NL1010772C2 - Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vloeibare mest. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vloeibare mest. Download PDF

Info

Publication number
NL1010772C2
NL1010772C2 NL1010772A NL1010772A NL1010772C2 NL 1010772 C2 NL1010772 C2 NL 1010772C2 NL 1010772 A NL1010772 A NL 1010772A NL 1010772 A NL1010772 A NL 1010772A NL 1010772 C2 NL1010772 C2 NL 1010772C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
solid fraction
drying
fraction
liquid manure
dry matter
Prior art date
Application number
NL1010772A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrikus Haaring
Original Assignee
Haaring Beheer B V H
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Haaring Beheer B V H filed Critical Haaring Beheer B V H
Priority to NL1010772A priority Critical patent/NL1010772C2/nl
Priority to EP99204218A priority patent/EP1008287A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1010772C2 publication Critical patent/NL1010772C2/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F11/00Treatment of sludge; Devices therefor
    • C02F11/12Treatment of sludge; Devices therefor by de-watering, drying or thickening
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F2103/00Nature of the water, waste water, sewage or sludge to be treated
    • C02F2103/20Nature of the water, waste water, sewage or sludge to be treated from animal husbandry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Drying Of Solid Materials (AREA)
  • Treatment Of Sludge (AREA)

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vloeibare mest.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwerken van vloeibare mest.
Vloeibare mest, dat wil zeggen mest met een relatief laag percentage droge stof wordt gebruikelijk verzameld in 5 een opvanginrichting zoals een mengmestput onder de dieren of apart, vanwaar deze kan worden afgevoerd teneinde bijvoorbeeld te worden uitgereden, in de grond te worden geïnjecteerd of te worden gedroogd. De geproduceerde mest uitrijden en injecteren heeft als nadeel dat een relatief 10 grote hoeveelheid mineralen ongewenst in de grond en grondwater terecht komen, zoals bijvoorbeeld ammoniak, stikstof, fosfaten en dergelijke. Voorts is opslag en transport van vloeibare mest relatief kostbaar en geeft bovendien geuroverlast.
15 Het is bekend vloeibare mest in te drogen, zodanig dat een relatief droge fractie wordt verkregen welke kan worden gestort, verbrand of geëxporteerd om elders als meststof te worden gebruikt. Hiertoe wordt de vloeibare mest gebruikelijk ingedampt, waarbij de vloeibare mest 20 eerst in een mechanische scheider wordt gebracht, waarmee een gedeelte van de vloeibare fractie wordt afgescheiden, zodanig dat een relatief vaste fractie wordt verkregen met een relatief hoog percentage droge stof, bijvoorbeeld 25 a 30%. Deze relatief vaste fractie kan vervolgens verder 25 worden gedroogd, bijvoorbeeld met relatief warme, droge lucht, waarna de verder gedroogde fractie kan worden verbrand en de as als mineraalhoudend kan worden geëxporteerd of worden gepelletteerd en als meststof kan worden geëxporteerd.
30 Deze vormen van mestverwerking hebben het voordeel dat de mineralenhuishouding beter kan worden gereguleerd, hetgeen voor de veehouders van bijzonder belang is, terwijl bovendien bijzondere milieutechnische voordelen worden bereikt. Deze methoden hebben echter als nadeel dat deze jpI 0 1 0 7 7? 2 weinig effectief zijn, relatief hoge investeringen en veel ruimte vergen en een lage capaciteit hebben. Bovendien is hiervoor veel energie noodzakelijk.
De uitvinding beoogt een werkwijze voor het 5 verwerken van vloeibare mest, waarbij de voordelen van de hiervoor beschreven werkwijzen worden behouden, zonder de nadelen daarvan. Daartoe wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens de conclusie 1.
10 Bij een werkwijze volgens onderhavige uitvinding wordt uit vloeibare mest met behulp van een mechanische scheider een relatief vaste fractie afgescheiden met een ten opzichte van de vloeibare fractie hoog percentage droge stof. Deze vaste fractie wordt vervolgens verder gedroogd, 15 zodanig dat een verder gedroogde vaste fractie met een bijzonder hoog droge stofpercentage wordt verkregen.
