NL1010308C2 - Piëzo-elektrische viscositeitsmeter. - Google Patents

Piëzo-elektrische viscositeitsmeter. Download PDF

Info

Publication number
NL1010308C2
NL1010308C2 NL1010308A NL1010308A NL1010308C2 NL 1010308 C2 NL1010308 C2 NL 1010308C2 NL 1010308 A NL1010308 A NL 1010308A NL 1010308 A NL1010308 A NL 1010308A NL 1010308 C2 NL1010308 C2 NL 1010308C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
piezoelectric
oscillating body
strip
meter according
viscosity meter
Prior art date
Application number
NL1010308A
Other languages
English (en)
Inventor
Dirk Hendrik Petrus Snel
Original Assignee
Vaf Instr Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vaf Instr Bv filed Critical Vaf Instr Bv
Priority to NL1010308A priority Critical patent/NL1010308C2/nl
Priority to PCT/NL1999/000631 priority patent/WO2000022412A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1010308C2 publication Critical patent/NL1010308C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N11/00Investigating flow properties of materials, e.g. viscosity, plasticity; Analysing materials by determining flow properties
    • G01N11/10Investigating flow properties of materials, e.g. viscosity, plasticity; Analysing materials by determining flow properties by moving a body within the material
    • G01N11/16Investigating flow properties of materials, e.g. viscosity, plasticity; Analysing materials by determining flow properties by moving a body within the material by measuring damping effect upon oscillatory body
    • G01N11/162Oscillations being torsional, e.g. produced by rotating bodies

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Measurement Of Mechanical Vibrations Or Ultrasonic Waves (AREA)
  • Measurement Of Levels Of Liquids Or Fluent Solid Materials (AREA)

Description

Piëzo-elektrische viscositeitsmeter.
De uitvinding heeft betrekking op een viscositeitsmeter voorzien van een transducent voor het omzetten van een viscositeitsgroot-5 heid van een fluïdum in een elektrisch signaal, omvattende een onder-steuningselement, een torsiestaaf die aan een uiteinde met het onder-steuningselement is verbonden en aan het andere uiteinde is voorzien van een oscillatielichaam, een piëzo-elektrische aandrijfinrichting voor het in rotatie-oscillatie om een in hoofdzaak met de hartlijn van 10 de torsiestaaf samenvallende rotatieas brengen van het oscillatielichaam en een piëzo-elektrische detectie-inrichting voor het detecteren van de rotatie-oscillatie van het oscillatielichaam. Een dergelijke viscositeitsmeter is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.905.499· 15 De bekende inrichting voor het detecteren van de viscositeit van een vloeistof omvat een vibrator vervaardigd uit piëzo-elektrische elementen en die om zijn rotatie-as kern vibreren. De vibratie wordt door middel van een overbrengingsorgaan dat op torsie wordt belast, overgebracht op een oscillatielichaam gevormd door een in de vloeistof 20 onder te dompelen detectiekop. De vibratie van de detectiekop wordt door middel van een vibratiesensor gemeten. De vibrator en de detectiekop zijn ook via het vibratie-orgaan met elkaar verbonden. Uit onder andere het detectieresultaat van de vibratiesensor wordt de viscositeitsgrootheid bepaald.
25 De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een viscositeits meter van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de constructie eenvoudiger is en de meter gemakkelijk in een leiding of andere ruimte voor een fluïdum kan worden opgenomen, dit alles gedurende de werking van een procesinstallatie waartoe de leiding of de ruimte behoort.
30 Dit doel wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat het ondersteuningselement voorzien is van middelen voor het bevestigen daarvan aan een wand, die aan een ruimte grenst waarin zich het te meten fluïdum bevindt en dat de piëzo-elektrische aandrijfinrichting en de piëzo-elektrische detectie-inrichting in een holte van het 35 oscillatielichaam zijn ondergebracht.
