NL1012251C2 - Method and device for drying printed matter. - Google Patents

Method and device for drying printed matter. Download PDF

Info

Publication number
NL1012251C2
NL1012251C2 NL1012251A NL1012251A NL1012251C2 NL 1012251 C2 NL1012251 C2 NL 1012251C2 NL 1012251 A NL1012251 A NL 1012251A NL 1012251 A NL1012251 A NL 1012251A NL 1012251 C2 NL1012251 C2 NL 1012251C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
printed matter
solvent
autoclave
pressure
space
Prior art date
Application number
NL1012251A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Petrus Wilhelmus Johanne Bosch
Original Assignee
Roto Smeets De Boer N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Roto Smeets De Boer N V filed Critical Roto Smeets De Boer N V
Priority to NL1012251A priority Critical patent/NL1012251C2/en
Priority to EP00201866A priority patent/EP1059166B8/en
Priority to AT00201866T priority patent/ATE256012T1/en
Priority to DK00201866T priority patent/DK1059166T3/en
Priority to PT00201866T priority patent/PT1059166E/en
Priority to DE60007027T priority patent/DE60007027T2/en
Priority to ES00201866T priority patent/ES2211445T3/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1012251C2 publication Critical patent/NL1012251C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F23/00Devices for treating the surfaces of sheets, webs, or other articles in connection with printing
    • B41F23/04Devices for treating the surfaces of sheets, webs, or other articles in connection with printing by heat drying, by cooling, by applying powders
    • B41F23/0486Particular types of dryers
    • B41F23/0489Vacuum dryers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Printing Methods (AREA)
  • Drying Of Solid Materials (AREA)

Abstract

Method for drying printed materials substantially immediately after the manufacture thereof, comprising the successive steps of (i) feeding a quantity of printed material under conditions of room temperature and atmospheric pressure into a space closable and evacuable in vacuum-tight manner, (ii) closing the space, (iii) at least partially evacuating the space for a determined period and maintaining a predetermined low pressure in the space relative to the atmospheric pressure, and (iv) removing the quantity of printed material from said space after the determined period, and apparatus for performing this method, comprising an autoclave which is adapted to temporarily store therein a quantity of printed materials substantially immediately after manufacture of said printed materials, pumping means for evacuating the autoclave to a predetermined pressure, and regeneration means for regenerating solvent from gases released during evacuation of the autoclave. <IMAGE>

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET DROGEN VAN DRUKWERKMETHOD AND APPARATUS FOR DRYING PRINTING

De uitvinding betreft een werkwijze voor het drogen van drukwerk in hoofdzaak aansluitend aan de vervaardiging daarvan.The invention relates to a method for drying printed matter substantially subsequent to the manufacture thereof.

Tijdens een drukproces wordt inkt die rijk aan 5 oplosmiddel is opgebracht op een onbedrukte drager, bijvoorbeeld van papier of karton. In een eerste fase van het drukproces kunnen de moleculen van het oplosmiddel zich vrijwel onbelemmerd bewegen, en kunnen ze op eenvoudige wijze worden onttrokken aan een opgebrachte inktfilm, bijvoorbeeld 10 door een continue stroom lucht over de inktfilm te blazen. De droogsnelheid in deze eerste fase is constant. In een tweede fase droogt het inktoppervlak van de inktfilm langzaam uit, terwijl het binnenste van de inktfilm nog gedurende enige tijd nat blijft. Naarmate de inktlaag verder droogt belemmert 15 deze het ontsnappen van moleculen van het oplosmiddel sterker. De droogsnelheid in de tweede fase wordt bepaald door de diffusie in de inktfilm. In een derde fase bevat het drukwerk nog slechts een geringe resthoeveelheid oplosmiddel, welke resthoeveelheid wordt aangeduid met de term retentie.During a printing process, ink rich in solvent is applied to an unprinted support, for example of paper or cardboard. In a first phase of the printing process, the molecules of the solvent can move almost unimpeded, and can be easily extracted from an applied ink film, for example by blowing a continuous stream of air over the ink film. The drying speed in this first stage is constant. In a second phase, the ink surface of the ink film slowly dries out, while the interior of the ink film remains wet for some time. The further the ink layer dries, the more it inhibits the escape of solvent molecules. The drying speed in the second phase is determined by the diffusion in the ink film. In a third phase, the printed matter still contains only a small residual amount of solvent, which residual amount is referred to as the term retention.

20 Zowel het oppervlak als het inwendige van een opgebrachte inktfilm zijn in deze derde fase droog, zodat moleculen van een oplosmiddel als het ware gevangen zijn in de inktfilm.Both the surface and the interior of an applied ink film are dry in this third phase, so that molecules of a solvent are, as it were, trapped in the ink film.

Het oplosmiddel komt slechts langzaam vrij.The solvent is only released slowly.

De retentie van oplosmiddel in gereed drukwerk vormt in 25 toenemende mate een probleem in gevallen waarin dat oplosmiddel toxische eigenschappen bezit, zoals bijvoorbeeld het in de diepdruktechniek veelvuldig toegepaste oplosmiddel tolueen. Thans gangbare normen voor de tolueenretentie in gereed drukwerk worden volgens op zich bekende werkwijzen 30 gerealiseerd in de hierboven beschreven eerste en tweede fase van het drukproces. Om de tolueenretentie nog verder te verlagen dient volgens de stand der techniek gereed drukwerk gedurende een langere periode te worden opgeslagen, bijvoorbeeld een periode van ten minste drie weken, zodat het 1012251 2 tolueen langzaam uit het drukwerk kan vrijkomen.The retention of solvent in finished printed matter is increasingly an issue in cases where that solvent has toxic properties, such as, for example, the solvent toluene frequently used in gravure printing. Current standards for toluene retention in finished printed matter are realized according to methods known per se in the first and second phase of the printing process described above. In order to further reduce the toluene retention, prior art requires that finished printed matter be stored for a longer period of time, for example a period of at least three weeks, so that the 1012251 toluene can be released slowly from the printed matter.

Tegen een langdurige opslag van gereed drukwerk bestaan bezwaren. Opslag legt een groot beslag op kostbare ruimte, en is in sommige gevallen, bijvoorbeeld bij tijdschriften 5 waarbij de periode tussen drukken en verschijnen inherent zeer kort is, niet mogelijk.There are objections to long-term storage of finished printed matter. Storage takes up a lot of valuable space and is not possible in some cases, for example in magazines 5 where the period between printing and publication is inherently very short.

Doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het drogen van drukwerk, volgens welke de retentie van oplosmiddel in gereed drukwerk tegen 10 aanvaardbaar lage kosten binnen een zeer korte periode aanmerkelijk verlaagd kan worden ten opzichte van de retentie die door middel van werkwij zen volgens de stand der techniek haalbaar is.The object of the invention is to provide a process for drying printed matter, according to which the retention of solvent in finished printed matter can be markedly reduced at a acceptably low cost in a very short period of time compared to the retention achieved by methods is feasible according to the state of the art.