Althans een deel van deze verder gedroogde fractie wordt teruggevoerd naar een opvanginrichting voor de vloeibare mest en daarin met de opgevangen vloeibare mest en de uit 20 de mechanische scheider teruggevoerde vloeibare fractie gemengd, zodanig dat het droge stofpercentage in de opvanginrichting ten minste ongeveer op peil wordt gehouden of toeneemt. Daartoe kan een deel van de verder gedroogde fractie worden teruggevoerd doch ook alle verder gedroogde 25 vaste fractie kan althans een aantal malen worden teruggestort. Tijdens het verder drogen van de vaste fractie wordt relatief veel vocht door het relatief droge gas opgenomen en afgevoerd, hetwelk eenvoudig kan worden gereinigd en verder verwerkt.
30 Met een werkwijze volgens onderhavige uitvinding wordt het bijzondere voordeel bereikt dat een vaste fractie wordt verkregen met een bijzonder hoog droge stofpercentage, bijvoorbeeld 80 tot 85% terwijl geen dunne fractie uit de inrichting wordt afgevoerd. Immers, deze 35 wordt teruggevoerd in de opvanginrichting. Daardoor worden de gebruikelijke problemen van de dunne fractie eenvoudig *1 0 10 7 7 2 3 verhinderd. De verder gedroogde vaste fractie kan eenvoudig worden afgevoerd of worden teruggestort, in een geschikte verhouding, waarbij de afgevoerde vaste fractie eenvoudig kan worden verder verwerkt. Een mechanische scheider heeft 5 hierbij het voordeel dat daarmee op bijzonder effectieve en snelle wijze een goede scheiding kan worden verkregen tussen de vaste fractie met een relatief hoog droge stofpercentage en de vloeibare fractie met een relatief laag droge stofpercentage.
10 De vaste fractie uit de mechanische scheider heeft een voordelige rulle structuur en is daardoor goed gasdoorlatend.
Bij voorkeur wordt met een werkwijze volgens onderhavige uitvinding vloeibare mest verwerkt met een 15 droge stofpercentage onder de 15%, in het bijzonder tussen 6 en 12% droge stof, waarbij bij voorkeur in de mechanische scheider een vaste fractie wordt afgescheiden met meer dan 12% droge stof, bij voorkeur meer dan 20% en in het bijzonder ten minste ongeveer 30% droge stof, terwijl de 20 teruggevoerde vloeibare fractie bij voorkeur minder dan 6%, in het bijzonder tussen 2 en 6% droge stof bevat.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 8.
25 Afvoeren van ten minste een gedeelte van de verder gedroogde vaste fractie vanaf de drooginrichting naar een verwerkingsinrichting wanneer een aantal malen de genoemde stappen zijn doorlopen en het percentage droge stof in de opvanginrichting boven een vooringestelde waarde is 30 gekomen, biedt het voordeel dat wordt verhinderd dat de vloeibare mest in de opvanginrichting te dik wordt voor goede verwerking, in het bijzonder voor verwerking daarvan in de mechanische scheider. Door geen, althans minder verder gedroogde vaste fractie in de opvanginrichting terug 35 te voeren wordt de vloeibare mest in de opvanginrichting verdund met de vloeibare fractie, aangezien de vloeibare ^1 0 1077 2 4 fractie een relatief laag droge stofgehalte heeft. Hierdoor wordt er op eenvoudige wij ze voor zorggedragen dat de vloeibare mest in de opvanginrichting steeds een droge stofpercentage heeft binnen gewenste grenzen.
5 In een nadere uitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 9.
Wanneer de vloeibare mest in de opvanginrichting een te laag percentage droge stof heeft, dient dit te worden 10 aangevuld teneinde goede verwerking in de schelder te kunnen verkrijgen. Daartoe wordt volgens de uitvinding extern verkregen vaste fractie, althans droge stof toegevoegd aan de vloeibare mest, bij voorkeur in de opvanginrichting, en daarmee gemengd. Daardoor wordt het 15 droge stofpercentage weer binnen de vooraf gestelde grenzen gebracht.
Als externe vaste fractie wordt bij voorkeur organisch materiaal gebruikt, zoals gras, hooi, stro of dergelijke natuurlijke, bij voorkeur vezelachtige 20 materialen gebruikt.
Een werkwijze volgens onderhavige uitvinding is in het bijzonder geschikt voor verwerking van vloeibare mest van koeien of varkens of dergelijke zoogdieren.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt 25 een werkwijze volgens onderhavige uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 14.
