NL1011474C2 - Zelf-positionerende catheter. - Google Patents

Zelf-positionerende catheter. Download PDF

Info

Publication number
NL1011474C2
NL1011474C2 NL1011474A NL1011474A NL1011474C2 NL 1011474 C2 NL1011474 C2 NL 1011474C2 NL 1011474 A NL1011474 A NL 1011474A NL 1011474 A NL1011474 A NL 1011474A NL 1011474 C2 NL1011474 C2 NL 1011474C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
catheter
transnasal
bulge
tube
guidewire
Prior art date
Application number
NL1011474A
Other languages
English (en)
Inventor
Sven Ploem
Original Assignee
Sven Ploem
Steen Harry
Taubert Ulrich
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sven Ploem, Steen Harry, Taubert Ulrich filed Critical Sven Ploem
Priority to NL1011474A priority Critical patent/NL1011474C2/nl
Priority to PCT/NL2000/000140 priority patent/WO2000053146A1/en
Priority to AU29495/00A priority patent/AU2949500A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1011474C2 publication Critical patent/NL1011474C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61JCONTAINERS SPECIALLY ADAPTED FOR MEDICAL OR PHARMACEUTICAL PURPOSES; DEVICES OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR BRINGING PHARMACEUTICAL PRODUCTS INTO PARTICULAR PHYSICAL OR ADMINISTERING FORMS; DEVICES FOR ADMINISTERING FOOD OR MEDICINES ORALLY; BABY COMFORTERS; DEVICES FOR RECEIVING SPITTLE
    • A61J15/00Feeding-tubes for therapeutic purposes
    • A61J15/0026Parts, details or accessories for feeding-tubes
    • A61J15/003Means for fixing the tube inside the body, e.g. balloons, retaining means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61JCONTAINERS SPECIALLY ADAPTED FOR MEDICAL OR PHARMACEUTICAL PURPOSES; DEVICES OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR BRINGING PHARMACEUTICAL PRODUCTS INTO PARTICULAR PHYSICAL OR ADMINISTERING FORMS; DEVICES FOR ADMINISTERING FOOD OR MEDICINES ORALLY; BABY COMFORTERS; DEVICES FOR RECEIVING SPITTLE
    • A61J15/00Feeding-tubes for therapeutic purposes
    • A61J15/0003Nasal or oral feeding-tubes, e.g. tube entering body through nose or mouth
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61JCONTAINERS SPECIALLY ADAPTED FOR MEDICAL OR PHARMACEUTICAL PURPOSES; DEVICES OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR BRINGING PHARMACEUTICAL PRODUCTS INTO PARTICULAR PHYSICAL OR ADMINISTERING FORMS; DEVICES FOR ADMINISTERING FOOD OR MEDICINES ORALLY; BABY COMFORTERS; DEVICES FOR RECEIVING SPITTLE
    • A61J15/00Feeding-tubes for therapeutic purposes
    • A61J15/0026Parts, details or accessories for feeding-tubes
    • A61J15/0069Tubes feeding directly to the intestines, e.g. to the jejunum

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Otolaryngology (AREA)
  • Pulmonology (AREA)
  • Media Introduction/Drainage Providing Device (AREA)

