klemlangsrand en een koppellangsrand, waarbij beide 5 koppellangsranden onderling zodanig zijn verbonden, dat beide klemlangsranden naar elkaar toe gedrukt kunnen worden voor het daartussen klemmend opnemen van bladvormig materiaal.

Dergelijke klemmen zijn in allerlei vormen en 10 varianten bekend. Als voorbeeld kan een verende clip worden genoemd met een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede waarvan de benen verend naar een sluit- of klemstand worden gedrukt en die met behulp van hefboombeugels of -vleugels te openen is. Een dergelijke klem is specifiek bedoeld voor 15 het tijdelijk bijeenhouden van een stapel vellen, brochures en dergelijke, waarbij de klembenen een aanzienlijk kortere lengte hebben dan de langsranden van het bijeen te houden materiaal. Dergelijke klemmen zijn dan ook te beschouwen als een soort paperclip voor dikkere pakken velvormig 20 materiaal. Wordt een aanvatten van een gehele langszijrand van het velvormige materiaal beoogd, dan kan gebruik worden gemaakt klemprofielen bijvoorbeeld vervaardigd uit een omgezette strook plaatmateriaal. Een bundelen van velvormig materiaal met een dergelijk klemprofiel heeft een permanent 25 karakter, dat wil zeggen bijvoegen of uitnemen eventueel gevolgd door weer tussenvoegen is bij dergelijke klemprofielen, zoal mogelijk, een uiterst moeizaam karwei. Dezelfde nadelen kleven aan andere bundeltechnieken, zoals inlijmen of meervoudig perforeren en via de perforaties 30 verbinden met een spiraalvormig element of een element met kamvormige, rondgezette tanden.

Met de uitvinding wordt beoogd een klem van de in de aanhef omschreven soort zodanig uit te voeren, dat deze »»10 12298 2 ondanks een op het oog permanente verbinding toch het snel uit nemen en invoegen van velvormig materiaal toestaat.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt door een dergelijke klem zodanig uit te voeren, dat de eerste 5 klemlijst bij de koppellangsrand is voorzien van een zich in langsrichting daarvan uitstrekkende verdikking met een langsboring, en de tweede klemlijst bij de koppellangsrand is voorzien van een zich in langsrichting daarvan uitstrekkende scharnieruitstulping die met een 10 schuifpassing in genoemde langsboring past, waarbij over althans een deel van de lengte van de langsboring een deze omgevende omtrekswand deels is weggesneden in de vorm van . een sleuf voor het doorlaten van het met de scharnieruitstulping verbonden overige deel van de 15 klemlijst, en waarbij van de scharnieruitstulping in langsrichting een deel is losgesneden volgens een in langsrichting getordeerd vlak, welk losgesneden deel door inkorting in de langsboring in langsrichting verschuifbaar is ten opzichte van het niet-losgesneden deel van de 20 scharnieruitstulping en door geleidemiddelen bij een dergelijke verschuiving in langsrichting ten opzichte van de eerste klemlijst tegen verdraaiing ten opzichte daarvan is geborgd.

Door de scharnieruitstulping en de langsboring met 25 sleuf zijn de twee klemlijsten onderling scharnierend te verbinden, als het ware op de wijze van een lijnscharnier, doch door de overige genomen maatregelen betreft het hier geen vrije scharniering maar een gestuurde en te blokkeren zwenking. Dit wordt bereikt door het lossnijden volgens een 30 getordeerd vlak en het uitsluitend in langsrichting ten opzichte van de eerste klemlijst schuifbaar te geleiden van een ingekort, losgesneden deel van de scharnieruitstulping van de tweede klemlijst. Het geleid zuiver in langsrichting verschuiven zonder verdraaiing van het ingekorte, 35 losgesneden deel heeft tot gevolg dat zijn getordeerde snijvlak langs het eveneens getordeerde snijvlak van het *1012298 3 niet-losgesneden deel van de scharnieruitstulping beweegt. Hierbij vormt het tegen verdraaiing geblokkeerde, losgesneden deel een op- of aflopende nokkenbaan voor het niet-losgesneden deel, dat wel kan draaien en dat door die 5 nokkenbaanwerking gaat doen, waardoor de klemlijsten naar elkaar toe of uit elkaar worden gezwenkt.

