NL1010571C2 - Inrichting voor het althans nagenoeg simultaan overdragen van spraak en data over een telecommunicatieverbinding alsmede een ontvangstinrichting. - Google Patents

Description

Inrichting voor het althans nagenoeg simultaan overdragen van spraak en data over een telecommunicatieverbinding alsmede een ontvangstinrichting.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het althans nagenoeg 5 simultaan overdragen van een analoog signaal, in het bijzonder een audiosignaal, en een datasignaal over een telecommunicatieverbinding omvattende coderingsmiddelen met een ingang voor het analoge signaal en voor het datasignaal alsmede een uitgang waarvan een gecombineerd spraak- en datasignaal kan worden afgenomen.

10 De stevige opmars van internet en allerlei telediensten, die met name de laatste jaren meer en meer zichtbaar wordt, vraagt in toenemende mate om een combinatie van dataoverdracht met een analoog signaal, in het bijzonder een audiosignaal zoals spraak, over eenzelfde telecommunicatie verbinding. Niet zelden is het daarbij bovendien gewenst dat beide vormen van gebruik van de verbinding gelijktijdig kunnen 15 plaatsvinden. Voor wat betreft de combinatie van data en spraak wordt hierin voorzien door een aantal bestaande technische oplossingen die voor een deel inmiddels in internationale standaarden zijn neergelegd. Zo levert ITU V.61 een protocol voor de simultane overdracht van spraak en data over een enkele aansluiting, aangeduid als SVD naar het Engelstalige "Simultaneous Voice and Data". Het ITU V.70 protocol geeft een 20 gedigitaliseerde tegenhanger hiervan, aangeduid als DSVD naar het Engelstalige "Digital Simultaneous Voice and Data". Hierbij wordt het spraaksignaal gedigitaliseerd alvorens te worden verzonden. De gecombineerde spraak- en dataoverdracht wordt vervolgens gerealiseerd door pakketten gedigitaliseerde spraak en data afwisselend via de telecommunicatieverbinding te verzenden en aan de ontvangerzede weer uiteen te 25 rafelen. Technieken gebaseerd op beide genoemde protocollen zijn echter relatief kostbaar wat aan een brede invoering in de weg staat.

Een andere bekende techniek om spraak en data simultaan over een enkele telecommunicatieverbinding te sturen, wordt aangeduid als DIV, naar het Engelstalige 30 "Data in Voice". Deze techniek is nog volop in ontwikkeling en gaat ervan uit dat de data in gecodeerde vorm in ruis wordt versleuteld, welke ruis vervolgens aan het spraaksignaal wordt toegevoegd. Verwacht wordt dat de toevoeging van deze ruis in het 1010571 -2- spraaksignaal door de gebruiker niet of nauwelijks zal worden opgemerkt, althans niet als hinderlijk wordt ervaren. Aan de ontvangerzijde wordt de aldus gecodeerde ruis uit het spraaksignaal gedecodeerd om daaruit de data te kunnen putten. Een bezwaar van een deze techniek is evenwel dat zij althans voor het gebruik in een telefoon netwerk 5 nog niet commercieel beschikbaar is en het bovendien vooralsnog dient te worden afgewacht in hoeverre met een toelaatbare hoeveelheid extra ruis kan worden volstaan om het datasignaal met een acceptabele doorvoersnelheid over te dragen. Ook zal de implementatie van deze techniek vermoedelijk relatief kostbare componenten vergen.

10 Met de onderhavige uitvinding wordt geoogd een inrichting van de in aanhef genoemde soort te voorzien waarmee met hedendaagse middelen een simultane overdracht van een analoog signaal en data over een enkele telecommunicatieverbinding kan worden bewerkstelligd en waaraan voornoemde bezwaren niet, althans in aanmerkelijk mindere mate kleven.

15

Om het beoogde doel te bereiken heeft een inrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de coderingsmiddelen in staat zijn om op basis van het aangeboden datasignaal een van het analoge signaal afgeleid echosignaal te produceren en in tijd verschoven aan het analoge signaal toe te voegen.