Description

Zelf-positionerende catheter
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een catheter, omvattende een flexibele catheterbuis met een tot in de kleine ingewan-5 den van mens of dier in te brengen uiteinde van de catheterbuis, waarbij het uiteinde voorzien is van een aangrijpingslichaam waarop de peristaltiek van ingewanden aan kan grijpen om de catheter in te brengen.
Een dergelijke catheter wordt bijvoorbeeld toegepast bij het 10 toedienen van voeding, het verzamelen van monsters uit de kleine ingewanden voor analyse, het toedienen van contrastmiddel voor röntgendia-gnostiek, en het toedienen van medicijnen.
Uit de publicatie WO 98/33^69 is een catheter bekend voor het verschaffen van een vloeistofverbinding met de kleine ingewanden, 15 waarbij het catheteruiteinde een aangrijpingslichaam vormt waardoor de catheter door de peristaltiek van de ingewanden als het ware automatisch ingébracht wordt. De catheter omvat een buis die via de maag ingebracht dient te worden in de kleine ingewanden met een open in-voergedeelte en een open uitvoergedeelte. Het uitvoergedeelte van de 20 buis heeft van nature de neiging om zich tot een spiraal te vormen, en dit uitvoergedeelte kan tijdens het inbrengen recht worden gehouden door een in de buis beweegbare geleider. Wanneer de catheter in de maag is gebracht, wordt de geleider teruggeschoven, waardoor het uitvoergedeelte weer een spiraalvorm aanneemt. De catheter zal vervolgens 25 door de maag- en darmperistaltiek verder ingebracht worden. Het uitvoergedeelte is voorzien van een afdekstop die voorzien is van gaten aan de zijkant om voedsel door te laten. De afdekstop heeft echter geen voldoende afmeting om aangegrepen te worden door de maag- en/of darmperistaltiek. De octrooiaanvrage WO 98/33^69 geeft aan, dat de 30 afdekstop voorzien kan zijn van contrastmiddel teneinde de positie daarvan met behulp van röntgendiagnostiek te kunnen bepalen. Verder is het uitvoergedeelte van de catheter voorzien van harige uitsteeksels of vinnen, waardoor de eenmaal ingebrachte catheter beter op zijn plaats blijft.
35 Nadeel van deze catheter is, dat geruime tijd nodig is voordat de catheter op de juiste positie is gebracht, in de meeste gevallen tussen acht en twaalf uur. Een verder nadeel van het gebruik van deze catheter en methode voor het inbrengen van de catheter is dat een 1011474 2 geschoolde persoon nodig is voor het inbrengen van de catheter. De positie van de cathetertip moet gecontroleerd worden door bijvoorbeeld pH-metingen van via de cathetertip verkregen monsters. Vaak dient de precieze positie van de cathetertip tijdens of na het inbrengen ge-5 verifieerd te worden met bijvoorbeeld röntgendiagnostiek, uitgevoerd door een specialist, waardoor de behandeling nog duurder wordt. De inbrengprocedure van de catheter is vaak onplezierig voor de patiënt, omdat de catheter als het ware naar zijn eindpositie geduwd moet worden .
10 Doelstelling van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een catheter die snel, met weinig overlast voor de patiënt en zonder gebruik van extra hulpmiddelen ingebracht kan worden in de kleine ingewanden (twaalfvingerige darm of dunne darm). Verder moet de catheter eenvoudig en economisch vervaardigd kunnen worden, zodat deze 15 geschikt is voor eenmalig gebruik. Eenmalig gebruik van medische hulpmiddelen zoals de catheter van de onderhavige uitvinding is een belangrijk vereiste in verband met overdraagbare aandoeningen zoals AIDS.
Deze doelstelling wordt bereikt door een catheter van de bij 20 aanhef gedefinieerde soort, met het kenmerk, dat het aangrijpings-lichaam gevormd wordt door ten minste één verdikking voorzien van een boring die in communicerende verbinding staat met de catheterbuis.
