NL1011494C2

NL1011494C2 - Fixture for board, plaque or plate to support for display of information, such as street sign, traffic sign or route indicator, works in conjuction with post, traffic light, stop light, stairs landing or porch

Info

Publication number: NL1011494C2
Application number: NL1011494A
Authority: NL
Inventors: Hendrik Auke Beuker
Original assignee: Jan Gerrit Beuker Sr; Hendrik Auke Beuker; Jan Gerrit Beuker Jr
Priority date: 1999-03-09
Filing date: 1999-03-09
Publication date: 2002-08-13
Also published as: NL1011494A1

Abstract

The fixture for a board, plaque or plate to a support for display of information, such as a street sign, traffic sign or route indicator, works in conjunction with a post, traffic light, stop light, stairs landing or porch. It takes the form of a clamp assembly (1) comprising a first clamp unit (2) engaging in a second identical such unit. The two clamp units are connected to each other by a bolt (4) and a nut (5). The area (A) enclosed by the clamp units can accommodate a support, such as a post or column. On the side turned away from the bolt and nut, the clamp assembly is provided with feet (30,40), between which the edge of a board, plaque or plate can be clamped.

Description

Titel: Bevestiging van een bord voor het tonen van informatie aan een dragerTitle: Confirmation of a sign for displaying information to a carrier

De uitvinding heeft betrekking op een klemsamenstel volgens de aanhef van conclusie 1.The invention relates to a clamping assembly according to the preamble of claim 1.

Informatieborden zoals verkeersborden, straatnaamborden, wegwijzers en andere van tekens voorziene vlakke infor-5 matiedragers worden in het algemeen bevestigd aan een drager zoals bijvoorbeeld een paal, een lantarenpaal, een stoplicht, een portaal of dergelijke.Information signs such as traffic signs, street name signs, signposts and other sign-posted flat information carriers are generally attached to a carrier such as, for example, a pole, a lamppost, a traffic light, a portal or the like.

Voor het bevestigen van het bord aan een drager zijn uit de praktijk klemsamenstellen van de in de aanhef genoem-10 de soort bekend. Deze bekende klemsamenstellen bestaan bijvoorbeeld uit een eerste paar klemdelen dat met twee bouten om een drager kan worden geklemd, en een tweede paar klemdelen dat_met twee andere bouten om een rand van het bord wordt geklemd.For attaching the board to a support, clamp assemblies of the type mentioned in the preamble are known from practice. These known clamping assemblies consist, for example, of a first pair of clamping parts that can be clamped with two bolts around a carrier, and a second pair of clamping parts that are clamped with two other bolts around an edge of the board.

15 Aan dergelijke bekende klemsamenstellen kleven een aantal nadelen. Door het toepassen van meerdere boutverbin-dingen is het monteren van de inrichting tijdrovend. Bij het monteren van verkeersborden telt dit nadeel bijzonder zwaar, omdat wegwerkers dienovereenkomstig lang op een meestal ge-20 vaarlijke plaats en regelmatig tevens onder ongunstige weersomstandigheden moeten werken en omdat in veel gevallen wegvakken dienovereenkomstig lang moeten worden afgesloten.Such known clamping assemblies have a number of drawbacks. By applying multiple bolt connections, mounting the device is time-consuming. This disadvantage is particularly serious when mounting road signs, because road workers have to work correspondingly for a long time in a usually dangerous place and regularly also under unfavorable weather conditions and because in many cases road sections must be closed accordingly for a long time.

Verder neemt naarmate het aantal aan te draaien bouten groter is het risico van een inadequate verbinding door het 25 niet voltooien van het aandraaien van alle bouten toe.Furthermore, the greater the number of bolts to be tightened, the greater the risk of an inadequate connection due to the failure to complete tightening of all bolts.

Het is een doel van de uitvinding, het bevestigen van een bord voor het tonen van informatie aan een drager op een eenvoudigere, snellere wijze mogelijk te maken en daarbij een grotere betrouwbaarheid van de verbinding bereikbaar te 30 maken.It is an object of the invention to enable the attachment of a board for displaying information to a carrier in a simpler, faster manner and thereby to achieve greater reliability of the connection.

Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door een klemsamenstel volgens conclusie 1 te verschaffen .This object is achieved according to the present invention by providing a clamping assembly according to claim 1.

101 149 4 -2-101 149 4 -2-

Bij gebruikmaking van het klemsamenstel volgens de uitvinding hoeft voor het bevestigen van het bord aan de drager alleen een stel klemmiddelen te worden bediend, waardoor het snel kan worden aangebracht.When using the clamping assembly according to the invention, for fixing the board to the carrier, only a set of clamping means has to be operated, so that it can be fitted quickly.

5 De uitvinding kan tevens zijn belichaamd in een kle- meenheid volgens conclusie 12 die specifiek is ingericht voor toepassing in althans bepaalde uitvoeringen van het klemsamenstel volgens de uitvinding. Voorts kan de uitvinding zijn belichaamd in een bord-samenstel volgens conclusie 10 17 dat is voorzien van een klemsamenstel volgens de uitvin ding .The invention can also be embodied in a clasp unit according to claim 12 which is specifically adapted for use in at least certain embodiments of the clamping assembly according to the invention. The invention can further be embodied in a board assembly according to claim 10 which is provided with a clamping assembly according to the invention.

Bijzonder voordelige uitvoeringsaspecten van de uitvinding zijn beschreven in de afhankelijke conclusies.Particularly advantageous aspects of implementation of the invention are described in the dependent claims.

