NL1011295C2

NL1011295C2 - Fixture.

Info

Publication number: NL1011295C2
Application number: NL1011295A
Authority: NL
Inventors: Paul Robert Allebes
Original assignee: Lumiance Bv
Priority date: 1999-02-12
Filing date: 1999-02-12
Publication date: 2000-08-15
Also published as: EP1028285A1

Description

Korte aanduiding: Armatuur.Short designation: Fixture.

De uitvinding heeft betrekking op een armatuur voorzien van een huis met een aan een uiteinde van het huis buiten het huis uit-5 stekende flens en aan de buitenzijde van het huis aangebrachte, uit draad vervaardigde bevestigingsveren, die ieder een spiraal vormig gedeelte met een tweetal op de uiteinden van dit spiraal vormige gedeelte aansluitende armen omvatten, waarbij de bevestigingsveren zodanig zijn aangebracht, dat de hartlijnen van de windingen van de 10 spiraal vormige gedeelten zich dwars op de nabij gelegen gedeelten van de omtrekswand van de flens uitstrekken en iedere bevestigingsveer met een eerste arm met het huis is verbonden, terwijl een tweede van de beide armen van de bevestigingsveer een stand kan innemen waarin tenminste het uiteinde van deze arm, gezien in een richting loodrecht 15 op de flens, buiten de flens uitsteekt, terwijl het armatuur is voorzien van een aanslag waartegen de tweede arm kan aanliggen in een stand waarin de tweede arm, gezien in de richting loodrecht op de flens binnen de buitenomtrek van de flens ligt.The invention relates to a luminaire provided with a housing with a flange protruding from one end of the housing outside the housing and threaded fastening springs arranged on the outside of the housing, each of which has a spiral-shaped part with two arms connecting to the ends of this spiral portion, the mounting springs being arranged so that the center lines of the turns of the spiral portions extend transversely to the adjacent portions of the circumferential wall of the flange and each mounting spring with a first arm is connected to the housing, while a second of the two arms of the mounting spring can assume a position in which at least the end of this arm, viewed in a direction perpendicular to the flange, protrudes beyond the flange, while the luminaire is provided of a stop against which the second arm can abut in a position in which the second arm, viewed in direction 1 perpendicular to the flange is within the outer circumference of the flange.

Een dergelijk armatuur is bekend uit FR-A-1.283.929. Bij 20 deze bekende constructie zijn de stijf tegen elkaar aanliggende windingen van de bevestigingsveer op een zich ten opzichte van het huis naar buiten uitstrekkende arm geschoven, waarbij de windingen liggen opgesloten tussen het huis en een omgebogen uiteinde van de arm. Daarbij zijn de windingen op een verhoudingsgewijs grote afstand 25 van de flens gelegen. Zoals in het octrooi beschreven kunnen voor het inbrengen van het huis in: in een plafondplaat of dergelijke aangebracht gat de uiteinden van de armen van een bevestigingsveer aan elkaar gehaakt worden. Verder is vermeld, dat om het huis vast te zetten aan het plafond of dergelijke het voldoende is om de armen van 30 elkaar los te koppelen. Hoe dit bewerkstelligd moet worden is echter niet aangegeven.Such a luminaire is known from FR-A-1,283,929. In this known construction, the rigidly abutting turns of the mounting spring are slid onto an arm extending outwardly relative to the housing, the turns being enclosed between the housing and a bent end of the arm. The windings are located at a relatively great distance from the flange. As described in the patent, for inserting the housing into a hole in a ceiling plate or the like, the ends of the arms of a mounting spring can be hooked together. It has further been stated that in order to fix the housing to the ceiling or the like it is sufficient to disconnect the arms from each other. How this should be accomplished, however, has not been specified.