Naar elkaar toe zwenken van de klemlijsten betekent dat een daartussen gelegde bundel papieren worden ingeklemd, waarbij de inklemkracht is te regelen door de 10 mate van verschuiving van het losgesneden deel. Hierbij wordt opgemerkt, dat langs het getordeerde snijvlak de beide delen van de scharnieruitstulping over de lengte van . het losgesneden deel vlaksgewijs contact maken, welke contact bij beëindigen van de verschuiving van het 15 losgesneden deel ongewijzigd in stand blijft, dat wil zeggen de klemkracht blijft behouden, door de zelfremmende werking tussen de getordeerde nokkenbaanvlakken. Aldus is op eenvoudige en betrouwbare wijze velvormig materiaal op het oog permanent te bundelen. Door evenwel het losgesneden 20 deel tegengesteld te verschuiven zal de tweede klemlijst weg worden gezwenkt van de eerste klemlijst en is snel en eenvoudig bladvormig materiaal uit te nemen of tussen te voegen.

Het tijdens het verschuiven tegen verdraaiing 25 borgen van het losgesneden deel is overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding op relatief eenvoudige wijze te verwezenlijken, als de geleidemiddelen voorzien zijn van een langsribbe, die is aangebracht in de langsboring dan wel op de scharnieruitstulping van het 30 losgesneden deel, en van een daarmee samenwerkende langsgroef, die is aangebracht op de scharnieruitstulping van het losgesneden deel dan wel in de langsboring.

Het verschuiven van het losgesneden deel is te bewerkstelligen door dit te benaderen met een langgerekt, 35 in de langsboring te steken voorwerp. Het klemmen en lossen van bladvormig materiaal is evenwel aanzienlijk t*10 12 2 9 a 4 gemakkelijker te realiseren, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding het losgesneden deel is voorzien van een bedieningsnok voor het verschuiven van dat losgesneden deel ten opzichte van de rest van de tweede 5 klemlijst alsmede ten opzichte van de eerste klemlijst.

Deze bedieningsnok en de geleidemiddelen zijn op voordeelbiedende wijze te combineren, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de bedieningsnok de vorm heeft van een zich in langsrichting 10 uitstrekkende ribbe met een zijvlak dat zich diametraal ten opzichte van de hartlijn van de scharnieruitstulping uitstrekt, waarbij aan de overgang van de langsribbe naar . de scharnieruitstulping een als geleidemiddel dienende langsgroef is aangebracht waarin een in de langsboring 15 aangebrachte, als geleidemiddel dienende langsribbe kan reiken, die een zijvlak heeft dat zich diametraal ten opzichte van de hartlijn van de langsboring uitstrekt, waarbij bedoelde zijvlakken van ribbe en langsribbe schuivend langs elkaar kunnen glijden. Aldus is de 20 bedieningsnok op een prominent in het zicht liggende plaats aan te brengen. Dit verduidelijkt niet alleen de bediening van de nok, maar biedt tevens ook de mogelijk om bijvoorbeeld door een karakteristieke kleurstelling ten opzichte van de klemlijsten, en eventuele bedrukkingen 25 daarop, de klem een eigen, onderscheidend karakter te geven.

Verschuiven van het losgesneden deel voor het opwekken van een klemming tussen de klemlijsten betekent het van het ene uiteinde daarvan af naar het andere 3 0 uiteinde toe verplaatsen van dat losgesneden deel. Zou dit in specifieke toepassingsgevallen ertoe kunnen leiden dat een bij genoemd ene uiteinde de klemkracht, bijvoorbeeld door vering van de klemlijsten, als te gering zou worden beoordeeld, dan is het overeenkomstig een verdere 35 uitvoeringsvorm van de uitvinding mogelijk, dat het losgesneden deel van de scharnieruitstulping *1012293 5 spiegelsymmetrisch volgens twee tegengesteld getordeerde vlakken is losgesneden en in tweeën is gedeeld. Vastzetten en lossen is dan te verwezenlijken door de twee delen van het losgesneden deel gelijktijdig van elkaar af of naar 5 elkaar toe te schuiven.