20

Overigens zij hierbij opgemerkt dat in de onderhavige octrooiaanvrage de term echo louter ter verduidelijking van de uitvinding en zuiver metaforisch wordt gebruikt, doch binnen het kader van de uitvinding geenszins tot diens meer alledaagse, letterlijke betekenis dient te worden opgevat. Onder een echosignaal dient dan ook niet uitsluitend 25 een in tijd vertraagde min of meer exacte, al of niet verzwakte kopie van het oorspronkelijke signaal te worden verstaan, zoals op grond van de alledaagse betekenis wellicht zou kunnen worden verwacht. Integendeel kan binnen het kader van de uitvinding zowel de vorm, de intensiteit als ook de tijdsvolgorde van de echo ten opzichte van het oorspronkelijke signaal naar believen worden aangepast. Meer 30 algemeen kan het echosignaal binnen het kader van de uitvinding worden opgevat als een functie van het oorspronkelijke analoge signaal, met als parameters de waarde van 1 ö i 0571 -3- het datasignaal, een vertragingstijd en een versterkingsfactor, waarbij beide laatste parameters zowel positief als negatief en al of niet tijdsafhankelijk kunnen zijn. Aldus zou binnen het kader van de uitvinding het echosignaal zelfs aan het oorspronkelijke signaal kunnen voorafgaan en kan de vorm van het echosignaal al of niet 5 tijdsafhankelijk afwijken van die van het oorspronkelijke signaal.

Het al of niet correct toevoegen van een echo aan het oorspronkelijke analoge signaal biedt de mogelijkheid daarin data te versleutelen. Het optreden van een correcte echo na een zeker tijdsinterval en binnen een bepaalde frequentie kan bijvoorbeeld worden 10 geïnterpreteerd als een logische 0, terwijl een incorrecte echo of de afwezigheid van een echo een logische 1 zou kunnen representeren. Door aan de ontvangerzede dit te detecteren, kan de informatie van het datasignaal op een betrekkelijk eenvoudige wijze uit het aan het analoge signaal toegevoegde echosignaal worden afgeleid.

15 De uitvinding biedt als voordeel dat het toevoegen van een echosignaal aan een analoog signaal op zichzelf een relatief eenvoudige en goedkope techniek is. Bovendien zullen echo’s in een audiosignaal, zoals bijvoorbeeld een spraaksignaal, evenmin als een zekere ruis, door hun aard in het algemeen als niet bijzonder storend worden opgevat door de wederzijdse gebruikers. Een bijzonder eenvoudige uitvoeringsvorm van de 20 inrichting volgens de uitvinding heeft in dit verband als kenmerk dat tussen het analoge signaal en het daaruit afgeleide echosignaal een vaste amplitudeverhouding bestaat en tussen beide signalen een vaste tussentijd ligt.

Op zichzelf kan de inrichting volgens de uitvinding met een enkelvoudig echosignaal 25 volstaan, doch om enerzijds zo weinig mogelijk in het spraaksignaal op te vallen en anderzijds voldoende signaal/ruisverhouding te hebben om de integriteit van het datasignaal te kunnen waarborgen, heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de coderingsmiddelen in staat zijn om vanuit het analoge signaal een meervoudig echosignaal te genereren, waarbij 30 opeenvolgende echo’s in het echosignaal onderling een vaste verzwakkingsfactor en een althans nagenoeg vaste tussentijd kennen. Door aldus het datasignaal te verdelen over 1010571 -4- een aantal echosignalen, kan de intensiteit per echosignaal beperkt blijven en daarmee de herkenbaarheid daarvan in het analoge signaal, terwijl de totale signaalinhoud niettemin voldoende groot is om de daarin versleutelde informatie betrouwbaar te kunnen reproduceren. Een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting heeft daarbij 5 volgens de uitvinding als kenmerk dat de coderingsmiddelen in staat zijn tot generatie van vier opeenvolgende echosignalen, telkens met een verzwakkingsfactor althans nagenoeg gelijk aan twee.