Gebruik van stallucht voor het drogen, althans verder drogen van de vaste fractie biedt het voordeel dat op bijzonder energetische wijze kan worden gewerkt. Immers, 30 de stallucht wordt door in de stal aanwezige dieren opgewarmd en zal bovendien een relatief lage luchtvochtigheid hebben, zodat veel vocht daarin kan worden opgenomen. Op deze wijze wordt de vaste fractie op milieuvriendelijke wijze gedroogd door gebruik te maken van 35 de energie van dieren, in het bijzonder van de mest- producerende dieren zelf. Bovendien is hierdoor steeds P1 0 10772 5 voldoende lucht aanwezig. Gebruik kan worden gemaakt van reeds in een stal aanwezige luchtverplaatsingsmiddelen.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het verwerken van vloeibare mest, 5 gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 16.
Met een dergelijke inrichting kan op bijzonder eenvoudige en goede wijze een werkwijze volgens onderhavige uitvinding worden doorgevoerd.
In nadere uitvoering wordt een inrichting volgens de 10 uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 17.
Boven elkaar plaatsen van een serie droogbedden biedt het voordeel dat relatief compact kan worden gebouwd, waarbij eenvoudig lucht, in het bijzonder stallucht tussen 15 de droogbedden door en door de daarop gelegen vaste fractie kan worden geblazen en/of gezogen, voor het verder drogen daarvan. Door positionering van althans een deel van de drooginrichting boven de opvanginrichting en het kantelbaar uitvoeren van ten minste een deel van de tot de 20 drooginrichting behorende droogbedden wordt het voordeel bereikt dat eenvoudig althans een deel van de verder gedroogde fractie in de opvanginrichting kan worden gestort.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van een 25 werkwijze of inrichting volgens onderhavige uitvinding zijn gegeven in de volgconclusies.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting en werkwijze volgens onderhavige uitvinding hieronder nader worden 30 beschreven, aan de hand van de tekening. Daarin toont: fig. 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding; fig. 2 in doorgesneden zijaanzicht schematisch een voordelige uitvoeringsvorm van een drooginrichting voor 35 gebruik bij een inrichting volgens onderhavige uitvinding; en *1 0 10772 6 fig. 3 in doorgesneden bovenaanzicht een inrichting volgens onderhavige uitvinding.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende 5 verwijzingscijfers.
In deze beschrijving dient vloeibare mest te worden begrepen als mest met een relatief laag gehalte droge stof, bijvoorbeeld minder dan 15 volumeprocenten. In deze beschrijving dient een vaste fractie te worden begrepen als 10 omvattende een van de vloeibare mest afgescheiden fractie waarin het percentage droge stof hoger is dan in de vloeibare mest. In deze beschrijving dient onder vloeibare fractie te worden begrepen ten minste een van de vloeibare mest afgescheiden deel met een droge stof percentage dat 15 lager is dan in de vloeibare mest. Stallucht dient in deze te worden begrepen als lucht die ten minste gedeeltelijk wordt aangevoerd vanuit een stal. Een scheider dient te worden begrepen als een inrichting voor het scheiden van de vloeibare mest in een vaste fractie en een vloeibare 20 fractie. Een mechanische scheider is hiertoe voorzien van middelen voor het mechanisch bewerkstelligen van genoemde scheiding. Droge stof dient in deze te worden begrepen als omvattende alle relatief vaste delen welke in de vloeibare mest en/of in de droge en vloeibare fractie aanwezig zijn 25 en daaruit kunnen worden afgescheiden met behulp van een scheider en/of door indrogen.
Figuur 1 toont schematisch een inrichting 1 volgens de uitvinding, voorzien van een opvanginrichting 2 in de vorm van bijvoorbeeld een mestkelder, waarop 30 aanvoermiddelen 4 voor aanvoer van vloeibare mest vanuit bijvoorbeeld een varkens- of koeienstal aansluiten. In de opvanginrichting 2 zijn pompmiddelen 6 opgenomen, ingericht voor het naar een mechanische scheider 8, bijvoorbeeld een persscheider of centrifugescheider voeren van vloeibare 35 mest vanuit de opvanginrichting 2. Een dergelijke mechanische scheider wordt bijvoorbeeld op de markt p1 0 10772 7 gebracht door de firma Fan Separator GmbH, Duitsland. De mechanische scheider 8 sluit via eerste afvoermiddelen 10 aan op de opvanginrichting 2 voor het vanuit de mechanische scheider 8 terugvoeren van vloeibare fractie, terwijl de 5 mechanische scheider 8 via tweede afvoermiddelen 12 aansluit op een verdeelinrichting 14. Via de tweede afvoermiddelen 12 kan de vaste fractie uit de mechanische scheider 8 worden afgevoerd en via het verdeelsysteem 14 worden verdeeld over droogplateaus 16 welke nog nader 10 zullen worden beschreven. Voorts zijn luchtaanvoermiddelen 18 