Om de klem vanaf de rugzijde gemakkelijk identificeerbaar te maken kan het overeenkomstig een verdere uitvoeringvorm van de uitvinding de voorkeur verdienen, dat de zich in langsrichting van de eerste 10 klemlijst uitstrekkende verdikking buiten de langsboring is voorzien van ten minste een insnap- of inschuifuitsparing. Daarbij kan bijvoorbeeld de inschuifuitsparing een zich in • langsrichting uitstrekkende langsgroef met een bijvoorbeeld zwaluwstaartvormige of C-vormige dwarsdoorsnede zijn, 15 waarin plaatselijk of over de gehele lengte van de klem identificatiemiddelen zijn aan te brengen. Ook kan de groef worden gebruikt voor het inschuiven van een element met buiten de klemlijst uitstekende ogen, waarmee een opbergen in een ringband mogelijk wordt. Om bijvoorbeeld het met de 20 klem volgens de uitvinding gebundelde bladvormige materiaal op de wijze van een hangmap te kunnen opbergen, kan er in zijn voorzien, dat de scharnieruitstulping hol is uitgevoerd en vanaf elk uiteinde van de scharnieruitstulping daarin een pen met een kop is 25 gestoken. Dergelijke ophangelementen kunnen ook schuifbaar in de eerder bedoelde groef zijn opgenomen.

Onder verwijzing naar in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zal de klem volgens de uitvinding thans, zij het uitsluitend bij wijze van voorbeeld, nader 30 worden toegelicht. Daarbij toont:

Fig. 1 in bovenaanzicht een klem volgens de uitvinding in een eerste stand;

Fig. 2 het linker zijaanzicht van de in Fig. 1 weergegeven klem;

35 Fig. 3 een dwarsdoorsnede volgens de lijn III-III

in Fig. 1; --*1012298 6

Fig. 4 de klem volgens Fig. 1 in een tweede stand;

Fig. 5 een dwarsdoorsnede volgens de lijn V-V in

Fig. 4;

Fig. 6 schematisch de scharnieruitstulping in de 5 eerste stand;

Fig. 7 schematisch de scharnieruitstulping in de tweede stand; en

Fig. 8 een gewijzigde uitvoeringsvorm van een klem volgens de uitvinding met dubbele bedieningsnok.

10 De in de figuren weergegeven klem is voorzien van een eerste klemlijst 1 en een tweede klemlijst 2. De eerste klemlijst 1 is langs zijn ene langszijde voorzien van een . klemlangsrand 3 en aan zijn andere langszijde van een koppellangsrand 4 in de vorm van een cilindervormig omgezet 15 deel dat eindigt in een vrije langsrand met een geleidenok 5 die zich onder vrijlating van de zijdelingse eindgebieden over de volle lengte van de vrije langsrand uitstrekt. De klemlijst 2 is langs zijn ene langszijde voorzien van een klemlangsrand 6 en aan zijn andere langszijde van een 20 scharnieruitstulping 7 in de vorm van een hol, cilindervormig deel, dat met een schuifpassing in het cilindervormig omgezette deel van de koppellangsrand 4 past. Een deel 8 van de scharnieruitstulping 7 is volgens een in langsrichting getordeerd vlak 9 losgesneden en 25 ingekort op zodanige wijze, dat aan de uiteinden van de klemlijst twee holle, cilindervormige oren resteren waartussen het losgesneden deel 8 vanwege zijn ingekorte lengte heen en weer schuifbaar is, waartoe een bedieningsnok 10 aanwezig is. Het losgesneden deel 8 is 30 verder voorzien van een geleidegroef 11 waarin de geleidenok 5 reikt, welke geleidenok 5 ontbreekt ter plaatse van de zijdelingse oren. In die oren, althans in één daarvan, is wel de geleidegroef 11 aangebracht, zodat de klemlijst bij montage van de klem met geplaatst 35 losgesneden deel 8 met zijn scharnieruitstulping 7 in het

Pi 0122 9 8 7 cilindervormig omgezette deel van de koppellangsrand 4 is te schuiven tot in de in figuren getoonde stand.