Een uitgelezen combinatie van echo’s in het echosignaal en daarbij behorende, al of niet 10 vaste, echotijden en versterkingsfactoren verschaft enerzijds een acceptabele reconstructie van het analoge signaal en anderzijds een optimale bandbreedte voor het daarin te versleutelen datasignaal. In dit verband heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de coderingsmiddelen tevens zijn voorzien van analysemiddelen om een frequentiebereik 15 van het aangeboden analoge signaal te bepalen en dat de coderingsmiddelen een echotijd buiten het aldus bepaalde frequentiebereik gebruiken. Deze inrichting is in staat om de echotijd aan te passen aan de aard, en meer in het bijzonder het spectrum, van het analoge ingangssignaal. Zo kan de inrichting bij voorbeeld bij een analoog signaal met een overmaat aan laag frequente componenten een relatief kleine echotijd hanteren en 20 bij een analoog signaal met meer hoog-frequente componenten juist een wat langere om onderlinge interferentie van het oorspronkelijke analoge signaal en het echosignaal tegen te gaan. Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting heeft volgens de uitvinding daarbij als kenmerk dat de coderingsmiddelen in staat zijn om een tijdsafhankelijke echotijd toe te passen. In dat geval wordt de volledige beschikbare 25 bandbreedte benut om daarin het datasignaal te versleutelen en daarmee ten volle de delen van het spectrum buiten het oorspronkelijke, analoge ingangssignaal.

De uitvinding leent zich in het bijzonder voor simultane transmissie van data- en spraaksignalen in een al of niet openbaar telefoonnetwerk. Omdat de intensiteit van de 30 echo’s kan worden ingesteld, kan het amplitudebereik van het gecodeerde spraak- en datasignaal zodanig worden vormgegeven dat het niet nadelig wordt beïnvloed door 101 0571 -5- digitale technieken zoals Puls Code Modulatie (PCM) en anti-echotechnieken zoals die heden te dage in publieke telecommunicatienetwerken gebruikelijk zijn. Ook het al of niet tijdsafhankelijk variëren van de echotijd en de versterkingsfactor c.q. verzwakkingsfactor tussen het oorspronkelijke spraaksignaal en de daaruit afgeleide 5 echo kan daartoe bijdragen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het simultaan ontvangen van een analoog signaal en een datasignaal vanuit een telecommunicatieverbinding omvattende decoderingsmiddelen met een ingang voor een gecombineerd analoog en 10 datasignaal en een eerste uitgang waarvan het analoge signaal kan worden afgenomen en een tweede uitgang waarvan het datasignaal kan worden afgenomen. Een dergelijke inrichting heeft binnen het kader van de onderhavige uitvinding als kenmerk dat decoderingsmiddelen in staat zijn om een echosignaal in het ingangssignaal te detecteren en althans grotendeels te elimineren en na evaluatie als datasignaal aan de 15 tweede uitgang aan te bieden. Door aldus het echosignaal uit het analoge signaal te filteren, resteert althans nagenoeg het oorspronkelijke analoge signaal dat direct aan de eerste uitgang wordt aangeboden. Op basis van de vorm en inhoud van het uitgefilterde echosignaal wordt door de decoderingsmiddelen een daarmee corresponderend datasignaal aan de tweede uitgang afgegeven.

20

Een bijzondere uitvoeringsvorm van een dergelijke ontvangsteenheid heeft daarbij volgens de uitvinding als kenmerk dat de decoderingsmiddelen vertragingsmiddelen omvatten om een van het ingangssignaal afgeleid eerste deelsignaal met een al of niet vaste tijd te vertragen, dat de decoderingsmiddelen versterkingsmiddelen omvatten om 25 een van het ingangssignaal afgeleid tweede deelsignaal met een voorafbepaalde factor te versterken of te verzwakken, en dat de decoderingsmiddelen in staat zijn tot superponering van beide deelsignalen ter reproductie van althans nagenoeg het oorspronkelijke spraaksignaal. Door de vertragingstijd van de vertragingsmiddelen gelijk te stellen aan de echotijd waarmee data in het analoge signaal werden gecodeerd 30 en een versterkingsfactor toe te passen die althans nagenoeg correspondeert met de intensiteitsverhouding van het analoge signaal en de daarvan afgeleide (eerste) echo, 1010571 -6- kan door superponering het oorspronkelijke analoge signaal in althans nagenoeg ongeschonden vorm worden herwonnen. Bovendien kan door evaluatie van het superpositieresultaat de digitale waarde corresponderend met het echosignaal worden vastgesteld.