Doel is voorts het verschaffen van een inrichting voor 15 het uitvoeren van de beoogde werkwij ze.Another object is to provide a device for performing the intended method.

Deze doelen worden bereikt, en andere voordelen worden verschaft, met een werkwijze die overeenkomstig de uitvinding omvat het gedurende een bepaalde periode blootstellen van een hoeveelheid drukwerk aan een vooraf bepaalde ten opzichte van 20 de atmosferische druk lage druk.These objects are achieved, and other advantages are provided, with a method according to the invention comprising exposing an amount of printed matter to a predetermined low pressure relative to atmospheric pressure for a certain period of time.

De werkwijze wordt bijvoorbeeld uitgevoerd door gereed drukwerk direct na de laatste drukgang nog in de drukpers te onderwerpen aan een zeer lage druk. De drukpers is hiertoe bijvoorbeeld voorzien van een door rollen afsluitbare 25 vacuümkamer, waarbij gereed drukwerk op een transportband tussen een eerste paar samenwerkende ingangsrollen de vacuümkamer wordt ingevoerd en tussen een tweede paar samenwerkende uitgangsrollen de vacuümkamer wordt uitgevoerd.The method is carried out, for example, by subjecting finished printed matter to a very low pressure in the printing press immediately after the last printing run. To this end, the printing press is, for example, provided with a vacuum chamber which can be closed by rollers, whereby finished printed matter on a conveyor belt is introduced into the vacuum chamber between a first pair of cooperating input rollers and the vacuum chamber is executed between a second pair of cooperating output rollers.

In een voordelige uitvoeringsvorm omvat de werkwijze 30 overeenkomstig de uitvinding de stappen van achtereenvolgens (i) het onder omstandigheden van kamertemperatuur en atmosferische druk inbrengen van een hoeveelheid drukwerk in een vacuümdicht afsluitbare en evacueerbare ruimte, (ii) het afsluiten van de ruimte, 35 (iii) het gedurende een bepaalde periode althans gedeeltelijk evacueren van de ruimte en het handhaven van een vooraf bepaalde ten opzichte van de atmosferische druk lage 1012251 3 druk in de ruimte, en (iv) het na de bepaalde periode verwijderen van de hoeveelheid drukwerk uit die ruimte.In an advantageous embodiment, the method according to the invention comprises the steps of successively (i) introducing a quantity of printed matter into a vacuum-tightly closable and evacuable space under conditions of room temperature and atmospheric pressure, (ii) closing the space, ( iii) at least partially evacuating the space for a certain period of time and maintaining a predetermined pressure in the space low with respect to atmospheric pressure, and (iv) removing the quantity of printed matter from said space after that period of time. space.

De werkwijze is in het bijzonder geschikt voor het drogen 5 van drukwerk waarvan ten minste een inkt een oplosmiddel anders dan water, in het bijzonder een organisch oplosmiddel bevat, waarbij overeenkomstig de uitvinding de vooraf bepaalde lage druk lager is dan de maximale dampspanning van dat oplosmiddel bij kamertemperatuur. Door het evacueren van 10 de ruimte tot een druk lager dan de maximale dampspanning kan een concentratiegradiënt van het oplosmiddel in de opgebrachte inktfilm en de omgeving daarvan in stand worden gehouden, welke concentratiegradiënt nodig is voor het instandhouden van een diffusie in de gasfase (d.w.z. in het 15 bedrukte materiaal, bijvoorbeeld papier, en in de omgeving daarvan) van moleculen van het oplosmiddel.The method is particularly suitable for drying printed matter of which at least one ink contains a solvent other than water, in particular an organic solvent, wherein according to the invention the predetermined low pressure is lower than the maximum vapor pressure of that solvent at room temperature. By evacuating the space to a pressure lower than the maximum vapor pressure, a concentration gradient of the solvent in the applied ink film and its environment can be maintained, which concentration gradient is necessary to maintain a gas phase diffusion (ie in the printed material (eg paper, and in the vicinity thereof) of molecules of the solvent.

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding worden de bij het evacueren volgens stap (iii) vrijkomende gassen naar regeneratiemiddelen voor 20 het oplosmiddel geleid.According to an advantageous embodiment of the method according to the invention, the gases released during the evacuation according to step (iii) are led to regeneration means for the solvent.

De bepaalde periode in stap (iii) bedraagt bijvoorbeeld ten hoogste tien uren.For example, the determined period in step (iii) is up to ten hours.

De bepaalde periode in stap (iii) bedraagt bijvoorbeeld ten minste een uur.For example, the determined period in step (iii) is at least one hour.

25 Bij voorkeur is in een werkwijze volgens de uitvinding de vooraf bepaalde druk hoger dan 5 mbar (500 Pa). Deze voorkeurswerkwijze berust op de overweging dat de vereiste pompsnelheid bij een druk lager dan 5 mbar uit kostentechnisch oogpunt ongewenst hoog is, en op het inzicht 30 dat bij een druk lager dan 5 mbar de verdamping van water uit drukwerk dermate hoog is, dat het vochtgehalte met het oog op een verdere verwerking van het drukwerk, bijvoorbeeld bij een binder, onaanvaardbaar laag wordt.Preferably, in a method according to the invention the predetermined pressure is higher than 5 mbar (500 Pa). This preferred method is based on the consideration that the required pumping speed at a pressure below 5 mbar is undesirably high from a cost-technical point of view, and on the insight that at a pressure below 5 mbar the evaporation of water from printed matter is so high that the moisture content in view of a further processing of the printed matter, for example with a binder, becomes unacceptably low.

De in stap (i) in te brengen hoeveelheid drukwerk wordt 35 bij wijze van voorbeeld verschaft in de vorm van verzameld en gebonden gereed drukwerk, zogeheten bundels, maar kan bijvoorbeeld ook worden verschaft in de vorm van opgerolde 1012251 4 katernen, zogeheten printrollen, of in de vorm van vlakke katernen, zogeheten piles.The amount of printed matter to be introduced in step (i) is provided, for example, in the form of collected and bound finished printed matter, so-called bundles, but can for instance also be provided in the form of rolled-up booklets, so-called print rolls, or in the form of flat quires, so-called piles.

Gevonden is dat de dichte opeenstapeling van bedrukte vellen papier in een stapel gereed drukwerk of in een pile 5 onder omstandigheden van lage druk geen belemmering vormt voor een snelle afgifte van oplosmiddel.It has been found that the dense stacking of printed sheets of paper in a stack of finished printed matter or in a pile 5 under low pressure conditions does not hinder rapid solvent delivery.

De uitvinding betreft voorts een inrichting voor het drogen van drukwerk, omvattend een autoclaaf en pompmiddelen voor het tot een vooraf bepaalde druk evacueren van de 10 autoclaaf, welke autoclaaf is ingericht voor het daarin tijdelijk opslaan van een hoeveelheid drukwerk in hoofdzaak aansluitend aan de vervaardiging van dat drukwerk.The invention furthermore relates to an apparatus for drying printed matter, comprising an autoclave and pumping means for evacuating the autoclave to a predetermined pressure, which autoclave is arranged for temporarily storing an amount of printed matter therein substantially subsequent to the production of that printing.