Verdere doelen, uitwerkingen, effecten en details van 15 de uitvinding blijken uit de navolgende beschrijving van een aantal uitvoeringsvoorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Hierin toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een klemsamenstel volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvin-20 ding, fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een beugel van een klemsamenstel volgens fig. 2, fig. 3 een zijaanzicht van de beugel volgens fig. 2, fig. 4 een perspectivisch aanzicht van een andere beu-25 gel voor toepassing in een klemsamenstel volgens een ander uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, fig. 5 een zijaanzicht van de beugel volgens fig. 4, fig. 6 een perspectivisch aanzicht van nog een andere beugel voor toepassing in een klemsamenstel volgens nog een 30 ander uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, fig. 7 schematisch een zijaanzicht van de beugel volgens fig. 6, en fig. 8 een schematische weergave van een klemsamenstel volgens nog een ander uitvoeringsvoorbeeld van de uitvin-35 ding.Further objects, elaborations, effects and details of the invention appear from the following description of a number of exemplary embodiments, with reference to the drawing. Herein: fig. 1 shows a perspective view of a clamping assembly according to a first exemplary embodiment of the invention, fig. 2 shows a perspective view of a bracket of a clamping assembly according to fig. 2, fig. 3 a side view of the bracket according to fig. Fig. 2, Fig. 4 is a perspective view of another bracket for use in a clamping assembly according to another exemplary embodiment of the invention, Fig. 5 is a side view of the bracket according to Fig. 4, Fig. 6 is a perspective view of still another bracket for use in a clamping assembly according to yet another exemplary embodiment of the invention, Fig. 7 schematically a side view of the bracket according to Fig. 6, and Fig. 8 a schematic representation of a clamping assembly according to yet another exemplary embodiment of the invention -35 thing.

Een op dit moment de meeste voorkeur genietend uitvoeringsvoorbeeld van een klemsamenstel volgens de uitvinding 10114aü -Βίε getoond in fig. 1 in de vorm van een klemsamenstel 1 in gemonteerde toestand. Dit klemsamenstel 1 bestaat onder meer uit een eerste klemeenheid 2 die grijpt in een tweede, identieke klemeenheid 2. De twee klemeenheden 2 zijn door middel 5 van een bout 4 en een moer 5 verbonden. Het door de klemeenheden 2 van het klemsamenstel 1 omsloten gebied Δ is geschikt voor het opnemen van een daar doorheen reikend deel van een drager zoals een paal, een staander of een ligger. Aan de van de bout 4 en moer 5 afgekeerde zijde is het klem-10 samenstel 1 voorzien van voeten 30, 40 waartussen een rand van een bord, zoals bijvoorbeeld een verkeersbord kan worden ingeklemd.A presently most preferred exemplary embodiment of a clamping assembly according to the invention shown in Fig. 1 in the form of a clamping assembly 1 in mounted condition. This clamping assembly 1 consists, inter alia, of a first clamping unit 2 which engages in a second, identical clamping unit 2. The two clamping units 2 are connected by means of a bolt 4 and a nut 5. The area Δ enclosed by the clamping units 2 of the clamping assembly 1 is suitable for receiving a part of a carrier extending therethrough such as a pole, a post or a beam. On the side remote from the bolt 4 and nut 5, the clamp-10 assembly 1 is provided with feet 30, 40 between which an edge of a sign, such as for example a traffic sign, can be clamped.

In figuren 2 en 3 is een van de twee klemeenheden 2 apart weergegeven. De klemeenheid 2 omvat een beugelvormig 15 deel 20 met een centraal gelegen aangrijpingsdeel 22 dat overgaat. in een arm 50. Aan weerszijden van de arm 50 draagt beugelvormige deel 20 de voeten 30, 40.In figures 2 and 3, one of the two clamping units 2 is shown separately. The clamping unit 2 comprises a bracket-shaped part 20 with a centrally located engagement part 22 which merges. in an arm 50. On either side of the arm 50, bracket-shaped part 20 carries the feet 30, 40.

Aan het van de voeten 30, 40 af gekeerde uiteinde draagt het beugelvormige deel 20 een koppelingsgedeelte 10.At the end remote from the feet 30, 40, the bracket-shaped part 20 carries a coupling part 10.

20 Het koppelingsgedeelte 10 is gevormd door een blokvormig gedeelte met een doorgaande boring 11 die een gang 12 traverseert. Vanaf het blokvormige deel steekt een nok 13 uit die juist minder dan een helft van de breedte van het blokvormige deel beslaat, zodat deze in gemonteerde toestand naast 25 een identieke nok van de andere klemeenheid uitsteekt.The coupling portion 10 is formed by a block-shaped portion with a through bore 11 that traverses a corridor 12. A projection 13 protrudes from the block-shaped part which just covers less than half the width of the block-shaped part, so that it, when mounted, projects next to an identical projection of the other clamping unit.

De dwarsmaat van de gang 12 dwars op de doorlaat 11 is zodanig dat een moer 5 in de gang 12 kan worden gebracht. De gang 12 is ten opzichte van de boring 11 gecentreerd zodat het schroefgat van een moer 5 in het gat in lijn kan worden 30 gebracht met de hartlijn van de boring 11. Bij voorkeur zijn de afmetingen van de kamer 12 en de moer zodanig dat rotatie van de moer 5 wordt verhinderd en de uitlijning van moer en boring bij een geschikte positie van de moer in lengterichting van het gat vanzelf ontstaat.The transverse dimension of the passage 12 transversely of the passage 11 is such that a nut 5 can be introduced into the passage 12. The passage 12 is centered with respect to the bore 11 so that the screw hole of a nut 5 in the hole can be aligned with the axis of the bore 11. Preferably the dimensions of the chamber 12 and the nut are such that rotation of the nut 5 is prevented and the alignment of the nut and bore naturally occurs at a suitable position of the nut in the longitudinal direction of the hole.

35 Het aangrijpingsdeel 22 heeft een kromming die aan een binnenzijde 21 zodanig verloopt dat deze kromming aansluit op een buitencontour van een drager van het type waarop het 10114 9 4 -4- klemdeel 1 moet kunnen worden gemonteerd. Bij wijze van voorbeeld is hier uitgegaan van montage op een cilindrische drager zoals bijvoorbeeld een pijp of een paal.The engagement part 22 has a curvature that runs on an inner side 21 such that this curvature connects to an outer contour of a carrier of the type on which the clamping part 1 must be able to be mounted. By way of example, this is based on mounting on a cylindrical support such as, for example, a pipe or a pole.

De binnenzijde 21 kan voorzien zijn van uitstulpingen 5 zoals bijvoorbeeld een of meerdere richels, tanden of punten. Door deze uitstulpingen wordt bij de montage van het klemdeel 1 een grotere wrijving tussen het klemdeel 1 en de drager bereikt waardoor de kans wordt verkleind dat het klemdeel 1 tijdens montage verdraait ten opzichte van de 10 drager.The inside 21 can be provided with protrusions 5 such as for example one or more ridges, teeth or points. As a result of these protrusions, a greater friction between the clamping part 1 and the carrier is achieved during the mounting of the clamping part 1, so that the chance of the clamping part 1 turning relative to the carrier is reduced during assembly.

