NL1011395C2

NL1011395C2 - Boiler.

Info

Publication number: NL1011395C2
Application number: NL1011395A
Authority: NL
Inventors: Theodorus Johannes G Hamsvoort; Peter Joannes Verstappen; Walterus Maria Johan Hoogveldt; Cornelis Johannes Adrian Jongh
Original assignee: A O Smith Water Products Compa
Priority date: 1999-02-26
Filing date: 1999-02-26
Publication date: 2000-08-29
Also published as: AU2832600A; WO2000050821A1

Description

Korte aanduiding: KetelShort designation: Boiler

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een ketel voor het verwarmen van in de ketel aanwezige vloeistof, waarbij in de ketel 5 een een verbrandingsruimte begrenzend huis met een in het huis opgestelde brander is aangebracht, welk huis is verbonden met een verwarmingsspiraal die zich vanaf de verbrandingsruimte door de ketel uitstrekt en buiten de ketel via een leidingdeel op een rookgasafvoerkanaal is aangesloten.The present invention relates to a boiler for heating the liquid present in the boiler, wherein in the boiler 5 a housing bounding a combustion space with a burner arranged in the housing is arranged, which housing is connected to a heating coil extending from the combustion space extends through the boiler and is connected outside the boiler via a pipe section to a flue gas outlet.

Een dergelijke ketel is bekend uit de ten name van de 10 onderhavige aanvrager ingediende Nederlandse octrooiaanvrage 9101501. Bij de hieruit bekende ketel strekt de afvoerleiding, die op het een verbrandingsruimte begrenzende huis is aangesloten voor het afvoeren van verbrandingsgassen, zich vanaf de verbrandingskamer door de ketel naar de onderzijde van de ketel uit. Deze afvoerleiding is verder buiten de 15 ketel via een leidingdeel, dat een hoek kleiner dan 90° met de horizontaal insluit, op een zich omhoog uitstrekkend schoorsteenkanaal aangesloten. Als belangrijk nadeel van een dergelijke ketel moet het relatief hoge energiegebruik worden genoemd. Bovendien is de temperatuurregeling van de te verwarmen vloeistof niet nauwkeurig uitvoerbaar zodat bij wisselende 20 vraag naar bijvoorbeeld warm water de capaciteit van de ketel een beperking vormt. Bovendien is in de praktijk gebleken dat met het toepassen van een dergelijke constructie een onvoldoende benutting van de bij de verbranding opgewekte warmte tot stand wordt gebracht. Het is immers gewenst dat de temperatuur van de verbrandingsgassen bij het verlaten van de ketel zo 25 laag mogelijk is zodat de in de verbrandingsgassen aanwezige energie nagenoeg volledig is benut voor het verwarmen van de in de ketel aanwezige vloeistof.Such a boiler is known from the Netherlands patent application 9101501 filed in the name of the present applicant. In the boiler known from this, the discharge pipe, which is connected to the housing bounding a combustion space, extends from the combustion chamber through the boiler from the combustion chamber. towards the bottom of the boiler. This discharge pipe is further connected outside the boiler via a pipe section, which encloses an angle smaller than 90 ° with the horizontal, to an upwardly extending chimney channel. The relatively high energy consumption must be mentioned as an important drawback of such a boiler. Moreover, the temperature control of the liquid to be heated is not accurately feasible, so that with varying demand for, for example, hot water, the capacity of the boiler forms a limitation. Moreover, it has been found in practice that with the use of such a construction, insufficient use is made of the heat generated during combustion. After all, it is desirable that the temperature of the combustion gases when leaving the boiler is as low as possible so that the energy contained in the combustion gases is almost fully utilized for heating the liquid present in the boiler.

Het doel van de onderhavige uitvinding is derhalve het verschaffen van een ketel die een hoog energierendement bezit.The object of the present invention is therefore to provide a boiler that has a high energy efficiency.