Een inrichting volgens de uitvinding omvat bij voorkeur regeneratiemiddelen voor het regenereren van oplosmiddel uit 15 bij het evacueren van de autoclaaf vrijkomende gassen. Het regenereren van oplosmiddel biedt in het algemeen een kostenvoordeel, terwijl het in geval van schadelijke gassen een evidente voordeel is dat deze gassen niet vrijkomen in het milieu.A device according to the invention preferably comprises regenerating means for regenerating solvent from gases released during the evacuation of the autoclave. The regeneration of solvent generally offers a cost advantage, while in the case of harmful gases it is an obvious advantage that these gases are not released into the environment.

20 In een uitvoeringsvorm omvatten de regeneratiemiddelen een adsorber voor het daaraan adsorberen van oplosmiddel en leiden de pompmiddelen bij normaal bedrijf van de inrichting de vrijkomende gassen over de adsorber.In one embodiment, the regeneration means comprise an adsorber for adsorbing solvent thereto and the pumping means, during normal operation of the device, pass the released gases over the adsorber.

In een volgende uitvoeringsvorm omvatten de 25 regeneratiemiddelen een condensor en leiden de pompmiddelen bij normaal bedrijf van de inrichting de vrijkomende gassen over de condensor voor het scheiden van de vrijkomende gassen in een oplosmiddel-arme gasvormige fase en een oplosmiddelrijke vloeibare fase.In a further embodiment, the regeneration means comprise a condenser and the pump means, in normal operation of the device, pass the released gases over the condenser to separate the released gases into a solvent-lean gaseous phase and a solvent-rich liquid phase.

30 In weer een uitvoeringsvorm omvatten de pompmiddelen een van een waterbuifervat voorziene vloeistofringpomp, in een deel van welk buffervat bij normaal bedrijf van de inrichting een oplosmiddel-rijke fase ontstaat, en zijn de regeneratiemiddelen gekoppeld met de oplosmiddel-rijke fase 35 van het buffervat.In yet another embodiment, the pumping means comprise a liquid ring pump provided with a water diffuser vessel, in a part of which buffer vessel a solvent-rich phase is formed during normal operation of the device, and the regenerating means are coupled to the solvent-rich phase of the buffer vessel.

De pompmiddelen in een inrichting volgens de uitvinding omvatten in een voordelige uitvoeringsvorm een cascade- 1012251 5 schakeling van tenminste een vacuümpomp en tenminste een tussen die vacuümpomp en de autoclaaf geplaatste rootspomp. De rootspomp wordt in deze uitvoeringsvormen toegepast voor het bij een substantiële compressieverhouding (bijvoorbeeld 5 een factor 10) verplaatsen van gassen uit de autoclaaf naar de vacuümpomp. Tussenplaatsing van een rootspomp resulteert in een verlaging van de vereiste capaciteit van een vacuümpomp in een zodanige mate, dat daarmee een verlaging van de totale investerings- en exploitatiekosten van de 10 inrichting wordt bereikt.In an advantageous embodiment, the pumping means in a device according to the invention comprise a cascade circuit of at least one vacuum pump and at least one roots pump placed between said vacuum pump and the autoclave. In these embodiments, the roots pump is used to move gases from the autoclave to the vacuum pump at a substantial compression ratio (for example, a factor of 10). Intermediate placement of a roots pump results in a decrease in the required capacity of a vacuum pump to such an extent that a reduction in the total investment and operating costs of the device is thereby achieved.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm omvat de autoclaaf ten minste drie afsluitbare en afzonderlijk evacueerbare compartimenten die elk zijn voorzien van een afsluitbare ingang en een afsluitbare uitgang, waarbij de 15 uitgang van een eerste compartiment de ingang van een tweede compartiment vormt en de uitgang van dat tweede compartiment de ingang van een derde compartiment vormt.In a particularly advantageous embodiment, the autoclave comprises at least three lockable and separately evacuable compartments, each of which is provided with a lockable entrance and a lockable exit, the exit of a first compartment forming the entrance of a second compartment and the exit of that second compartment is the entrance to a third compartment.

In een dergelijke autoclaaf met drie compartimenten is het mogelijk partijen gereed drukwerk op semi-continue wijze 20 te drogen. De druk in het tweede compartiment wordt daarbij continu op de vooraf bepaalde lage waarde gehouden. Een partij drukwerk wordt, bijvoorbeeld op pallets geladen, in het eerste compartiment ingebracht, dat vervolgens wordt gesloten en geëvacueerd totdat de druk in het eerste 25 compartiment gelijk geworden is aan de druk in het tweede compartiment. Na openen van de uitgang van het eerste compartiment wordt de partij drukwerk met behulp van een op zich bekend transportsysteem doorgeschoven naar het tweede compartiment en wordt de uitgang van het eerste compartiment 30 afgesloten. De partij drukwerk wordt nu gedurende een bepaalde periode in het tweede compartiment onder de lage druk gehouden, gedurende welke periode het eerste compartiment met een volgende partij gereed drukwerk kan worden beladen en weer geëvacueerd kan worden, en het derde 35 compartiment ontladen en weer geëvacueerd kan worden. Na verstrijken van de bepaalde periode wordt de uitgang van het tweede compartiment geopend en wordt de partij drukwerk met 1012251 6 behulp van een op zich bekend transportsysteem doorgeschoven naar het derde compartiment, waarna de volgende partij drukwerk aan de hier beschreven transport- droogstappen wordt onderworpen.In such a three-compartment autoclave it is possible to dry batches of finished printed matter in a semi-continuous manner. The pressure in the second compartment is continuously kept at the predetermined low value. A batch of printed matter, for example loaded on pallets, is introduced into the first compartment, which is then closed and evacuated until the pressure in the first compartment has become equal to the pressure in the second compartment. After opening the exit of the first compartment, the batch of printed matter is moved to the second compartment by means of a transport system known per se, and the exit of the first compartment 30 is closed. The batch of printed matter is now kept under low pressure in the second compartment for a certain period of time, during which period the first compartment can be loaded with a next batch of finished printed matter and can be evacuated again, and the third compartment can be discharged and evacuated again. turn into. After the expiry of the determined period, the exit of the second compartment is opened and the batch of printed matter is passed on to the third compartment with a transport system known per se, after which the next batch of printed matter is subjected to the transport drying steps described here.

5 De uitvinding zal in het volgende worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, met verwijzing naar de tekeningen.The invention will be elucidated hereinbelow on the basis of exemplary embodiments, with reference to the drawings.

