NL1011781C2 - Werkwijze voor het aanbrengen van een isolerende laag op een ondergrond, alsmede daarbij te gebruiken mortel. - Google Patents

Description

985131/B/LHE

Korte aanduiding: Werkwijze voor het aanbrengen van een isolerende laag op een ondergrond, alsmede daarbij te gebruiken mortel.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze zoals gedefinieerd in het eerste gedeelte van conclusie 1.

Een dergelijke werkwijze is beschreven in het artikel "GERECYCLED PUR ALS AFSCHOTISOLATIE" in het tijdschrift BOUWWERELD, 5 nr. 21, 10 november 1997 (1997-11-10), bladzijde 40/41 XP000778311. Daarbij gaat het om het hergebruik van polyurethaanschuim, dat als gevormd isolatiemateriaal is toegepast in producten, zoals schok-dempende bumpers voor automobielen, isolerende panelen in koelkasten resp. als afval vrij komt bij de vervaardiging van platen van poly-10 styreen.

De met deze bekende werkwijze verkregen isolerende laag heeft een bevredigende isolatiewaarde ( -waarde), terwijl de druksterkte ervan eveneens redelijk kan worden genoemd. Problemen treden echter op, wanneer de isolerende laag moet worden aangebracht op een 15 "werkende ondergrond". In zo'n geval blijkt de laag onvoldoende samenhang te vertonen en is (zie ook het artikel) wapening met glasvezeldoek noodzakelijk om bewegingen in de ondergrond op te vangen. Uit het artikel blijkt voorts, dat de uit het polystyreen-granulaat en bindmiddel bestaande mortel met betrekkelijk veel water 20 tot een vloeibare massa wordt gemengd, waardoor het droogproces lang kan duren en de kans groot is, dat teveel vrij water in de laag achterbilj ft.

De uitvinding nu verschaft een alternatief voor de beschreven werkwijze, die daardoor is gekenmerkt, dat als afval steenwol en/of 25 glaswol wordt toegepast, dat tezamen met het hydraulische bindmiddel en water tot een aardvochtige stortmassa wordt gemengd. In vergelijking met het resultaat van de bekende werkwijze vertoont een met de werkwijze volgens de uitvinding verkregen isolerende laag een uitstekende samenhang, welke verklaard kan worden door het meer 30 pluizige karakter van het granulaat, dat zich effectief laat bevochtigen en door het bindmiddel tot een gefixeerde sponsmassa 1011781 - 2 - aaneenhecht. Een voordeel is daarbij, dat het bij de werkwijze volgens de uitvinding toegepaste granulaat met veel minder water kan worden verwerkt, waardoor een snel droogproces mogelijk is.

De bij de werkwijze volgens de uitvinding benodigde minerale 5 wol komt in de praktijk in grote hoeveelheden ter beschikking in de vorm van steenwol, welke in de tuinbouw en met name in de zogenaamde substraatteelt, dienst heeft gedaan.

De minerale-wolmassa kan daarbij voor een deel uit glaswol bestaan, dat eveneens in grote hoeveelheden als afval ter beschikking 10 komt.

De onder toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding verkregen isolerende laag doet, wat de isolatiewaarde betreft, bij een vergelijkbare laagdikte niet onder voor een op de hierboven beschreven bekende wijze verkregen laag.

15 Opgemerkt dient te worden dat het reeds bekend is (zie het

Nederlandse octrooischrift 190274) tot granulaat verwerkt steenwol-afval uit de tuinbouw toe te passen als toeslagmateriaal bij de vervaardiging van bakstenen.

Voorts is het uit het Nederlandse octrooischrift 1005403 20 bekend steen- resp. glaswolafval tot granulaat te verwerken en met een bindmiddel op basis van zetmeel te vermengen teneinde daaruit langwerpige vulstukken te vervaardigen, waarmede de "dalen" van geprofileerde dakplaten kunnen worden opgevuld. Het gaat daarbij dus om vooraf in mallen vervaardigde vulstukken, die na droging in de 25 dalen van een geprofileerde dakplaat kunnen worden aangebracht en daarbij in de eerste plaats bestemd zijn om te voorkomen dat de dalen van de geprofileerde dakplaat bij brand als "trekgaten" kunnen fungeren. Daarbij wordt vermeld, dat de vulstukken tevens als isolatie kunnen dienen. Het voorgestelde bindmiddel op basis van 30 zetmeel is gebleken minder goed mengbaar met het steenwol/glaswol-granulaat te zijn, terwijl de droogtijd betrekkelijk lang is, waardoor dit bindmiddel bij de werkwijze volgens de uitvinding niet geschikt zou zijn.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een tot granulaat 35 verwerkte, voor ten minste 50% uit steenwol en voor de rest uit glaswol bestaande minerale-wolmassa, welke met een hydraulisch afbindbare lijm is gemengd tot een aardvochtige, verpompbare massa, geschikt voor gebruik bij de werkwijze volgens de uitvinding.