Door het plaatsen van de piëzo-elektrische aandrijfinrichting en detectie-inrichting in een holte van het oscillatielichaam is het mogelijk de gehele sensor in het fluïdum te plaatsen en het ondersteu- 1010308 2 ningselement van de transducent aan een aan de vloeistof grenzende wand te bevestigen, zodat de sensor ook in werkende procesinstallaties kan worden ingebracht, terwijl er slechts weinig ruimte nodig is voor de transducent.
5 Bij een uitvoeringsvorm omvat de piëzo-elektrische aandrijf- inrichting een piëzo-elektrische strook, die zich dwars op de rotatie-as van het oscillatielichaam en op een afstand daarvan uitstrekt en die aan een uiteinde vast aan het oscillatielichaam is bevestigd en aan het andere uiteinde vrij beweegbaar is in oscillatierichting van 10 het oscillatielichaam, waarbij een op de piëzo-elektrische strook aangesloten elektrisch signaal de strook in een vlak loodrecht op de rotatieas buigt. Doordat de piëzo-elektrische strook slechts aan één uiteinde in het isolatielichaam behoeft te worden ingeklemd, kan deze volledig worden opgenomen in het oscillatielichaam. Door de beweging 15 van het vrije uiteinde van de piëzo-elektrische strook en gebruikmakend van de massa van de strook wordt een reactiekracht opgewekt die de detectiekop aandrijft. Er is dus geen verder vaste referentie voor de aldus geconstrueerde uitvoeringsvorm nodig.
Afhankelijk van de traagheid van het systeem vein torsiestaaf en 20 oscillatielichaam en de soort fluïdum is de piëzo-elektrische aandrijf inrichting voorzien van een tweede overeenkomstige piëzo-elek-J trische strook, die zich aan de andere zijde van de rotatieas van het oscilllatielichaam evenwijdig aan de eerste piëzo-elektrische strook uitstrekt en dat het aan het oscillatielichaam bevestigde uiteinde van 25 de tweede strook diametraal tegenover het vaste uiteinde van de eerste piëzo-elektrische strook ligt. Eventueel kan het vrije uiteinde van tenminste één piëzo-elektrische strook worden verzwaard.
De uitvinding heeft voorts ten doel de viscositeitsmeter nog verder te vereenvoudigen. Deze vereenvoudiging wordt bereikt, doordat 30 bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding een versnellingsdetector als detectie-inrichting wordt toegepast, die via een fasedraaier met de piëzo-elektrische aandrijfinrichting is verbonden. Hierdoor wordt de oscillatie automatisch tot stand gehouden met een heel eenvoudige schakeling. Bij de viscositeitsmeter volgens de uitvinding wordt een 35 amplitudemeting toegepast waardoor niet alleen een eenvoudige schakeling mogelijk is maar ook een betere resolutie bij de meting kan worden verkregen.
Bij een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm bestaat de 1010308 3 versnellingsdetector uit twee piëzo-elektrische stroken, die evenwijdig aan elkaar en in een zich evenwijdig aan de oscillatierichting van het oscillatielichaam uitstrekkend vlak verlopen en waarvan telkens een uiteinde vast aan het oscillatielichaam is bevestigd op dia-5 metraal tegenover elkaar gelegen plaatsen, terwijl de andere uiteinden daarvan vrij beweegbaar zijn in de oscillatierichting vein het oscillatielichaam en in tegengestelde richtingen wijzen en dat de uitgangen van de piëzo-elektrische stroken zijn aangesloten op de respectieve ingangen van een instrumentatieversterker, waarvan de uitgang met de 10 fasedraaier is verbonden.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.