In de tekeningen tonenShow in the drawings

Fig. 1 een grafische weergave van de droogsnelheid van 10 met een tolueenhoudende diepdrukinkt bedrukt papier als functie van de tijd,Fig. 1 a graphical representation of the drying speed of 10 paper printed with a toluene-containing intaglio ink as a function of time,

Fig. 2 een grafische weergave van de tolueenreductie van partijen papier, elk bedrukt met een tolueenhoudende diepdrukinkt, als functie van de (lage) uitwendige druk die 15 gedurende een bepaalde periode werd aangelegd,Fig. 2 a graphical representation of the toluene reduction of batches of paper, each printed with a toluene-containing intaglio ink, as a function of the (low) external pressure applied during a certain period,

Fig. 3 een grafische weergave van de tolueenreductie van partijen papier, elk bedrukt met een tolueenhoudende diepdrukinkt, bij een (lage) uitwendige druk als functie van de tijd, 20 Fig. 4 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het drogen van drukwerk volgens de uitvinding,Fig. 3 is a graphical representation of the toluene reduction of batches of paper, each printed with a toluene-containing intaglio ink, at a (low) external pressure as a function of time, FIG. 4 a first exemplary embodiment of an apparatus for drying printed matter according to the invention,

Fig. 5 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het drogen van drukwerk volgens de uitvinding,Fig. 5 a second exemplary embodiment of an apparatus for drying printed matter according to the invention,

Fig. 6 een derde uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting 25 voor het drogen van drukwerk volgens de uitvinding, enFig. 6 a third exemplary embodiment of an apparatus 25 for drying printed matter according to the invention, and

Fig. 7 een schematische weergave van een "pile" gereed drukwerk in een vorm waarin die geschikt is te worden geladen op een pallet en ingebracht in een autoclaaf van een drooginrichting volgens de uitvinding.Fig. 7 is a schematic representation of a "pile" of finished printed matter in a form in which it is suitable to be loaded onto a pallet and introduced into an autoclave of a dryer according to the invention.

30 In de tekeningen worden overeenkomstige onderdelen met dezelfde verwijzingsgetallen aangeduid.In the drawings, like parts are designated with like reference numerals.

Fig. 1 toont een grafische weergave langs lineare schalen in arbitraire eenheden van de droogsnelheid, s, van met een tolueenhoudende diepdrukinkt bedrukt papier als functie van 35 de tijd, t, waarbij de droogsnelheid gedefinieerd als afgevoerde massa per tijdseenheid. Tijdens het drukproces wordt een tolueenhoudende inkt opgebracht op een 1012251 7 papieroppervlak. Het gerede drukwerk kan aanvankelijk bijvoorbeeld ca. 6000 mg tolueen per kg papier bevatten. De aanwezige tolueenmoleculen zijn in een eerste fase (I) vrijwel onbelemmerd verplaatsbaar en kunnen in grote 5 hoeveelheid worden onttrokken aan de opgebrachte inktfilm, bijvoorbeeld door het met hoge snelheid leiden van opgewarmde lucht over de inktfilm. Hierbij wordt het grootste gedeelte van het aanwezige tolueen bij een constante droogsnelheid uit het papier verwijderd. In een tweede fase (II) droogt het 10 inktoppervlak uit, terwijl het inwendige van de inktfilm nog gedurende enige tijd nat blijft. Het drukwerk kan dan bijvoorbeeld een hoeveelheid tolueen tussen ca. 1500 mg/kg en ca. 6000 mg/kg bevatten. Naarmate de inktlaag verder droogt wordt het ontsnappen van tolueen sterker belemmerd door de 15 inktfilm. De afnemende droogsnelheid wordt bepaald door de diffusie van het tolueen in de inktfilm. In een derde fase (III), als het drukwerk de drukkerij verlaat, zijn zowel het inktoppervlak als het inwendige van de inktfilm gedroogd, als gevolg waarvan de tolueenmoleculen als het ware in de 20 inktfilm zijn ingevangen. Het papier bevat in deze fase bijvoorbeeld minder dan ca. 1500 mg/kg tolueen, dat slechts langzaam vrij komt. Het is tijdens de tweede fase dat de werkwijze overeenkomstig de uitvinding optimale toepassing vindt.Fig. 1 shows a graphical representation along linear scales in arbitrary units of the drying speed, s, of paper printed with a toluene-containing intaglio ink as a function of time, t, the drying speed being defined as discharged mass per unit time. During the printing process, a toluene-containing ink is applied to a 1012251 7 paper surface. The finished printed matter may initially contain, for example, about 6000 mg of toluene per kg of paper. The toluene molecules present are movable in an initial phase (I) virtually unimpeded and can be extracted in large quantity from the applied ink film, for instance by passing heated air over the ink film at high speed. Most of the toluene present is removed from the paper at a constant drying speed. In a second phase (II), the ink surface dries out, while the interior of the ink film remains wet for some time. The printed matter can then contain, for example, an amount of toluene between about 1500 mg / kg and about 6000 mg / kg. As the ink layer dries further, the escape of toluene is more hindered by the ink film. The decreasing drying speed is determined by the diffusion of the toluene in the ink film. In a third phase (III), when the printed matter leaves the printing house, both the ink surface and the interior of the ink film are dried, as a result of which the toluene molecules are, as it were, trapped in the ink film. For example, the paper at this stage contains less than about 1500 mg / kg toluene, which is released only slowly. It is during the second phase that the method according to the invention finds optimal application.