30 Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een ketel waarin zowel een verwarming, zogenaamd CV-water, als een voorziening van warm water, zogenaamd sanitair water, is verwerkt.Another object of the present invention is to provide a boiler in which both a heating, so-called central heating water, and a provision of hot water, so-called sanitary water, are incorporated.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een ketel die eenvoudig plaatsbaar is en bij eventuele 35 reparaties makkelijk toegankelijk is.Another object of the present invention is to provide a boiler that is easy to place and easy to access for any repairs.

De onderhavige uitvinding zoals vermeld in de aanhef wordt volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de zich in het bovendeel 1011395 2 van de ketel bevindende te verwarmen vloeistof in contact is met een warmtewisselaar, welke warmtewisselaar dient voor het verwarmen van een medium, anders dan de vloeistof aanwezig in de ketel.The present invention as mentioned in the preamble is characterized according to the invention in that the liquid to be heated in the top part 1011395 2 of the boiler is in contact with a heat exchanger, which heat exchanger serves for heating a medium other than the liquid present in the kettle.

Volgens de onderhavige ketel vindt aldus verwarming 5 van de vloeistof aanwezig in de ketel, bij voorkeur sanitair water, plaats via de verbrandingsruimte en het transport van de hete verbrandingsgassen door de verwarmingsspiraal, welke verwarmingsspiraal zich bevindt in de vloeistof aanwezig in de ketel. De verwarmingsspiraal bestaat bij voorkeur aan een aan de buitenzijde glad uitgevoerde leiding om hechting van 10 ongewenste bestanddelen, zoals kalk, te voorkomen. Dergel ijke bestanddelen vertonen een nadelige invloed op het warmte overdragend vermogen van de verwarmingsspiraal. Bovendien wordt de energie-inhoud van de aldus in de ketel opgewarmde vloeistof nuttig toegepast voor het verwarmen van een medium anders dan de vloeistof aanwezig in de ketel, bij voorkeur water 15 dat als zogenaamd CV-water wordt toegepast. Aldus worden de verbrandingsgassen toegepast voor het verwarmen van de vloeistof aanwezig in de ketel, welke vloeistof op zijn beurt weer fungeert als een warmte overdragende vloeistof.According to the present boiler, heating of the liquid present in the boiler, preferably sanitary water, thus takes place via the combustion space and the transport of the hot combustion gases through the heating coil, which heating coil is located in the liquid present in the boiler. The heating coil preferably consists of a pipe which is smooth on the outside to prevent adhesion of undesired components, such as lime. Such components adversely affect the heat transfer capacity of the heating coil. In addition, the energy content of the liquid thus heated in the boiler is usefully used for heating a medium other than the liquid present in the boiler, preferably water which is used as so-called central heating water. Thus, the combustion gases are used to heat the liquid contained in the boiler, which liquid in turn acts as a heat transfer liquid.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de ketel volgens 20 de onderhavige uitvinding is de warmtewisselaar in een spiraalvorm, waarin zich het te verwarmen medium bevindt, uitgevoerd. Deze spiraalvorm, die is voorzien van een toevoerleiding en afvoerleiding van het te verwarmen medium, bevindt zich bij voorkeur binnen in het bovendeel van de ketel, waarbij de afvoerleiding van het te verwarmen medium, afkomstig van de 25 warmtewisselaar, is gelegen op de ketel nabij het de verbrandingsruimte begrenzende huis.In a special embodiment of the boiler according to the present invention, the heat exchanger is formed in a spiral form, in which the medium to be heated is located. This spiral form, which is provided with a supply pipe and a discharge pipe of the medium to be heated, is preferably located inside the upper part of the boiler, the discharge pipe of the medium to be heated, originating from the heat exchanger, being located on the boiler near the house bounding the combustion chamber.

Door het aldus opstellen van de warmtewisselaar in het bovendeel van de ketel zal het opgewarmde water in de ketel het in de spiraalvorm aanwezige medium opwarmen zodat dit opgewarmde medium, dat 30 in het algemeen voor centrale verwarming wordt toegepast, direct beschikbaar is. Onder toepassing van een dergelijke constructie vindt een goede warmte-overdracht plaats tussen de in de ketel aanwezige vloeistof en het medium dat zich in de warmtewisselaar bevindt.By thus arranging the heat exchanger in the top part of the boiler, the heated water in the boiler will heat up the medium present in the spiral form, so that this heated medium, which is generally used for central heating, is immediately available. Using such a construction, a good heat transfer takes place between the liquid present in the boiler and the medium contained in the heat exchanger.