Al naar gelang de vorm van de drager waarvoor het klemsamenstel bestemd is kan de vorm van het aangrijpings-deel>uiteraard anders uitgevoerd zijn. Het aangrijpingsdeel kan bijvoorbeeld van twee of meer rechte zijden voorzien 15 zijn in het geval dit om een vierkant, ruitvormige of recht-of veelhoekige drager moet worden geklemd.Depending on the shape of the carrier for which the clamping assembly is intended, the shape of the engaging part can of course be designed differently. The engaging part can for instance be provided with two or more straight sides if it is to be clamped around a square, diamond-shaped or straight or polygonal support.

De vanaf de arm 50 uitstekende voeten 30 en 40 zijn in dit voorbeeld op afstand van elkaar aangebracht. De voet 30 is voorzien van een klemoppervlak 31 waarvan de kant is ge-20 broken door middel van een afschuining 32. De andere voet 40 is eveneens voorzien van een klemoppervlak 41 waarvan de kant is gebroken door middel van een afschuining 42. De schuine kanten 32, 42 vereenvoudigen het inbrengen van een vlakke plaat. Zoals het duidelijkst blijkt uit fig. 3 zijn 25 de klemoppervlakken 31 en 41 evenwijdig aan elkaar opgesteld waarbij de beide klemoppervlakken en in tegenovergestelde richtingen naar een klemkneepgebied B gekeerd. De afstand tussen de beide klemoppervlakken 31, 41 is bij voorkeur in hoofdzaak gelijk aan of groter dan de dikte van een in te 30 klemmen gedeelte van een bord.In this example, the feet 30 and 40 protruding from the arm 50 are arranged at a distance from each other. The foot 30 is provided with a clamping surface 31, the side of which is broken by means of a chamfer 32. The other foot 40 is also provided with a clamping surface 41, the side of which is broken by means of a chamfer 42. The oblique edges 32, 42 simplify the insertion of a flat plate. As can be seen most clearly from Fig. 3, the clamping surfaces 31 and 41 are arranged parallel to each other, the two clamping surfaces facing in opposite directions towards a clamping nip area B. The distance between the two clamping surfaces 31, 41 is preferably substantially equal to or greater than the thickness of a part of a board to be clamped.

De voet 30 is aan de zijde van het klemoppervlak 31 voorzien van een nok 33 die boven het klemoppervlak 31 uitsteekt. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de vorm van de nok 33 een rechthoek met afgeronde kopse kanten. De voet 40 is 35 voorzien van een uitsparing 43 met een vorm zodanig dat de nok 33 daarin kan worden opgenomen.The foot 30 is provided on the side of the clamping surface 31 with a cam 33 which protrudes above the clamping surface 31. In this exemplary embodiment, the shape of the cam 33 is a rectangle with rounded ends. The base 40 is provided with a recess 43 with a shape such that the cam 33 can be received therein.

101149 4 -5-101149 4 -5-

In gebruik worden voor het vormen van een klemsamen-stel 1 twee klemdelen gebruikt. Allereerst worden de klemde-len 2 om een drager zoals een paal aangebracht in een onderlinge stand waarin de voeten 30, 40 van klemdelen 2 in te-5 genover elkaar gelegen posities zijn gelegen, zoals is getoond in fig. 1. Hierbij grijpen de nokken 33 van de voeten 30 in de uitsparingen 43 in de voeten 40.In use, two clamping parts are used to form a clamping assembly 1. First of all, the clamping members 2 are arranged around a carrier such as a pole in a mutual position in which the feet 30, 40 of clamping members 2 are situated in opposite positions, as shown in Fig. 1. The cams engage here 33 of the feet 30 in the recesses 43 in the feet 40.

De in de gemonteerde toestand op elkaar geplaatste voeten 30, 40 van klemdelen 2 vormen een voetenpaar met te-10 genover elkaar gelegen klemoppervlakken 31, 41. Deze aldus gevormde klemmiddelen kunnen aangrijpen op een vlakke rand van een bord.The feet 30, 40 of clamping parts 2 placed on top of each other in the mounted state form a pair of feet with opposite clamping surfaces 31, 41. These clamping means thus formed can engage on a flat edge of a board.

. Hiertoe dient de rand van het bord te worden ingébracht tussen de voeten 30, 40 (zie streeppuntlijnen) tot de 15 nokken 33 in positioneringsuitsparingen in de rand van het bord vallen, waardoor een vaste positie van het bord ten opzichte van het klemsamenstel wordt verkregen.. For this purpose, the edge of the board must be inserted between the feet 30, 40 (see dashed-line lines) until the cams 33 fall into positioning recesses in the edge of the board, whereby a fixed position of the board relative to the clamping assembly is obtained.

Voor het sluiten van het aldus gemonteerde klemsamenstel wordt een passende moer 5 in de kamer 12 gebracht, en 20 een passende bout 4 in de doorlopende boring 11 van het andere klemdeel 2 gebracht en wordt de bout 4 in de moer 5 geschroefd. Door de bout 4 aan te draaien bewegen de klemdelen 2 aan de kant van die bout 4 naar elkaar toe en draaien daarbij om de ruimte A heen, totdat de klemoppervlakken 31, 25 41 op de rand van het bord aangrijpen.To close the clamping assembly thus mounted, a suitable nut 5 is introduced into the chamber 12, and a suitable bolt 4 is inserted into the continuous bore 11 of the other clamping part 2 and the bolt 4 is screwed into the nut 5. By tightening the bolt 4, the clamping parts 2 on the side of that bolt 4 move towards each other and thereby rotate around the space A, until the clamping surfaces 31, 41 engage on the edge of the board.