5

In dit opzicht heeft een verdere uitvoeringsvorm van de ontvangstinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de decoderingsmiddelen eerste versterkingsmiddelen omvatten om het tweede deelsignaal met de voorafbepaalde factor te versterken alsmede tweede versterkingsmiddelen om het tweede deelsignaal met de genoemde factor te 10 verzwakken, dat de uitgangssignalen van beide versterkingsmiddelen ieder op een van het uitgangssignaal van de vertragingsmiddelen afgeleid deelsignaal wordt gesuperponeerd en dat door vergelijking van de aldus verkregen gesuperponeerde signalen het oorspronkelijke analoge signaal althans nagenoeg volledig wordt gereproduceerd en het datasignaal vastgesteld. Alleen bij een correcte bewerking van het 15 gecombineerde analoog/data-signaal zal het oorspronkelijke analoge signaal worden herwonnen, waarbij de toegevoegde echo althans grotendeels in het uitgangssignaal is geëlimineerd. Bij een onjuiste bewerking zal daarentegen het echosignaal nog steeds aanwezig zijn, wat zich uit in een grotere intensiteit van het uitgangssignaal. Door de uitgangssignalen van beide versterkingsmiddelen met elkaar te vergelijken kan aldus het 20 juiste uitgangssignaal worden vastgesteld, waarmee het oorspronkelijke analoge signaal wordt gereproduceerd en de datawaarde corresponderend met het daaruit geëlimineerd echosignaal vastgesteld. Aldus kan ook het oorspronkelijke datasignaal worden herwonnen.

25 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: figuur 1A-1B schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een verzendinrichting respectievelijk een ontvangstinrichting volgens de uitvinding; figuur 2A-2B een nadere uitwerking van de verzendinrichting van figuur IA in een 30 toestand waarin een logische 1 respectievelijk een logische 0 in het datasignaal wordt aangeboden; en 101 0571 -7-

fïguur 3A-3B een nadere uitwerking van de ontvangstinrichting van figuur 1B

behorende bij de inrichting van figuur 2A-2B in een toestand waarin een logische 1 respectievelijk een logische 0 uit een gecombineerd data- en spraaksignaal wordt ontvangen.

5

In figuur IA wordt zuiver schematisch een inrichting weergegeven voor het simultaan verzenden van een analoog signaal en een datasignaal over een enkele telecommunicatieverbinding en in figuur 1B één voor het simultaan ontvangen van een gecombineerd analoog- en datasignaal vanuit een enkele telecommunicatieverbinding.