In de tekeningen tonen:
Figuur 1 schematisch een uitvoeringsvorm van de transducent van 15 de viscositeitsmeter volgens de uitvinding;
Figuur 2 een doorsnede door een praktische uitvoeringsvorm van de transducent van de viscositeitsmeter volgens de uitvinding;
Figuur 3 een doorsnede volgens de lijn III-III van figuur 2;
Figuur 4 een doorsnede volgens de lijn IV-IV van figuur 2; 20 Figuur 5 een schakelschema van het elektrische gedeelte van de viscositeitsmeter volgens de uitvinding; en
Figuur 6 een vooraanzicht gedeeltelijk in doorsnede van een uitvoeringsvorm van de in een pijpleiding opgenomen viscositeitsmeter-systeem volgens de uitvinding.
25 De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat een fluïdum effect, in het bijzonder dempingseffect, heeft op een trillend oscil-latie-element dat daarin is ondergedompeld. Een terugkoppelsysteem kan worden toegepast voor het in een mechanische trilling houden van het oscillatie-element door toevoer van energie aan het systeem om vis-30 keuze en andere inherente mechanische en elektrische verliezen te compenseren. Dit wordt bereikt door middel van versterkers in het terugkoppelsysteem. Bijvoorbeeld kan de complexe schuifviscositeit worden bepaald door het meten van de resonantiefrequentie vein het oscillatie-element en de demping daarvan.
35 Onder toepassing van het hierboven genoemde basisconcept is de viscositeitsmeter volgens de uitvinding als voorbeeld voorzien van een transducent voor het omzetten van een viscositeitsgrootheid van een fluïdum in een elektrisch signaal. Deze transducent omvat een meter- 1010308 4 huis 1 en een daarmee vast verbonden ondersteuningselement of basisplaat 2. Door deze basisplaat 2 wordt een oscillatie-inrichting ondersteund, die bestaat uit een torsiestaaf 3, die stijf met de basisplaat 2 en loodrecht daarop is bevestigd en een oscillatielichaam 4, dat 5 wordt gevormd door een cilindrische massa 4 die op zijn beurt aan één uiteinde vast is verbonden met het vrije uiteinde van de torsiestaaf 3. De combinatie van torsiestaaf 3 en cilindrische massa 4 wordt in een torsiemode in trilling gebracht en gehouden. Hiertoe wordt een piëzo-elektrische aandrijfinrichting 5 toegepast. Zoals uit fig. 1 10 blijkt, is de aandrijfinrichting 5 in de cilindrische massa 4 opgenomen .
Van de oscillatie-inrichting is tenminste de cilindrische massa 4 ondergedompeld in een fluïdum of vloeistof 6, die zich bevindt in de ruimte die wordt begrensd door de basisplaat 2 en een bijvoorbeeld 15 cilindrische wand van het huis 1. Deze viscositeitsmeter is geschikt als doorstroommeter en de te meten vloeistof kan bijvoorbeeld door openingen 7 in de basisplaat 2 worden ingevoerd, kan langs de torsiestaaf 3 en de cilindrische massa 4 stromen en door de bovenopening in het huis 1 worden uitgevoerd of omgekeerd. Het huis 1 kan met het 20 daarin opgenomen oscillatielichaam 4 in een pijp van een pijpensysteem worden geïntegreerd om continu of op ieder gewenst moment een viscosi-teitsgrootheid van het door het pijpensysteem stromende fluïdum of vloeistof te meten. Voor een statische meting kan de bovenopening van het huis worden afgesloten.
25 Via de toevoergeleider 8 van de aandrijf inrichting 5 die door de torsiestaaf 3 is doorgevoerd, wordt een excitatiesignaal in de vorm van een wisselspanning aan de aandrijfinrichting 5 toegevoerd. Dit excitatiesignaal kan bijvoorbeeld worden opgewekt door een frequentie-synthesizer. De frequentie en grootte van het excitatiesignaal kunnen 30 door middel van een microprocessor worden bestuurd. Door toevoer van het excitatiesignaal aan de aandrijfinrichting 5 wordt de cilindrische massa 4 in rotatie-oscillatie, 7 t.w. torsietrilling gebracht om een rotatie-as die samenvalt met de hartlijn van de torsiestaaf 3·
De amplitude van de torsietrilling wordt door middel van de 35 piëzo-elektrische detectie-inrichting 9 gemeten. Het detectie-uit-gangssignaal uit de detectie-inrichting 9 wordt via de door de torsiestaaf 3 doorgevoerde uitgangsgeleider 10 naar buiten gevoerd. Het detectiesignaal is bij een constant excitatiesignaal een maat voor de 1010308 5 viscositeit van de vloeistof waarin de cilindrische massa is ondergedompeld en kan op niet getoonde wijze worden versterkt, door middel van een bandfilter worden gefilterd en worden toegevoerd aan een voltmeter die door de microprocessor wordt uitgelezen.