Volgens de uitvinding zijn de spiraal vormige gedeelten van de bevestigingsveren nabij de flens gelegen, waarbij althans een buitenste winding van ieder spiraal vormig gedeelte in de richting van 35 het huis verplaatsbaar is, terwijl tussen de aanslag voor de tweede arm van een bevestigingsveer en de winding(en) van het spiraal vormig 1011295 2 gedeelte van deze bevestigingsveer aan de naar het huis toegekeerde zijde van de tweede arm een contactorgaan voor de tweede arm is gelegen.According to the invention, the spiral-shaped parts of the fixing springs are located near the flange, at least one outer winding of each spiral-shaped part being movable in the direction of the housing, while between the stop for the second arm of a fixing spring and the winding (s) of the spiral-shaped portion of this mounting spring, a contact member for the second arm is located on the side of the second arm facing the housing.

Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding 5 zullen bij het insteken van het armatuur in een plafondplaat of dergelijke aangebracht gat de spiraal vormige gedeelten van de bevestigingsveer, in het bijzonder de buitenste windingen van de be-vestigingsveren met de begrenzingsrand van het gat in aanraking komen waardoor althans deze buitenste windingen van de spiraal vormige 10 gedeelten enigszins in de richting van het huis worden geduwd. Dientengevolge worden de tweede armen van de bevestigingsveer tegen de contactorganen geduwd en zodanig om deze contactorganen gezwenkt, dat de tweede armen van de desbetreffende aanslagen vrij komen en naar buiten en tegen de van de flens afgekeerde zijde van de wand, plafond 15 of dergelijke worden gezwenkt om zo in een stand te komen waarin het armatuur in het desbetreffende gat wordt vastgehouden onder het aandrukken van de flens tegen de wand, plafond of dergelijke.When the construction according to the invention is used, when the luminaire is inserted into a ceiling plate or the like, the spiral-shaped parts of the mounting spring, in particular the outer windings of the mounting springs, will come into contact with the bounding edge of the hole. whereby at least these outer windings of the spiral-shaped parts are pushed somewhat in the direction of the housing. As a result, the second arms of the mounting spring are pushed against the contact members and pivoted about these contact members so that the second arms are released from the respective stops and are pivoted outwardly and against the side of the wall, ceiling 15 or the like facing away from the flange. in order to get into a position in which the luminaire is held in the relevant hole while pressing the flange against the wall, ceiling or the like.

Eventueel kan het in de richting van het huis bewegen van althans de buitenste windingen van de spiraal vormige gedeelten van de 20 bevestigingsveren worden ondersteund door op deze buitenste windingen met de hand een drukkracht uit te oefenen indien deze windingen ter hoogte van de rand van het gat zijn gelegen.Optionally, moving at least the outer windings of the spiral-shaped parts of the mounting springs towards the housing can be supported by applying a compressive force to these outer windings by hand if these windings are at the edge of the hole. are located.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren schematisch weergegeven uit-25 voeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to some embodiments of the construction according to the invention schematically shown in the accompanying figures.

Figuur 1 toont een zijaanzicht op een armatuur voorzien van bevestigingsveren in een stand, waarin geen onderdelen van de bevestigingsveren buiten de flens van het armatuur uitsteken.Figure 1 shows a side view of a fixture provided with mounting springs in a position in which no parts of the mounting springs protrude beyond the flange of the fixture.

Figuur 2 toont een met figuur 1 overeenkomend zijaanzicht 30 waarbij een arm van een van de bevestigingsveren tenminste gedeeltelijk buiten de flens van het armatuur uitsteekt.Figure 2 shows a side view corresponding to Figure 1, wherein an arm of one of the mounting springs protrudes at least partly outside the flange of the luminaire.

Figuren 3 en 4 tonen opeenvolgende stappen van het aanbrengen van een armatuur in in een plafond of dergelijke aangebracht gat.Figures 3 and 4 show successive steps of mounting a fixture in a hole provided in a ceiling or the like.