10 De inrichting van figuur IA omvat een eerste ingang 11 voor een analoog signaal Sjn en een tweede ingang 12 voor een digitaal datasignaal Djn. Deze beide signalen worden naar coderingsmiddelen 15 geleid waarmee op basis van het datasignaal Din een van het ingangssignaal Sjn afgeleid echosignaal E aan het ingangssignaal Sin wordt toegevoegd. Het echosignaal E kan daarbij zowel enkelvoudig zijn als meervoudig. Aldus worden de 15 beide ingangssignalen Sin, Din bewerkt tot een gecombineerd analoog/data-signaal DS0Ut dat aan een uitgang 13 van de inrichting kan worden afgenomen om over een enkele telecommunicatieverbinding te worden verzonden. Het echosignaal dat aldus aan het analoge ingangssignaal Sin wordt toegevoegd kan algemeen worden beschreven door een functie Εί(μ(ί),ω(ϊ),8(ί)|η,0(ϊ)ίη), waarin μ(ί) een al of niet tijdsafhankelijke 20 versterkingsfactor en ω(ΐ) een al of niet tijdsafhankelijke tijdverschuiving ten opzichte van het ingangssignaal Sin representeren. De index i geeft daarbij een rangorde aan voor het geval een meervoudig echosignaal wordt gegenereerd. De versterkingsfactor p(t) bepaalt te amplitudeverhouding tussen het ingangssignaal Sin en het daaruit afgeleide echosignaal en kan groter of kleiner dan 1 zijn, in welk laatste geval sprake is van een 25 verzwakking, en bovendien een positief of negatief teken hebben, in welk laatste geval sprake is van een faseverschuiving met 180°. De tijdverschuiving ω(ί) geeft de tijdspanne aan die verstrijkt tussen het oorspronkelijke ingangssignaal Sin en het daaruit afgeleide echosignaal E en kan zowel positief als negatief zijn, in welk laatste geval het echosignaal in tijd aan het ingangssignaal zal voorafgaan. Door voor beide parameters 30 geschikte waarden te kiezen en eventueel daarin een tijdsafhankelijkheid te verdisconteren, kan de werking van de inrichting worden geoptimaliseerd met het oog 1010571 -8- op een specifieke toepassing en de te gebruiken telecommunicatieverbinding. Zo kan door een geschikte afstemming van de versterkingsfactor en de verschuivingstijd ter codering van een datasignaal en bijvoorbeeld een spraaksignaal worden bereikt dat enerzijds een eventueel rest-echosignaal in het herwonnen spraaksignaal minimaal 5 hoorbaar is en anderzijds het gecombineerde data-spraaksignaal minimaal wordt beïnvloed door gebruikelijke modulatie- en anti-echo technieken zoals die in telefoonnetwerken worden gebruikt. Bij een tijdsafhankelijkheid van de genoemde parameters zal dan in het uitgangssignaal DS0U, in het algemeen tevens een synchronisatiesignaal, zoals bijvoorbeeld een fasevergrendeling, moeten worden 10 opgenomen om de oorspronkelijke ingangssignalen aan de ontvangerzede adequaat te kunnen herwinnen. Hiervoor staan aan een gemiddelde vakman evenwel tal van bestaande technieken ter beschikking, zodat deze hier onbesproken kunnen worden gelaten.

15 Aan een ontvangerzijde kunnen de ingangssignalen uit het uitgangssignaal althans nagenoeg volledig worden geregenereerd met behulp van een inrichting zoals die in figuur 1B schematisch is weergegeven. Het gecombineerde analoog/data-signaal wordt als ingangssignaal DSin aan een ingang 23 van de inrichting aangeboden. De inrichting omvat decoderingsmiddelen 20 die dit signaal bewerken op basis van een functie die 20 algemeen kan worden uitgedrukt als G(p(t),m(t),DSjn) en die althans nagenoeg overeenkomt met de inverse van E(p(t),<a(t),Sin,Dm) op basis waarvan een echosignaal aan het oorspronkelijke analoge signaal werd toegevoegd. Aldus kan uit het ingangssignaal DSjn een analoog signaal Sou, worden herwonnen dat althans nagenoeg identiek is aan het oorspronkelijke analoge signaal en dat aan een uitgang 21 van de 25 inrichting kan worden afgenomen. Tevens volgt uit deze functie een digitaal uitgangssignaal Dou, dat volledig correspondeert met het oorspronkelijke digitale datasignaal en aan een digitale uitgang 22 van de inrichting kan worden afgenomen. Eventueel kan de functie G worden aangevuld met bestaande en daarom genoegzaam bekend veronderstelde foutcorrectie-algoritmen om de integriteit van het uiteindelijke 30 datasignaal Dout verder te verzekeren.