Deze catheter heeft als voordeel, dat de verdikking aan het uiteinde van de catheterbuis voldoende aangrijping biedt voor de peris-25 taltiek in de maag. Indien geen peristaltische beweging in de maag aanwezig is, zal het gewicht en/of het volume van de verdikking de maag voldoende prikkelen om peristaltiek in de maag teweeg te brengen. Hierdoor wordt het uiteinde van de catheterbuis als het ware automatisch naar de overgang van de maag naar de twaalf vingerige darm ge-30 leid, en wordt de catheterbuis daarna verder geleid door de darmperis-taltiek. Proeven hebben aangetoond dat de catheter volgens de onderhavige uitvinding, zonder gebruik van extra hulpmiddelen, in ongeveer een kwartier juist gepositioneerd is. Verder is de onderhavige catheter eenvoudig en economisch te vervaardigen, waardoor deze geschikt is 35 voor eenmalig gebruik.
Opgemerkt wordt, dat uit Japans octrooischrift JP-O8-O98889 een catheter bekend is, voorzien van een geleidingsstuk aan het inbreng-uiteinde. Het geleidingsstuk omvat een veelvoud van op één rij ge 1011474 3 plaatste veelvlakken met een soortelijk gewicht van 1,0 of meer die omgeven zijn door een elastische film, waardoor een ruw oppervlak ontstaat. Doordat het geleidingsstuk als het ware uit gelede delen bestaat, kan het geleidingsstuk makkelijk van richting veranderen.
5 Doordat de veelvlakken bij elkaar worden gehouden door de elastische film, ontstaat een ruw oppervlak dat voldoende aangrijping geeft voor de peristaltiek van de ingewanden waardoor de catheter het lichaam ingetrokken wordt. Het geleidingsstuk dient echter afzonderlijk vervaardigd en aan de catheter bevestigd te worden. Verder is het gelei-10 dingsstuk een gesloten lichaam, waardoor de uitgangsopening van het catheteruiteinde daarachter ligt en de catheter met geleidingsstuk veel verder in het lichaam dient te worden gebracht
Uit het artikel "A Modified Technique for Bedside Placement Of Nasoduodenal Feeding Tubes" van J. Davis e.a., Journ. of the American 15 College of Surgeons, april 199^· vol. 178, pag. 407-409 is een verdere catheter bekend. Dit artikel beschrijft een techniek voor het inbrengen van een voedingscatheter in de twaalfvingerige darm van een patiënt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een voedingscatheter met een verzwaarde cathetertip. In het artikel wordt erop gewezen dat deze 20 verzwaarde cathetertip niet echt voldoet voor het snel inbrengen van de catheter, zelfs als de patiënt in een bepaalde positie ("right lateral decubitus position") wordt gebracht, waardoor de verzwaarde cathetertip door de zwaartekracht naar de maaguitgang bewogen kan worden. De catheter wordt ingebracht in de patiënt met behulp vein een 25 in de catheter aangebrachte metalen geleider, die op ongeveer 2 a 3 cm van het einde onder een hoek van 30 tot *45° is gebogen. Wanneer de cathetertip met de daaruit stekende gebogen geleider zich in de maag bevindt, wordt een ronddraaiende beweging gemaakt om de uitgang van de maag te kunnen vinden. Degene die de catheter inbrengt kan zo op ge-30 voel de cathetertip in de twaalfvingerige darm brengen. De tijd die nodig is om de catheter in te brengen is volgens het artikel gemiddeld 27,5 minuut, met een maximale benodigde tijd tot 90 minuten.
In een uitvoeringsvorm van de catheter volgens de onderhavige uitvinding is de ten minste ene verdikking ten minste gedeeltelijk 35 rondom de catheterbuis geplaatst. Deze plaatsing van de verdikking maakt een eenvoudige en dus goedkope vervaardiging van de catheter mogelijk.
1011474 k
Volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding bedraagt de doorsnee van de verdikking tussen 0,5 cm en 2 cm om een goede aangrijping door de maag- en/of darmperistaltiek te waarborgen.
In een verdere uitvoeringsvorm is de afmeting van de ten minste 5 ene verdikking langs de catheterbuis zodanig klein, dat de catheter-buis flexibel blijft.
Bij voorkeur bedraagt het gewicht van de ten minste ene verdikking tussen 5 en 20 gram, bijvoorbeeld 11 gram, zodat bij een juiste houding van de patiënt het uiteinde van de catheter bij het inbrengen 10 de maagwand volgt naar de maaguitgang. Dit versnelt het inbrengen van de catheter nog verder.
