NL1012144C1 - Element voor het vervaardigen van een verhoogde vloer. - Google Patents

Description

- 1-

Element voor het vervaardigen van een verhoogde vloer.

Deze uitvinding betreft een verhoogde vloer omvattende een onderlaag van met hun zijkanten tegen elkaar liggende 5 elementen, en een op de onderlaag aangebrachte bovenlaag van een vloerbedekking.

De bekende verhoogde vloer omvat een bovenlaag van een vloerbedekking die op eén onderlaag is bevestigd. De onderlaag is een doorlopende laag die als structurele onderbouw voor de vloerbedekking 10 fungeert. De onderlaag rust op al dan niet in de hoogte verstelbare vijzels die op hun beurt op een draagvloer steunen. Tussen de draagvloer en de onderlaag kan zich een open ruimte bevinden waarin o.m. leidingen, kabels, waterleiding, buizen van verwarmings- of koelsystemen weggewerkt kunnen worden. Een dergelijke verhoogde vloer kan eveneens een thermische en/of akoestische IS isolatie verschaffen. Bij de bekende vloer is de onderlaag opgebouwd uit twee boven elkaar liggende lagen van met hun zijkanten tegen elkaar liggende elementen. Ten einde een onderlaag met een voldoende hoge stabiliteit en sterkte te verkrijgen zijn de elementen van de bovenste laag kruislings ten opzichte van de elementen van de onderste laag aangebracht. De elementen 20 hebben meestal de vorm van een balk.

De bekende verhoogde vloer heeft het nadeel dat het vervaardigen ervan arbeidsintensief is en bijgevolg duur is.

Het doel van deze uitvinding bestaat erin de arbeidstijd nodig voor het plaatsen van de verhoogde vloer te verkorten.

1 Cl Ί O i A ·?? **: - 2-

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt door genoemde onderlaag en genoemde vloerbedekking structureel met elkaar te verbinden.

Door de bovenlaag uit vloerbedekking structureel 5 met de onderlaag te verbinden is het mogelijk een verhoogde vloer te verkrijgen waarin de vloerbedekking bijdraagt aan de structurele eigenschappen van de vloer. Aangezien de bovenlaag uit vloerbedekking niet alleen als vloerbedekking fungeert, maar tevens als structurele laag voor de vloer, is het niet nodig om de onderlaag uit twee boven elkaar liggende lagen van elementen op te bouwen, 10 maar kan volstaan worden met één enkele laag. Doordat één constructieve laag weggelaten kan worden, kan bij het leggen van de verhoogde vloer volgens de uitvinding een aanzienlijke tijdsbesparing en bijgevolg kostenbesparing gerealiseerd worden.

Doordat de onderlaag slechts uit één laag is 15 opgebouwd waarop de bovenlaag rechtstreeks wordt aangebracht, is het bovendien mogelijk een verhoogde vloer te verkrijgen die minder dik is dan de bekende vloer. Dit kan van voordeel zijn bij het aanbrengen van vloeren of het renoveren van vloeren in ruimten met een beperkte hoogte. De structurele verbinding van de bovenlaag met de onderlaag zorgt ervoor dat de verhoogde 20 vloer volgens de uitvinding een verhoogde sterkte en verbeterde mechanische eigenschappen heeft ondanks zijn geringere dikte.