1010571 -9-

Het voorgaande zal navolgend nader worden uitgewerkt in een voorbeeld waarbij een datasignaal en een analoog spraaksignaal simultaan over een telecommunicatieverbinding in een telefoonetwerk worden verzonden. Figuur 2A toont schematisch een inrichting waarmee gebruik makend van de uitvinding simultaan zowel 5 een analoog spraaksignaal als een datasignaal over een enkele telecommunicatieverbinding kunnen worden overgedragen. De inrichting omvat daartoe coderingsmiddelen met een ingang 11 voor een analoog spraaksignaal Sin dat hier ter wille van de duidelijkheid in de vorm van een enkele piek is aangegeven. De inrichting omvat daarnaast een digitale ingang 12 waaraan een digitaal datasignaal Din kan worden 10 toegevoerd. Conform de uitvinding omvatten de coderingsmiddelen echomiddelen die in dit geval worden gevormd door een viertal operationele versterkers 14 die in cascade aan de analoge ingang 11 zijn gekoppeld en ieder in serie zijn geschakeld met een vertragingsinrichting 15. De versterkers 14 kennen ieder een versterkingsfactor m die althans nagenoeg gelijk is aan !/2, terwijl de vertragingsinrichtingen 15 het 15 uitgangssignaal van de versterkers 14 met een vaste tussentijd w vertragen. Aldus wordt van het ingangssignaal Sin een viervoudig echosignaal E,..E4 afgeleid waarbij ieder opvolgend echosignaal telkens circa een factor 2 is verzwakt en een periode w vertraagd in tijd wordt afgeleverd ten opzichte van zijn voorganger. Het ingangssignaal Sin en de daarvan afgeleide echosignalen E,..E4 worden met behulp van een 20 sommeerinrichtig 16 samengevoegd tot een gecombineerd uitgangssignaal DSout dat aan de een uitgang 13 van de inrichting kan worden afgenomen om over een geschikte telecommunicatieverbinding te worden verzonden.

De versterkers 14 van de codeerinrichting zijn aanstuurbaar op basis van het datasignaal 25 dat aan de digitale ingang 12 wordt aangeboden zodanig dat het teken van de versterkingsfactor μ negatief is indien een logische 0 wordt aangeboden en positief bij een logische 1. Als gevolg hiervan zullen de daarvan afkomstige echosignalen E,,E3 qua teken variëren al naar gelang bitsgewijs een logische 0 of 1 in het digitale ingangssignaal Din wordt aangeboden, wat zich uit in respectieve verschillende vormen 30 van het uiteindelijke uitgangssignaal DSout van de inrichting. Beide situaties zijn respectievelijk in figuur 1 en figuur 2 weergegeven, waarbij in figuur 1 een logische 1 1010571 -10- en in figuur 2 een logische 0, beide afkomstig van het digitale ingangssignaal Din, met het spraaksignaal Sin is versleuteld. Op deze wijze kan het datasignaal Din bitsgewijs volledig in het aangeboden spraaksignaal worden opgenomen om simultaan daarmee in het gecombineerde data-spraaksignaal DSou over een enkele telecommunicatieverbinding 5 te worden overgedragen.

Een aldus in een spraaksignaal gecodeerd datasignaal kan daaruit worden geëxtraheerd met de schematisch in figuur 2 weergegeven inrichting volgens de uitvinding welke bestemd is voor het simultaan ontvangen van spraak en data vanuit een 10 telecommunicatieverbinding. Het gecodeerde data/spraak-signaal DSjn wordt via een ingang 23 van de inrichting aan decoderingsmiddelen toegevoerd. De decoderingsmiddelen omvatten twee operationele versterkers 24 in serie met een vertragingsinrichting 25, die respectievelijk het signaal met een factor 2 verzwakken en over een periode w in tijd vertragen. Beide versterkers kennen daarbij een tegengesteld 15 teken, wat zich uit in de polariteit van het uitgangssignaal daarvan. In de figuur zijn schematisch de situaties weergegeven dat een logische 1 en dat een logische 0 in het spraaksignaal is gecodeerd met de inrichting van figuur 1. De uitgangssignalen van beide versterkers worden ieder met behulp van een sommeerinrichting 26 op het oorspronkelijke ingangssignaal gesuperponeerd DSjn, waarna de uitgangssignalen van r 20 beide sommeerinrichtingen aan een comparator 27 worden toegevoerd. Deze uitgangssignalen zijn in de figuur bij respectievelijk A en B schematisch aangegeven voor de situatie waarin een logische 1 en een logische 0 in het spraaksignaal werd gecodeerd.