Bij voorkeur bestaat de ten minste ene verdikking uit een om de catheterbuis aangebracht metaallichaam, bijvoorbeeld van edelstaal. Een dergelijke catheter is eenvoudig en economisch te produceren, met 15 inachtneming van de eisen aan afmetingen en gewicht. Indien verificatie van de positie van het uiteinde van de catheter gewenst is, is dit eenvoudig te realiseren met behulp van röntgendiagnostiek, waarbij het metaallichaam duidelijk te detecteren is. Als alternatief kan de ten minste ene verdikking bestaan uit een met vloeistof gevulde ballon.
20 In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de ten minste ene verdik king een plat-ovale vorm. Deze vorm maakt een combinatie van de hierboven genoemde kenmerken mogelijk op een efficiënte wijze, namelijk dat de verdikking een begrensde diameter, lengte en gewicht heeft. Verder is bij deze vorm de minste overlast voor de patiënt te verwach-25 ten.
In een verdere uitvoeringsvorm vormt de ten minste ene verdikking een gladde voorste begrenzing van de catheter. Door de verdikking zo ver mogelijk aan het uiteinde van de catheter aan te brengen, ontstaat een catheter die zeer efficiënt is in te brengen.
30 In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de af stand tussen twee opeenvolgende verdikkingen een fysiologisch bepaalde afstand. De afstand wordt bepaald door de anatomische verhoudingen bij de maaguitgang, zodat een effectief trek-duwmechanisme ontstaat door aangrijping van de darmwand op de eerste verdikking en van de maagwand 35 op de tweede verdikking. De afstand ligt tussen 2,5 en 10 cm en is bijvoorbeeld voor een gemiddelde volwassen man 6 cm.
Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het inbrengen van een op zich bekende transnasale catheter 1011474 5 met behulp van de transorale catheter volgens de onderhavige uitvinding. De werkwijze omvat de stappen van het transoraal inbrengen van de catheter tot een gewenste positie van het uiteinde van de catheter, het transnasaal inbrengen van een transnasale catheter en het door de 5 mond weer naar buiten brengen van de transnasale catheter, het inbrengen van een voerdraad in de catheter en het fixeren van de voerdraad in de juiste positie, het terugvoeren van de transorale catheter, waarbij de voerdraad in de gefixeerde positie blijft, het invoeren van de voerdraad in het uit de mond stekende gedeelte van de transnasale 10 catheter, het terugvoeren van het uiteinde van de transnasale sonde in de keel, en het inbrengen van de transnasale catheter langs de voerdraad tot de gewenste positie.
De onderhavige uitvinding zal nu verder toegelicht worden aan de hand van een beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de 15 onderhavige uitvinding met verwijzing naar de bijgevoegde tekening, waarin,
Fig. 1 een schematisch aanzicht toont van een catheter volgens de onderhavige uitvinding;
Fig. 2 een doorsnee-aanzicht toont van het uiteinde van een uit-20 voeringsvorm van de catheter volgens de onderhavige uitvinding;
Fig. 3 een doorsnee-aanzicht toont van het uiteinde van een verdere uitvoeringsvorm van de catheter volgens de onderhavige uitvinding;
Fig. 4 een doorsnee-aanzicht toont langs de lijn IV-IV in Fig. 2; 25 en
Fig. 5 een doorsnee-aanzicht toont van het uiteinde van een nog verdere uitvoeringsvorm van de catheter volgens de onderhavige uitvinding.
Fig. 1 toont een schematisch aanzicht van een catheter 10 volgens 30 de onderhavige uitvinding. De catheter 10 bestaat uit een lange, flexibele buis 4 met aan een zijde een aansluitstuk 5· Het uiteinde 3 aan de andere zijde van de flexibele buis 4 kan via de mond van een patiënt ingebracht worden tot in de kleine ingewanden, zoals de twaalfvingerige darm of de dunne darm. De ingebrachte catheter 10 kan 35 gebruikt worden voor het toedienen van voeding, het verzamelen van monsters uit de kleine ingewanden voor analyse, het toedienen van contrastmiddel voor röntgendiagnostiek, het toedienen van medicijnen, enz.