Volgens een andere bijzondere uitvoeringsvorm van de 35 onderhavige uitvinding is de warmtewisselaar, die voor het verwarmen van een medium anders dan de vloeistof aanwezig in de ketel dient, als een platenwarmtewisselaar uitgevoerd, welke platenwarmtewisselaar zich buiten 101 139 5 3 de ketel bevindt en is voorzien van een toevoer- en afvoerleiding van de in de ketel aanwezige vloeistof en een toe- en afvoerleiding van het te verwarmen medium, waarbij de toevoerleiding van de in de ketel aanwezige vloeistof is gelegen op de ketel nabij het de verbrandingsruimte 5 begrenzende huis. De keuze van de positie van de toevoerleiding van de in de ketel aanwezige vloeistof is in het bijzonder niet kritisch maar het verdient de voorkeur een positie te kiezen waar de temperatuur van de in de ketel aanwezige vloeistof voldoende hoog is.According to another special embodiment of the present invention, the heat exchanger, which serves to heat a medium other than the liquid present in the boiler, is designed as a plate heat exchanger, which plate heat exchanger is located outside the boiler and is provided with of a supply and discharge pipe of the liquid present in the boiler and a supply and discharge pipe of the medium to be heated, the supply pipe of the liquid present in the boiler being located on the boiler near the housing bounding the combustion space. The choice of the position of the supply line of the liquid present in the boiler is in particular not critical, but it is preferable to choose a position where the temperature of the liquid present in the boiler is sufficiently high.

De toepassing van een platenwarmtewisselaar buiten de 10 ketel is met name gunstig omdat in een dergelijke constructie eenvoudig reparaties kunnen worden uitgevoerd. Een ander voordeel van het toepassen van de platenwarmtewisselaar is dat hierdoor een gelijk vermogen kan worden overgedragen als hetgeen via de brander wordt afgegeven. Daarnaast zijn de warmteverliezen bij een platenwarmtewisselaar tot een minimum beperkt. 15 Het verdient verder in een bijzondere uitvoeringsvorm de voorkeur dat het de verbrandingsruimte begrenzende huis tussen driekwart hoogte en boveneinde van de langwerpige, verticaal opgestelde ketel is opgesteld, waarbij de verwarmingsspiraal afkomstig van het de verbrandingsruimte begrenzende huis zich door de ketel naar beneden uitstrekt en tussen 20 benedeneinde en een kwart hoogte van de ketel is verbonden met het rookgasafvoerkanaal. Doordat de verwarmingsspiraal zich door de ketel naar beneden uitstrekt heeft dit tot gevolg dat de bij de verbranding ontstane rookgassen kunnen worden teruggekoeld tot ongeveer de temperatuur van het binnenkomende koude water, zodat volgens een dergelijke constructie 25 optimaal gebruik wordt gemaakt van de in de verbrandingsgassen aanwezige energie.The use of a plate heat exchanger outside the boiler is particularly advantageous because repairs can easily be carried out in such a construction. Another advantage of using the plate heat exchanger is that it allows the transfer of the same power as that delivered via the burner. In addition, the heat losses with a plate heat exchanger are kept to a minimum. Furthermore, in a special embodiment it is preferred that the combustion chamber bounding the combustion chamber is arranged between three-quarters height and the top end of the elongated, vertically arranged boiler, the heating coil coming from the combustion chamber bounding the housing extending downwards between the boiler and between The lower end and a quarter of the height of the boiler is connected to the flue gas discharge channel. Because the heating coil extends downwards through the boiler, this has the consequence that the flue gases generated during combustion can be cooled back to approximately the temperature of the incoming cold water, so that, according to such a construction, optimum use is made of the combustion gases present in the combustion gases. energy.