35 Figuur 5 toont een onderaanzicht op een in een gat in een plafond of dergelijke aangebracht armatuur.Figure 5 shows a bottom view of a luminaire arranged in a hole in a ceiling or the like.

i 101 1295 3101 1295 3

Figuur 6 toont een aanzicht op een bevestigingsveer zoals gebruikt bij het in de figuren 1-5 weergegeven armatuur in ongespannen stand.Figure 6 shows a view of a mounting spring as used with the fixture shown in Figures 1-5 in the unstressed position.

Figuur 7 toont een zijaanzicht op een tweede uitvoerings-5 vorm van een armatuur volgens de uitvinding met een bevestigingsveer in een stand, waarin deze niet buiten de flens van het armatuur uitsteekt.Figure 7 shows a side view of a second embodiment of a luminaire according to the invention with a mounting spring in a position in which it does not protrude beyond the flange of the luminaire.

Figuur 8 toont een met figuur 7 overeenkomend aanzicht waarbij een arm van de bevestigingsveer met een gedeelte buiten de 10 flens van het armatuur uitsteekt.Figure 8 shows a view corresponding with figure 7, wherein an arm of the mounting spring protrudes with a part outside the flange of the armature.

Figuur 9 toont een aanzicht op de bij de uitvoeringsvorm volgens figuren 7 en 8 toegepaste bevestigingsveer in ontspannen stand van de veer.Figure 9 shows a view of the fixing spring used in the embodiment according to Figures 7 and 8 in the relaxed position of the spring.

Het in de figuren 1-5 weergegeven armatuur omvat een huis 1 15 met een daaraan bevestigde ring 2, die aan een uiteinde is voorzien van een uitstekende flens 3. J.n de weergegeven uitvoeringsvorm vormt het armatuur een gebruikelijk verlichtingsarmatuur voorzien van een aan de zijde van de flens 3 open reflector 4. Dergelijke verlichtings-armaturen zijn op zich in vele uitvoeringsvormen denkbaar en het zal 20 dan ook niet nodig zijn om een uitvoerige beschrijving van een dergelijk armatuur te geven.The luminaire shown in Figures 1-5 comprises a housing 1 with a ring 2 attached thereto, which is provided at one end with a protruding flange 3. In the embodiment shown, the luminaire forms a conventional lighting luminaire provided with a side of flange 3 open reflector 4. Such lighting fixtures are per se conceivable in many embodiments and it will therefore not be necessary to provide a detailed description of such a fixture.

Uiteraard is de uitvinding ook toepasbaar bij andere inbouwarmaturen, bijvoorbeeld voor het in een wand, plafond of dergelijke inbouwen van een geluidsbox of dergelijke.The invention is of course also applicable to other recessed luminaires, for instance for installing a sound box or the like in a wall, ceiling or the like.

25 Voor de bevestiging van het armatuur aan een wand, plafond of dergelijke zijn aan het huis enige bevestigingsveren 5 aangebracht.For mounting the luminaire on a wall, ceiling or the like, some mounting springs 5 are arranged on the housing.

Zoals in het bijzonder uit de figuur 6 blijkt is de bevestigingsveer voorzien van-een spiraalvormig gewikkeld gedeelte 6, dat in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld ongeveer anderhalve 30 winding omvat, maar indien^gewenst ook een daarvan afwijkend aantalAs appears in particular from Figure 6, the mounting spring is provided with a spiral-wound part 6, which in the illustrated exemplary embodiment comprises approximately one and a half turns, but if desired also a number deviating therefrom

windingen kan bezitten. Twindings. T

Op een uiteinde van het spiraalvormig gedeelte sluit via een zich tangentieel op dit gedeelte aansluitend verbindingsstuk 7 een U-vormige arm 8 aan waarvan het vrije uiteinde 8’ haaks is omgebogen.A U-shaped arm 8, the free end of which is bent at right angles, connects to one end of the spiral part via a connecting piece 7 connecting tangentially to this part.