25 Fig. 2 toont een grafische weergave van de tolueenreductie, red. (%), van met een tolueenhoudende diepdrukinkt bedrukt en volgens de uitgevonden werkwijze gedroogd papier als functie van de (lage) uitwendige druk, p (mbar) die gedurende een bepaalde periode werd aangelegd, 30 voor drie verschillende procesparameters, verkregen door voor een groot aantal partijen de tolueenreductie bij een bepaalde druk p en een verblijfsduur t te meten. Curve A (ononderbroken lijn) geeft de tolueenreductie weer van met een gebruikelijke tolueenhoudende diepdrukinkt bedrukt papier 35 dat gedurende 1,5 uur onder omstandigheden van lage druk p in een autoclaaf is gedroogd. Curve A toont dat bij verlaging van de druk van ca. 20 mbar tot ca. 12 mbar de 101??51 8 tolueenreductie toeneemt totdat een maximale waarde van ca. 50% wordt bereikt, waarna een verdere verlaging van de druk niet meer tot een verdere tolueenreductie leidt. Curve B (streep-stippellijn) geeft de tolueenreductie weer van 5 hetzelfde drukwerk als bij curve A wanneer dat gedurende 3 uren onder omstandigheden van lage druk p in de autoclaaf is gedroogd. Curve B toont dat bij verlaging van de druk van ca. 20 mbar tot ca. 12 mbar de tolueenreductie toeneemt totdat een maximale waarde van ca. 63% wordt bereikt, waarna, 10 evenals bij curve A, een verdere verlaging van de druk niet meer tot een verdere tolueenreductie leidt. De bevinding dat onder een voldoend lage druk, in dit geval een "kritische druk" van 12 mbar, een verdere drukverlaging niet tot een verdere tolueenreductie leidt, is in overeenstemming met de 15 veronderstelling dat de afnemende droogsnelheid wordt bepaald door de diffusie van het tolueen in de inktfilm, waarop de uitwendige druk geen invloed heeft. Het bestaan van een "kritische druk" voor het drogen van drukwerk onder lage druk is van praktisch groot belang, omdat een verlaging van de 20 druk beneden deze kritische waarde niet alleen zinloos is, zoals hierboven is aangetoond, maar ook resulteert in een verhoging van de benodigde pompcapaciteit, en daarmee in een (nodeloze) verhoging van de kosten van de pompinstallatie. Bovendien leidt een verdere verlanging van de druk tot een 25 sterkere verdamping van water uit papier, wat eveneens nadelig is voor de vereiste pompcapaciteit en bovendien resulteert in nadelige gevolgen voor de papiereigenschappen. Curve C (onderbroken lijn) geeft de tolueenreductie weer van papier dat is bedrukt met een tolueenhoudende zogeheten LR-30 diepdrukinkt dat gedurende 1,5 uur onder omstandigheden van lage druk p in de autoclaaf is gedroogd. Een LR-inkt is een inkt met een open structuur, waaruit het tolueen gemakkelijker kan ontsnappen dan uit de gesloten structuur van de conventionele diepdrukinkten. Omdat tolueen sneller 35 verdampt uit een LR-inkt dan uit een conventionele inkt, moet de diffusie van toleeen in met een LR-inkt bedrukt papier sneller zijn dan in met een conventionele inkt bedrukt 1012251 9 papier, zodat ook een lagere druk moet worden aangelegd om deze diffusie in gang te houden. Curve C toont dat bij verlaging van de druk van ca. 20 mbar tot een "kritische druk" van ca. 10 mbar de tolueenreductie toeneemt totdat een 5 maximale waarde van ca. 65% wordt bereikt, waarna een verdere verlaging van de druk niet meer tot een verdere tolueenreductie leidt. De "kritische druk" voor de hier gebruikte LR-inkt ligt dus, zoals verwacht, lager dan die voor een conventionele diepdrukinkt, terwijl de gerealiseerde 10 inktreductie beduidend hoger ligt.FIG. 2 shows a graphical representation of the toluene reduction, red. (%), Of paper printed with a toluene-containing intaglio ink and dried according to the invented method as a function of the (low) external pressure, p (mbar) which was applied during a certain period, 30 for three different process parameters, obtained by measuring the toluene reduction at a given pressure p and a residence time t for a large number of batches. Curve A (solid line) shows the toluene reduction of paper 35 printed with a conventional toluene-containing intaglio ink that has been autoclaved for 1.5 hours under low pressure conditions p. Curve A shows that when the pressure is reduced from approx. 20 mbar to approx. 12 mbar, the 101-51 8 toluene reduction increases until a maximum value of approx. 50% is reached, after which a further decrease in pressure no longer takes place to a further toluene reduction results. Curve B (dashed-dotted line) represents the toluene reduction of the same printed matter as Curve A when it has been autoclaved under low pressure conditions p for 3 hours. Curve B shows that when the pressure is reduced from approx. 20 mbar to approx. 12 mbar, the toluene reduction increases until a maximum value of approx. 63% is reached, after which, as with curve A, a further decrease in pressure is no longer leads to a further toluene reduction. The finding that under a sufficiently low pressure, in this case a "critical pressure" of 12 mbar, a further pressure drop does not lead to a further toluene reduction is in accordance with the assumption that the decreasing drying speed is determined by the diffusion of the toluene in the ink film, on which the external pressure has no influence. The existence of a "critical pressure" for drying printed matter under low pressure is of practical importance, since a reduction of the pressure below this critical value is not only pointless, as shown above, but also results in an increase in the required pump capacity, and with that (unnecessary) increase in the costs of the pump installation. In addition, a further pressure reduction leads to a greater evaporation of water from paper, which is also detrimental to the required pump capacity and moreover results in detrimental consequences for the paper properties. Curve C (dashed line) shows the toluene reduction of paper printed with a toluene-containing so-called LR-30 intaglio ink that has been autoclaved for 1.5 hours under low pressure conditions p. An LR ink is an open-textured ink from which the toluene can escape more easily than from the closed structure of conventional gravure inks. Because toluene evaporates faster from an LR ink than from a conventional ink, the diffusion of toluene in LR ink printed paper must be faster than in conventional 1012 251 9 printed paper, so a lower pressure must also be applied to keep this diffusion going. Curve C shows that when the pressure is reduced from approx. 20 mbar to a "critical pressure" of approx. 10 mbar, the toluene reduction increases until a maximum value of approx. 65% is reached, after which a further decrease in pressure is no longer leads to a further toluene reduction. Thus, as expected, the "critical pressure" for the LR ink used here is lower than that for a conventional gravure ink, while the ink reduction achieved is significantly higher.

Fig. 3 toont een grafische weergave van de tolueenreductie van partijen papier, elk bedrukt met een tolueenhoudende diepdrukinkt, bij een (lage) uitwendige druk als functie van de tijd. Curve AB (ononderbroken lijn) geeft 15 de tolueenreductie weer van hetzelfde drukwerk als bij de curves A en B van fig. 2, wanneer dat drukwerk onder een druk van 5 mbar in de autoclaaf is gedroogd. Curve AB toont dat in een eerste fase (i) van gedurende ca. 1 uur, waarin lage druk wordt aangelegd rondom het drukwerk en deze lage druk 20 langzaam in het drukwerk penetreert, de tolueenreductie betrekkelijk snel toeneemt, totdat een waarde van ca. 40% is bereikt. Vervolgens wordt in een tweede fase (ii), waarin zich een constante tolueenconcentratie aan het oppervlak van de inktfilm op het drukwerk heeft ingesteld, een verdere 25 tolueenreductie tot een waarde van ca. 80% bereikt. De tolueenverdamping in deze fase (ii) wordt bepaald door de diffusie in de inktfilm, en daarmee door de concent rat iegradiënt van het tolueen in de inktf ilm. In een derde fase (iii) , na een totale tijdsduur van ca. 10 uur, 30 verloopt de toleenverdamping steeds trager tengevolge van een afnemende tolueenconcentratie aan het oppervlak van de inktfilm. Curve C (ononderbroken lijn) geeft de tolueenreductie weer van hetzelfde drukwerk als bij curve C van fig. 2 (met een LR-inkt) , wanneer dat drukwerk onder een 35 druk van 5 mbar in de autoclaaf is gedroogd. Curve C toont vertoont evenals als curve AB een verloop waarin drie fasen (i, ii, iii) zijn te onderkennen. Getoond is dat de tweede 1012251 10 fase (ii) en derde fase (iii) voor met LR-inkt bedrukt papier (curve C) eerder intreden dan voor overeenkomstig papier dat is bedrukt met conventionele diepdrukinkt (curve AB).Fig. 3 shows a graphical representation of the toluene reduction of batches of paper, each printed with a toluene-containing intaglio ink, at a (low) external pressure as a function of time. Curve AB (solid line) shows the toluene reduction of the same printed matter as for curves A and B of Fig. 2, when that printed matter has been dried in the autoclave under a pressure of 5 mbar. Curve AB shows that in a first phase (i) of about 1 hour, during which low pressure is applied around the printed matter and this low pressure slowly penetrates into the printed matter, the toluene reduction increases relatively rapidly, until a value of approx. 40 % has been reached. Then, in a second phase (ii), in which a constant toluene concentration on the surface of the ink film has set up on the printed matter, a further toluene reduction to a value of about 80% is achieved. The toluene evaporation in this phase (ii) is determined by the diffusion in the ink film, and thus by the concentration ratio of the toluene in the ink film. In a third phase (iii), after a total time of about 10 hours, the tolene evaporation proceeds more slowly due to a decreasing concentration of toluene on the surface of the ink film. Curve C (solid line) represents the toluene reduction of the same printed matter as in Curve C of Figure 2 (with an LR ink), when that printed matter has been autoclaved under a pressure of 5 mbar. Curve C shows, like curve AB, a course in which three phases (i, ii, iii) can be distinguished. It has been shown that the second 1012251 10 phase (ii) and third phase (iii) for LR ink printed paper (curve C) occur earlier than for corresponding paper printed with conventional gravure ink (curve AB).