Bij verder aandraaien van de bout 4 wordt de paal stevig omklemd door de aangrijpingsvlakken 21 en wordt tegelijkertijd de ingebrachte rand van het bord tussen de oppervlakken 31, 41 van de voeten geklemd. Als de bout 4 eenmaal 30 stevig is aangedraaid is het bord door middel van de klemsamenstel 1 gefixeerd ten opzichte van de drager.Upon further tightening of the bolt 4, the post is tightly clamped by the engagement surfaces 21 and at the same time the inserted edge of the board is clamped between the surfaces 31, 41 of the feet. Once the bolt 4 has been tightened firmly, the board is fixed relative to the support by means of the clamping assembly 1.

Doordat de beide klemdelen 2 over een groot oppervlak 21 op de drager aangrijpen wordt de drager zeer gelijkmatig omklemd. Deze gelijkmatige klemming geeft een zeer gelijkma-35 tige spanningsverdeling rond de inklemming en voorkomt grote lokale belastingen bij de inklemming, waar de gevoeligheid voor corrosie het grootst is.Because the two clamping parts 2 engage on the carrier over a large surface 21, the carrier is clamped very uniformly. This uniform clamping gives a very even stress distribution around the clamping and prevents large local loads at the clamping where the susceptibility to corrosion is greatest.

101 N ü 4 -6-101 N ü 4 -6-

Doordat de inklemming van de drager en het bord gerealiseerd wordt met slechts twee klemeenheden 2 die elk klem-oppervlakken 21, 31, 41 dragen voor het inklemmen van zowel de drager als het bord, is een klemsamenstel met een zeer 5 efficiënte constructie verkregen die tegen lage kosten te vervaardigen is.Because the clamping of the carrier and the board is realized with only two clamping units 2 each supporting clamping surfaces 21, 31, 41 for clamping both the carrier and the board, a clamping assembly with a very efficient construction is obtained which can be manufactured at low cost.

Doordat de beugelvormige delen 20 centraal het klemop-pervlak 21 voor aangrijping op de drager dragen en daarbij aan de ene kant daarvan de koppelingsvoorzieningen 4, 5, 10 10 zijn gelegen en aan de andere kant de klemoppervlakken 31, 41 voor aangrijping op het bord zijn gelegen zijn de koppelingsvoorzieningen 4, 5 die moeten worden bediend om een bord, vast te zetten vanaf de achterzijde van het bord gemakkelijk te bereiken. Verder is op de afstand tussen de koppe-15 lingsdelen 10 van de klemdelen 2 een grote tolerantie mogelijk. Het is daarom voordelig de klemkracht die gepaard gaat met verdere verplaatsing van de koppelingsvoorzieningen 10 daar te genereren en de oppervlakken 31, 41 die op de rand van het bord aangrijpen te laten fungeren als aanslag.Because the bracket-shaped parts 20 centrally support the clamping surface 21 for engaging the carrier and the coupling provisions 4, 5, 10 are located on one side thereof and the clamping surfaces 31, 41 for engaging on the board are on the other side located easily are the coupling arrangements 4, 5 which must be operated to secure a board from the rear of the board. Furthermore, a large tolerance is possible at the distance between the coupling parts 10 of the clamping parts 2. It is therefore advantageous to generate the clamping force associated with further displacement of the coupling provisions 10 there and to have the surfaces 31, 41 which engage on the edge of the board act as a stop.

20 Doordat de koppelingsvoorzieningen 4 en 5 zijn inge richt voor het uitoefenen van een klemkracht in reactie op een bedieningskracht, kan het klemsamenstel met eenvoudige middelen gemonteerd worden. Het is echter ook mogelijk het klemsamenstel zo uit te voeren, dat dit bijvoorbeeld met 25 persgereedschap in een de drager en het bord vastklemmende toestand wordt gebracht.Because the coupling provisions 4 and 5 are arranged for exerting a clamping force in response to an operating force, the clamping assembly can be mounted with simple means. However, it is also possible to design the clamping assembly in such a way that it is brought, for example with pressing tools, into a state clamping the carrier and the board.

De klemkracht om de rand van het bord in reactie op het verdraaien van de beugelvormige delen 20 om de drager wordt bij het klemsamenstel volgens dit voorbeeld verkregen, 30 doordat de beugelvormige delen 20 elkaar in gemonteerde toestand kruisen, zodat de voeten 40 achter de voeten 30 grijpen. Doordat de plaats waar de beugelvormige delen 20 elkaar kruisen bovendien dicht bij de klemoppervlakken 31, 41 voor aangrijping op de rand van het bord is gelegen wordt boven-35 dien een grote klemkracht gegenereerd.The clamping force around the edge of the board in response to the rotation of the bracket-shaped parts 20 around the carrier is obtained with the clamping assembly according to this example, in that the bracket-shaped parts 20 intersect in the mounted state, so that the feet 40 behind the feet 30 grab. Moreover, since the place where the bracket-shaped parts 20 intersect is close to the clamping surfaces 31, 41 for engagement with the edge of the board, a large clamping force is generated.

Een bijzonder stevige montage van het bord wordt bovendien verkregen, doordat het klemsamenstel 1 twee stellen 101149i -7- klemoppervlakken 31, 41 heeft die in gemonteerde toestand knepen bepalen die in een gemeenschappelijk montagevlak zijn gelegen. Dit montagevlak verloopt op afstand langs de door de beugelvormige delen 20 omsloten ruimte A, zodat het bord 5 en de drager in gemonteerde toestand op afstand van elkaar gepositioneerd worden.A particularly robust mounting of the board is moreover obtained in that the clamping assembly 1 has two sets of clamping surfaces 31, 41 which, when mounted, define pinches which are situated in a common mounting surface. This mounting surface extends at a distance along the space A enclosed by the bracket-shaped parts 20, so that the board 5 and the carrier are positioned at a distance from each other in the mounted state.

Doordat de beugelvormige delen 20 elkaar, gezien in doorgangsrichting van de omsloten ruimte A, tussen de klem-oppervlakken 31, 41 voor aangrijping op de rand van het bord 10 kruisen is verder een compacte constructie verkregen. De diametraal in tegenovergestelde uitstekende plaatsing van de klemoppervlakken 31, 41 voor aangrijping op de rand van het bord· verschaft daarbij een gelijkmatige verdeling van de voortgebrachte klemkrachten over de beide paren klemopper-15 vlakken 31, 41.As the bracket-shaped parts 20 intersect, viewed in the direction of passage of the enclosed space A, between the clamping surfaces 31, 41 for engagement with the edge of the board 10, a compact construction is further obtained. The diametrically opposed protruding arrangement of the clamping surfaces 31, 41 for engaging the edge of the board thereby provides an even distribution of the clamping forces produced over the two pairs of clamping surfaces 31, 41.