voorzien voor het tussen en door de droogplateaus en daarop gedeponeerde vaste fractie dwingen van relatief droge stallucht, bijvoorbeeld met een relatieve luchtvochtigheid van 50 tot 55%. Uiteraard kunnen 15 luchtdroogmiddelen zijn tussen geschakeld voor verlaging van de relatieve luchtvochtigheid. Aan de tegenovergelegen zijde van de luchtaanvoermiddelen 18 sluiten op de droogplateaus luchtafvoermiddelen 20 aan voor het afvoeren van grotendeels met vocht uit de vaste fractie verzadigde 20 lucht met een relatief hoge luchtvochtigheid van bijvoorbeeld 85 a 90%, naar filtermiddelen voor het reinigen van de lucht. Deze filtermiddelen kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een op zichzelf bekend biotricklingfilter, chemisch filter of dergelijke.
25 Onder de droogplateaus 16 is een afvoerband 22 of dergelijk transportmiddel voorzien voor het afvoeren van op de droogplateaus verder gedroogde vaste fractie naar een verwerkingsinrichting zoals een pelletteerinrichting, verbrandingsinrichting of dergelijke. Ten minste een deel 30 van de droogplateaus 16 is boven een open zijde van de opvanginrichting 2 geplaatst, zodanig dat, indien gewenst, ten minste een gedeelte van de verder gedroogde vaste fractie in de opvanginrichting 2 kan worden teruggevoerd voor het verhogen van het droge stofpercentage daarin.
35 Een inrichting 1 volgens figuur 1 kan als volgt worden gebruikt.
p1 0 1077 2 8
Via de aanvoermiddelen 4 wordt vloeibare mest met een droge stofpercentage van bijvoorbeeld tussen 6 en 12%, en bij voorkeur althans gemiddeld ongeveer 8% droge stof in de opvanginrichting 2 gebracht en daarin verzameld. Bij 5 voorkeur continu wordt met behulp van pompmiddelen 6 een gedeelte van de vloeibare mest met genoemde 8% droge stof in de mechanische scheider 8 gebracht alwaar een vloeibare fractie met bijvoorbeeld ongeveer 4% droge stof wordt afgescheiden en via de eerste afvoermiddelen 10 wordt 10 teruggevoerd in de opvanginrichting 2. Dientengevolge zal de concentratie droge stof in de opvanginrichting 2 verminderen, hetgeen wordt gecompenseerd door terugvoer van verder gedroogde fractie zoals nog zal worden besproken. In de mechanische scheider 8 wordt een relatief droge fractie 15 verkregen met bijvoorbeeld ongeveer 30% droge stof, welke droge fractie via de tweede afvoermiddelen 12 en het verdeelsysteem 14 over droogplateaus 16 wordt verspreid. In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm is een vijftal droogplateaus 16 voorzien, boven elkaar opgesteld, welke ] 20 droogplateaus ten minste een luchtdoorlatende bodem hebben ~ en althans gedeeltelijk kantelbaar om scharnierassen 24, zoals getoond in figuur 2, 'zijn opgesteld.
In het midden van elk droogplateau 16 kan een transportsysteem 26 zijn opgenomen, bijvoorbeeld een 25 transportbandje met spreidermiddelen voor het over het betreffende droogplateau aan weerszijden van het bandje verspreiden van de relatief rulle droge fractie. In vele gevallen kan evenwel worden volstaan met één mestdoseer- en menginrichting op het bovenste droogplateau. De rulheid 30 wordt in hoofdzaak verkregen in de mechanische scheider 8. Door het kantelen van althans een deel van het bovenste droogplateau 16 kan daarop gedeponeerde vaste fractie worden doorgeleid naar het daaronder gelegen droogplateau 16a, van daaraf naar het daaronder gelegen droogplateau 35 16b, naar droogplateau 16c en naar droogplateau 16d.
Relatief droge lucht, in het bijzonder stallucht met *1010772 9 genoemde relatief lage luchtvochtigheid wordt via de luchtaanvoermiddelen 18 tussen de droogplateaus 16 geblazen en/of gezogen en door de luchtdoorlatende bodem van elk droogplateau door de daarop gelegen relatief rulle fractie 5 geblazen. Bij het passeren van de relatief droge fractie wordt door de relatief droge lucht vocht opgenoraen uit de vaste fractie, zodanig dat het percentage droge stof in de vaste fractie wordt verhoogd, althans het percentage vocht daarin wordt verlaagd. Op deze wijze kan de vaste fractie 10 verder worden gedroogd tot een verder gedroogde fractie met bijvoorbeeld 80% droge stof, bij voorkeur zelfs meer dan 85% droge stof. Afhankelijk van de droogtijd is zelfs een percentage van 90% droge stof of meer haalbaar.
