NL1010384C2 - Luchtveer, in het bijzonder voor een luchtveersysteem voor een wielas van een voertuig. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Luchtveer, in het bijzonder voor een luchtveersysteem voor een wielas van een': voertuig.

De uitvinding heeft betrekking op een luchtveer, in het bijzonder voor een luchtveersysteem voor een wielas van een voertuig, omvattende een rolbalg waarvan een eerste eindrand afdichtend verbonden is met een eindplaat en een tweede 5 eindrand afdichtend verbonden is met een ten opzichte van de rolbalg coaxiale zuiger die in axiale richting van de rolbalg in en uit de rolbalg beweegbaar is en waarover de rolbalg tijdens deze beweging afrolt, waarbij de zuiger is gevormd als één deel uit kunststof, omvattende een binnendeel en een 10 daaromheen aangebrachte en daarmee verbonden cilindrische buitenmantel waar de rolbalg over kan afrollen.

Een dergelijke luchtveer is uit de praktijk bekend. Bij deze bekende luchtveer is de zuiger aan de zijde van de eindplaat voorzien van een ten opzichte van de rest van de 15 zuiger in de richting van de eindplaat uitstekende aanslag, die tegen de eindplaat kan stoten. Deze aanslag die kan bestaan uit kunststof, is uitgevoerd als afzonderlijk deel dat door middel van een schroefverbinding met de rest van de zuiger is verbonden.

2 0 Het doel van de uitvinding is een luchtveer te verschaf fen met een eenvoudiger constructie die betrekkelijk goedkoop te vervaardigen is.

Dit doel wordt bij een luchtveer van het in de aanhef genoemde type bereikt doordat het binnendeel aan de naar de 25 eindplaat gerichte zijde is voorzien van een zich in de richting van de eindplaat voorbij de buitenmantel uitstrekkend einddeel dat één geheel vormt met de rest van het binnendeel en kan fungeren als een aanslag die tegen de eindplaat kan stoten.

30 De zuiger van de luchtveer volgens de uitvinding is betrekkelijk goedkoop te vervaardigen. Bovendien is de 1010384 -2- montage van de luchtveer eenvoudiger dan bij de bekende luchtveer. Bij voorkeur is het binnendeel cilindrisch en is de buitenmantel coaxiaal daaromheen aangebracht.

Verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de luchtveer 5 volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies.

De uitvinding zal in het hiernavolgende nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin in de enige figuur een voorkeursuitvoeringsvorm van een luchtveer volgens 10 de uitvinding gedeeltelijk in langsdoorsnede en gedeeltelijk in zijaanzicht is weergegeven.

De in de figuur weergegeven luchtveer, die in het bijzonder bedoeld is om te worden toegepast in een luchtveer-systeem voor een wielas van een voertuig, omvat een rolbalg 15 1 en een ten opzichte van de rolbalg 1 coaxiale zuiger 2, die in axiale richting van de rolbalg 1 in en uit de rolbalg beweegbaar is en waarover de rolbalg 1 tijdens deze beweging afrolt. Een eerste eindrand 3 van de rolbalg 1 is afdichtend verbonden met een eindplaat 4. Deze eindplaat kan met een 20 zeer schematisch aangegeven deel 5 van een chassis van een voertuig worden verbonden, bijvoorbeeld door middel van een schroefverbinding. Een tweede eindrand 6 van de rolbalg 1 is afdichtend verbonden met de zuiger 2.

De zuiger 2 is als één deel gevormd uit kunststof en 25 omvat een centraal cilindrisch binnendeel 7 en een coaxiaal daaromheen aangebrachte en daarmee verbonden cilindrische buitenmantel 8, waarover de rolbalg 1 kan afrollen. De zuiger kan verbonden worden met een onder het voertuig gemonteerde draagarm van een voertuigas. In de figuur is een deel 9 van 30 de draagarm weergegeven.

Het cilindrische binnendeel 7 is aan de naar de eindplaat 4 gerichte zijde voorzien van een zich in de richting van de eindplaat voorbij de buitenmantel 8 uitstrekkend einddeel 10 dat één geheel vormt met de rest van het cilin-35 drische binnendeel 7 en kan fungeren als een aanslag die tegen de eindplaat 4 kan stoten. Het einddeel 10 is aan de naar de eindplaat 4 gerichte zijde voorzien van een eindwand 11. Binnenin het einddeel 10 kunnen verstevigingsruggen 12 zijn aangebracht, die bij voorkeur radiaal gericht zijn.