Toepassing van onderling, afgezien van de gebruikelijke fabricagetoleranties, eventuele bedrukkingen en dergelijke identieke klemdelen 2 beperkt daarbij de gereedschapskos-ten voor fabricage en de variëteit in onderdelen. Een bij-20 zonder voordeel is daarbij, dat in het werk niet steeds twee bij elkaar horende klemdelen hoeven te worden gepakt, maar dat steeds uit een werkvoorraad klemdelen 2 kunnen worden gepakt die vervolgens altijd bij elkaar passen.The use of mutually apart from the usual manufacturing tolerances, any printing and similar identical clamping parts 2 thereby limits the tooling costs for manufacturing and the variety in parts. A particular advantage here is that in the work it is not always necessary to pack two associated clamping parts, but that clamping parts 2 can always be taken from a working stock, which subsequently always fit together.

Fign. 4 en 5 tonen een ander uitvoeringsvoorbeeld van 25 de uitvinding. Het klemdeel 102 volgens dit uitvoeringsvoorbeeld wijkt af van dat volgens het hiervoor beschreven voorbeeld voor wat betreft de uitvoering van de voeten 130, 140.Figs. 4 and 5 show another exemplary embodiment of the invention. The clamping part 102 according to this exemplary embodiment differs from that according to the above-described example with regard to the design of the feet 130, 140.

De voeten 130, 140 steken slechts naar een zijde van het beugelvormige deel 120 uit, zoals het duidelijkst blijkt 30 uit fig. 5. Overeenkomstig het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld zijn de voeten 130 en 140 voorzien van respectievelijk klemoppervlakken 131 en 141, met randen 132 en 142. De voet 130 is voorzien van een nok 133 die in dit voorbeeld is gevormd door een cilindervormig uitsteeksel. Dienovereenkom-35 stig is de voet 140 voorzien van een cilindervormige uitsparing 143. Zowel de nok 133 als de uitsparing 143 zijn op een grotere afstand van de rand 132 en 142 aangebracht dan bijThe feet 130, 140 protrude only to one side of the bracket-shaped part 120, as is most clearly apparent from Fig. 5. According to the previous embodiment, the feet 130 and 140 are provided with clamping surfaces 131 and 141 respectively, with edges 132 and 142 The base 130 is provided with a cam 133 which in this example is formed by a cylindrical protrusion. Accordingly, the base 140 is provided with a cylindrical recess 143. Both the cam 133 and the recess 143 are arranged at a greater distance from the edges 132 and 142 than at

101 1 S101 1 S

-8- het hiervoor besproken uitvoeringsvoorbeeld het geval is. Hierdoor is het klemsamenstel met de klemdelen 102 volgens dit uitvoeringsvoorbeeld in het bijzonder geschikt voor het aangrijpen op verkeersborden waarvan het aangrijpingsvlak 5 recht verloopt, en niet is voorzien van positioneringsinke-pingen.The exemplary embodiment discussed above is the case. As a result, the clamping assembly with the clamping parts 102 according to this exemplary embodiment is particularly suitable for engaging on traffic signs whose engagement surface 5 runs straight, and is not provided with positioning notches.

In fign. 6 en 7 is een derde uitvoeringsvoorbeeld van een klemdeel volgens de uitvinding weergegeven. Dit klemdeel 202 wijkt af van het hiervoor besproken klemdeel voor wat 10 betreft de uitvoering van de voeten 230 240. De voeten 230 en 240 hebben klemoppervlakken 231 en 241, met randen 232 en 242. De voet 230 is voorzien van een nok 233 die ook in dit voorbeeld is gevormd door een cilindervormig uitsteeksel. Dienovereenkomstig is de voet 240 voorzien van een cilinder-15 vormige uitsparing 243. Zowel de nok 233 als de uitsparing 143 zijn echter juist dichtbij de rand 232 en 242 aangebracht. Hierdoor is een klemsamenstel gevormd uit klemdelen 202 volgens dit uitvoeringsvoorbeeld in het bijzonder geschikt voor het aangrijpen van verkeersborden waarvan het 20 aangrijpingsvlak recht verloopt, en voorzien is van positio-neringsinkepingen.In Figs. 6 and 7 a third exemplary embodiment of a clamping part according to the invention is shown. This clamping part 202 deviates from the clamping part discussed above with regard to the design of the feet 230 240. The feet 230 and 240 have clamping surfaces 231 and 241, with edges 232 and 242. The foot 230 is provided with a cam 233 which also in this example is formed by a cylindrical protrusion. Accordingly, the base 240 is provided with a cylindrical recess 243. However, both the cam 233 and the recess 143 are disposed just close to the edges 232 and 242. As a result, a clamping assembly formed from clamping parts 202 according to this exemplary embodiment is particularly suitable for engaging traffic signs, the engagement surface of which extends straight, and is provided with positioning notches.

In fig. 8 is een ander uitvoeringsvoorbeeld van een klemsamenstel 401 volgens de uitvinding getoond. Dit klemsamenstel 401 bestaat onder meer uit een eerste klemeenheid 25 402 die grijpt in een tweede, identieke klemeenheid 402. De twee klemeenheden 402 zijn door middel van een bout 404 en een moer 405 verbonden, alsmede door een as 407. Het door de klemeenheden 402 van het klemsamenstel 401 omsloten gebied A' is geschikt voor het opnemen van een daar doorheen rei-30 kend deel van een drager zoals een paal, een staander of een ligger. Aan de van de as 407 afgekeerde zijde is het klemsamenstel 401 voorzien van voeten 430, 440 waartussen een rand van een bord, zoals bijvoorbeeld een verkeersbord kan worden ingeklemd.Fig. 8 shows another embodiment of a clamping assembly 401 according to the invention. This clamping assembly 401 consists, inter alia, of a first clamping unit 402 which engages a second, identical clamping unit 402. The two clamping units 402 are connected by means of a bolt 404 and a nut 405, as well as by a shaft 407. The clamping units 402 area A 'enclosed in clamping assembly 401 is adapted to receive a portion of a support extending therethrough such as a post, a post or a girder. On the side remote from the axis 407, the clamping assembly 401 is provided with feet 430, 440 between which an edge of a sign, such as for example a traffic sign, can be clamped.