Het ligt voor de gemiddelde vakman niet voor de hand om de vloerbedekking structureel met de onderlaag te verbinden en de afwerkingslaag te laten bijdragen aan de structurele eigenschappen van de vloer. 25 De vakman op het gebied van vloerbedekking beschouwt de vloerbedekking eerder als een afwerkingslaag en niet zozeer als een laag die bijdraagt aan de structurele eigenschappen en opbouw van een vloer. Bovendien worden de onderlaag en de vloerbedekking meestal door verschillende vaklieden vervaardigd. De onderlaag wordt meestal vervaardigd door een eerste vakman 30 die gespecialiseerd is in het vervaardigen van structurele onderbouwen voor -3- vloeren. Een dergelijke vakman zal ernaar streven om een onderlaag te verkrijgen met een constructie die de gewenste mechanische eigenschappen en stabiliteit en sterkte kan verschaffen. De bovenlaag wordt meestal achteraf aangebracht door een andere, tweede vakman, die gespecialiseerd is in het 5 aanbrengen van afwerkingslagen, waarbij de esthetische afwerking van de vloerbedekking, en de bovenlaag en de kwaliteit van de vloerbedekking op zich een voorname rol speelt. Beide vaklui streven bijgevolg bij het aanbrengen van de respectievelijke lagen verschillende eisen na. Daarbij wordt de vloerbedekking meestal beschouwd als een afwerkingslaag, en niet zo zeer als 10 laag die deel uitmaakt van de structurele opbouw van een vloer. Het ligt bijgevolg voor de vakman niet voor de hand om een afwerkingslaag structureel met de onderbouw van een vloer te verbinden, ten einde de kostprijs te verminderen en een vloer met een gereduceerde dikte te verkrijgen.

Volgens een eerste uitvoeringsvorm van de is uitvinding is de vloerbedekking bij voorkeur opgebouwd uit met hun zijkanten tegen elkaar liggende plaatvormige delen, en zijn de plaatvormige delen van de bovenlaag kruislings op de elementen van de onderlaag aangebracht.

Een dergelijke constructie laat toe een verhoogde vloer te verkrijgen met een monolithisch karakter.

20 Volgens een tweede uitvoeringsvorm zijn de zijkanten van de elementen van de onderlaag bij voorkeur structureel met elkaar verbonden. Dit laat toe het monolithisch karakter van de verhoogde vloer volgens de uitvinding verder te verhogen.

De plaatvormige delen sluiten bij voorkeur tegen 25 elkaar langs een as die evenwijdig loopt met de lengterichting van de elementen, maar die verschoven is naar de zijkant van de elementen. Voor deze uitvoeringsvorm zal in het bijzonder gekozen worden in het geval de breedte van de plaatvormige delen kleiner is dan de breedte van de elementen. Aangezien het middenste punt van een zijrand het zwakste punt vormt, kan door 30 de plaats waar de plaatvormige delen tegen elkaar sluiten naar de zijkant van de 101214 4^ -4- elementen te verschuiven, een verhoogde vloer met een verbeterde sterkte en weerstand tegen puntbelasting verkregen worden

Volgens een vierde uitvoeringsvorm is de vloerbedekking structureel met genoemd element verbonden door middel van 5 een polyurethaanlijm of een styreen-acrylaatlijm.

De bovenlaag wordt bij voorkeur door middel van een polyurethaan- of een styreenacrylaatlijm structureel met de onderlaag verbonden. In het geval de bovenlaag gevormd wordt door een vloerbedekking in parket wordt bij voorkeur een polyurethaanlijm toegepast. In het geval de 10 bovenlaag gevormd wordt door een vloerbedekking in natuursteen wordt bij voorkeur een styreenacrylaatlijm toegepast.

Dergelijke lijmen hebben een zeer hoge kleefkracht zodat een uitermate vaste verbinding tussen de vloerbekleding en de onderlaag verkregen kan worden. Een dergelijke lijm vormt bovendien een barrière tegen 15 vocht dat eventueel tussen de elementen doorsijpelt. Het gebruik van deze lijmen laat tevens toe te voorkomen dat de platen rotten onder invloed van doorsijpelend vocht.

Bij de verhoogde vloer volgens de uitvinding kan de vloerbedekking die de bovenlaag vormt, uit diverse materialen vervaardigd 20 zijn. De vloerbedekking is bij voorkeur vervaardigd uit hout, bij voorbeeld parket, lamellen parket, of artificieel vervaardigde tegels of tegels in natuursteen. Al deze materialen zijn in staat bij te dragen aan de structurele eigenschappen van de verhoogde vloer. De vloerbedekking kan verder uit andere decoratieve materialen vervaardigd zijn.