In Fig. 1 bevindt de klem zich een open stand gerepresenteerd door zich evenwijdig uitstrekkende 5 klemlijsten 1 en 2. Uiteraard is het ook mogelijk de constructie zodanig uit te voeren, dat in die stand klemlijsten ten opzichte van elkaar divergeren. In deze stand is het losgesneden deel 8 naar rechts geschoven, zoals ook schematisch is weergegeven in Fig. 6.

10 Het vanuit die open stand in een inklemstand brengen van de klem geschiedt door het via de bedieningsnok 10 naar links verschuiven van het losgesneden deel 8. Bij • die verschuiving wordt het losgesneden deel 8 tegen verdraaiing geborgd door de samenwerking van de 15 geleidegroef 11 met de geleidenok 5. Doordat het losgesneden en niet-losgesneden deel van de scharnieruitstulping 7 opgesloten zitten in het cilindervormig omgezette deel van de koppellangsrand 4 en het snijvlak tussen beide delen een getordeerde 20 configuratie heeft, kan het losgesneden deel 8 alleen maar naar links bewegen onder verdraaiing van het niet-losgesneden deel.

Fig. 6 en 7 geven schematisch een verduidelijking van dit draai-effect. De delen 7 en 8 kunnen door 25 opsluiting in een cilindrische boring niet uit elkaar bewegen, terwijl het deel 8 alleen maar in langsrichting kan verschuiven en niet kan roteren in de cilindrische boring. Het vanuit de stand in Fig. 6 naar links verschuiven van het deel 8 ondervindt dan weerstand door de 30 in vooraanzicht oplopende rand van het deel 7. Zodoende kan naar links tot in de in Fig. 7 getoonde stand verschuiven van het deel 8 alleen maar plaatsvinden als het deel 7 roteert in die zin dat de in vooraanzicht weergegeven rand omlaag beweegt. Aldus zal het met dat deel 7 verbonden 35 overige deel van de klemlijst 2 meedraaien en wel van de in Fig. 3 naar de in Fig. 5 getoonde stand om zodoende niet- t»10 12293 8 weergegeven tussen de klemlijsten 1 en 2 geplaatst materiaal langs een rand tegen elkaar te klemmen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een klem met een lengte gelijk aan die van een blad papier met A4 formaat, zodat 5 een stapel van dergelijke bladen op de wijze van een boek is in te binden.

Opgemerkt wordt, dat het contact tussen de delen 7 en 8 een zelfremmende wigwerking heeft, zodat een opgewekte inklemming zonder dat verdere maatregelen hoeven te worden 10 genomen in stand blijft en ongewild losraken zich niet voordoet. Gewenst losmaken, bijvoorbeeld voor het uitnemen of tussenvoegen van bladvormig materiaal is daarentegen eenvoudig en snel mogelijk door de bedieningsnok 10 vanuit de in Fig. 4 getoonde stand weer naar de in Fig. 1 15 weergegeven stand te brengen, althans zover te verschuiven dat de inklemkracht wordt opgeheven.

Om een stapel bladvormig, met een klem volgens de uitvinding gebundeld materiaal op de wijze van een hangmap te kunnen opbergen, kan zijn voorzien in pennen die 20 schuifbaar in de oren aan de uiteinden van de klemlijst 2 zijn gestoken, zoals een met een streeplijn in Fig. 1 aangeduide pen 12. Bij niet gebruiken kan de pen worden verwijderd of met zijn kop tot tegen het oor aan naar binnen worden geschoven.