Vanaf het onderste droogplateau 16d kan een deel van 15 de daarop gelegen verder gedroogde fractie op de transportband 22 worden gestort om te worden afgevoerd naar de verwerkingsinrichting (niet getoond), terwijl een ander gedeelte van de verder gedroogde fractie langs de transportband 22 in de vloeibare mest in de 20 opvanginrichting 2 kan worden gestort. Zoals eerder beschreven betekent dit dat de afname van het percentage droge stof in de opvanginrichting door terugvoer van de vloeibare fractie via de eerste afvoermiddelen 10 wordt gecompenseerd door de verder gedroogde vaste fractie die 25 wordt teruggestort. Door een geschikte keuze in de hoeveelheid teruggestorte verder gedroogde fractie kan het percentage droge stof in de opvanginrichting weer binnen de gewenste grenzen van bijvoorbeeld 6-12% droge stof, meer in het bijzonder naar eerder genoemde 8% droge stof worden 30 teruggebracht. Het zal duidelijk zijn dat op deze wijze nagenoeg elk gewenst percentage droge stof in de opvanginrichting 2 kan worden ingesteld en gehandhaafd. Een droge stof percentage tussen 6-12%, althans minder dan 15% biedt het voordeel dat een dergelijke vloeibare mest 35 relatief eenvoudig verwerkbaar is met een mechanische scheider 8 terwijl toch een goed rendement wordt verkregen.
*1 0 1077 2 10
De gewenste gemiddelde droge stofconcentratie kan uiteraard worden ingesteld afhankelijk van bijvoorbeeld de gebruikte schelder 8.
Door toepassing van een hierboven beschreven 5 werkwijze wordt aan de vloeibare mest, althans aan de daaruit afgescheidde vaste fractie vocht onttrokken die eenvoudig kan worden gereinigd en afgevoerd, nagenoeg zonder milieubelasting. Ook wanneer periodiek of continu vloeibare mest zoals drijfmest uit een stal wordt 10 aangevoerd via de aanvoermiddelen 4 zal in de opvanginrichting 2 het niveau dalen, bijvoorbeeld van niveau NI naar niveau N2, doordat vocht wordt onttrokken. Dit betekent dat de droge stof een aantal cycli zal doorlopen via de pompmiddelen, de scheider en ofwel de 15 eerste afvoermiddelen 10 ofwel de droogplateaus 16, alvorens uit de inrichting 1 te worden afgevoerd via de afvoerband 22, als verder gedroogde vaste fractie. Afhankelijk van onder andere de aanvoer van vloeibare mest, het gemiddelde percentage droge stof, het gewenste maximale 20 percentage droge stof en de hoeveelheid teruggevoerde verder gedroogde vaste fractie kan een optimaal aantal cycli eenvoudig worden gekozen of kan eventueel continu worden gewerkt.
Wanneer de aangevoerde vloeibare mest een te laag - 25 percentage droge stof heeft, bijvoorbeeld 4% of minder dan kan extern verkregen droge stof worden toegevoegd, bijvoorbeeld versneden gras, in het bijzonder bermgras, hooi, stro of dergelijke. Bij voorkeur worden natuurlijke, vezelachtige materialen gebruikt omdat deze relatief veel 30 vocht kunnen vasthouden en bovendien met de droge stof kunnen worden verwerkt als verder gedroogde vaste fractie en daarvan niet behoeven te worden gescheiden.
De vloeibare mest kan eventueel geheel of gedeeltelijk tijdelijk worden opgeslagen, wanneer 35 bijvoorbeeld onvoldoende droge stallucht aanwezig is om de gewenste droging te verkrijgen. Uiteraard kan ook op andere 1 0 10772 11 wijze verkregen relatief droog gas worden gebruikt voor het drogen van de relatief rulle vaste fractie op de droogplateaus 16.
Figuur 2 toont schematisch een drooginrichting voor 5 gebruik bij een inrichting volgens figuur 1, in doorgesneden zijaanzicht. Deze drooginrichting 30 is bijvoorbeeld opgenomen tussen twee stallen 32 waarin varkens, koeien of dergelijke worden gehouden. De drooginrichting 30 omvat een behuizing met een eerste 10 compartiment 34 en een tweede compartiment 36. In het eerste compartiment zijn de droogplateaus 16 opgenomen, boven een onder de vloer 38 aangebrachte opvanginrichting 2 .
Figuur 3 toont in bovenaanzicht schematisch een 15 drooginrichting 30 met daarin weergegeven de scheider 8, de mestafvoerband 22, de verdeelinrichting 14 en een bovenaanzicht van een droogplateau 16 met doseermiddelen 26. In het compartiment 34 is een lucht aanvoerruimte 40 aangebracht naast de droogplateaus 16, waarop een reeks 20 aanvoerbuizen 42 aansluiten welke onderdeel uitmaken van de luchtaanvoermiddelen 18. De luchtaanvoerbuizen 42 bevatten elk een ventilator 44 waarmee via een centraal afzuigkanaal 46 stallucht uit een stal 32 kan worden aangezogen en via de luchtaanvoerbuizen 42 in de luchtaanvoerruimte 40 kan 25 worden gebracht en van daaruit tussen en door de draagplateaus 16 en daarop gelegen vaste fractie. Zoals blijkt uit figuur 2 heeft elk