35 Op het andere uiteinde van het spiraalvormig gedeelte 6 sluit een tweede arm 9 aan, die in het weergegeven uitvoerings- 101 1295 4 voorbeeld een drietal een stompe hoek met elkaar insluitende delen 10, 11 en 12 omvat.A second arm 9, which in the illustrated embodiment 101 1295 4 comprises three obtuse angles with mutually enclosing parts 10, 11 and 12, connects to the other end of the spiral portion 6.

Zoals nader uit figuren 1 en 2 blijkt zijn aan de van de flens 3 afgekeerde rand van de ring 2 zich omhoog uitstrekkende 5 steunen 13 aangebracht, die zijn voorzien van kamers waarin de U-vormig gebogen armen 8 van de bevestigingsveren 5 zijn opgenomen. Daarbij ligt het afgebogen uiteinde 8’ van de U-vormig gebogen arm 8 aan tegen de onderrand van een de kamer in de steun 13 begrenzende wand om een omhoog schuiven van de veer 5 van de kamer te begrenzen.As will be further shown in Figures 1 and 2, upwardly extending supports 5 are provided on the edge of the ring 2 remote from the flange 3, which supports are provided with chambers in which the U-shaped curved arms 8 of the mounting springs 5 are accommodated. The bent end 8 'of the U-shaped bent arm 8 abuts against the lower edge of a wall bounding the chamber in the support 13 in order to limit an upward movement of the spring 5 of the chamber.

10 Verder is de uitvoering zodanig, dat in gemonteerde stand het spiraal vormige gedeelte 6 althans het onderste gedeelte van een winding van dit spiraal vormige gedeelte aanligt tegen de flens 3.Furthermore, the embodiment is such that in mounted position the spiral-shaped part 6 at least the bottom part of a turn of this spiral-shaped part rests against the flange 3.

Verder is het steunorgaan 13 aan een zijkant voorzien van een uitstekende nok of aanslag 14 tegen het boveneinde waarvan, zoals 15 in figuren 1 en 2 is weergegeven, het uiteinde 8’ van een bevestig- ingsveer 5 ligt. Gezien in de richting van de hartlijn van het armatuur liggen de aanslagen 14 en de daartegen liggende uiteinden 8’ van de bevestigingsveren 5 binnen de binnenomtrek van de ring 2. Zoals verder in figuur 1 is weergegeven kan de arm 9 van de bevestigingsveer 20 5 tegen het uiteinde 8’ van deze bevestigingsveer 5 worden gelegd.Furthermore, the support member 13 is provided on one side with a protruding cam or stop 14 against the top end of which, as shown in Figs. 1 and 2, the end 8 of a fixing spring 5 lies. Viewed in the direction of the axis of the armature, the stops 14 and the abutting ends 8 'of the mounting springs 5 lie within the inner circumference of the ring 2. As shown further in figure 1, the arm 9 of the mounting spring 20 can abut the end 8 'of this mounting spring 5 is laid.

Door de veerspanning in het spiraal vormige gedeelte 6 van de be vestigingsveer 5 zal de arm 9 tegen dit uiteinde 8’ worden gedrukt en daardoor geneigd zijn om in deze stand te blijven staan. Daarbij ligt in deze stand de arm 9 tegen een contactorgaan gevormd door de boven-25 rand van de ring 2 waar deze overgaat in het steunorgaan 13.Due to the spring tension in the spiral-shaped part 6 of the mounting spring 5, the arm 9 will be pressed against this end 8 and will therefore tend to remain in this position. In this position, the arm 9 rests against a contact member formed by the top edge of the ring 2 where it merges into the support member 13.

Indien de arm 9 vrij komt van het uiteinde 8’ van de veer 5, dan zal deze arm 9 onder invloed van de veerspanning in het spiraal vormig gedeelte 6 in de richting van de flens 3 zwenken, zoals weergegeven in figuur 2.If the arm 9 is released from the end 8 of the spring 5, this arm 9 will pivot towards the flange 3 under the influence of the spring tension in the spiral-shaped part 6, as shown in figure 2.