5 De piëzo-elektrische detectie-inrichting is eveneens in de holte van het oscillatielichaam 4 ondergebracht.
De temperatuursensor 11 is in de wand van het oscillatielichaam opgenomen. Het uitgangssignaal van deze sensor 11 wordt via de geleider 12 naar buiten gevoerd.
10 In de figuren 2, 3 en 4 is een oscillatielichaam volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond. In de doorsnede van fig. 2 zijn de toe- en afvoergeleiders van de spoel en de detectie-inrichting niet getoond. Het oscillatielichaam 4 is uit een niet-magnetisch of niet-magnetiseerbaar materiaal vervaardigd. Een zeer geschikt mate-15 riaal is roestvast staal van austenitische structuur, zoals RVS 316. In sommige toepassingen zou een kunststof voldoende kunnen zijn. Het oscillatielichaam 4 is aan de boven- en onderzijde afgesloten. Aan de onderste afsluiting 13 van het oscillatielichaam 4 is één uiteinde van de torsiestaaf 3 vast verbonden, waarvan het andere uiteinde vast is 20 verbonden met de basisplaat 2.
De in het oscillatielichaam 4 opgenomen piëzo-elektrische aandrijf inrichting omvat een piëzo-elektrische strook 14, die zich dwars op de rotatieas van het oscillatielichaam 4 en op een afstand daarvan uitstrekt. De piëzo-elektrische strook 14 is aan één uiteinde vast aan 25 het oscillatielichaam bevestigd, terwijl het andere uiteinde vrij beweegbaar is in de oscillatierichting van het oscillatielichaam 4. Wanneer een elektrisch signaal of spanning aan de piëzo-elektrische strook wordt toegevoerd, wordt deze strook in een vlak loodrecht op de rotatieas van het oscillatielichaam 4 gebogen. Door deze buiging en 30 door gebruik te maken van de massa van de piëzo-elektrische strook 14 wordt een reactiekracht opgewekt, die het oscillatielichaam 4 aandrijft. Ook uit figuur 2 blijkt, dat de temperatuursensor 11 in het oscillatielichaam 4 is opgenomen, in dit geval in de onderste afsluiting 13 van genoemd lichaam. Temperatuurmeting is essentieel om nood-35 zakelijke temperatuurcorrecties uit te kunnen voeren. Voor de meting behoeft dus slechts het oscillatielichaam 4 in een leiding of ruimte te worden ingebracht en het ondersteuningselement 2 met de leiding of de aan de ruimte grenzende wand worden bevestigd door middel van niet- 1010308 6 getoonde bevestigingsmiddelen. De eventuele constructie van de bevestigingsmiddelen kunnen aan een deskundige worden overgelaten.
In de doorsnede van figuur 3 is de piëzo-elektrische aandrijf-inrichting duidelijk zichtbaar. Bij de uitvoeringsvorm van de figuren 5 2 en 3 is de piëzo-elektrische aandrijfinrichting voorzien van een tweede piëzo-elektrische strook 15 die zich aan de andere zijde van de rotatieas van het oscillatielichaam 4 uitstrekt. Er worden dus twee evenwijdig aan elkaar verlopende piëzo-elektrische stroken 14 en 15 toegepast. Het aan het oscillatielichaam bevestigde uiteinde van de 10 tweede piëzo-elektrische strook 15 ligt diametraal tegenover het vaste uiteinde van de eerste piëzo-elektrische strook 14. De piëzo-elektrische stroken 14 en 15 zijn in de daarbij behorende wandelementen 16 en 17 van het oscillatielichaam 4 vast ingeklemd.