25 Verder kan het cilindervormig omgezette deel van de koppellangsrand 4 aan de rugbuitenzijde zijn uitgerust met voorzieningen voor het aanbrengen van een identificatiemiddel voor het in de klem gebundelde bladvormige materiaal. Bedoelde voorzieningen kunnen 30 bijvoorbeeld bestaan uit een gleuf die zich over de lengte van de koppellangsrand 4 uitstrekt en een bijvoorbeeld zwaluwstaartvormige of C-vormige dwarsdoorsnede heeft. In bedoelde gleuf kan ook een element worden geschoven dat voorzien is van buiten de koppellangsrand 4 uitstekende 35 ogen, waardoor het opbergen in een ringband mogelijk wordt. Verder kan de gleuf worden gebruikt voor het schuifbaar *1012298 9 aanbrengen van elementen vergelijkbaar met eerder bedoelde pennen, zoals langgerekte delen met haakvormig omgebogen uiteinden) voor het op de wijze van een hangmap kunnen opbergen. Ook kunnen plaatselijk insnap-openingen worden 5 aangebracht voor het inklikken van tabs of ruiters.

Zoals boven omschreven wordt voor het in de inklemstand brengen van de klem het losgesneden deel 8 met behulp van de bedieningsnok 10 naar links verschoven. Dit betekent dat in het rechter gebied van de klem geen directe 10 aandrukking plaatsvindt. Mocht dit in verband met de elasticiteit van het gebruikte materiaal als een bezwaar worden ervaren, dan kan het bedieningsmechanisme van de • klem dubbel worden uitgevoerd, zoals is weergegeven in Fig. 8, waarbij het losgesneden deel in twee gelijke helften is 15 verdeeld die elk zijn voorzien van een bedieningsnok 10a, 10b. Er wordt van uit gegaan dat de klemlijsten zich in de open stand, bijvoorbeeld volgens Fig. 3, bevinden. Om de klem in de sluitstand te brengen dient de bedieningsnok 10a naar links en de bedieningsnok 10b naar rechts te worden 20 verschoven. Het met de bedieningsnok 10a verbonden, losgesneden deel is op dezelfde wijze via een getordeerd vlak van de rest van de scharnieruitstulping losgesneden als dat het geval was bij de uitvoeringsvorm volgens Fig.

1., terwijl het met de bedieningsnok 10b verbonden, 25 losgesneden deel ten opzichte daarvan via een gespiegeld getordeerd vlak is losgesneden, zodat de tegengestelde bewegingen van de bedieningsnokken 10a en 10b eenzelfde rotatie van de klemlijst 2 bewerkstelligen.

Het spreekt voor zich dat er binnen het kader van 30 de uitvinding, zoals neergelegd in de bijgaande conclusies, nog vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo kan een bedieningsnok achterwege blijven, omdat een losgesneden } deel ook via een in een oor te steken penvormig orgaan kan worden verschoven voor het openen of sluiten van de klem.

35 'Verder kan bijvoorbeeld het losgesneden deel van de scharnieruitstulping in plaats van een geleidegroef een '•*101225 3 10 uitstekende ribbe bevatten die door een doorgaande sleufopening in het cilindervormig omgezette deel van de koppellangsrand reikt, welke geleiderand dan eventueel tevens dienst kan doen als bedieningsnok. De 5 koppellangsrand kan ook een andere dan een cilindervormige buitenomtrek hebben, bijvoorbeeld veelhoekig. Verder kan de in Fig. 8 weergegeven uitvoeringsvorm ook twee, voor het openen of sluiten van de klem, in dezelfde richting te verschuiven losgesneden delen hebben; uiteraard onder 10 dienovereenkomstige aanpassing van het getordeerde snijvlak. Ook kunnen er desgewenst meer dan twee losgesneden delen per klem aanwezig zijn, hetgeen in het ' bijzonder de voorkeur kan verdienen bij het uitvoeren van de klem met een lengte aanmerkelijk groter dan bij een A4-15 formaat, bijvoorbeeld voor het ophangen van affiches en dergelijke. Wezenlijk voor de uitvinding is de verdraaiing en klemming van de klemlijsten met behulp van de volgens een niet recht, in het bijzonder getordeerd, vlak doorgesneden scharnieruitstulping.