Volgens een andere, de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm strekt het de verbrandingsruimte begrenzende huis zich vanaf de onderzijde van de ketel hierin naar boven uit, waarbij de verwarmingsspi-30 raai van het de verbrandingsruimte begrenzende huis nabij het boveneinde van de ketel zich in de richting van het benedeneinde hiervan uitstrekt en aan de onderzijde van de ketel is verbonden met het rookgasafvoerkanaal.According to another preferred embodiment, the combustion space-limiting housing extends upwardly from the bottom of the boiler herein, with the heating coil of the combustion-space limiting housing near the top end of the boiler toward the top of the boiler. the lower end of which extends and is connected to the flue gas discharge channel at the bottom of the boiler.

Doordat de verwarmingsspiraal, waarin zich de verbrandingsgassen bevinden, over de gehele ketel is gepositioneerd, is 35 het aldus mogelijk om de gehele warmte-inhoud van de ketel beter te controleren. Bovendien is het mogelijk, door het aanbrengen van een aantal temperatuurmeetpunten op diverse plaatsen in de ketel, dat het vermogen 1011395 4 van de in het huis opgestelde brander hierop wordt aangepast. Tevens is het mogelijk om een circulatie van de te verwarmen vloeistof over de buiten de ketel bevindende platenwarmtewisselaar uit te voeren.Because the heating coil, in which the combustion gases are located, is positioned over the entire boiler, it is thus possible to better control the entire heat content of the boiler. Moreover, it is possible, by arranging a number of temperature measuring points at various places in the boiler, that the power 1011395 4 of the burner arranged in the house is adapted to this. It is also possible to carry out a circulation of the liquid to be heated over the plate heat exchanger located outside the boiler.

Volgens de onderhavige ketel condenseren de rookgassen 5 niet in de verbrandingsruimte, maar in de met het huis verbonden verwarmingsspiraal. Om te voorkomen dat ongewenste corrosie aan de binnenzijde van de verwarmingsspiraal optreedt, is het gewenst de binnenzijde hiervan de voorzien van een tegen corrosie bestand zijnde beschermingslaag.According to the present boiler, the flue gases 5 do not condense in the combustion space, but in the heating coil connected to the housing. In order to prevent undesired corrosion from occurring on the inside of the heating coil, it is desirable to provide the inside thereof with a corrosion-resistant protective layer.

10 De onderhavige uitvinding zal hierna onder gebruikmaking van tekeningen nader worden toegelicht.The present invention will be explained in more detail below using drawings.

Figuur 1 geeft een ketel volgens de onderhavige uitvinding weer, in welke ketel de warmtewisselaar voor het verwarmen van een medium, anders dan de vloeistof aanwezig in de ketel, zich binnen in 15 het bovendeel van de ketel bevindt.Figure 1 shows a boiler according to the present invention, in which boiler the heat exchanger for heating a medium, other than the liquid present in the boiler, is located inside the upper part of the boiler.

Figuur 2 is een weergave van een bijzondere uitvoeringsvorm van de ketel, in welke ketel de warmtewisselaar voor het verwarmen van een medium, anders dan de vloeistof aanwezig in de ketel, is uitgevoerd als een platenwarmtewisselaar die zich buiten de ketel bevindt.Figure 2 shows a special embodiment of the boiler, in which boiler the heat exchanger for heating a medium, other than the liquid present in the boiler, is designed as a plate heat exchanger located outside the boiler.

20 Figuur 3 is een weergave van een bijzondere uitvoerings vorm van een ketel waarbij het de verbrandingsruimte begrenzende huis zich vanaf de onderzijde van de ketel hierin naar boven uitstrekt.Figure 3 is a representation of a special embodiment of a boiler in which the housing bounding the combustion space extends upwardly from the bottom of the boiler.