35 De klemeenheid 402 omvat een beugelvormig deel 420 met een centraal gelegen aangrijpingsdeel 422 dat overgaat in 1011434 -9- een arm 450. Aan weerszijden van de arm 450 draagt beugelvormige deel 420 de voeten 430, 440.The clamping unit 402 comprises a bracket-shaped part 420 with a centrally located engaging part 422 which merges into an arm 450. On either side of the arm 450, bracket-shaped part 420 carries the feet 430, 440.

Aan het van de voeten 430, 440 af gekeerde uiteinde draagt het beugelvormige deel 420 een koppelingsgedeelte 5 410. Het koppelingsgedeelte 410 is gevormd door een haakvor mig deel. De kromming van het haakvormige deel is zodanig dat deze rond een staafvormig lichaam zoals bijvoorbeeld een cilindrische as gehaakt kan worden.At the end remote from the feet 430, 440, the bracket-shaped part 420 carries a coupling part 410. The coupling part 410 is formed by a hook-shaped part. The curvature of the hook-shaped part is such that it can be hooked around a rod-shaped body such as, for example, a cylindrical axis.

Het aangrijpingsdeel 422 heeft een kromming die aan 10 een binnenzijde 421 zodanig verloopt dat deze kromming aansluit op een buitencontour van een drager van het type waarop het klemdeel 401 moet kunnen worden gemonteerd. Bij wijze van voorbeeld is hier uitgegaan van montage op een cilindrische drager zoals bijvoorbeeld een pijp of een paal.The engagement part 422 has a curvature that extends on an inner side 421 such that this curvature connects to an outer contour of a carrier of the type on which the clamping part 401 must be able to be mounted. By way of example, this is based on mounting on a cylindrical support such as, for example, a pipe or a pole.

15 De vanaf de arm 450 uitstekende voeten 430 en 440 zijn in dit voorbeeld op afstand van elkaar aangebracht. Op de voeten 430 en 440 aangebrachte klemoppervlakken 431 en 441 zijn evenwijdig aan elkaar opgesteld waarbij de beide klemoppervlakken en in tegenovergestelde richtingen naar een 20 klemkneepgebied B' gekeerd.In this example the feet 430 and 440 protruding from the arm 450 are arranged at a distance from each other. Clamping surfaces 431 and 441 provided on feet 430 and 440 are arranged parallel to each other, with the two clamping surfaces facing in opposite directions to a clamping nip area B '.

De voet 430 is aan de van de zijde tegenover het klem-oppervlak 431 voorzien van een nokkenstel 433 dat is ingericht voor het opnemen van een moer 405 en het vervolgens verhinderen van rotatie van de moer 405. De voet 430 is 25 voorzien van een niet getoonde opening die in hoofdzaak in lijn ligt met het nokkenstel 433. De voet 440 is voorzien van een niet getoonde opening die in gemonteerde toestand van het klemsamenstel in lijn ligt met de opening van de tegenovergelegen voet 430. In de figuur 8 is slechts één beu-30 gel 402 voorzien van een nokkenstel 433, maar volgens de uitvinding kunnen ook beide beugel 402 hiervan voorzien zijn. In het bijzonder is het voordelig om de beide beugels 402 identiek uit te voeren.On the side opposite to the clamping surface 431, the foot 430 is provided with a cam set 433 which is adapted to receive a nut 405 and subsequently prevent rotation of the nut 405. The foot 430 is provided with a staple opening shown substantially in line with cam set 433. The foot 440 is provided with an opening (not shown) which, in the mounted state of the clamping assembly, is in line with the opening of the opposite foot 430. In Figure 8, only one bracket -30 gel 402 provided with a cam set 433, but according to the invention both bracket 402 can also be provided with this. In particular, it is advantageous to design the two brackets 402 identically.

In gebruik worden voor het vormen van een klemsamen-35 stel 401 twee klemdelen 402 gebruikt. Allereerst worden de klemdelen 402 om een drager zoals een paal aangebracht in een onderlinge stand waarin de voeten 430, 440 van klemdelen 101149 4 -10- 402 in tegenover elkaar gelegen posities zijn gelegen, zoals is getoond in fig. 8. Hierbij wordt een as 407 aangebracht tussen de beide haakvormige koppelingsdelen 410, zodat de twee klemdelen 402 rond de as om een paal met contour A' ge-5 zwenkt kunnen worden.In use, two clamping members 402 are used to form a clamp assembly 401. First of all, the clamping parts 402 are arranged around a carrier such as a pole in a mutual position in which the feet 430, 440 of clamping parts 101149 4 -10-402 are situated in opposite positions, as shown in Fig. 8. Hereby an axis 407 arranged between the two hook-shaped coupling parts 410, so that the two clamping parts 402 can be pivoted about the axis about a pole with contour A '.

De in de gemonteerde toestand op elkaar geplaatste voeten 430, 440 van klemdelen 402 vormen een voetenpaar met tegenover elkaar gelegen klemoppervlakken 431, 441. Deze aldus gevormde klemmiddelen kunnen aangrijpen op een vlakke 10 rand van een bord.The feet 430, 440 of clamping parts 402 placed on top of each other in the mounted state form a pair of feet with opposite clamping surfaces 431, 441. These clamping means thus formed can engage on a flat edge of a board.

Hiertoe dient de rand van het bord te worden ingébracht tussen de voeten 430, 440.For this purpose, the edge of the board must be inserted between the feet 430, 440.