P1012298

Claims (8)

1. Klem voor bladvormig materiaal en voorzien van een eerste klemlijst en een tweede klemlijst met elk een vrije klemlangsrand en een koppellangsrand, waarbij beide koppel-langsranden onderling zodanig zijn verbonden, dat beide 5 klemlangsranden naar elkaar toe gedrukt kunnen worden voor het daartussen klemmend opnemen van bladvormig materiaal, met het kenmerk, dat - de eerste klemlijst bij de koppellangsrand is voorzien van een zich in langsrichting daarvan uitstrekkende 10. verdikking met een langsboring, en - de tweede klemlijst bij de koppellangsrand is voorzien van een zich in langsrichting daarvan uitstrekkende scharnieruitstulping die met een schuifpassing in genoemde langsboring past, 15 waarbij over althans een deel van de lengte van de langsboring een deze omgevende omtrekswand deels is weggesneden in de vorm van een sleuf voor het doorlaten van het met de scharnieruitstulping verbonden overige deel van de klemlijst, en waarbij van de scharnieruitstulping in 20 langsrichting een deel is losgesneden volgens een in langsrichting getordeerd vlak, welk losgesneden deel in de langsboring door inkorting in langsrichting verschuifbaar is ten opzichte van het niet-losgesneden deel van de scharnieruitstulping en door geleidemiddelen bij een 25 dergelijke verschuiving in langsrichting ten opzichte van de eerste klemlijst tegen verdraaiing ten opzichte daarvan is geborgd.

2. Klem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidemiddelen voorzien zijn van een langsribbe, die is 30 aangebracht in de langsboring dan wel op de scharnieruitstulping van het losgesneden deel, en van een daarmee samenwerkende langsgroef, die is aangebracht op de schar- 0 1 2 c 9 o \ nieruitstulping van het losgesneden deel dan wel in de langsboring.

3. Klem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het losgesneden deel is voorzien van een bedieningsnok voor 5 het verschuiven van dat losgesneden deel ten opzichte van de rest van de tweede klemlijst alsmede ten opzichte van de eerste klemlijst.

4. Klem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bedieningsnok de vorm heeft van een zich in langsrichting 10 uitstrekkende ribbe met een zijvlak dat zich diametraal ten opzichte van de hartlijn van de scharnieruitstulping uitstrekt, waarbij aan de overgang van de langsribbe naar de scharnieruitstulping een als geleidemiddel dienende langsgroef is aangebracht waarin een in de langsboring 15 aangebrachte, als geleidemiddel dienende langsribbe kan reiken, die een zijvlak heeft dat zich diametraal ten opzichte van de hartlijn van de langsboring uitstrekt, waarbij bedoelde zijvlakken van ribbe en langsribbe schuivend langs elkaar kunnen glijden.

5. Klem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het losgesneden deel van de scharnieruitstulping spiegelsymmetrisch volgens twee tegengesteld getordeerde vlakken is losgesneden en in tweeën is gedeeld.

6. Klem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zich in langsrichting van de eerste klemlijst uitstrekkende verdikking buiten de langsboring is voorzien van ten minste een insnap- of inschuifuitsparing.

7. Klem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de 30 inschuifuitsparing een zich in langsrichting uitstrekkende langsgroef is met een bijvoorbeeld zwaluwstaartvormige of C-vormige dwarsdoorsnede.

8. Klem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de scharnieruitstulping hol is uitgevoerd en 35 vanaf elk uiteinde van de scharnieruitstulping daarin een pen met een kop is gestoken. • · ' J1 O 1 · ··;