25 Om het oppervlak van de platen te stabiliseren en te voorkomen dat het materiaal waaruit de platen vervaardigd zijn, al te veel stof afgeeft, wordt het oppervlak van de platen bij voorkeur voorzien van een beschermende laag van een siliconenolie. Deze olie is bovendien in staat om in de elementen aanwezige poriën binnen te dringen en deze poriën op te vullen, 30 zodat een element verkregen kan worden met een min of meer gesloten I. - · —Τ' -5- oppervlak. Doordat het oppervlak van het element gesloten is kan op een dergelijk element aangebrachte lijm slechts in beperkte mate in de poriën binnendringen en blijft hij in hoofdzaak op het oppervlak aanwezig. Dit laat toe de kleefkracht van de lijm te verhogen en een verbeterde structurele verbinding 5 van de vloerbedekking met de onderlaag te verkrijgen.

Volgens de uitvinding zijn de tegenover elkaar liggende zijkanten van genoemde elementen over ten minste een deel van hun lengte voorzien van complementaire profielen, en grijpen complementaire profielen van naast elkaar liggende elementen in elkaar.

10 Door tegenover elkaar liggende zijkanten van de elementen over ten minste een deel van hun lengt te voorzien van complementaire profielen, kunnen de zijkanten van tegen elkaar liggende elementen in elkaar grijpen. Dit laat toe een verhoogde vloer te verkrijgen die zich als een continue, monolithische plaat gedraagt, met een continu draagvlak. 15 Een op een element lokaal uitgeoefende druk wordt overgedragen naar de omringende elementen en zelfs doorgegeven naar de verder afgelegen elementen, zodat de druk over de gehele vloer wordt verdeeld. Deze overdracht vindt plaats zowel in een richting die evenwijdig loopt met het vloeroppervlak als de richting loodrecht daarop. Een verhoogde vloer die uit dergelijke 20 elementen is opgebouwd, vertoont een goede stabiliteit en is bestand tegen een lokale hoge belasting, bijvoorbeeld een puntbelasting, zonder dat dit een significante buiging van de vloer met zich meebrengt.

De hoger genoemde elementen rusten bij voorkeur op in de hoogte verstelbare, op regelmatige afstanden van elkaar geplaatste 25 vijzels, waarbij de elementen ter hoogte van genoemde vijzels tegen elkaar sluiten en de elementen in verband liggen.

De tegenover elkaar liggende zijkanten van de plaatvormige delen van de vloerbedekking kunnen eveneens over ten minste een deel van him lengte voorzien zijn van complementaire profielen, waardoor het 30 monolithisch karakter van de vloer verder verhoogd kan worden.

- 6-

De uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het vervaardigen van de boven beschreven verhoogde vloer.

De uitvinding wordt verder toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren en de onderstaande figuurbeschrijving.

5 Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een element volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een verhoogde vloer volgens de uitvinding.

De in figuur 2 getoonde verhoogde vloer 13 omvat 10 een onderlaag 2 en een bovenlaag 3. De onderlaag 2 bevindt zich op in de hoogte verstelbare vijzels 10, die op regelmatige afstanden van elkaar op een draagvloer 11 zijn aangebracht.

De onderlaag 2 is opgebouwd uit elementen 1, die ter hoogte van de vijzels 10 met hun zijkanten tegen elkaar liggen. De elementen 15 1 rusten bij voorkeur met hun hoekpunten 18 en hun zijkanten op de vijzels 10.

De elementen 1 sluiten bij voorkeur tegen elkaar ter hoogte van de vijzels 10.

De elementen 1 worden bij voorkeur in verband gelegd.

De elementen 1 kunnen diverse vormen hebben, maar hebben bij voorkeur de vorm van een balk, waarbij het bovenvlak en het 20 ondervlak evenwijdig lopen met elkaar.

De elementen 1 omvatten bij voorkeur vier geprofileerde zijkanten 4-7. Tegenover elkaar liggende zijkanten zijn bij voorkeur over ten minste een deel van hun lengte voorzien van complementaire profielen 8, 9. De eerste zijkant 4 bevat een eerste profiel 8. De tegenover de 25 vierde zijkant 7 liggende tweede zijkant 5 bevat een eerste profiel 8 dat complementair is met het tweede profiel 9 op de vierde zijkant 7. De resterende eerste en derde zijkanten 4, 6 kunnen eveneens voorzien van profielen die complementair zijn met elkaar en complementair zijn met respectievelijk het eerste 8 of tweede profiel 9.