1011781 - 3 -

Ter verbetering van de isolatiewaarde kan het voorts aanbeveling verdienen een hoeveelheid polystyreenkorrels aan de te storten massa toe te voegen.

Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden hieronder aan 5 de hand van de tekening met enkele uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht.

Fig. 1 toont een doorsnede door een onder toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding geïsoleerd dak bij een vlakke dakondergrond en 10 fig. 2 toont een dwarsdoorsnede door een soortgelijk dak, op basis van een geprofileerde dakondergrond.

Bij een proef werd gewerkt met een minerale-wolmassa die voor 50% uit tot granulaat verwerkt steenwolafval uit de tuinbouw en voor 50% uit eveneens tot granulaat verwerkt glaswolafval bestond. Het 15 steenwolgranulaat was daarbij goed schoongemaakt, d.w.z. ontdaan van wortelresten en andere ongewenste bestanddelen. Aan de granulaatmassa werden polystyreenkorrels toegevoegd tot een volumepercentage van 20. Het aldus met polystyreenkorrels "verrijkt" granulaat werd gemengd met 160 liter water en 1601iter cement in poedervorm per m3 20 granulaat. Gebruikt werd een hydraulisch afbindbare lijm van het merk "Eurocol", De aldus verkregen massa was "aardvochtig", had een stortgewicht van 520 kg/m3 en werd op een vlakke houten ondergrond uitgestort en afgereid tot een dikte van 13 cm. De gestorte laag werd vervolgens belegd met platen "betontriplex" als ondergrond voor een 25 200 kg zware wals met een breedte van 1,8 m en een diameter van 50 cm, waarmede de laag tot 10 cm werd verdicht. Na een droogtijd van 6 uur was de verdichte laag goed beloopbaar, terwijl na nog eens 4 uur de dakbedekkingslagen op de gebruikelijk wijze, d.w.z. door "branden" konden worden aangebracht.

30 Door middel van de door de gestorte massa heengezakte lijm bleek de laag aan de (houten) ondergrond te zijn gehecht. Een proefstuk van 30 bij 30 cm werd van de ondergrond losgemaakt ter bepaling van de isolatiewaarde. Metingen resulteerden in een gunstige -waarde (warmtegeleidingscoëfficiënt) van 0.06.

35 Fig. 1 en 2 geven twee toepassingmogelijkheden weer.

In fig. 1 is er sprake van een op een vlakke dakondergrond 1 van beton of hout gestorte minerale-wolmassa 2, welke na verdichting en droging is afgedekt met de gebruikelijke dakbedekkingslagen 3.

101 17 81 ft - 4 -

Daarbij is tevens getoond, dat het storten en de verdere behandeling zo kan geschieden, dat de uiteindelijke isolatielaag vanuit het midden naar weerskanten onder een kleine hoek afhelt.

In fig. 1 wordt de dakondergrond gevormd door geprofileerde 5 stalen dakplaten 4, welke zijn opgelegd op stalen balken 5. In dit geval zijn de dalen van de stalen dakplaten 4 geheel volgestort en is de minerale-wolmassa aangebracht in een zodanige hoeveelheid, dat de laagdikte boven de toppen van de dakplaten de gewenste dikte (bijvoorbeeld 5 cm) heeft bereikt. Ook in dit geval wordt de gestorte 10 massa 6 afgedekt door daarop gebrande dakbedekkingslagen 7.

101 1781

Claims (4)

1. Werkwijze voor het aanbrengen van een isolerende laag op een ondergrond, meer in het bijzonder op een dakoppervlak, door 5 bestorting met een isolerende massa, die in hoofdzaak bestaat uit tot granulaat verwerkt afval van materiaal met isolerende eigenschappen, een hydraulisch bindmiddel en water, waarbij de gestorte laag wordt geëgaliseerd en gedroogd alvorens daarop één of meer afsluitende deklagen aan te brengen, met het kenmerk, dat als afval steenwol 10 en/of glaswol wordt toegepast, waarbij het steenwol/glaswolgranulaat samen met het hydraulische bindmiddel en water tot een aardvochtige stortmassa wordt gemengd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 5-7 volume-15 delen van het steenwol/glaswolgranulaat worden gemengd met één deel hydraulisch bindmiddel en één deel water.

3. Werkwijze volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het granulaat voor tenminste 50% uit steenwol en voor de rest uit glaswol 20 bestaat.

4. Mortel bestemd voor toepassing bij de werkwijze volgens conclusies 1-3, gekenmerkt door een tot granulaat verwerkte, voor ten minste 50% uit steenwol en voor de rest uit glaswol bestaande 25 minerale-wolmassa, welke is gemengd met een hydraulisch bindmiddel in een zodanige mengverhouding, dat de mortel met het benodigde water tot een aardvochtige, verpompbare massa mengbaar is. 1 fl 1 17 81