In Figuur 1 is ketel 1 onder toepassing van een bevestigingselement 2 op een daartoe geschikte plaats gemonteerd. Voor 25 de duidel i jkheid van de figuren zijn de noodzakel i jke pompen, regel systemen en dergelijke weggelaten. In ketel 1 bevindt zich een hoeveelheid water die bij voorkeur voor sanitaire doeleinden wordt toegepast. De toevoer van dit sanitaire water vindt via leiding 3 aan de onderzijde van ketel 1 plaats en verlaat de ketel 1 aan de bovenzijde via leiding 4. De in de 30 ketel 1 bevindende vloeistof wordt onder toepassing van een een verbrandingsruimte begrenzend huis 5, waarin zich een brander 6 bevindt, verwarmd. De bij de verbranding ontstane verbrandingsgassen verlaten huis 5 via een verwarmingsspiraal 7 die zich in ketel 1 in benedenwaartse richting uitstrekt. De verwarmingsspiraal 7 strekt zich op verbindingspunt 35 8 uit ketel 1 en is via leidingdeel 12 verbonden met een rookgasafvoer kanaal (niet weergegeven). In ketel 1 bevindt zich tevens een warmtewisselaar 9 in de spiraalvorm, welke warmtewisselaar 9 bij voorkeur dient voor ï ü j j o b t) 5 het opwarmen van zogenaamd verwarmingswater of CV-water. De toevoer van CV-water aan warmtewisselaar 9 vindt plaats via toevoerleiding 10. De afvoer van het aldus opgewarmde CV-water vindt plaats via toevoerleiding 11. Het is echter ook mogelijk de stromingsrichting in warmtewisselaar 5 9 om te draaien. Doordat de in een spiraalvorm uitgevoerde warmtewisselaar 9 is bij voorkeur opgesteld in het boveneinde van de langwerpige, verticaal opgestelde ketel 1, vindt volgens een doelmatige manier warmte-overdracht plaats tussen de vloeistof, in het bijzonder het sanitaire water, aanwezig in ketel 1 en het medium, in het bijzonder het CV-water, aanwezig in 10 warmtewisselaar 9. Er moet worden opgemerkt dat dezelfde verwi jzingsci jfers toegepast in elke figuur steeds overeenkomstige onderdelen aangeven.In Figure 1, boiler 1 is mounted in a suitable place using a fixing element 2. For the sake of clarity of the figures, the necessary pumps, control systems and the like have been omitted. Boiler 1 contains an amount of water that is preferably used for sanitary purposes. The supply of this sanitary water takes place via pipe 3 at the bottom of boiler 1 and leaves boiler 1 at the top via pipe 4. The liquid contained in boiler 1 is used, using a housing 5 bounding a combustion space, in which a burner 6 is located, heated. The combustion gases generated during combustion leave house 5 via a heating coil 7 which extends downwards in boiler 1. The heating coil 7 extends at connection point 35 from boiler 1 and is connected via pipe section 12 to a flue gas discharge channel (not shown). In boiler 1 there is also a heat exchanger 9 in the spiral form, which heat exchanger 9 preferably serves for heating so-called heating water or central heating water. The supply of heating water to heat exchanger 9 takes place via supply line 10. The discharge of the heating water thus heated takes place via supply line 11. However, it is also possible to reverse the flow direction in heat exchanger 5 9. Because the heat exchanger 9 in a spiral form is preferably arranged in the upper end of the elongated, vertically arranged boiler 1, heat transfer takes place in an efficient manner between the liquid, in particular the sanitary water, present in boiler 1 and the medium, in particular the heating water, present in heat exchanger 9. It should be noted that the same reference figures used in each figure always indicate corresponding parts.