- Ü ï £ 1 * -7-

Bij 4e in figuur 1 getoonde verhoogde vloer volgens de uitvinding grijpen de complementaire profielen 8, 9 op de zijkanten van tegen elkaar liggende elementen in elkaar. De in elkaar grijpende profielen 8, 9 kunnen bijvoorbeeld een tand- en groefprofiel omvatten, of één of meer 5 uitsparingen in de zijkanten 4 - 7 en daarmee corresponderende deuvels, losse veren en/of metalen plaatjes.

De in figuur 1 getoonde elementen 1 kunnen uit diverse materialen vervaardigd zijn. De elementen 1 zijn bij voorkeur vervaardigd uit in hoofdzaak inerte materialen, bijvoorbeeld gips 10 (calciumsulfaat) of calciumsilicaat, die bij voorkeur voorzien zijn van vezelvormig versterkingsmateriaal. Het gebruik van gips biedt het voordeel dat gips goede brandwerende eigenschappen heeft en reversibel vocht kan opnemen. Gips is namelijk in staat om onder invloed van warmte het vocht weer af te geven zonder dat dit een significante vervorming van het element met zich is meebrengt. Doordat dergelijke elementen in gips een redelijk grote hoeveelheid vocht kunnen bevatten, vertonen ze uitstekende brandwerende eigenschappen.

De bovenlaag 3 van de in figuur. 2 getoonde verhoogde vloer kan bijvoorbeeld een laag van een harde vloerbedekking omvatten. De vloerbedekking is bij voorkeur vervaardigd uit met hun zijkanten 20 15, 16 tegen elkaar liggende plaatvormige delen 14. Om het monolithisch karakter van de verhoogde vloer .te verhogen, worden de plaatvormige delen 14 van de bovenlaag 3 bij voorkeur kruislings op de elementen van de onderlaag 2 gelegd.

De vloerbedekking kan bijvoorbeeld vervaardigd 25 zijn uit hout, bijvoorbeeld parket of laminaatparket, artificieel vervaardigde tegels, tegels uit natuursteen of andere decoratieve materialen.

De zijkanten 15, 16 van de plaatvormige delen 14 zijn bij voorkeur eveneens voorzien van complementaire profielen 19, 20. Daarbij kunnen de complementaire profielen 19, 20 van tegen elkaar liggende 30 plaatvormige delen 14 in elkaar grijpen.

-8-

Het oppervlak van de elementen 1 wordt bij voorkeur geïmpregneerd met een stabilisator vooraleer de lijm en vloerbedekking erop worden aangebracht. Daartoe wordt het oppervlak van de elementen 1 bij voorkeur besproeid met een siliconenolie. Een dergelijke 5 voorbehandeling laat toe te voorkomen dat de platen al te veel stof afgeven, bijvoorbeeld in de vorm van krijt. Door een dergelijke voorbehandeling worden bovendien de poriën in de buurt van het oppervlak van de elementen ten minste gedeeltelijk met de siliconenolie gevuld, zodat lijm slechts in beperkte mate in de poriën kan binnendringen. Doordat de lijm in hoofdzaak op het oppervlak 10 van het element aanwezig blijft is het mogelijk de kleefkracht van de lijm te verbeteren.

De elementen volgens de uitvinding kunnen diverse afmetingen hebben. Veel gebruikte afmetingen zijn bijvoorbeeld 60x120 cm. De plaatvormige delen 14 die de bovenlaag 3 vormen kunnen diverse afmetingen 15 hebben. In het geval de bovenlaag van de vloerbedekking 3 gevormd wordt door houten planken 21 kan de lengte van de planken enkele meters bedragen, en kan de breedte bijvoorbeeld variëren van 10 tot 30 cm. In het. geval de vloerbedekking 3 gevormd wordt door tegels 22, kunnen de afmetingen van de tegels bijvoorbeeld 30x30cm of 60x60 cm zijn.

