NL1011883C1 - Voorziening ter voorkoming van gevaar voor besmetting met Legionella bacteriÙn. - Google Patents

Description

V

-1-

Voorziening ter voorkoming van gevaar voor besmetting met Legionella bacteriën.

De uitvinding heeft betrekking op een voorziening die 5 te gebruiken is in warm water installaties, ter voorkoming van gevaar voor besmetting met Legionella bacteriën.

Legionella (Legionella pneumophila) bacteriën komen voor in drinkwatervoorzieningen. De bacterie is ongevaarlijk in kleine aantallen. In het geval van koud 10 drinkwater zijn ze als ziekteverwekker ongevaarlijk, mede . doordat ze zich dan niet snel kunnen vermenigvuldigen. Bij hogere temperaturen, typisch tussen de 20 en 45 'C en in het bijzonder tussen de 35 en 43 'C, kunnen ze zich wel snel vermenigvuldigen, en kunnen daardoor gevaarlijk zijn. 15 Bij nog hogere temperaturen, typisch hoger dan 60 'C, kan de Legionella bacterie niet overleven. Als de bacterie langer dan 15 minuten blootgesteld wordt aan deze temperatuur, dan is hij als besmettingsbron geëlimineerd.

In toenemende mate worden in warmwaterinstallaties 20 grote voorraadvaten toegepast. Met name is dit het geval bij zonneboilers. Deze installaties zijn afhankelijk van een moeilijk te vóórspellen warmtebron, zonnestraling, en een eveneens moeilijk te voorspellen warmteafname. Omdat de warmtebron en de warmte afname niet gelijktijdig optreden, 25 is een voorraadvat een veelgebruikte methode om er voor te zorgen dat de voorhanden zijnde zonnewarmte uiteindelijk kan worden gebruikt. Zonder extra voorzieningen kan hierbij de situatie optreden dat gedurende een aanzienlijke tijd er water opgeslagen is van een temperatuur waarbij Legionella 30 bacteriën zich snel kunnen voortplanten. Deze situatie zal optreden wanneer er genoeg zonnewarmte is om water op te warmen tot een temperatuur tussen de 20'C en 45'C, maar waarbij er niet genoeg zonnewarmte is om dit water verder door te verwarmen tot de veilige temperatuur van 60 'C. De 35 hoeveelheid zonnewarmte waarbij deze situatie optreedt hangt mede af van de hoeveelheid waterafname. Deze afhankelijkheid is er mede verantwoordelijk voor dat de tijdsduur dat water een gevaarlijke temperatuur heeft, moeilijk is te voorspellen.

1011883 -2-

Om de bovengenoemde situatie te voorkomen, bestaat een bekende maatregel uit het periodiek verwarmen van het gehele voorraadvat tot minimaal 60'C. De periode is hierbij typisch één tot enkele dagen. Een nadeel van deze methode, is dat 5 het vat geen zonnewarmte meer kan opnemen, nadat het vat reeds is opgewarmd. Daarom zal deze maatregel veelal leiden tot een verminderde warmteopbrengst.

Een ander concept dat in installaties gebruikt wordt is het naverwarmen van water. Dit heeft als voordeel dat de 10 zonnewarmte optimaal kan worden benut, het bijverwarmen geschied immers alleen als dat nodig blijkt te zijn. Veelal zal er van het naverwarmde water eveneens een voorraad zijn, zoals het geval bij het zogenaamde "hot-top" concept. Bij het "hot-top" concept bevindt de voorraad naverwarmd water 15 zich in hetzelfde vat als het overige water, waarbij een extra verwamingsvoorziening bovenin het vat is aangebracht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het feit dat een thermische gelaagdheid stabiel is wanneer lagen met hoge temperatuur zich boven lagen van lagere temperatuur 20 bevinden. De extra verwamingsvoorziening is in staat om het water door te verwarmen tot een veilige temperatuur, mits de naverwarmer over voldoende vermogen beschikt. Bij naverwarmingsoncepten, moet voor een veilige situatie het water minimaal gedurende 15 minuten een temperatuur hebben 25 van meer dan 60'C. Deze situatie is niet zonder extra voorzieningen te garanderen. Het kan immers voorkomen dat de waterafname dusdanig groot is, dat de voorraad naverwarmd water sneller op is dan het vereiste minimum van 15 minuten. Ook kan het voorkomen, dat het vermogen van de naverwarmer 30 onvoldoende is, om bij een bepaalde waterafname in combinatie met het te overbruggen temperatuursverschil het water tot de gewenste eindtemperatuur te verwarmen.