Teneinde de massatraagheid van de vrije uiteinden van de piëzo-15 elektrische stroken 14 en 15 te verhogen, kunnen deze uiteinden worden verzwaard. Deze uitvoering is niet getoond, maar iedere deskundige kan een verzwaringsconstructie bedenken.
De detectie-inrichting is bij deze uitvoeringsvorm een versnel-lingsdetector. Een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm van de 20 versnellingsdetector blijkt duidelijker uit fig. 4. Deze versnellings-detector omvat twee steunen 18, 19 die aan het oscillatielichaam 4 vast zijn bevestigd. Deze steunen 18 en 19 ondersteunen aan één zijde de respectieve piëzo-elektrische stroken 20 en 21. De andere uiteinden van de stroken 20 en 21 kunnen vrij bewegen.
25 Wanneer tijdens de heen- en weergaande rotatietrilling van het oscillatielichaam 4 als gevolg van de toevoer van een wisselspanning aan de piëzo-elektrische stroken 14 en 15, het isolatielichaam 4 bijvoorbeeld in de richting van de pijl R roteert, worden op de piëzo-elektrische stroken 18 en 19 de krachten KI resp. K2 uitgeoefend als 30 gevolg van de traagheid van deze stroken en in het bijzonder van de aan de vrije uiteinden daarvan aangebrachte gewichten 20 en 21. Door de krachten KI en K2 worden de piëzo-elektrische stroken 18 en 19 gebogen, waardoor een detectie-uitgangssignaal van de piëzo-elektrische stroken wordt opgewekt en kan worden afgenomen. Uit de ampli-35 tude van het detectie-uitgangssignaal en die van het aan de oscil-latie-aandrijfspoel toegevoerde signaal kan dan de viscositeitsgroot-heid worden bepaald.
De massatraagheid van de stroken 20 en 21 kan op niet getoonde 1010308 7 wijze worden verhoogd door de vrije uiteinden daarvan te verzwaren.
Zoals uit de figuren 2, 3 en 4 blijkt verlopen de aandrijvende piëzo-elektrische stroken 14 en 15 loodrecht op de detecterende stroken 19, 20.
5 Als voordelig alternatief kan echter een elektrische terug- koppel-keten tussen de piëzo-elektrische stroken en 15 en de uit de piëzo-elektrische stroken 20 en 21 bestaande detectie-inrichting worden aangesloten, waardoor de oscillatie in de torsiemode van de oscillatie-inrichting automatisch wordt gehandhaafd, waarbij uit de 10 verhouding van de amplitude van het detectiesignaal en dat van het aan de stroken 1*1 en 15 toegevoerde excitatiesignaal door middel van bijvoorbeeld een microprocessor de viscositeit van het te meten fluïdum of vloeistof kan worden bepaald. Deze terugkoppelketen in de meetscha-keling van de viscositeitsmeter volgens de uitvinding is in fig. 5 15 getoond.
In fig. 5 zijn de piëzo-elektrische stroken 20 en 21 schematisch als piëzo-elementen getoond en aangeduid met PI en P2. Via parallel-weerstanden R1 en R2 zijn de piëzo-elementen PI en P2 aangesloten op een instrumentatieversterker IA. Hierbij zijn de polari-20 teiten aangegeven. De terugkoppelketen bestaat bij het in fig. 5 getoonde bij voorkeur toe te passen schakelschema uit de genoemde instrumentatieversterker IA, het filter Fl, de fasedraaier FD, de automatische versterkingsregelaar AGC en de versterker VI. Op de uitgang van de versterker VI zijn de aandrijvende piëzo-elektrische 25 stroken 1*1 en 15, aangeduid als piëzo-elementen P3 en P*1, aangesloten. Door de serieschakeling van de piëzo-elementen PI en P2, de terugkoppelketen en de piëzo-elementen P3 en P*1 wordt het oscillatielichaam getoond in de figuren 1, 2, 3 en 4 in de torsiemode in trilling gebracht en gehouden.