Fig. 4 toont een sterk vereenvoudigd schema van een 5 inrichting 1 voor het drogen van tolueenhoudend drukwerk volgens de uitvinding, met een autoclaaf 2 die is verbonden met de inlaat van een rootspomp 3, waarvan de uitlaat is verbonden met de respectieve inlaten van drie parallel geplaatste backingpompen 4, waarvan de respectieve uitlaten 10 zijn verbonden met een tolueenterugwininstallatie (TWI) 5, waarvan een luchtuitlaat is verbonden met de ruimte 6 waarin de pers voor het te drogen drukwerk is opgesteld. De autoclaaf 2 is in dit voorbeeld een cilinder met een lengte van ca. 15 m en een diameter van ca. 3,5 m, waarin ca. 20 15 pallets gereed drukwerk opgeslagen kunnen worden. De werking van de inrichting is als volgt. Aan de gevulde autoclaaf 2 wordt met behulp van backingpompen 4 lucht onttrokken, totdat een druk van ca. 10 mbar is verkregen. Bij deze lage druk verdampt tolueen, dat als gas uit het drukwerk ontsnapt, en 20 zorgt de rootspomp voor een volumeverplaatsing, bij een compressiefactor die een waarde heeft van ca. 10. Lucht uit de autoclaaf wordt door de pompen 3, 4 rechtstreeks naar een adsorber (niet getoond) van de TWI 5 geleid, waar condenswater wordt afgetapt dat naar een 25 water/tolueenscheider wordt geleid, waar tolueen wordt gewonnen dat opnieuw in het drukproces kan worden toegepast. Lucht vanuit de TWI 5, die in principe vrij van tolueen is, wordt in de inrichting volgens dit voorbeeld teruggeleid naar de ruimte 6 waarin de betreffende drukpers staat opgesteld.Fig. 4 shows a highly simplified diagram of a device 1 for drying toluene-containing printed matter according to the invention, with an autoclave 2 connected to the inlet of a roots pump 3, the outlet of which is connected to the respective inlets of three backing pumps placed in parallel 4, the respective outlets 10 of which are connected to a toluene recovery plant (TWI) 5, an air outlet of which is connected to the space 6 in which the press for the printed matter to be dried is arranged. The autoclave 2 in this example is a cylinder with a length of about 15 m and a diameter of about 3.5 m, in which about 20 pallets of finished printed matter can be stored. The operation of the device is as follows. Air is withdrawn from the filled autoclave 2 by means of backing pumps 4 until a pressure of about 10 mbar is obtained. At this low pressure, toluene, which escapes from the printed matter as a gas, evaporates and the roots pump causes a volume displacement, at a compression factor of approximately 10. Air from the autoclave is pumped directly to a pump by the pumps 3, 4. adsorber (not shown) from the TWI 5, where condensed water is drawn off which is passed to a water / toluene separator, where toluene is recovered which can be reused in the printing process. Air from the TWI 5, which is in principle free from toluene, is returned in the device according to this example to the space 6 in which the relevant printing press is arranged.

30 Fig. 5 toont een sterk vereenvoudigd schema van een alternatieve uitvoeringsvorm van een drooginrichting 7, die verschilt van de inrichting 1 van fig. 4, doordat tussen de rootspomp 3 en de backingpompen 4 een condensor 8 is geplaatst voor het daarover leiden van uit de autoclaaf 2 35 afkomstige lucht en het uit die lucht laten neerslaan van een water/tolueenmengsel, dat naar een water/tolueenscheider 9 wordt geleid, waar tolueen wordt gewonnen dat opnieuw in het 1012251 11 drukproces kan worden toegepast.FIG. 5 shows a highly simplified diagram of an alternative embodiment of a drying device 7, which differs from the device 1 of FIG. 4, in that a condenser 8 is placed between the roots pump 3 and the backing pumps 4 for passing it out of the autoclave 2. air and the precipitation of a water / toluene mixture from that air, which is fed to a water / toluene separator 9, where toluene is recovered which can be reused in the printing process.

Fig. 6 toont een sterk vereenvoudigd schema van een volgende uitvoeringsvorm van een drooginrichting 7, die verschilt van de inrichting 1 van fig. 4, doordat achter de 5 eerste rootspomp 3 een tweede trap met een rootspomp 11 geplaatst is, waarbij de eerste rootspomp 3 functioneert in een drukgebied van 10 tot 30 mbar en de tweede rootspomp 11 functioneert in een drukgebied van 30 (de dampspanning van water) tot 100 mbar. Achter de tweede rootspomp 11 is een 10 vloeistofring-vacuümpomp 12 geschakeld. Wanneer deze laatste pomp 12 bij een druk van 30 mbar werkt, treedt in de vloeistof ring condensatie op van tolueen, dat met het water wordt af gevoerd naar een koelwaterbuf fervat 13, alwaar een scheiding tussen zuiver water en een tolueenrijke fase 15 plaatsvindt. Zuiver water uit het buffervat 13 wordt in het voorbeeld voor hergebruik afgevoerd naar een ketelhuis 14, terwijl de tolueenrijke fase naar een water/tolueenscheider 9 wordt geleid.Fig. 6 shows a highly simplified diagram of a further embodiment of a drying device 7, which differs from the device 1 of fig. 4, in that a second stage with a roots pump 11 is placed behind the first roots pump 3, wherein the first roots pump 3 functions in a pressure range from 10 to 30 mbar and the second roots pump 11 functions in a pressure range from 30 (the vapor pressure of water) to 100 mbar. A liquid-ring vacuum pump 12 is connected behind the second roots pump 11. When the latter pump 12 operates at a pressure of 30 mbar, condensation of toluene occurs in the liquid ring, which is discharged with the water to a cooling water tank 13, where a separation between pure water and a toluene-rich phase 15 takes place. In the example, pure water from the buffer vessel 13 is discharged for reuse to a boiler house 14, while the toluene-rich phase is passed to a water / toluene separator 9.