1011474 6
Volgens de getoonde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is rondom het uiteinde 3 van de catheter 10 een verdikking 1 aangebracht, waarvan de doorsnee aanzienlijk groter is dan de doorsnee van de flexibele buis 4. De verdikking 1 is voorzien van een boring die in 5 communicerende verbinding staat met de flexibele buis Bij voorkeur vormt de verdikking 1 de voorste begrenzing van de catheter 10. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is tevens een tweede verdikking 2 aangebracht rondom de flexibele buis 4, op een eerste afstand vanaf de eerste verdikking 1. De verdikkingen 1, 2 10 kunnen gevormd worden uit hetzelfde materiaal als de flexibele buis waardoor de catheter 10 eenvoudig te vervaardigen is. In een voorkeursuitvoeringsvorm worden de verdikkingen gevormd door rondom de flexibele buis 4 aangebrachte lichamen van een ander materiaal, zoals edelstaal. De verdikkingen 1, 2 hebbend bij voorkeur een cilindervorm 15 of plat-ovale vorm, en worden op of aan de buitenwand van de flexibele buis 4 gefixeerd. Als alternatief kunnen de verdikkingen gevormd worden door aan de buitenzijde van de flexibele buis 4 aangebrachte ballonnetjes, die met een vloeistof, bijvoorbeeld water, gevuld kunnen worden.
20 Fig. 2 toont een doorsnee-aanzicht van het uiteinde van een uit voeringsvorm van de catheter 10 volgens de onderhavige uitvinding. Hierbij zijn de verdikkingen 1, 2 uitgevoerd als holle cilinders 1, 2 met een centrale boring die overeenkomt met de buitendiameter van de flexibele buis 4. Deze uitvoeringsvorm is zeer eenvoudig te produceren 25 door de cilinders 1, 2 over het uiteinde 3 van de flexibele buis 4 te schuiven en op de juiste positie te fixeren, bijvoorbeeld met behulp van lijm.
Fig. 3 toont een doorsnee-aanzicht van het uiteinde van een verdere uitvoeringsvorm van de catheter 10 volgens de onderhavige uitvin-30 ding. Hierbij worden de als cilinderlichamen uitgevoerde verdikkingen 1, 2 gebruikt als verbindingsstukken tussen gedeelten van de flexibele buis 4, 4a. De centrale boring van elk van de cilinderlichamen 1, 2 is in dit geval bij voorkeur gelijk aan de binnendiameter van de flexibele buis 4, 4a. Het aan het uiteinde 3 van de catheter liggende cilin-35 derlichaam 1 heeft een verdere boring voor het opnemen van het gedeelte van de flexibele buis 4a. Het tweede cilinderlichaam 2 heeft aan beide zijden een verdere boring voor het opnemen van de uiteinden van de flexibele buis 4 en het gedeelte van de flexibele buis 4a.
1011474 7
Fig. 4 toont een doorsnee-aanzicht van de catheter 10 bij de lijn IV-IV in Fig. 2. Dit aanzicht toont duidelijk dat de verdikking 2 aangebracht is rondom de flexibele buis 4.
In Fig. 5 is een doorsnee-aanzicht getoond van het uiteinde van 5 een nog verdere uitvoeringsvorm van de catheter 10 volgens de onderhavige uitvinding. In deze uitvoeringsvorm zijn de verdikkingen 1, 2 voorzien van een aanzetflens waarover de flexibele buis 4 geschoven kan worden voor bevestiging. De bevestiging kan gefixeerd worden met behulp van een geschikte lijm. Deze aanzetflens is eenvoudig te ver-10 vaardigen in de verdikkingen 1, 2 door een freesbewerking. Voordeel van deze uitvoeringsvorm is, dat het volume van de verdikkingen maximaal kan worden gehouden, waardoor het gewicht van de verdikkingen 1, 2 zo groot mogelijk kan blijven.
De verdikkingen 1, 2 hebben in een voorkeursuitvoeringsvorm een 15 doorsnee tussen 0,5 cm en 2 cm, bijvoorbeeld 1 cm. De doorsnee van de verdikkingen 1, 2 moet een minimale doorsnee hebben om te verzekeren dat aangrijping plaats kan vinden door de peristaltiek in de maag en/of de darm. Aan de andere kant moet de doorsnee van de verdikking 1, 2 geen problemen opleveren bij het inbrengen van de catheter 10.
20 In de getoonde uitvoeringsvormen hebben de verdikkingen 1, 2 een zodanige maximale afmeting langs de flexibele buis 4, dat de flexibiliteit van de flexibele buis 4 gewaarborgd blijft die vereist is om de catheter 10 gemakkelijk te kunnen inbrengen.