30 Voor montage van het armatuur in een in een wand- of plafondplaat of dergelijke aangebracht gat zullen de bevestigingsveren 5 in de in figuur 1 weergegeven stand worden gebracht waarin de armen 9, gezien in een richting loodrecht op de flens 3 ruim binnen de buitenomtrek van de flens 3 zullen zijn gelegen. In deze stand kan nu, 35 zoals weergegeven in figuur 3, het armatuur gemakkelijk in een in een plafondplaat 15 of dergelijke aangebracht gat 16 worden gestoken 1011295 5 zonder dat daarbij de bevestigingsveren 5 met de hand moeten worden vastgehouden.For mounting the luminaire in a hole arranged in a wall or ceiling plate or the like, the mounting springs 5 will be brought into the position shown in figure 1, in which the arms 9, viewed in a direction perpendicular to the flange 3, are well within the outer circumference of the flange 3 will be located. In this position, as shown in figure 3, the luminaire can now easily be inserted into a hole 16 in a ceiling plate 15 or the like 1011295 5 without the fixing springs 5 having to be held by hand.

Bij het verder omhoog duwen van het armatuur in de richting van het gat 16, zoals weergegeven in figuur 4, zullen de spiraal-5 vormige gedeelten 6 door de begrenzingsrand van het gat 16 naar binnen worden gedrukt, waardoor de armen 10-11 worden gedwongen om te gaan verzwenken om hun aanligpunten op de bij de bovenrand van de ring 2 gevormde contactorganen waardoor de op de uiteinden 8* van de veren 5 rustende gedeelten van de armen 9 naar buiten worden gezwenkt en 10 vervolgens onder invloed van de veerspanning in de spiraal vormige gedeelten 6 naar onderen worden gezwenkt in een stand, waarin zij op de plafondplaat 15 of dergelijke komen te rusten aan de van de flens 3 afgekeerde zijde van deze plafondplaat. Onder invloed van de veerkracht van de bevestigingsverén 5 zal daarbij de flens 3 tegen de 15 plafondplaat, wandplaat of dergelijke worden aangetrokken in een stand waarin de flens 3 vlak aanligt tegen de desbetreffende plafond- of wandplaat 15, zoals afgebeeld in figuur 5.As the armature is pushed further up towards the hole 16, as shown in Figure 4, the spiral 5-shaped portions 6 will be pushed in through the boundary edge of the hole 16, forcing the arms 10-11 to pivot about their contact points on the contact members formed at the top edge of the ring 2, so that the parts of the arms 9 resting on the ends 8 * of the springs 5 are pivoted outwards and then under the influence of the spring tension in the spiral shaped parts 6 are pivoted downwards into a position in which they come to rest on the ceiling plate 15 or the like on the side of this ceiling plate facing away from the flange 3. Under the influence of the resilience of the mounting springs 5, the flange 3 will thereby be pulled against the ceiling plate, wall plate or the like in a position in which the flange 3 lies flat against the relevant ceiling or wall plate 15, as shown in figure 5.

Indien de plafond- of wandplaat of dergelijke uit zacht materiaal is vervaardigd kan, zoals weergegeven in figuur 4, op de 20 spiraal vormige gedeelten 6 eventueel met de hand enige kracht worden uitgeoefend om de beoogde zwenkbeweging van de armen 9 op gang te brengen.If the ceiling or wall plate or the like is made of soft material, as shown in figure 4, the spiral-shaped parts 6 can optionally be exerted manually by some force to initiate the intended pivoting movement of the arms 9.

Uiteraard zijn er binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding vele aanvullingen en/of variaties op bovenbeschreven 25 uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding mogelijk.Of course, many additions and / or variations to the above-described embodiment of the construction according to the invention are possible within the spirit and scope of the invention.