. Voor het sluiten van het aldus gemonteerde klemsamen-stel wordt een passende moer 405 in het nokkenstel 433 ge-15 bracht, en een passende bout 404 in de openingen van de voeten 430, 440 gebracht, en wordt de bout 404 in de moer 405 geschroefd. Door de bout 4 aan te draaien, waarbij het nokkenstel 433 rotatie van de moer 405 tegengaat, bewegen de klemdelen 402 aan de kant van die bout 404 naar elkaar toe 20 en draaien daarbij om de ruimte A' heen, totdat de klemoppervlakken 431, 441 op de rand van het bord aangrijpen.. To close the clamping assembly thus mounted, a fitting nut 405 is inserted into the cam assembly 433, and a fitting bolt 404 is inserted into the openings of the feet 430, 440, and the bolt 404 is screwed into the nut 405 . By tightening the bolt 4, whereby the cam set 433 prevents rotation of the nut 405, the clamping parts 402 on the side of that bolt 404 move towards each other 20 and thereby rotate around the space A 'until the clamping surfaces 431, 441 grip the edge of the board.

Bij verder aandraaien van de bout 404 wordt de paal stevig omklemd door de aangrijpingsvlakken 421 en wordt tegelijkertijd de ingebrachte rand van het bord tussen de op-25 pervlakken 431, 441 van de voeten geklemd. Als de bout 404 eenmaal stevig is aangedraaid is het bord door middel van de klemsamenstel 1 gefixeerd ten opzichte van de drager.Upon further tightening of the bolt 404, the post is tightly clamped by the engagement surfaces 421 and, at the same time, the inserted edge of the board is clamped between the surfaces 431, 441 of the feet. Once the bolt 404 has been tightened firmly, the board is fixed relative to the support by means of the clamping assembly 1.

Doordat de beide klemdelen 402 over een groot oppervlak 21 op de drager aangrijpen wordt de drager zeer gelijk-30 matig omklemd.Because the two clamping parts 402 engage the carrier over a large surface 21, the carrier is clamped very uniformly.

Doordat de inklemming van de drager en het bord gerealiseerd wordt met slechts twee klemeenheden 2 die elk klemoppervlakken 421, 431, 441 dragen voor het inklemmen van zowel de drager als het bord, is een klemsamenstel met een 35 zeer efficiënte constructie verkregen die tegen lage kosten te vervaardigen is.Because the clamping of the carrier and the board is realized with only two clamping units 2, each of which supports clamping surfaces 421, 431, 441 for clamping both the carrier and the board, a clamping assembly with a highly efficient construction is obtained which at low cost to manufacture.

101 142 4 -11-101 142 4 -11-

Het is voordelig om de inrichting volgens de uitvinding zoals getoond in de uitvoeringsvoorbeelden voorgemonteerd te gebruiken. In deze toestand zijn twee beugels onderling in aangrijping en zijn de beide sluitdelen verbonden 5 door middel van een bout en een moer zoals in het voorgaande beschreven. De bout en moer zijn niet vast aangedraaid maar losjes ineen gedraaid, zodat de beugels onderling kunnen bewegen zonder dat de voeten uit elkaar geraken. Hierdoor kan de klemsamenstel eenvoudig getransporteerd worden en kan 10 montage op de werkplek achterwege blijven, waarmee extra tijdwinst bij de montage wordt bereikt.It is advantageous to use the device according to the invention as shown in the exemplary embodiments pre-assembled. In this state, two brackets are mutually engaged and the two closing parts are connected by means of a bolt and a nut as described above. The bolt and nut are not tightened, but loosely twisted together, so that the brackets can move together without the feet separating. As a result, the clamping assembly can easily be transported and assembly at the workplace can be omitted, whereby additional time savings are achieved during assembly.

In de beschrijving van de uitvoeringsvoorbeelden is uitgegaan van een toepassing van de uitvinding op het gebied van zich buiten bevindende verkeerstekens. De uitvinding kan 15 echter op vele andere gebieden worden toegepast zoals bijvoorbeeld het binnen aanbrengen van wegwijzers en informatieborden, bijvoorbeeld bij tentoonstellingen en beurzen.The description of the exemplary embodiments is based on an application of the invention in the field of road signs located outside. However, the invention can be applied in many other areas, such as, for example, installing signposts and information boards, for example at exhibitions and fairs.

Ook kan de uitvinding worden toegepast bij vlakke borden of platen die geen informatiedragers zijn, zoals bijvoorbeeld 20 schuttingen en afscheidingen. De uitvinding is niet beperkt tot de genoemde voorbeelden van dragers maar kan ook worden aangebracht op andere dragers zoals bijvoorbeeld steigers, stellingen, rekken, vakwerkconstructies, kramen en dergelijke. Hoewel in de uitvinding is uitgegaan van in hoofdzaak 25 vlakke informatieborden is de uitvinding niet tot deze toepassing beperkt; de uitvinding kan ook worden toegepast bij andere voorwerpen die voorzien zijn van een gebied dat door de klemsamenstel volgens de uitvinding kan worden aangevat. De uitvinding is niet beperkt tot de in de uitvoeringsvoor-30 beelden getoonde vlakke klemvlakken; volgens de uitvinding kunnen eveneens niet vlakke klemzones gebruikt worden. Daarbij kunnen van tegenovergelegen klemvlakken een of beide niet vlak zijn, en zowel conforme als niet conforme uitsparingen of uitsteeksel vertonen. Daarnaast kan ook het aan-35 grijpingsgebied van het te bevestigen bord of object overeenkomstig de klemvlakken gevormd zijn.The invention can also be applied to flat plates or plates that are not information carriers, such as for example fences and partitions. The invention is not limited to the aforementioned examples of supports, but can also be applied to other supports such as, for example, scaffolding, racks, racks, lattice structures, stalls and the like. Although the invention is based on substantially flat information signs, the invention is not limited to this application; the invention can also be applied to other objects provided with an area that can be engaged by the clamping assembly according to the invention. The invention is not limited to the flat clamping surfaces shown in the exemplary embodiments; non-flat clamping zones can also be used according to the invention. In this case, one or both of opposite clamping surfaces may be non-flat, and may have both conformal and non-conforming recesses or protrusions. In addition, the engagement area of the board or object to be fixed can also be formed in accordance with the clamping surfaces.

101 14S4 -12-101 14S4 -12-

Hoewel het voordelig is om de beugels zodanig uit te voeren dat gelijke beugels gebruikt kunnen worden is de uitvinding niet hiertoe beperkt. Volgens de uitvinding kunnen ook passende maar niet identieke beugels toegepast worden.Although it is advantageous to design the brackets in such a way that the same brackets can be used, the invention is not limited thereto. According to the invention, suitable but not identical brackets can also be used.