Wanneer de catheter 10 via de mond van een patiënt wordt inge-25 bracht zal het gewicht van de verdikkingen 1, 2 ervoor zorgen dat het uiteinde 3 van de catheter 10 zich makkelijk naar beneden beweegt in de maag. Door een juiste houding van de patiënt (rechterzijligging) zal het uiteinde 3 van de catheter zich naar de maaguitgang bewegen. Het gewicht van de verdikking ligt bij voorkeur tussen 5 en 20 gram, 30 en bedraagt bijvoorbeeld 11 gram. Bij de maaguitgang zal de maagperis-taltiek aangrijpen op de eerste verdikking 1. Hierdoor wordt het uiteinde 3 van de flexibele buis 4 als het ware automatisch naar de maaguitgang geduwd.
Wanneer de eerste verdikking 1 zich voorbij de maaguitgang in de 35 twaalfvingerige darm bevindt, zal deze daar aangegrepen worden door de darmperistaltiek. Tegelijkertijd zal de tweede verdikking 2 nog aangegrepen worden door de maagperistaltiek, waardoor als het ware een dubbel effect optreedt en het uiteinde 3 van de flexibele buis 4 ver- 1011474 8 der in de dunne darm wordt getrokken of geduwd. Door de combinatie van de aangrijping van maag- en/of darmperistaltiek, gecombineerd met het effect van de zwaartekracht, vindt een uitermate snelle, automatische positionering van de catheter 10 plaats. Voor een dergelijk effectief 5 duw-trekmechanisme dient de afstand tussen de eerste verdikking 1 en de tweede verdikking 2 een bepaalde afstand te hebben, die bepaald wordt door de anatomische verhoudingen aan de maaguitgang van de patiënt. Bij voorkeur ligt de afstand van de eerste verdikking naar de tweede verdikking tussen 2,5 en 10 cm. De afstand kan bijvoorbeeld 6 10 cm bedragen voor toepassing van de catheter 10 bij een volwassen patiënt.
Door op zich bekende maatregel van afstandsmarkeringen op de flexibele buis 4, kan vastgesteld worden dat de catheter ver genoeg in de kleine ingewanden gepositioneerd is, waarna de catheter gefixeerd 15 kan worden. Na fixatie kunnen de afstandsmarkeringen gebruikt worden om te controleren of de positie van de catheter 10 niet gewijzigd is.
De catheter 10 volgens de onderhavige uitvinding is in de praktijk getest en gebleken is dat niet meer dan een kwartier nodig is om de catheter op de juiste plaats te brengen, waarbij het ongemak voor 20 de patiënt zeer beperkt bleef, zeker in vergelijking met tot nu toe gebruikte catheters. Met behulp van röntgendiagnostiek is aangetoond dat tijdens het inbrengen de verdikkingen 1, 2 van de catheter 10 inderdaad aangegrepen worden door de maag- en darmperistaltiek.
Hoewel de doorsnee van de verdikkingen 1, 2 de toepassing van 25 deze catheter 10 beperkt tot het transoraal inbrengen van de catheter 10, is het mogelijk om de transorale catheter 10 te gebruiken bij een werkwijze voor het invoeren van een transnasale catheter. Aan een transnasale catheter wordt in het algemeen de voorkeur gegeven als de catheter gedurende langere tijd aanwezig moet zijn.
30 Allereerst wordt de catheter 10 volgens de onderhavige uitvinding transoraal ingebracht tot de gewenste positie in de kleine ingewanden. Vervolgens wordt een transnasale catheter ingebracht via de neus, welke bijvoorbeeld met een McGill-tang door de mond weer naar buiten wordt gevoerd. Door de juist gepositioneerde catheter 10 wordt een 35 voerdraad 14 (zie Fig. 1) ingebracht tot in de dunne darm. De voer-draad 14 wordt vervolgens gefixeerd, zodat de catheter 10 weer uitgenomen kan worden terwijl de voerdraad 14 op de gewenste positie blijft. Hiervoor dient uiteraard de catheter 10 aan zijn voorste be- 1011474 9 grenzing open te zijn. Het uit de mond van de patiënt stekende gedeelte van de voerdraad 14 wordt vervolgens door de transnasale catheter gevoerd, totdat deze bij de neus naar buiten steekt. De transnasale catheter kan nu teruggeleid worden tot in de keelholte, zodat de 5 transnasale catheter over de voerdraad 14 tot in de dunne darm geleid kan worden.
101147*