droogplateau 16 twee kantelbare delen, elk kantelbaar rond een zwenkas 24. Zoals blijkt uit figuur 3 ligt een van de verdeelinrichting 14 30 afgekeerd einde 46 van de droogplateaus 16 boven de opvanginrichting 2, zodanig dat verder gedroogde vaste fractie vanaf de droogplateaus 16 daarin kan worden gestort. De lengte van het overstekende deel kan bij voorkeur worden ingesteld, bijvoorbeeld door verplaatsing 35 van de afvoerband 22 en/of de plateaus 16. Menging van de verder gedroogde fractie en de vloeibare mest kan *1010772 12 bijvoorbeeld worden verkregen met behulp van de pompmiddelen 6 of separate mixer. Vanuit de mechanische schelder 8 kan met behulp van een opvoerband 48 de vaste fractie worden opgevoerd tot boven het bovenste plateau al 5 waar het via de verdeelmiddelen 14 en de band 26 over het bovenste droogplateau 16 kan worden verspreid. Het droogplateau 16 heeft bijvoorbeeld een geperforeerde of uit gaas of dergelijke vervaardigde bodem.
De als gevolg van het door de vaste fractie leiden 10 vochtig geworden stallucht wordt in de tweede ruimte 36 gevoerd en door daarin opgestelde filterinrichtingen 21, bijvoorbeeld genoemde biotricklingfilter, voor het op zichzelf bekende wijze reinigen van de lucht alvorens deze via luchtuitlaatmiddelen 50 kan worden afgevoerd. Eventueel 15 kan een kelder 52 onder de tweede ruimte 36 voor nitrificatie en de-nitrificatie worden gebruikt. Zoals blijkt uit de beschrijving en de tekeningen kan een inrichting volgens de onderhavige uitvinding relatief compact en eenvoudig worden uitgevoerd, is 20 milieuvriendelijk en heeft een hoog rendement.
In een werkwijze volgens onderhavige uitvinding wordt bij voorkeur een mechanische scheider gebruik waarmee een vaste fractie wordt afgevoerd die meer dan 50%, bij voorkeur meer dan 60% en in het bijzonder meer dan 75% 25 bevat van de droge stof die in de aangevoerde vloeibare mest aanwezig was. Hierdoor wordt een relatief hoog rendement verkregen. Het verdient de voorkeur dat de vloeibare mest continu, althans semi-continu wordt aangevoerd, zodanig dat ook een relatief continue stroom 30 afgevoerde verder gedroogde fractie wordt verkregen. Dit vereenvoudigt verdere verwerking. Indien gewenst kan aan de verder gedroogde fractie een deel van de afgescheiden vloeibare fractie worden toegevoegd, bijvoorbeeld voorafgaand aan het in de opvanginrichting brengen van de 35 verder gedroogde fractie. Ook kan, bijvoorbeeld wanneer onvoldoende ruimte beschikbaar is voor een reeks P10 10772 13 droogbedden boven de opvanginrichting de verder gedroogde fractie met vloeibare fractie worden gemengd nabij de droogbedden, bijvoorbeeld op de transportband 22, waarna dit mengsel in de mechanische scheider wordt gevoerd.
5 De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de figuren beschreven en getoonde uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding. Zo kunnen meerdere of andersoortige, bij 10 voorkeur mechanische schelders worden toegepast, gevoed uit één opvanginrichting of kunnen meerdere opvanginrichtingen op één scheider worden aangesloten. Hierbij kunnen verschillende soorten vloeibare mest met althans verschillende percentages droge stof worden gemengd voor 15 het verkrijgen van een gunstig gemiddelde. Ook kunnen andere filtermiddelen worden gebruikt voor reiniging van de voor het drogen gebruikte lucht of andere gassen. De vloeibare mest kan gedeeltelijk, althans tijdelijk worden opgeslagen, evenals de teruggevoerde vloeibare fractie, 20 voor later gebruik, met name wanneer de aangevoerde vloeibare mest een relatief laag percentage droge stof heeft. De opgeslagen vloeibare fractie kan dan worden bij gemengd wanneer vloeibare mest met een relatief hoog percentage droge stof moet worden verwerkt. Voorts kunnen 25 andersoortige aan- en afvoermiddelen en andere drooginrichtingen worden gebruikt zoals bij geperforeerde transportbanden. Ook de inrichting van een drooginrichting volgens onderhavige uitvinding kan uiteraard op andere wijze zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld met bewegende 30 droogplateaus, een relatief uitgestrekte droogvloer voor het verder drogen van de vaste fractie of vergelijkbare voor het drogen geschikte inrichtingen. Met een inrichting en werkwijze volgens onderhavige uitvinding kan uiteraard ook andersoortige mest worden verwerkt.
35 Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.
P1 0 1077 2