5 101 14945 101 1494

Claims

Clamping assembly, for attaching a board for displaying information to a carrier, comprising: first clamping means (20, 21, 22, 420, 421, 422) for clamping engagement with a carrier and second clamping means (30, 31) , 130, 131, 230, 231, 430, 431) for clamping engagement on a board, characterized in that, in mounted condition, the first clamping means (20, 21, 22, 420, 421, 422) are operatively connected to the second clamping means (30, 31, 130, 131, 230, 231, 430, 431) for engaging the one clamping means (20, 21, 22, 420, 421, 422) for clamping engagement of said clamping means (20, 21, 22, 420, 421, 422), also engaging the other clamping means (30, 31, 130, 131, 230, 231, 430, 431) clampingly.

A clamping assembly according to claim 1, wherein the first clamping means (20, 21, 22, 420, 421, 422) and the second clamping means (30, 31, 130, 131, 230, 231, 430, 431) each have at least two first and second clamping surfaces (21, 31, 131, 231, 41, 141, 241, 421, 431, 441) which are mounted opposite each other, the first clamping surface of which ( 21, 421) of the first clamping means (20, 21, 22, 420, 421, 422) and the first clamping surface (31, 131, 231, 431) of the second clamping means (30, 31, 130, 131, 230, 231 , 430, 431) form part of a first clamping unit (2, 102, 202, 402) and of which the second clamping surface (21, 421) of the first clamping means (20, 21, 22, 420, 421, 421) and the second clamping surface (41, 141, 241, 441) of the second clamping means (30, 31, 130, 131, 230, 231, 430, 431) form part of a second clamping unit (2, 102, 202, 402).

The clamping assembly of claim 2, further comprising: at least two brackets (2, 102, 202, 402), central portions (22, 422) of which are said clamping surfaces (21, 421.) of said first clamping means (20, 21, 22) , 420, 421, 101, 1494 -14- 422. for engaging a carrier form or carry, which brackets (2, 102, 202, 402) each on one side of said central portion (22, 422) at least one of said clamping surfaces (31, 131, 231, 41, 141, 241, 431, 441) of said second clamping means (30, 31, 40, 41, 130, 131, 140, 141, 230, 231, 240, 241, 441, 440) and, in the mounted state, support coupling means (10, 11, 12, 13, 407, 410) for coupling said brackets (2, 102, 202, 402) to each other.

Clamping assembly according to claim 3, wherein said coupling means (10, 11, 12, 13) are adapted to generate clamping force in response to an operating force exerted thereon.

5. Clamping assembly as claimed in claim 3 or 4, wherein said at least two brackets (2, 102, 202, 402) are mounted on either side in mounted condition around a space open in a passage direction for receiving a carrier to be clamped extend and intersect, viewed in said passage direction, at least once.

The clamping assembly of claim 5, wherein the at least one intersection between said at least two brackets (2, 102, 202, 402) is in mounted condition near said second clamping means (30, 31, 40, 41, 130, 131, 140 141, 230, 231, 240, 241, 430, 431, 440, 441).

Clamping assembly according to one of claims 2 to 6, wherein said second clamping means (30, 31, 40, 41, 130, 131, 140, 141, 230, 231, 240, 241, 430, 431, 440, 441) at least two sets of said first and second clamping surfaces (21, 31, 131, 231, 41, 141, 241, 431, 441) which define pinches in the mounted state which are substantially located in a common mounting surface.

8. Clamping assembly according to claim 5 or 6 and according to claim 7, wherein said mounting surface extends at a distance along said space.

Clamping assembly as claimed in any of the claims 3-8, wherein at said second clamping means (30, 31, 40, 41, 130, 131, 140, 141, 230, 231, 240, 241) at least two sets of 1 ö 1 I Said first and second clamping surfaces (21, 31, 131, 231, 41, 141, 241, 431, 441), wherein, seen in said passage direction, said brackets (2, 102, 202, 402) intersect each other between said sets of first and second clamping surfaces (21, 31, 131, 231, 41, 141, 241, 431, 441).

10. Clamping assembly according to any of claims 6-9, wherein said at least two sets of clamping surfaces (31, 131, 231, 41, 141, 241, 431, 441) in diametrically opposite directions from associated brackets (2, 102 , 202, 402).

A clamp assembly according to any of claims 2-9, wherein said two units (2, 102, 202, 402) of said clamp assembly are substantially identical.

A clamping unit for forming a clamping assembly together with a second clamping unit, comprising at least two clamping surfaces (21, 31, 131, 231, 41, 141, 241, 421, 431, 441) spaced apart for simultaneously engaging a carrier and a board and excluding one position for coupling means (10, 11, 12, 13, 410) adapted to generate clamping force in response to an operating force exerted thereon.

13. Clamping unit according to claim 12, further comprising at least one bracket (2, 102, 202, 402), a central part (20, 420) of which forms or carries one of said clamping surfaces (21, 421) for engaging a carrier which bracket (2, 102, 202, 402) on one side of said central portion (20, 420) at least one of said clamping surfaces (31, 131, 231, 41, 141, 241, 431, 30 441) for engagement carries on a board and, in mounted condition, has one position for coupling means for coupling to another, similar bracket on an opposite side.

The clamping unit of claim 13, further comprising at least two clamping surfaces (31, 131, 231, 41, 141, 241, 431, 441) located for determining mounting nips in a common mounting surface. 101 148 4-16

The clamping unit of claim 14, wherein said at least two clamping surfaces (31, 131, 231, 41, 141, 241, 431, 441) project from diametrically opposite directions from said bracket (2, 102, 202, 402) and into di - 5 ametrically opposite directions have been turned.

16. Clamping unit according to any of the claims 12-15, further comprising at least one positioning member, such as a positioning cam, projecting relative to an associated of said clamping surfaces (31, 131, 231, 41, 141, 241).

A board assembly for displaying information, comprising a board for displaying information and a carrier and at least one clamp assembly according to any one of claims 1-11, with which the board is attached to the carrier. 15 101. s 4