Fig. 7 toont in perspectivisch aanzicht een "pile" 15 20 gereed drukwerk in een vorm waarin die geschikt is te worden geladen op een pallet en ingebracht in een autoclaaf van een drooginrichting volgens de uitvinding. Een pile 15 omvat een aantal bedrukte en verticaal geplaatste katernen 16 die tussen twee verticale houten schotten 17 zijn ingeklemd met 25 behulp van een strak aangetrokken omsnoeringsband 18.Fig. 7 is a perspective view of a pile of finished printed matter in a form in which it is suitable to be loaded onto a pallet and introduced into an autoclave of a dryer according to the invention. A pile 15 comprises a number of printed and vertically placed quires 16 which are clamped between two vertical wooden partitions 17 with the aid of a tightly pulled strapping band 18.

Gevonden is dat de gesloten structuur van een pile onder omstandigheden van lage druk geen belemmering vormt voor een snelle afgifte van tolueen.It has been found that the closed structure of a pile does not prevent rapid release of toluene under low pressure conditions.

10122511012251

Claims (16)

1. Werkwijze voor het drogen van drukwerk in hoofdzaak aansluitend aan de vervaardiging daarvan, omvattend het gedurende een bepaalde periode blootstellen van een hoeveelheid drukwerk aan een vooraf bepaalde ten opzichte van 5 de atmosferische druk lage druk.A method for drying printed matter substantially subsequent to its manufacture, comprising exposing an amount of printed matter to a predetermined low pressure relative to atmospheric pressure for a certain period of time. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattend de stappen van achtereenvolgens (i) het onder omstandigheden van kamertemperatuur en atmosferische druk inbrengen van een hoeveelheid drukwerk in 10 een vacuümdicht afsluitbare en evacueerbare ruimte, (ii) het afsluiten van de ruimte, (iii) het gedurende een bepaalde periode althans gedeeltelijk evacueren van de ruimte en het handhaven van een vooraf bepaalde ten opzichte van de atmosferische druk lage 15 druk in de ruimte, en (iv) het na de bepaalde periode verwijderen van de hoeveelheid drukwerk uit die ruimte.2. Method as claimed in claim 1, comprising the steps of successively (i) introducing an amount of printed matter into a vacuum-sealable and evacuable space under conditions of room temperature and atmospheric pressure, (ii) closing the space, (iii) at least partially evacuating the space for a certain period of time and maintaining a predetermined pressure in the space low with respect to atmospheric pressure, and (iv) removing the quantity of printed matter from that space after the determined period. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2 voor het drogen van drukwerk waarvan ten minste een inkt een oplosmiddel anders 20 dan water, in het bijzonder een organisch oplosmiddel bevat, met het kenmerk, dat de vooraf bepaalde lage druk lager is dan de maximale dampspanning van dat oplosmiddel bij kamertemperatuur.Method according to claim 1 or 2 for drying printed matter of which at least one ink contains a solvent other than water, in particular an organic solvent, characterized in that the predetermined low pressure is lower than the maximum vapor pressure of that solvent at room temperature. 4. Werkwijze /volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de 25 bij het evacueren volgens stap (iii) vrijkomende gassen naar regeneratiemiddelen voor het oplosmiddel worden geleid.Method / according to claim 3, characterized in that the gases released during the evacuation according to step (iii) are led to regeneration means for the solvent. 5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de bepaalde periode in stap (iii) ten hoogste tien uren bedraagt.Method according to claim 3 or 4, characterized in that the determined period in step (iii) is at most ten hours. 6. Werkwijze volgens een der conclusies 3-5, met het kenmerk. dat de bepaalde periode in stap (iii) ten minste een uur bedraagt.Method according to any one of claims 3-5, characterized in. that the determined period in step (iii) is at least one hour. 7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vooraf bepaalde druk hoger is dan 5 mbar 1012251 (500 Pa).A method according to any one of the preceding claims, characterized in that the predetermined pressure is higher than 5 mbar 1012251 (500 Pa). 8. Werkwijze volgens een der conclusies 2-7, met het kenmerk, dat de in stap (i) in te brengen hoeveelheid drukwerk wordt verschaft in de vorm van printrollen.Method according to any one of claims 2-7, characterized in that the amount of printed matter to be introduced in step (i) is provided in the form of print rolls. 9. Werkwijze volgens een der conclusies 2-7, met het kenmerk. dat de in stap (i) in te brengen hoeveelheid drukwerk (16) wordt verschaft in de vorm van piles (15) .Method according to any one of claims 2-7, characterized. that the amount of printed matter (16) to be introduced in step (i) is provided in the form of piles (15). 10. Inrichting (1, 7, 10) voor het drogen van drukwerk volgens een werkwijze overeenkomstig conclusie 2 of 3, 10 omvattend een autoclaaf (2) en pompmiddelen (3, 4, 11, 12) voor het tot een vooraf bepaalde druk evacueren van de autoclaaf (2), met het kenmerk, dat de autoclaaf (2) is ingericht voor het daarin tijdelijk opslaan van een hoeveelheid drukwerk in hoofdzaak aansluitend aan de 15 vervaardiging van dat drukwerk.Device (1, 7, 10) for drying printed matter according to a method according to claim 2 or 3, 10 comprising an autoclave (2) and pumping means (3, 4, 11, 12) for evacuating to a predetermined pressure of the autoclave (2), characterized in that the autoclave (2) is adapted to temporarily store an amount of printed matter therein, substantially subsequent to the production of said printed matter. 11. Inrichting (1, 7, 10) volgens conclusie 10 voor het drogen van drukwerk volgens een werkwijze overeenkomstig conclusie 3, met het kenmerk, dat deze regeneratiemiddelen (5, 8, 9, 13) omvat voor het regenereren van oplosmiddel uit 20 bij het evacueren van de autoclaaf (2) vrijkomende gassen.Device (1, 7, 10) according to claim 10 for drying printed matter according to a method according to claim 3, characterized in that it comprises regenerating means (5, 8, 9, 13) for regenerating solvent from 20 at evacuating the autoclave (2) released gases. 12. Inrichting (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de regeneratiemiddelen (5) een adsorber voor het daaraan adsorberen van oplosmiddel omvatten en de pompmiddelen (3, 4) de vrijkomende gassen bij normaal bedrijf van de inrichting 25 (1) over de adsorber leiden.Device (1) according to claim 11, characterized in that the regeneration means (5) comprise an adsorber for adsorbing solvent thereon and the pumping means (3, 4) release the gases during normal operation of the device (1) over the adsorber. 13. Inrichting (7) volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de regeneratiemiddelen een condensor (8) omvatten en de pompmiddelen (3, 4) de vrijkomende gassen bij normaal bedrijf van de inrichting (7) over de condensor (8) leiden voor het 30 scheiden van de vrijkomende gassen in een oplosmiddel-arme gasvormige fase en een oplosmiddel-rijke vloeibare fase.Device (7) according to claim 11, characterized in that the regeneration means comprise a condenser (8) and the pumping means (3, 4) direct the released gases during normal operation of the device (7) over the condenser (8) for separating the released gases into a solvent-poor gaseous phase and a solvent-rich liquid phase. 14. Inrichting (10) volgens conclusie 11, met het kenmerk. dat de pompmiddelen (12) een van een waterbuffervat (13) voorziene vloeistofringpomp (12) omvatten, in een deel 35 van welk buffervat (13) bij normaal bedrijf van de inrichting (10) een oplosmiddel-rijke fase ontstaat, en de regeneratiemiddelen (9) zijn gekoppeld met de oplosmiddel- 101 2251 rijke fase van het buffervat (13) .Device (10) according to claim 11, characterized in that. that the pumping means (12) comprise a liquid ring pump (12) provided with a water buffer vessel (13), in a part of which buffer vessel (13) a solvent-rich phase is formed during normal operation of the device (10), and the regeneration means ( 9) are coupled to the solvent 101 2251 rich phase of the buffer vessel (13). 15. Inrichting (1, 7, 10) volgens een der conclusies 10-14, met het kenmerk, dat de pompmiddelen een cascade-schakeling omvatten van tenminste een vacuümpomp (4, 12) en 5 tenminste een tussen die vacuümpomp (4, 12) en de autoclaaf (2) geplaatste rootspomp (4, 11).Device (1, 7, 10) according to any one of claims 10-14, characterized in that the pumping means comprise a cascade circuit of at least one vacuum pump (4, 12) and at least one between said vacuum pump (4, 12 ) and the autoclave (2) placed roots pump (4, 11). 16. Inrichting volgens een der conclusies 10-15, met het kenmerk. dat de autoclaaf ten minste drie afsluitbare en afzonderlijk evacueerbare compartimenten omvat die elk zijn 10 voorzien van een afsluitbare ingang en een afsluitbare uitgang, waarbij de uitgang van een eerste compartiment de ingang van een tweede compartiment vormt en de uitgang van dat tweede compartiment de ingang van een derde compartiment vormt. 101225116. Device as claimed in any of the claims 10-15, characterized in. that the autoclave comprises at least three lockable and separately evacuable compartments, each of which is provided with a lockable entrance and a lockable exit, the exit of a first compartment forming the entrance to a second compartment and the exit of that second compartment forms a third compartment. 1012251
NL1012251A 1999-06-07 1999-06-07 Method and device for drying printed matter. NL1012251C2 (en)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012251A NL1012251C2 (en) 1999-06-07 1999-06-07 Method and device for drying printed matter.
EP00201866A EP1059166B8 (en) 1999-06-07 2000-05-25 Method and apparatus for drying printed materials
AT00201866T ATE256012T1 (en) 1999-06-07 2000-05-25 METHOD AND DEVICE FOR DRYING PRINTED PRODUCTS
DK00201866T DK1059166T3 (en) 1999-06-07 2000-05-25 Process and apparatus for drying printed materials
PT00201866T PT1059166E (en) 1999-06-07 2000-05-25 METHOD AND APPARATUS FOR DRYING PRINTED MATERIALS
DE60007027T DE60007027T2 (en) 1999-06-07 2000-05-25 METHOD AND DEVICE FOR DRYING PRINTED WORK
ES00201866T ES2211445T3 (en) 1999-06-07 2000-05-25 PROCEDURE AND APPARATUS FOR DRYING PRINTED MATERIALS.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012251 1999-06-07
NL1012251A NL1012251C2 (en) 1999-06-07 1999-06-07 Method and device for drying printed matter.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1012251C2 true NL1012251C2 (en) 2000-12-08