In Figuur 2 is ketel 1 voorzien van een een verbrandingsruimte begrenzend huis 5 waarbij een in het huis 5 opgestelde brander 6 is aangebracht. Huis 5 is verbonden met een verwarmingsspiraal 7 die 15 zich vanaf de verbrandingsruimte door de ketel 1 in benedenwaartse richting uitstrekt en buiten de ketel 1 via verbindingspunt 8 is verbonden met een leidingdeel 12 dat op een rookgasafvoerkanaal (niet weergegeven) is aangesloten. In ketel 1 bevindt zich een hoeveelheid vloeistof, in het bijzonder sanitair-water. De toevoer van sanitair water vindt plaats via 20 leiding 3 aan ketel 1 en verlaat ketel 1 aan de bovenzijde hiervan via leiding 4. De opwarming van het sanitaire water vindt plaats door middel van de bij de verbranding vrijkomende verbrandingsgassen die door verwarmingsspiraal 7 worden geleid en vervolgens via leidingdeel 12 naar een rookgasafvoerkanaal (niet weergegeven) worden afgevoerd. In deze 25 bijzondere uitvoeringsvorm is ketel 1 in een boveneinde hiervan voorzien van een leiding 13, welke leiding 13 het reeds opgewarmde sanitaire water toevoert aan een zich buiten ketel 1 bevindende warmtewisselaar 17, in het bijzonder een platenwarmtewisselaar. Het is echter ook mogelijk leiding 4 aan te sluiten op leiding 13, zodat van een aftappunt op ketel 1 kan 30 worden afgezien. De afvoer van sanitair water uit warmtewisselaar 17 vindt plaats via leiding 14, welke leiding 14 tevens is verbonden met ketel 1. Aldus vindt een circulatie van sanitair water via leiding 13, warmtewisselaar 17 en leiding 14 plaats. Warmtewisselaar 17 is tevens voorzien van een inlaat 15 voor het verwarmen van een medium, in het bijzonder 35 zogenaamd CV-water. In de warmtewisselaar 17 wordt ten gevolge van de warmte-inhoud van het via leiding 13 toegevoerde sanitaire water warmte overgedragen op het via inlaat 15 toegevoerde CV-water. Het opgewarmde 1 0 1 133 5 6 CV-water, bij voorkeur onder gebruikmaking van het tegenstroomprincipe, verlaat de warmtewisselaar 17 via leiding 16. Het verdient de voorkeur een platenwarmtewisselaar 17 toe te passen, in het bijzonder ten aanzien van het gunstige warmteoverdragende vermogen.In Figure 2, boiler 1 is provided with a housing 5 bounding a combustion space, wherein a burner 6 arranged in housing 5 is arranged. Casing 5 is connected to a heating coil 7 which extends downwards from the combustion space through the boiler 1 and is connected outside the boiler 1 via connection point 8 to a pipe section 12 which is connected to a flue gas discharge duct (not shown). Boiler 1 contains an amount of liquid, in particular sanitary water. The supply of sanitary water takes place via pipe 3 to boiler 1 and leaves boiler 1 at the top thereof via pipe 4. The heating of the sanitary water takes place by means of the combustion gases released during combustion, which are passed through heating coil 7 and are then discharged via pipe section 12 to a flue gas discharge duct (not shown). In this particular embodiment, boiler 1 is provided at its upper end with a pipe 13, which pipe 13 supplies the already heated sanitary water to a heat exchanger 17 located outside boiler 1, in particular a plate heat exchanger. However, it is also possible to connect line 4 to line 13, so that a tapping point on boiler 1 can be dispensed with. Sanitary water is discharged from heat exchanger 17 via pipe 14, which pipe 14 is also connected to boiler 1. Thus, a circulation of sanitary water takes place via pipe 13, heat exchanger 17 and pipe 14. Heat exchanger 17 is also provided with an inlet 15 for heating a medium, in particular 35 so-called central heating water. In the heat exchanger 17, as a result of the heat content of the sanitary water supplied via line 13, heat is transferred to the heating water supplied via inlet 15. The heated heating water, preferably using the counterflow principle, leaves the heat exchanger 17 via line 16. It is preferable to use a plate heat exchanger 17, in particular with regard to the favorable heat transfer capacity.