Zo is in de figuren 7 en 8 een armatuur weergegeven dat een huis 17 en een aan een uiteinde van dit huis aangebrachte flens 18 omvat. Verder is dit armatuur voorzien van enige bevestigingsveren 20. In figuur 9 is een dergelijke bevestigingsveer 20 in een ontspannen 30 stand weergegeven. _______For example, Figures 7 and 8 show a luminaire comprising a housing 17 and a flange 18 arranged at one end of this housing. Furthermore, this luminaire is provided with some mounting springs 20. In Figure 9, such a mounting spring 20 is shown in a relaxed position. _______

Ook deze bevestigingsveer 20 omvat een spiraal vormig gedeelte 21 op een uiteinde waarvan een eerste arm 22 uitsluit waarvan het vrije einde 23 haaks is omgelogen (figuur 9).This mounting spring 20 also comprises a spiral-shaped part 21 on one end of which excludes a first arm 22, the free end of which is bent at right angles (figure 9).

Verder sluit op het spiraalvormig gedeelte een tweede arm 35 24 aan, die op soortgelijke wijze als bij de in figuur 6 weergegeven 10 11295 6 uitvoeringsvorm is opgebouwd uit een drietal een stompe hoek met elkaar insluitende delen.A second arm 35 24, which in a similar manner as in the embodiment shown in Figure 6 11295 6, is built up from three parts which enclose an obtuse angle with each other, is connected to the spiral-shaped part.

Voor de aankoppeling van de bevestigingsveer 20 aan het huis 17 wordt het afgebogen uiteinde 23 van de arm 22 ingestoken in 5 een in het huis 17 nabij de flens 18 aangebrachte uitsparing.For coupling the mounting spring 20 to the housing 17, the bent end 23 of the arm 22 is inserted into a recess arranged in the housing 17 near the flange 18.

Verder is aan de omtrek van het huis een uitstekende rug 25 aangebracht waarvan het boveneinde een aanslag vormt waartegen, zoals weergegeven in figuur 7, de tweede arm 24 aangedrukt kan worden gehouden onder invloed van de veerkracht van het spiraal vormig ge-10 deelte. In deze in figuur 7 weergegeven stand van de tweede arm 24 van de bevestigingsveer 20 ligt deze tweede arm weer ruim binnen de buitenomtrek van de flens 18, gezien in een richting loodrecht op deze flens, zodat indien de verschillende met het huis verbonden bevestig-ingsveren 20 in deze stand zijn opgesteld het armatuur weer in een in 15 een wand-, plafondplaat of dergelijke aangebracht gat kan worden ingestoken.Furthermore, a protruding back 25 is arranged on the periphery of the housing, the upper end of which forms a stop against which, as shown in figure 7, the second arm 24 can be held pressed under the influence of the resilience of the spiral-shaped part. In this position of the second arm 24 of the mounting spring 20 shown in Figure 7, this second arm again lies well within the outer circumference of the flange 18, viewed in a direction perpendicular to this flange, so that if the different mounting springs connected to the housing 20 in this position, the luminaire can be inserted again into a hole provided in a wall, ceiling plate or the like.

In deze stand van de bevestigingsveren ligt daarbij zoals duidelijk zal zijn uit figuur 7 de tweede arm 24 aan tegen de eerste arm 22 van de bevestigingsveer 20 in het punt waarbij de beide armen 20 22 en 24 elkaar kruisen. Indien dan ook een in de richting van het huis gerichte drukkracht op het spiraalvormig gedeelte 21 van de bevestigingsveer 20 wordt uitgeoefend hetzij door de begrenzingsrand van het gat waarin het armatuur wordt ingestoken hetzij door de monteur, zal de tweede arm 24 om dit contactpunt tussen beide armen 22 25 en 24 worden verzwenkt onder het naar buiten bewegen van het vrije uiteinde van de arm 24 waardoor deze van het boveneinde van de rug 25 wordt afgeschoven en in de richting van de in figuur 8 weergegeven stand kan verzwenken waarbij de tweede armen 24 van de verschillende met het huis verbonden bevestigingsveren 20 weer komen te liggen tegen 30 de van de flens afgekeerde zijde van de desbetreffende plafond-, wandplaat of dergelijke.In this position of the mounting springs, as will be apparent from Figure 7, the second arm 24 rests against the first arm 22 of the mounting spring 20 at the point where the two arms 20 and 24 cross each other. Therefore, if a compressive force directed towards the housing is exerted on the spiral portion 21 of the mounting spring 20 either through the boundary edge of the hole into which the fixture is inserted or through the fitter, the second arm 24 will engage about this point of contact between the two arms 22 and 24 are pivoted while moving the free end of the arm 24 outwardly so that it is slid off the top of the back 25 and can pivot in the direction shown in Figure 8 with the second arms 24 of the different fastening springs 20 connected to the housing come to rest against the side of the ceiling, wall plate or the like facing away from the flange.