Family

ID=19769323

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1012251A NL1012251C2 (en) 1999-06-07 1999-06-07 Method and device for drying printed matter.

Country Status (7)

Country Link
EP (1) EP1059166B8 (en)
AT (1) ATE256012T1 (en)
DE (1) DE60007027T2 (en)
DK (1) DK1059166T3 (en)
ES (1) ES2211445T3 (en)
NL (1) NL1012251C2 (en)
PT (1) PT1059166E (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1140692A (en) * 1956-01-24 1957-08-05 Lavorazione Agglomerati Sugher Method and devices for drying sheet materials
FR1144031A (en) * 1952-07-12 1957-10-08 Services Publics Et D Ind Soc Restoration process for old documents
US3259992A (en) * 1962-05-28 1966-07-12 Lord Baltimore Press Inc Method and apparatus for winding stacks of sheets

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1144031A (en) * 1952-07-12 1957-10-08 Services Publics Et D Ind Soc Restoration process for old documents
FR1140692A (en) * 1956-01-24 1957-08-05 Lavorazione Agglomerati Sugher Method and devices for drying sheet materials
US3259992A (en) * 1962-05-28 1966-07-12 Lord Baltimore Press Inc Method and apparatus for winding stacks of sheets

Also Published As

Publication number Publication date
ES2211445T3 (en) 2004-07-16
DE60007027D1 (en) 2004-01-22
DE60007027T2 (en) 2004-09-16
EP1059166A1 (en) 2000-12-13
ATE256012T1 (en) 2003-12-15
DK1059166T3 (en) 2004-04-13
PT1059166E (en) 2004-04-30
EP1059166B8 (en) 2004-04-21
EP1059166B1 (en) 2003-12-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5120500A (en) Process and device for nonpolluting mass deacidification of books and other paper products
EP0121357B1 (en) Energy-efficient evaporation process with means for vapor recovery
Mulder et al. Preferential sorption versus preferential permeability in pervaporation
JPS6142319A (en) Recovery of organic vapor from air
CN1159958A (en) Process for dehydration of gas
US4142966A (en) Membrane separation of water from aqueous mixtures
NL1012251C2 (en) Method and device for drying printed matter.
EP1336426A1 (en) Process and equipment for removing solvent from solid extraction residues
US4729177A (en) Equipment for the deodorization of the fabric in machinery for textile processing
CN212499437U (en) Thin film printing device
US3884907A (en) Regenerated cellulose recovery process using a humid gas to remove coating solvent
CN1450101A (en) Propene gas recovery device used in production of polypropene by bulk-polymenzation and process thereof
GB1558913A (en) Drying of wet material
CA2513667A1 (en) Cyclic membrane separation process
GB1602979A (en) Method of and an apparatus for drying a substance on or in print carrier
CN1159560A (en) Method and device for drying solid insulator of electromagnetic equipment
RU2014288C1 (en) Method for dewatering sludges
US3840130A (en) Method and apparatus for storing sheet material articles
US2856697A (en) Method of loosening and conditioning a stack of sheets
US1975132A (en) Manufacture of sheets or films of cellulose material
FI62627B (en) APPARATUS FOER AOTERVINNING AV ORGANISKA FOERENINGAR I AONGFORM SOM ANVAENDS I EN PROCESS FOER OEKNING AV TOBAKS FYLLNINGSKAPACITET
CN210963992U (en) Glycerol triacetate water content separation device
JPH10266986A (en) Vacuum exhauster
CZ2008566A3 (en) Multifunctional device for modification of cellulose materials and method for modification of cellulose materials
JP2610063B2 (en) Steam drying method and apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050101