Claims (19)

1. Werkwijze voor het verwerken van vloeibare mest, omvattende de stappen: opvang van vloeibare mest in een opvanginrichting, overbrengen van een deel van de opgevangen mest uit 5 de opvanginrichting naar een schelder, in het bijzonder een mechanische schelder, met de scheider scheiden van de vloeibare mest in een vaste fractie en een vloeibare fractie, terugvoeren van de afgescheiden, vloeibare fractie 10 naar de opvanginrichting, op- of inbrengen van de afgescheiden vaste fractie op droogmiddelen, in het bijzonder droogbedden, verder drogen van de op of in de drooginrichting gebrachte vaste fractie door daarlangs en, bij voorkeur, 15 daar doorheen blazen van relatief droog gas, in het bijzonder lucht, zodanig dat een gedeelte van het in of aan de vaste fractie opgenomen vocht door het gas wordt afgevoerd, en terugvoeren van althans een gedeelte van de verder 20 gedroogde vaste fractie in de opvanginrichting.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het gas, met daardoor meegenomen vocht, wordt gereinigd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij vloeibare mest met minder dan 15% droge stof, bij voorkeur 25 minder dan 12% en bij voorkeur tussen 6% en 12% droge stof wordt opgevangen in de opvanginrichting.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij door de scheider een vaste fractie uit de vloeibare mest wordt gescheiden van een vloeibare fractie, waarbij de 30 afgescheiden vaste fractie meer dan 12%, bij voorkeur meer dan 20% en in het bijzonder ten minste ongeveer 30% droge stof omvat en de teruggevoerde vloeibare fractie bij P1 0 10772 voorkeur minder dan 6%, meer in het bijzonder tussen 2% en 6% droge stof omvat.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij uit de mechanische scheider een vaste fractie wordt 5 afgevoerd die meer dan 40%, bij voorkeur meer dan 60% en in het bijzonder ten minste 75% van de vaste stof bevat die in de in de mechanische scheider gevoerde vloeibare mest is opgenomen.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 10 waarbij de vaste fractie zodanig wordt gedroogd dat deze minder dan 20% vocht, in het bijzonder minder dan 15% vocht en bij voorkeur minder dan 10% vocht bevat.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij semi-continu of continu vloeibare mest in de 15 opvanginrichting wordt gebracht.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij althans een gedeelte van de verder gedroogde vaste fractie van de drooginrichting wordt afgevoerd naar een verwerkingsinrichting wanneer een aantal malen de genoemde 20 stappen zijn doorlopen en de vloeibare mest in de opvanginrichting meer dan een vooraf gekozen percentage droge stof bevat, in het bijzonder meer dan 12%.
9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan de vloeibare mest extern verkregen vaste 25 fractie, althans droge stof wordt toegevoegd wanneer de vloeibare mest minder dan een vooraf gekozen percentage droge stof bevat.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij als externe vaste fractie, althans droge stof gras, in het bijzonder 30 bermgras, hooi, stro of dergelijke natuurlijke, bij voorkeur vezelachtige materialen worden toegevoegd.
11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, waarbij de externe vaste fractie, althans droge stof in de opvanginrichting bij de vloeibare mest wordt gevoegd. »1 0 10 7 7 2
12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij vloeibare mest van koeien of varkens wordt verwerkt.
13. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 5 waarbij de vaste fractie een rulle structuur wordt gegeven in of aansluitend op de mechanische schelder, zodanig dat lucht of dergelijk gas door de vaste fractie kan worden geblazen.
14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 10 waarbij als gas voor het verder drogen van de vaste fractie stallucht wordt toegepast.
15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies waarbij aan de verder gedroogde vaste fractie vloeibare mest, in het bijzonder dunne fractie wordt toegevoegd.
16. Inrichting voor het verwerken van vloeibare mest, omvattende een opvanginrichting voor de mest, middelen voor het daaruit voeren van een gedeelte van de vloeibare mest naar een schelder, in het bijzonder een mechanische schelder, ingericht voor het scheiden van de vloeibare mest 20 in een in hoofdzaak vaste fractie en een in hoofdzaak vloeibare fractie, waarbij terugvoermiddelen zijn voorzien voor het terugvoeren van de vloeibare fractie naar de opvanginrichting en doorvoermiddelen voor het in een drooginrichting voeren van de vaste fractie, blaas- en/of I 25 zuigmiddelen voor het langs de vaste fractie in de drooginrichting voeren van een relatief droog gas, middelen voor het terugvoeren van de in de drooginrichting verder gedroogde vaste fractie naar de opvanginrichting of, naar keuze, naar een verdere verwerkingsinrichting.
17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij de drooginrichting een reeks boven elkaar geplaatste droogbedden omvat, waarbij de blaas- en/of zuigmiddelen zijn uitgevoerd voor het door de droogbedden en daarop gelegen vaste fractie voeren van althans een deel van het 35 relatief droge gas. P1 0 10772
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, waarbij kantelbare droogbedden zijn voorzien, zodanig dat op een bovengelegen droogbed gebrachte vaste fractie kan worden doorgeleid naar een ondergelegen droogbed.
19. Inrichting volgens één der conclusies 16-18, waarbij de drooginrichting althans gedeeltelijk boven de opvanginrichting is opgesteld. »10 10772
NL1010772A 1998-12-09 1998-12-09 Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vloeibare mest. NL1010772C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010772A NL1010772C2 (nl) 1998-12-09 1998-12-09 Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vloeibare mest.
EP99204218A EP1008287A1 (en) 1998-12-09 1999-12-09 Method and apparatus for processing liquid manure