20 De in figuur 2 getoonde verhoogde vloer 13 omvat een draagvloer 11 waarop in de hoogte verstelbare vijzels 10 zijn aangebracht. De vijzels 10 zijn bijvoorbeeld op de hoekpunten van een roosterpatroon geplaatst. De vijzels 10 zijn bij voorkeur traploos in de hoogte verstelbaar.

Het gebruik van in de hoogte verstelbare vijzels 25 laat enerzijds toe om een nagenoeg horizontale onderlaag te verkrijgen, ook indien de draagvloer niet geheel vlak of horizontaal is. Aangezien de hoogte van de vijzels 10 overeenkomstig de hoogte en oneffenheden op de draagvloer 11, en de gewenste hoogte van de verhoogde vloer 13 afgesteld kan worden, is het niet nodig de draagvloer 11 vooraf te egaliseren. Dit laat toe een additionele 30 bewerking te elimineren, en bijgevolg een tijd- en kostenbesparing te realiseren -9- bij het aanbrengen van de verhoogde vloer. Anderzijds is het mogelijk om door het instellen van de hoogte van de vijzels, de onderlaag in een gewenste richting te laten hellen.

De afstand tussen de vijzels 10 kan gevarieerd 5 worden afhankelijk van de grootte van de elementen 1 en de vereisten van bijvoorbeeld stabiliteit waaraan de verhoogde vloer moet voldoen en statische en dynamische belasting waartegen de verhoogde vloer bestand moet zijn.

De bovenlaag van de vloerbedekking 3 wordt structureel met de onderlaag 2 verbonden door middel van een hechtingsmiddel 10 12. Ten einde een structurele verbinding te verkrijgen dient het hechtingsmiddel een goede kleefkracht te hebben. Het volgens de uitvinding toegepaste hechtingsmiddel zal meestal gekozen worden afhankelijk van de aard van de vloerbedekking. Het volgens de uitvinding toegepaste hechtingsmiddel is bij voorkeur een twee componenten polyurethaan lijm of een styreen-acrylaat lijm, 15 met meer voorkeur de Pi-floor lijm van Multi-Floors. Deze lijmen hebben een hoog vulvermogen, harden snel uit, bevatten weinig vocht en oplosmiddelen. Deze lijmen zijn in het bijzonder geschikt indien een verwarming onder of in de verhoogde vloer wordt aangebracht.

Door de decoratieve bovenlaag van een 20 vloerbedekking 3 structureel met de onderlaag 2 te verbinden, is het mogelijk om de dikte van de vloer ongeveer 25 % te verminderen ten opzichte van de bekende vloer. De extra ruimte die daardoor ter beschikking komt, kan aangewend worden voor bijvoorbeeld het verhogen van de ruimte 23 onder de verhoogde vloer, of bijvoorbeeld het verlagen van het niveau van de vloer, 25 waardoor een hogere ruimte boven de vloer ontstaat. Dit kan van belang zijn bijvoorbeeld bij het renoveren van gebouwen of ruimten of in ruimten met een beperkte hoogte.

Door de bovenlaag van een vloerbedekking 3 structureel met de onderlaag 2 te verbinden in plaats van met de draagvloer 11, 30 kan de tijd die nodig is voor het aanbrengen en afwerken van de verhoogde $ Γ· ·· ·':· ' '· k :l { *,? > (L 1 «·«- " · - 10- vloer aanzienlijk verkort worden. Het is namelijk niet nodig om voor het aanbrengen van de verhoogde vloer te wachten tot de draagvloer droog is, of de droogvloer vooraf te egaliseren.

Bij het vervaardigen van de verhoogde vloer wordt 5 eerst de onderlaag aangebracht, door de elementen 1 op de vijzels 10 te plaatsen. Volgens de uitvinding kan op de geprofileerde zijkanten 4-7 van de elementen 1 al dan niet een hechtingsmiddel 12 worden aangebracht, ten einde een goede onderlinge hechting van de elementen 1 in de richting evenwijdig met het vloeroppervlak te verkrijgen en een onderlaag te verkrijgen die zich als een 10 continue monolithische plaat gedraagt. De onderlinge verlijming laat tevens toe een onderlaag 2 met een naadloos oppervlak te verkrijgen