Claims (12)

1. Catheter omvattende een flexibele catheterbuis met een tot in de kleine ingewanden van mens of dier in te brengen uiteinde van de 5 catheterbuis, waarbij het uiteinde voorzien is van een aangrijpings-lichaam waarop de peristaltiek van ingewanden aan kan grijpen om de catheter in te brengen, met het kenmerk. dat het aangrijpingslichaam gevormd wordt door ten minste één verdikking (1; 2) voorzien van een boring die in communicerende verbinding staat met de catheterbuis (4).
2. Catheter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ten minste ene verdikking (1; 2) ten minste gedeeltelijk rondom de catheterbuis (4) is geplaatst. 15
3· Catheter volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de doorsnee van de ten minste ene verdikking (1; 2) tussen 0,5 cm en 2 cm bedraagt.
4. Catheter volgens conclusie 1, 2 of 3» met het kenmerk, dat de 20 afmeting van de ten minste ene verdikking (1; 2) langs de catheterbuis (4) zodanig klein is, dat de catheterbuis (4) flexibel blijft.
5. Catheter volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk. dat het gewicht van de ten minste ene verdikking (1; 2) tus- 25 sen 5 en 20 gram ligt.
6. Catheter volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk. dat de ten minste ene verdikking (1; 2) bestaat uit een metaallichaam. 30
7- Catheter volgens een van de conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk. dat de ten minste ene verdikking (1; 2) bestaat uit een met vloeistof gevuld ballon. 1 1011474
8. Catheter volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ten minste ene verdikking (1; 2) een plat-ovale vorm heeft.
9· Catheter volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ten minste ene verdikking (1; 2) een gladde voorste begrenzing vormt van de catheter (10).
10. Catheter volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afstand tussen twee opeenvolgende verdikkingen (1, 2) een fysiologisch bepaalde afstand is.
11. Catheter volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de fysio-10 logisch bepaalde afstand bepaald wordt door anatomische verhoudingen van de maaguitgang.
12. Werkwijze voor het inbrengen van een transnasale catheter met behulp van een catheter volgens een van de conclusies 1 t/m 11, geken- 15 merkt doordat de werkwijze de stappen omvat van: - het transoraal inbrengen van de catheter (10) tot een gewenste positie van het uiteinde (3) van de catheter (10), - het transnasaal inbrengen van een transnasale catheter en het door de mond weer naar buiten brengen van de transnasale catheter, 20. het inbrengen van een voerdraad (14) in de catheter (10) en het fixeren van de voerdraad (14) in de juiste positie, - het terugvoeren van de catheter (10), waarbij de voerdraad (14) in de gefixeerde positie blijft, - het invoeren van de voerdraad (14) in het uit de mond stekende 25 gedeelte van de transnasale catheter, - het terugvoeren van het uiteinde van de transnasale sonde in de keel, - het inbrengen van de transnasale catheter langs de voerdraad (14) tot de gewenste positie. 30 ****** 1011474
NL1011474A 1999-03-05 1999-03-05 Zelf-positionerende catheter. NL1011474C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011474A NL1011474C2 (nl) 1999-03-05 1999-03-05 Zelf-positionerende catheter.
PCT/NL2000/000140 WO2000053146A1 (en) 1999-03-05 2000-03-03 Self-positioning catheter
AU29495/00A AU2949500A (en) 1999-03-05 2000-03-03 Self-positioning catheter