5 In fig. 3 is een bijzondere uitvoeringsvorm van ketel 1 schematisch weergegeven. De constructie volgens fig. 3 komt nagenoeg overeen met die volgens fig. 2 voor wat betreft de toepassing van een zich buiten ketel 1 bevindende warmtewisselaar 17, in het bijzonder een platenwarmtewisselaar. Ketel 1 is onder toepassing van een constructie-element 10 2 op een daartoe gewenste plaats gemonteerd. In ketel 1 bevindt zich water, in het bijzonder sanitair water dat via leiding 3 aan de onderzijde van ketel 1 is toegevoerd en vervolgens ketel 1 aan de bovenzijde verlaat via afvoerleiding 4. Het verwarmen van de vloeistof in ketel 1 vindt plaats onder gebruikmaking van een bijzonder uitgevoerd, een een verbrandings-15 ruimte begrenzend huis 5. Dit verbrandingsruimte begrenzende huis 5 strekt zich vanaf de onderzijde van de ketel hierin naar boven uit, waarbij een met huis 5 verbonden verwarmingsspiraal 7 nabij het boveneinde van de ketel 1 zich in de richting van het benedeneinde hiervan uitstrekt en aan de onderzijde van ketel 1 via verbindingspunt 8 is verbonden met een 20 leidingdeel 12, welk leidingdeel 12 op een rookgasafvoerkanaal (niet weergegeven), is aangesloten. In een boveneinde van ketel 1 is een leiding 13 aangebracht die de vloeistof aanwezig in ketel 1, bij voorkeur sanitair water, toevoert aan de warmtewisselaar 17. Het is echter ook mogelijk leiding 4 aan te sluiten op leiding 13, zodat van een aftappunt op ketel 25 1 kan worden afgezien. De afvoer van dit sanitair water uit de warmte wisselaar 17 vindt plaats via afvoerleiding 14, welke afvoerleiding 14 is verbonden met ketel 1. Volgens een dergelijke construct!evorm vindt rondpompen van sanitair water via leiding 13, warmtewisselaar 17 en leiding 14 terug in ketel 1 plaats. Warmtewisselaar 17 is tevens voorzien van een 30 toevoerleiding 15 en een afvoerleiding 16 van het te verwarmen medium, bij voorkeur water dat voor CV-doeleinden wordt toegepast. Ten gevolge van de bijzondere constructie van verwarmingsspiraal 7 afkomstig van brander 6 vindt een goede overdracht plaats van de in de verbrandingsgassen aanwezige energie en het op te warmen sanitaire water, welk sanitair water 35 vervolgens wordt toegepast voor het verwarmen van een medium anders dan de vloeistof aanwezig in ketel 1.Fig. 3 schematically shows a special embodiment of boiler 1. The construction according to Fig. 3 substantially corresponds to that according to Fig. 2 with regard to the use of a heat exchanger 17 located outside boiler 1, in particular a plate heat exchanger. Boiler 1 is mounted at a desired location using a construction element 102. Boiler 1 contains water, in particular sanitary water, which is supplied via pipe 3 to the bottom of boiler 1 and then exits boiler 1 at the top via discharge pipe 4. Heating of the liquid in boiler 1 takes place using a Specially designed, a housing 5 bounding a combustion space 5. This combustion space bounding space 5 extends upwardly from the bottom of the boiler, a heating coil 7 connected to housing 5 near the top end of the boiler 1 extending in the direction extends from the lower end thereof and is connected at the bottom side of boiler 1 via connection point 8 to a pipe section 12, which pipe section 12 is connected to a flue gas discharge channel (not shown). In a top end of boiler 1, a pipe 13 is provided which supplies the liquid present in boiler 1, preferably sanitary water, to the heat exchanger 17. However, it is also possible to connect pipe 4 to pipe 13, so that from a tapping point on the boiler 25 1 can be waived. The discharge of this sanitary water from the heat exchanger 17 takes place via discharge pipe 14, which discharge pipe 14 is connected to boiler 1. According to such a construction, the circulation of sanitary water is circulated via pipe 13, heat exchanger 17 and pipe 14 in boiler 1. place. Heat exchanger 17 is also provided with a supply line 15 and a discharge line 16 of the medium to be heated, preferably water which is used for central heating purposes. Due to the special construction of heating coil 7 from burner 6, a good transfer takes place of the energy present in the combustion gases and the sanitary water to be heated, which sanitary water is then used for heating a medium other than the liquid present in boiler 1.