De elementen 1 worden op een zodanige wijze tegen elkaar op de vijzels 10 gelegd dat de zijkanten van twee naast elkaar liggende elementen in elkaar grijpen en de elementen ter hoogte van de vijzels 15 tegen elkaar sluiten. Dit laat toe om bij een puntbelasting langs de rand van het element, de trekkracht op de rand te reduceren en een vervorming van het element te voorkomen. De rand vormt namelijk het zwakkere deel van het element. De elementen 1 worden bij voorkeur in verband gelegd ten einde de stabiliteit van de onderlaag 2 verder te verhogen.

20 Nadat de bovenkant van de elementen voorzien werd van hechtingsmiddel 12, wordt de bovenlaag 3 van de vloerbedekking aangebracht. Daartoe worden de plaatvormige delen 14 van de vloerbedekking 3 bij voorkeur kruislings op de elementen 1 van de onderlaag 2 geplaatst.

Het is eveneens mogelijk om een hechtingsmiddel 25 aan te brengen op de zijkanten van de plaatvormige delen 14. Dit laat toe om een vloerbedekking met een naadloos oppervlak te verkrijgen.

Het hechtingsmiddel voor het verbinden van de zijkanten van de plaatvormige delen 14 kan hetzelfde hechtingsmiddel zijn dan het hechtingsmiddel waarmee de vloerbedekkingslaag 3 en de onderlaag 2 - 11- verbonden worden, of een ander hechtingsmiddel. Bij voorkeur wordt Pi-vulstof van Multi-Floors gebruikt.

Tegen elkaar liggende zijkanten van twee elementen 1 van de onderlaag 2 definiëren een voeg 17. De plaatvormige delen 5 14 van de bovenlaag worden bij voorkeur kruislings op de elementen 1 van de onderlaag aangebracht. Op die wijze kan een verhoogde vloer verkregen worden met een verbeterde weerstand tegen puntbelasting. In het geval de bovenlaag houten planken bevat, sluiten de planken bij voorkeur tegen elkaar langs een voeg die verschoven is ten opzichte van het midden van de elementen van de 10 onderlaag in de richting van de zijkanten van de elementen. De voeg tussen de planken valt bij voorkeur niet samen met de voeg 17 tussen de elementen van de onderlaag. Ook in het geval de bovenlaag 3 opgebouwd is uit tegels 22, vallen de voegen tussen de tegels 22 bij voorkeur niet samen met de voegen 17 tussen de elementen 1 van de onderlaag 2.

15 De boven beschreven verhoogde vloer vertoont een goede weerstand tegen puntbelasting van hoger dan 2000 N.

Dergelijke verhoogde vloeren kennen diverse toepassingsgebieden. De holle ruimte tussen de vijzels, onder het vloeroppervlak kan gebruikt worden voor het wegwerken van leidingen en 20 bekabeling, bijvoorbeeld waterleiding, leidingen van een verwarmingsinstallatie of koelsysteem, elektriciteitskabels, kabels voor het onderling verbinden van computers, of voor het verbinden van computers met hun randapparatuur, akoestisch isolatiemateriaal, thermisch isolatiemateriaal enz.

In de verhoogde vloer kunnen verder uitsparingen 25 voorzien zijn voor het aanbrengen van luiken, die toegang verschaffen tot de holle ruimte onder de vloer en de daar aangebrachte kabels en leidingen.

De verhoogde vloer volgens de uitvinding heeft uitstekende brandwerende eigenschappen. Enerzijds bevatten de elementen waaruit de vloer is opgebouwd een niet brandbare onderlaag die bij voorkeur 30 gips, anhydriet of calciumsulfaat bevat. Anderzijds zal, in het geval brand zou \ u · * · - 12- ontstaan in de holle ruimte onder' de vloer, het vuur snel doven doordat slechts een beperkte hoeveelheid zuurstof in de holle ruimte onder de vloer aanwezig is.

De verhoogde vloer volgens de uitvinding heeft tevens warmte-isolerende eigenschappen. Indien men de warmte isolerende 5 eigenschappen van de verhoogde vloer verder wenst te verbeteren, kan een additionele isolerende laag op de draagvloer, onder de vijzels worden aangebracht.