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010772 1998-12-09
NL1010772A NL1010772C2 (nl) 1998-12-09 1998-12-09 Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vloeibare mest.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010772C2 true NL1010772C2 (nl) 2000-06-13

Family

ID=19768291

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010772A NL1010772C2 (nl) 1998-12-09 1998-12-09 Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vloeibare mest.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1008287A1 (nl)
NL (1) NL1010772C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN117003459A (zh) * 2023-09-22 2023-11-07 山东恒基农牧机械有限公司 一种畜牧养殖场粪污自动处理装置

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB0621789D0 (en) * 2006-11-02 2006-12-13 Leudal Holding B V Manure dryer
CN202973766U (zh) * 2012-01-13 2013-06-05 荷兰应用自然科学研究组织Tno 一种处理如污泥或粪肥的稀浆的装置

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4121223A1 (de) * 1991-06-27 1993-01-07 Kruess Hartmut Verfahren zur aufbereitung von schlaemmen unterschiedlicher konsistenz und anlage zur durchfuehrung des verfahrens
WO1994029229A1 (en) * 1993-06-03 1994-12-22 Volume Reduction Systems, Inc. Preparation of free-flowing solids from aqueous waste
US5557873A (en) * 1990-10-23 1996-09-24 Pcl/Smi, A Joint Venture Method of treating sludge containing fibrous material
EP0805130A2 (en) * 1996-04-29 1997-11-05 Sicogesa Explotacion, S.A. Liquid manure treating process

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5557873A (en) * 1990-10-23 1996-09-24 Pcl/Smi, A Joint Venture Method of treating sludge containing fibrous material
DE4121223A1 (de) * 1991-06-27 1993-01-07 Kruess Hartmut Verfahren zur aufbereitung von schlaemmen unterschiedlicher konsistenz und anlage zur durchfuehrung des verfahrens
WO1994029229A1 (en) * 1993-06-03 1994-12-22 Volume Reduction Systems, Inc. Preparation of free-flowing solids from aqueous waste
EP0805130A2 (en) * 1996-04-29 1997-11-05 Sicogesa Explotacion, S.A. Liquid manure treating process

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN117003459A (zh) * 2023-09-22 2023-11-07 山东恒基农牧机械有限公司 一种畜牧养殖场粪污自动处理装置

Also Published As

Publication number Publication date
EP1008287A1 (en) 2000-06-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5759224A (en) Device and method for the continuous treatment of waste by means of fly larvae
KR101073445B1 (ko) 고체 폐기물로부터 액체 폐기물을 분리하기 위한 폐기물수집 시스템
US5344367A (en) Infeed plate for an axial agricultural combine
EP2055178B1 (en) Rethreshing system for a combine
US2756554A (en) Forage gatherer and drier
JPH0253480B2 (nl)
NL1010772C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vloeibare mest.
US7001512B1 (en) Closed loop processing system for waste and crops
US20090270147A1 (en) Combine clean grain elevator system
US4035869A (en) Method for the continuous feeding of palletized fiber materials
CN107673582B (zh) 一种用于动物粪便的固液分离系统
FI128608B (fi) Menetelmä ja laite veden poistamiseksi rahkasammaleesta sekä työkone rahkasammaleen nostamiseksi ja kuivaamiseksi
EP0850561A1 (en) Animal-shed system provided with a primary separating device and lowemission processing of the separated fractions
NL1002119C1 (nl) Werkwijze en inrichtingen voor een volledige en milieuvriendelijke verwerking van mest op kleine schaal.
RU2675504C1 (ru) Базовый мини-комплекс модульного типа по приёму, доработке, сушке, обмолоту початков и первичной очистке зерна кукурузы
US6001146A (en) Device and method for the continuous treatment of waste by means of fly larvae
NL191107C (nl) Werkwijze voor het in een stal huisvesten van te mesten gevogelte.
WO1997049961A1 (nl) Etagedroogsysteem voor het drogen van dierluke mest, bestaande uit ten minste een etage voorzien van een transportband en een orgaan voor het toevoeren van lucht en een orgaan voor het afvoeren van lucht, en werkwijze voor het drogen van dierkijke mest onder toepassing van een dergelijk etageroogsysteem
CN207608484U (zh) 一种用于动物粪便的固液分离系统
US5487226A (en) Manure drying system and related method
US3547359A (en) Drying and pulverizing apparatus with recirculation of material
WO1999056073A1 (en) Method for drying manure and device for carrying out this method
RU2015639C1 (ru) Механизированная линия очистки и сортирования початков кукурузы
SU1756290A1 (ru) Установка дл переработки отходов животноводческих ферм
RU2033038C1 (ru) Смеситель кормов

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030701