25 Bij een correcte bewerking van het ingangssignaal DSjn zal het uitgangssignaal van de betreffende sommeerinrichting 26, behoudens een eventuele rest-echo Er, vrij zijn van een echosignaal, terwijl aan de uitgang van de andere sommeerinrichting juist een significant echosignaal wordt waargenomen. De tijdspanne tussen het oorspronkelijke spraaksignaal en de genoemde rest-echo definieert een meetvenster dt, waarin de 30 comparator beide daaraan aangeboden signalen onderling vergelijkt en het althans nagenoeg echo-vrije signaal als uitgangssignaal Sout aanbiedt. De specifieke ingang van 1010571 -11- de comparator 27 waarvan dit meest stille signaal afkomstig is, bepaalt daarbij de bitwaarde van het datasignaal die in het ingangssignaal besloten lag. Deze bitwaarde wordt als digitaal uitgangssignaal Dout aan een digitale uitgang 22 aangeboden. Aldus kan op een betrekkelijk eenvoudige, doch niet minder doeltreffende wijze een 5 datasignaal in een spraaksignaal worden gecodeerd en kunnen beide componenten naderhand vrijwel ongeschonden uit een gecombineerd data/spraaksignaal worden herwonnen.

Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkel voorbeeld nader werd 10 uiteengezet, zal het duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins tot het gegeven voorbeeld beperkt dient te worden opgevat. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties mogelijk. Zo kan de toegepaste versterkingsfactor en ook de vertragingstijd naar wens worden aangepast om optimaal aan te sluiten bij de aard van het aangeboden spraaksignaal. Zo zal naar mate het 15 spraaksignaal overwegen hoog-frequenter is de vertragingstijd, en daarmee het meetvenster kleiner dienen te zijn, terwijl bij een overwegend laag-frequent spraaksignaal juist een langere vertragingstijd is toegestaan. Ook kan in plaats van met een meervoudige echo, zoals de viervoudige van et voorbeeld, desgewenst worden volstaan met een enkelvoudige, zij het dat dit ten koste gaat van de 20 signaal/ruisverhouding en in het algemeen tot een kleiner meetvenster zal leiden.

Omgekeerd kan ook juist een groter aantal repetities worden gekozen, om de inrichting verder te optimaliseren.

Meer in het bijzonder is een uitvoeringsvorm denkbaar waarbij de coderingsmiddelen 25 het aangeboden analoge signaal analyseren alvorens daarin een datasignaal te coderen en daarbij een vertragingstijd toe passen die optimaal is afgestemd op de aard en het spectrum van het analoge signaal. Ook kunnen de coderingsmiddelen worden uitgevoerd met een tijdsafhankelijke vertragingstijd voor een optimale benutting van de voorhanden bandbreedte in het spectrum van het analoge signaal. In dat geval dient 30 evenwel tevens enige vorm van synchronisatie van de tijdsafhankelijk vertragingstijd in het data/spraaksignaal te worden gekoppeld, opdat de toegepaste vertragingstijd door de 1010571 -12- ontvangsteenheid uit het signaal kan worden afgeleid. Hetzelfde geldt indien een andere relevante parameter binnen de coderingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld een versterkingsfactor, tijdsafhankelijk wordt toegepast.

5 Ook zijn voor een vakman tal van alternatieven mogelijk voor het in het voorbeeld toegepaste codeer en decodeerschema, zonder op een inventieve wijze buiten het kader van de uitvinding te geraken. Door variatie van het aantal, de vorm en de tijdsvolgorde van de al of niet meervoudige echosignalen heeft een vakman een breed scala van parameters om binnen een gegeven situatie de uitvinding zo optimaal mogelijk toe te 10 passen. Daarbij is hij overigens niet gebonden aan het tijddomein, doch kan de uitvinding na een geschikte transformatie ook in een ander domein worden uitgevoerd, met name in het frequentiedomein dat wordt verkregen na een Fourrier- of La Place transformatie van het ingangssignaal. In dat geval zal het echosignaal in frequentie verschoven liggen ten opzichte van het analoge moedersignaal en kan tussen beide een 15 tijd verschuiving zoals in het beschreven voorbeeld eventueel achterwege worden gelaten. Om ook gedurende stille passages digitale informatie te kunnen verzenden, kan gebruik worden gemaakt van ruis die gewoonlijk aanwezig zal zijn. Mocht in een bepaald geval onvoldoende ruis in het analoge ingangssignaal aanwezig zijn, dan kan deze eventueel worden toegevoegd.