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011474 1999-03-05
NL1011474A NL1011474C2 (nl) 1999-03-05 1999-03-05 Zelf-positionerende catheter.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011474C2 true NL1011474C2 (nl) 2000-09-06

Family

ID=19768782

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011474A NL1011474C2 (nl) 1999-03-05 1999-03-05 Zelf-positionerende catheter.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU2949500A (nl)
NL (1) NL1011474C2 (nl)
WO (1) WO2000053146A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20050215959A1 (en) * 2004-03-24 2005-09-29 Children's Memorial Hospital. Delivery devices and methods of delivering liquids and nutrition to patients
EP1913926B1 (en) 2006-10-20 2010-12-15 Pfrimmer Nutricia GmbH Catheter system
US20120089128A1 (en) * 2010-10-06 2012-04-12 Rotella John A Anti-Migration Trans-Gastric Jejunal Feeding Tube
CN105126227A (zh) * 2015-09-01 2015-12-09 王兆华 小肠双对比造影导管及其使用方法

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3509067A1 (de) * 1984-03-16 1985-09-26 Sterimed Gesellschaft für medizinischen Bedarf mbH, 6600 Saarbrücken Sonde zur enteralen ernaehrung
EP0191471A1 (en) * 1985-02-14 1986-08-20 TERUMO KABUSHIKI KAISHA trading as TERUMO CORPORATION Catheter
US4631054A (en) * 1984-11-16 1986-12-23 Kim Il G Apparatus and process for naso-intestinal intubation
JPH0898889A (ja) * 1994-09-30 1996-04-16 Sanmoa:Kk カテーテル
WO1998033469A1 (en) 1997-02-04 1998-08-06 Stig Bengmark Catheter for providing a fluid connection with the small intestine

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3509067A1 (de) * 1984-03-16 1985-09-26 Sterimed Gesellschaft für medizinischen Bedarf mbH, 6600 Saarbrücken Sonde zur enteralen ernaehrung
US4631054A (en) * 1984-11-16 1986-12-23 Kim Il G Apparatus and process for naso-intestinal intubation
EP0191471A1 (en) * 1985-02-14 1986-08-20 TERUMO KABUSHIKI KAISHA trading as TERUMO CORPORATION Catheter
JPH0898889A (ja) * 1994-09-30 1996-04-16 Sanmoa:Kk カテーテル
WO1998033469A1 (en) 1997-02-04 1998-08-06 Stig Bengmark Catheter for providing a fluid connection with the small intestine

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 096, no. 008 30 August 1996 (1996-08-30) *

Also Published As

Publication number Publication date
WO2000053146A1 (en) 2000-09-14
AU2949500A (en) 2000-09-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5057091A (en) Enteral feeding tube with a flexible bolus and feeding bolus
US4496347A (en) Feeding tube stylet
JP7138831B2 (ja) 遠位結腸及び肛門直腸機能検査装置
ITMI980130A1 (it) Tubo per l'alimentazione intestinale in particolare per il trattamento nutrizionale o medicinale di un paziente
JP2012523288A (ja) 光学的に誘導される栄養管、カテーテルおよび関連方法
WO1999059463A9 (en) Monitoring catheter and method of using same
US4363323A (en) Nasogastric tube adapted to avoid pressure necrosis
JP2016516548A (ja) 拡径させた空腸用ルーメンを有する胃空腸チューブ
CN113453741B (zh) 放置用于胃造口术导管的导丝的系统、设备和方法
JP2007530143A (ja) 送給用器具及び液体と栄養を患者に送り込む方法
NL1011474C2 (nl) Zelf-positionerende catheter.
CN107583172A (zh) 一种超声引导经鼻置入的双腔鼻胃管鼻空肠管复合导管
EP2941221A1 (en) Jejunal feeding tube and delivery system
CN110403826A (zh) 一种麦芒仿生结合磁牵引快进式鼻肠营养管
BR112020015968A2 (pt) Conjunto de tubo e ponta dissolúvel
Equen et al. Magnetic removal of foreign bodies from the esophagus, stomach, and duodenum
JP6718664B2 (ja) 医療用チューブ、及び医療用チューブセット
KR102295322B1 (ko) 레빈 튜브의 삽입 보조 장치 및 이를 포함하는 레빈 튜브 복합체
US20210322280A1 (en) Feeding tube with inflatable balloon component and at least one of a carbon dioxide sampling line and a suction tube component
US20160287163A1 (en) Devices and methods for locating and treating esophageal strictures
RU134026U1 (ru) Устройство для извлечения магнитных инородных тел из желудочно-кишечного тракта
US20110213338A1 (en) Nasogastric tubes
CN208552534U (zh) 用于在超声引导下放置的空肠营养管
UA15026U (en) Device for catheterization of urethra and urinary bladder in bulls
CN211050290U (zh) 具有导引定位功能的导管组件

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: SVEN PLOEM

Owner name: ULRICH TAUBERT

Owner name: STEEN HOLDING BV

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20031001