(Ut ; U U .j 7(Ut; U U .j 7

Onder toepassing van de hiervoor beschreven, drie bijzondere uitvoeringsvormen van de onderhavige ketel, heeft de onderhavige aanvrager gevonden dat het energierendement aanzienlijk hoger is dan de reeds volgens de stand van de techniek bekende ketels. Dit energierendement 5 geldt zowel voor het CV-water als voor het verwarmen van sanitair water. De onderhavige ketel maakt het in de praktijk bovendien mogelijk dat de gebruiker direct zowel sanitair water als CV-water aan de ketel kan onttrekken zonder dat dit gepaard gaat met ernstige temperatuurdalingen.Using the above described three particular embodiments of the present boiler, the present applicant has found that the energy efficiency is considerably higher than the boilers already known according to the prior art. This energy efficiency 5 applies to both central heating water and heating sanitary water. In addition, the present boiler makes it possible in practice that the user can directly extract both sanitary water and central heating water from the boiler without this being accompanied by serious temperature drops.

Het moet duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding 10 niet is beperkt door de hiervoor weergegeven drie bijzondere uitvoeringsvormen maar slechts is beperkt door de bijgevoegde conclusies.It is to be understood that the present invention is not limited by the above three particular embodiments, but is limited only by the appended claims.

10 1 '132 ö10 1 '132 ö

Claims

1. Boiler for heating the liquid present in the boiler, in which a combustion chamber 5 bounding the combustion space is arranged in the boiler, with a burner arranged in the housing, which housing is connected to a heating coil extending from the combustion space through the boiler and connected outside the boiler via a pipe section to a flue gas discharge duct, characterized in that the liquid to be heated located in the upper part of the boiler (1) is in contact with a heat exchanger (9, 17), which heat exchanger (9, 17) serves to heat a medium other than the liquid contained in the boiler (1).

Boiler according to claim 1, characterized in that the heat exchanger (9) is formed in a spiral form, in which the medium to be heated is located, which heat exchanger (9) is provided with a supply pipe (10) and a discharge pipe (11). ) of the medium to be heated and is located inside the upper part of the boiler (1), the discharge pipe (11) of the medium to be heated being located on the boiler near the housing (5) bounding the combustion space.

Boiler according to Claim 1, characterized in that the heat exchanger (17) is designed as a plate heat exchanger located outside the boiler (1), which plate heat exchanger (17) is provided with a supply (13) and discharge pipe (14). ) of the liquid present in the boiler and a supply (15) and discharge pipe (16) of the medium to be heated, the supply pipe (13) of the liquid present in the boiler (1) being located on the boiler near the the combustion chamber bounding the housing (5).

Boiler according to claim 3, characterized in that in the plate heat exchanger (17) the liquid from the boiler (1) and the medium to be heated are in countercurrent with each other.

Boiler according to Claims 1 to 4, characterized in that the housing (5) bounding the combustion space is arranged between three-quarters height and the top end of the elongated, vertically arranged boiler (1), the heating coil (7) coming from the combustion chamber (5) bounding the housing (5) extends down through the boiler (1) and is connected to the flue gas discharge channel via connection point (8) between the lower end and the quarter height of the boiler (1). 1. i; O * J: j

Boiler according to claims 3-4, characterized in that the combustion chamber (5) housing extends upwardly from the bottom of the boiler (1), the heating coil (7) of the combustion chamber housing (7) 5) near the upper end 5 of the boiler (1) extends in the direction of the lower end thereof and is connected to the flue gas discharge channel at the bottom of the boiler (1) via connection point (8).

Boiler according to claims 1-6, characterized in that the heating coil (7) of the housing (5) bounding the combustion space is arranged floating in the liquid to be heated in the boiler (1).

Boiler according to claims 1-7, characterized in that the liquid to be heated present in boiler (1) can be regarded as sanitary water and that the medium to be heated can be considered as heating water. 101 'i 3 ü L>