Om een verhoogde vloer te verkrijgen die eveneens akoestisch isoleert, kan een isolerende laag of kunnen isolerende strips op de 10 draagvloer onder de vijzels worden aangebracht. Dergelijke isolerende strips kunnen bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit een polyurethaan-rubber mengsel. Op die wijze is het mogelijk om een akoestische isolatie in verticale richting te realiseren.

De verhoogde vloer volgens de uitvinding heeft 15 tevens uitstekende mechanische eigenschappen en is bijvoorbeeld bijzonder geschikt als sportvloer.

- 13-

Lijst van gebruikte referenties: 1. element 2. onderlaag 5 3. bovenlaag van vloerbedekking 4. eerste zijkant 5. tweede zijkant 6. derde zijkant 7. vierde zijkant 10 8. eerste profiel 9. tweede profiel 10. vijzel 11. draagvloer 12. hechtingsmiddel 15 13. verhoogde vloer 14. plaatvormig deel 15. eerste zijkant 16. tweede zijkant 17. voeg 20 18. hoekpunt 19. eerste profiel 20. tweede profiel 21. plank 22. tegel 25 23. ruimte 1012 'i 2 4 i

Claims (11)

1. Verhoogde vloer omvattende een onderlaag van met hun zijkanten tegen elkaar liggende elementen, en een op de onderlaag aangebrachte bovenlaag van een vloerbedekking, daardoor gekenmerkt, dat 5 genoemde onderlaag en genoemde vloerbedekking structureel met elkaar verbonden zijn.

2. Verhoogde vloer volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat genoemde bovenlaag van een vloerbedekking opgebouwd is uit met hun zijkanten tegen elkaar liggende plaatvormige delen, en genoemde ïo plaatvormige delen kruislings op de elementen van de onderlaag zijn aangebracht.

3. Verhoogde vloer volgens conclusies 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de zijkanten van de elementen van de onderlaag structureel met elkaar verbonden zijn.

4. Verhoogde vloer volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt, dat genoemde plaatvormige delen en elementen in langsrichting evenwijdig lopen met elkaar, en de plaatvormige elementen tegen elkaar sluiten langs een as die evenwijdig loopt met de langsrichting van de elementen, en de as verschoven in de richting van de zijkanten van genoemde 20 elementen is opgesteld.

5. Verhoogde vloer volgens één der conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt, dat genoemde vloerbedekking structureel met genoemd element verbonden is door middel van een polyurethaanlijm of een styreen-acrylaatlijm.

6. Verhoogde vloer volgens één der conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt, dat genoemde vloerbedekking vervaardigd is uit hout of natuursteen.

7. Verhoogde vloer volgens één der conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt, dat genoemde elementen aan hun oppervlak 30 voorzien zijn van een beschermende laag van een siliconenolie. - 15-

8. Verhoogde vloer volgens één der conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt, dat tegenover elkaar liggende zijkanten van genoemde elementen over ten minste een deel van hun lengte voorzien zijn van complementaire profielen, en complementaire profielen van naast elkaar 5 liggende elementen in elkaar grijpen.

9. Verhoogde vloer volgens één der conclusies 2 tot 8, daardoor gekenmerkt, dat in langsrichting verlopende, tegenover elkaar liggende zijkanten van de plaatvormige elementen over ten minste een deel van hun lengte voorzien zijn van complementaire profielen, en de complementaire 10 profielen van naast elkaar liggende plaatvormige elementen in elkaar grijpen.

10. Verhoogde vloer volgens één der conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt, dat genoemde elementen op in de hoogte verstelbare, op regelmatige afstanden van elkaar geplaatste vijzels rusten, waarbij de elementen ter hoogte van genoemde vijzels tegen elkaar sluiten en de 15 elementen in verband liggen.

11. Werkwijze voor het vervaardigen van een verhoogde vloer volgens één der conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt, dat de vloerbedekking structureel met de onderlaag wordt verbonden door middel van lijmen. " ή O I ;'· .i 1 U » C i 4 *