20 1010571

Claims (9)

1. Inrichting voor het althans nagenoeg simultaan overdragen van een analoog signaal, in het bijzonder een audiosignaal, en een datasignaal over een 5 telecommunicatieverbinding omvattende coderingsmiddelen met een ingang voor het analoge signaal en voor het datasignaal alsmede een uitgang waarvan een gecombineerd spraak- en datasignaal kan worden afgenomen met het kenmerk dat de coderingsmiddelen in staat zijn om op basis van het aangeboden datasignaal een van het analoge signaal afgeleid echosignaal te produceren en in tijd verschoven aan het analoge 10 signaal toe te voegen.

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat tussen het analoge signaal en het daaruit afgeleide echosignaal een vaste amplitudeverhouding bestaat en tussen beide signalen een vaste tussentijd ligt. 15

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de coderingsmiddelen in staat zijn om vanuit het analoge signaal een meervoudig echosignaal te genereren, waarbij opeenvolgende echo’s in het echosignaal onderling een vaste verzwakkingsfactor en een althans nagenoeg vaste tussentijd kennen. 20

4. Inrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk dat coderingsmiddelen in staat zijn tot generatie van vier opeenvolgende echosignalen, telkens met een verzwakkingsfactor althans nagenoeg gelijk aan twee.

5. Inrichting volgens een of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de coderingsmiddelen tevens zijn voorzien van analysemiddelen om een frequentiebereik van het aangeboden analoge signaal te bepalen en dat de coderingsmiddelen een echotijd buiten het aldus bepaalde frequentiebereik gebruiken.

6. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de coderingsmiddelen in staat zijn om een tijdsafhankelijke echotijd toe te passen al of niet in combinatie met een 101 0571 -14- tijdsafhankelijke -versterking c.q. verzwakking ten opzichte van het oorspronkelijke analoge signaal.

7. Inrichting voor het simultaan ontvangen van een analoog signaal en een 5 datasignaal vanuit een telecommunicatieverbinding omvattende decoderingsmiddelen met een ingang voor een gecombineerd analoog en datasignaal en een eerste uitgang waarvan het analoge signaal kan worden afgenomen en een tweede uitgang waarvan het datasignaal kan worden afgenomen met het kenmerk dat decoderingsmiddelen in staat zijn om een echosignaal in het ingangssignaal te detecteren en althans grotendeels te 10 elimineren en na evaluatie als datasignaal aan de tweede uitgang aan te bieden.

8. Inrichting volgens conclusie 7 met het kenmerk dat de decoderingsmiddelen vertragingsmiddelen omvatten om een van het ingangssignaal afgeleid eerste deelsignaal met een al of niet vaste tijd te vertragen, dat de decoderingsmiddelen 15 versterkingsmiddelen omvatten om een van het ingangssignaal afgeleid tweede deelsignaal met een voorafbepaalde factor te versterken of te verzwakken, en dat de decoderingsmiddelen in staat zijn tot superponering van beide deelsignalen ter reproductie van althans nagenoeg het oorspronkelijke analoge signaal.

9. Inrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk dat de decoderingsmiddelen eerste versterkingsmiddelen omvatten om het tweede deelsignaal met de voorafbepaalde factor te versterken alsmede tweede versterkingsmiddelen om het tweede deelsignaal met de genoemde factor te verzwakken, dat de uitgangssignalen van beide versterkingsmiddelen ieder op een van het uitgangssignaal van de vertragingsmiddelen 25 afgeleid deelsignaal wordt gesuperponeerd en dat door vergelijking van de aldus verkregen gesuperponeerde signalen het oorspronkelijke analoge signaal althans nagenoeg volledig wordt gereproduceerd en een waarde van het datasignaal wordt vastgesteld. 30 1010571