Λ n ·1 η η λ * -3-

Het cilindrische binnendeel 7 met het einddeel 11 is met de cilindrische buitenmantel verbonden door middel van een in hoofdzaak radiaal uitstrekkend flensdeel 13. Ter versteviging van de verbinding tussen het flensdeel 13 en het 5 binnendeel 7 kunnen in het hoekgebied tussen het flensdeel 13 en het binnendeel 7 radiale versterkingsruggen 14 zijn aangebracht.

De tweede eindrand 6 van de rolbalg 1 is ter plaatse van de overgang tussen het flensdeel 13 en het cilindrische 10 binnendeel 7 met einddeel 10 afdichtend, maar losneembaar met de zuiger 2 verbonden. Een dergelijke verbinding kan worden bereikt door de eindrand 6 van de rolbalg 1 klemmend met het einddeel 10 van het cilindrische binnendeel 7 te laten samenwerken. De inwendige druk in de rolbalg 1 zorgt ervoor 15 dat het betreffende randgedeelte 16 van de rolbalg tegen de zuiger 2 wordt gedrukt.

Het radiale flensdeel 13 en het daarop aansluitende einddeel 10 van het cilindrische binnendeel 7 kan voorzien zijn van een kanaal 15, dat enerzijds uitmondt aan de 20 buitenzijde van het einddeel 10 en anderzijds aan de naar de eindplaat 4 gerichte zijde van het flensdeel 13. Dit kanaal 15 zal in de normale gebruikstoestand van de luchtveer eenzijdig zijn afgesloten door het tegen het flensdeel 13 aan gelegen randgedeelte 16 van de rolbalg 1. Door middel van dit 25 kanaal 15 kan de luchtveer bij maximale lengte worden ontlucht.

De zuiger 2 is bijvoorbeeld vervaardigd van polyamide, dat zonodig met vezels is versterkt. Echter, ook andere kunststoffen komen in aanmerking.

1010384

Claims (5)

1. Luchtveer, in het bijzonder voor een luchtveersysteem voor een wielas van een voertuig, omvattende een rolbalg waarvan een eerste eindrand afdichtend verbonden is met een eindplaat en een tweede eindrand afdichtend verbonden is met 5 een ten opzichte van de rolbalg coaxiale zuiger die in axiale richting van de rolbalg in en uit de rolbalg beweegbaar is en waarover de rolbalg tijdens deze beweging afrolt, waarbij de zuiger is gevormd als één deel uit kunststof, omvattende een binnendeel en een daaromheen aangebrachte en daarmee 10 verbonden in hoofdzaak cilindrische buitenmantel waar de rolbalg over kan afrollen, met het kenmerk, dat het binnendeel aan de naar de eindplaat gerichte zijde is voorzien van een zich in de richting van de eindplaat voorbij de buitenmantel uitstrekkend einddeel dat één geheel vormt met de rest 15 van het binnendeel en kan fungeren als een aanslag die tegen de eindplaat kan stoten.

2. Luchtveer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat einddeel aan de naar de eindplaat gerichte zijde is voorzien 20 van een eindwand.

3. Luchtveer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aan de zijde van de eindplaat gelegen eindrand van de cilindrische buitenmantel via een zich in hoofdzaak radiaal 25 uitstrekkend flensdeel is verbonden met het, bij voorkeur cilindrisch uitgevoerde, binnendeel.

4. Luchtveer volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de tweede eindrand van de rolbalg ter plaatse van de overgang 30 van het radiale flensdeel en het cilindrische binnendeel met de zuiger afdichtend, maar losneembaar met de zuiger is verbonden. 1010384 -5-

5. Luchtveer volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het radiale flensdeel en het daarop aansluitende einddeel van het cilindrische binnendeel is voorzien van een kanaal dat enerzijds uitmondt aan de buitenzijde van het einddeel en 5 anderzijds aan de naar de eindplaat gerichte zijde van het flensdeel. 1010384