Om de bovengenoemde redenen kunnen naverwarmde zonneboilers gevaarlijk zijn in verband met Legionella 35 besmetting. De uitvinding voorziet in een beveiliging tegen de combinatie van factoren die kunnen leiden tot een gevaarlijke situatie. Voor een gevaarlijke situatie is in de eerst plaats een hoeveelheid water nodig, die gedurende één of meer dagen een temperatuur heeft gehad tussen de 20 en de 1011883 -3- 45 graden. Dit wordt gedetecteerd door een temperatuursensor, in combinatie met een tijdregistratie.

Als het besmette water aanwezig is, dan is dit slechts gevaarlijk, als er dusdanig veel watervraag is, dat de 5 naverwarmer niet meer voldoende warmte kan toevoegen om het water veilig te maken. De regeling kan daarom voorkomen dat een onveilige situatie optreedt, door een waterstromingsbegrenzer te activeren als de eerstgenoemde situatie optreedt, waarbij de waterstromingsJ^egrenzer 10 dusdanig is uitgelegd, dat bij de begrensde rtijpucimaal optredende stroming de naverwarmer voldoende vermogen zal hebben om het water veilig te maken.

Een eenvoudiger te realiseren variant van de uitvinding, die echter minder zekerheid biedt, omvat een 15 temperatuursensor, in combinatie met een stromingsensor, die gemonteerd worden op of in de uitgaande waterleiding. Verder omvat deze vhriant een alarmsignaal, dat gegenereerd wordt indien er gedurende enige tijd, typisch een minuut, stroming is geweest, maar de temperatuur niet boven de 60'C is. De 20 wachttijd na het detecteren van stroming is om er zeker van te zijn dat de sensortemperatuur representatief is voor de watertemperatuur van het door de leiding stromende water.

Als alarmfunctie gegenereerd wordt, bestaat de kans dat het water onveilig is. Het alarmsignaal kaïn gekoppeld zijn aan 25 een gepaste maatregel, zoals het dichtschakelen van de onveilige waterstroom.

30 35 ; ö J 18 8 3

Claims (3)

1. Voorziening, bestaande uit ten minste een tempertuursensor, toegepast in een warmwatersysteem met 5 voorraadvat met het kenmerk dat de tempertuursensor de temperatuur meet op een geschikt gekozen plaats in het warmwatersysteem, en waarbij de temperatuurinformatie gecombineerd wordt met informatie over de tijdsduur waarover de temperatuur tussen bepaalde voor besmetting als 10 gevaarlijk aan te merken waarden heeft gelegen, en waarbij deze gecombineerde informatie wordt gebruikt om een alarmfunctie te genereneren, welke gebruikt kan worden om een aktie teweeg te brengen die gevaar voor besmetting met bacteriën, in het bijzonder Legionella bacteriën, voorkomt. 15

2. Voorziening, bestaande uit ten minste een tempertuursensor en en stromingssensor, toegepast in een warmwatersysteem met voorraadvat met het kenmerk dat de regelvoorziening de temperatuur meet van de uittredende waterstroom, en waarbij tevens door middel van de 20 stromingssensor de aanwezigheid van uittredende waterstroming geregistreerd wordt, en waarbij de voorziening een alarmfunctie genereert in het geval dat er gedurende een bepaalde minimale tijd de combinatie optreedt van de aanwezigheid van stroming en een uittredende 25 waterstroomtemperatuur met een temperatuur die beneden een bepaalde voor besmetting als gevaarlijk aan te merken waarde ligt, en waarbij de alarmfunctie gebruikt zou kunnen worden om een aktie teweeg te brengen die gevaar voor besmetting met bacteriën, in het bijzonder Legionella bacteriën, 30 voorkomt.

3. Regelvoorziening als in conclusie 1, waarbij het warmwatersysteem tevens een naverwarmer omvat met het kenmerk dat de aktie bestaat uit het begrenzen van de hoeveelheid uitgaande warmwaterstroom, zodanig dat de 35 naverwarmer voldoende vermogen heeft om de na begrenzing aanwezige stroom water te verwarmen tot een veilige temperatuur. 10 118 8 3