Zoals nog uit de figuren blijkt kunnen op de vrije einden van de tweede armen 9 resp. 24 nog uit kunststof of dergelijke vervaardigde schermdoppen 26 worden aangebracht.As can still be seen from the figures, on the free ends of the second arms 9 and 9 respectively. 24 screen caps 26 still made of plastic or the like are fitted.

10112951011295

Claims

1. Luminaire provided with a housing (1) with a flange (3) projecting from one end of the housing (1) outside the housing (1) and threaded mounting springs (5) arranged on the outside of the housing (5 ), each comprising a spiral-shaped part (6) with two arms (8, 9) connecting to the ends of this spiral-shaped part (6), the mounting springs (5) being arranged such that the axes of the windings of the 10 spiral-shaped portions (6) extend transversely to the adjacent portions of the peripheral edge of the flange (3) and each fastening spring is connected to the housing with a first arm (8), while a second (9) of the two arms of the mounting spring (5) can assume a position in which at least the end of this arm (9), viewed in a direction perpendicular to the flange (3), protrudes beyond the flange (3), while the armature is provided with a stop (8 ') against which the second arm (9) can abut in a position in which the second arm (9), viewed in the direction perpendicular to the flange (3), lies within the outer circumference of the flange (3), characterized in that the spiral-shaped parts (6) of the mounting springs (5 ) are located near the flange (3), at least one outer turn of each spiral portion (6) being movable in the direction of the housing (1), while between the stop (8 ') for the second arm (9) a mounting spring (5) and the winding (s) of the spiral portion (6) of this mounting spring (5) on the side of the second arm (1) facing the housing (1) and a contact member (2) for the second arm (9) is empty.

2. Luminaire according to claim 1, characterized in that the first arm (8) connecting to the spiral-shaped part (6) is substantially U-shaped bent Jj and is accommodated in a recess in the luminaire located above the spiral-shaped part. .

Luminaire according to claim 2, characterized in that the free end of the U-shaped bent arm (8) is bent and forms a stop (8 ') to displace the U-shaped bent arm (8) in the limit the recess. 101 1295

Luminaire according to any one of the preceding claims, characterized in that the stop for the second arm (9) of the mounting spring (5) is formed by a bent end (8 ') of the first arm (8) of the mounting spring (5). 5).

Luminaire according to any one of the preceding claims 1-3, characterized in that the stop for the second arm (24) of the mounting spring (20) is formed by a projection (25) arranged on the housing.

Luminaire according to any one of the preceding claims, characterized in that viewed in a direction perpendicular to the flange (3), a stop (8 ') on the side of a contact member forming part (2) remote from the flange (3). of the luminaire.

Luminaire according to any one of the preceding claims, characterized in that the contact member is formed by part of an annular part (2) extending upwards from the flange (3).

Luminaire according to any one of the preceding claims 1-6, characterized in that the end of the first arm (22) of the mounting spring (20) is coupled to the luminaire near the flange (18), such that the second arm (24) in the position in which the second arm 20 (24) rests on the stop (25) crosses the first arm (22), the first arm (22) forming the contact member for the second arm (24). 101129 S i