30 Het op de uitgang van de fasedraaier FD verschijnende signaal en het signaal in het verbindingspunt van de versterker VI en de automatische versterkingsregelaar AGC worden toegevoerd aan de ingangen 12 resp. 13 van de microprocessor μΡ, die op basis van de verhouding van de amplitude van de genoemde signalen een viscositeituitgangssignaal 35 afleidt, dat op de uitgang 02 wordt afgegeven. Tussen het viscosi-teitssignaal op de uitgang 02 van de microprocessor μΡ en de daaraan toegevoerde signalen bestaat een verband, dat hetzij experimenteel kan worden bepaald of worden berekend. Het signaal dat afkomstig is van 1010308 8 een in de wand van het oscillatielichaam 4 ondergebrachte temperatuur-sensor, in figuur 5 aangeduid met Rt wordt toegevoerd aan de versterker V2, waarvan het uitgangssignaal aan de ingang II van de microprocessor μΡ wordt toegevoerd. Een temperatuursignaal verschijnt op de 5 uitgang 01 van de microprocessor. Het van de temperatuursensor afkomstige signaal wordt bij voorkeur door de microprocessor μΡ gebruikt om een temperatuurcompensatie uit te voeren.
Teneinde de mechanische koppeling tussen de torsiemassa (tor-siestaaf en oscillatielichaam) en de basisplaat 2 zo klein mogelijk te 10 houden, wordt het traagheidsmoment van de basisplaat 2 groot ten opzichte van het traagheidsmoment van de torsiemassa gekozen.
Een belangrijk voordeel van het hierboven beschreven ontwerp van de transducent voor de viscositeitsmeter is de zeer geringe temperatuur- afhankelijkheid van de resonantiefrequentie van de oscillatie-15 inrichting, zodat door middel van de gemeten temperatuur de microprocessor op gemakkelijke wijze de temperatuurcompensatie kan uitvoeren .
Bovendien is het elektrische gedeelte van de viscositeitsmeter zeer eenvoudig en bevat slechts een klein aantal onderdelen.
20 Het belangrijkste voordeel van de viscositeitsmeter volgens de uitvinding is dat deze zeer onderhoudsvriendelijk is (lage reinigings-frequentie).
Voorts heeft de viscositeitsmeter volgens de uitvinding, in het bijzonder door toepassing van de detectie-inrichting en het schakel-25 schema volgens fig. 5 het voordeel, dat de translatie van het oscillatielichaam wordt gecompenseerd.
Bij een translatie-trilling die in de praktijk bijna altijd als neveneffect voorkomt, zullen de piëzo-elektrische stroken 20 en 21 tegengesteld aan elkaar bewegen, zodat de spanningen die aan de 30 instrumentatieversterker IA worden toegevoerd, geen uitgangsveran-dering teweegbrengt.
Bij een rotatie-trilling die bij deze uitvoeringsvorm juist gewenst is, worden de opgewekte spanningen opgeteld en is er dus wel effect op de uitgang van de versterker IA waar te nemen.
35 In figuur 6 is een uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond, waarbij de transducent van de viscositeitsmeter volgens de uitvinding geïntegreerd is in een pijpstuk 22, die voorzien is van bevestigings-flenzen 23 en 24 voor de opname van het pijpstuk 22 in een leidingsys- 1010308 9 teem. Voor de toelichting is het pijpstuk 22 ter plaatse van de visco-siteitsmeter opengesneden. Het oscillatielichaam ^ is via de torsie-staaf 3 met de basis 2 verbonden. De torsiestaaf 3 en de basis 2 zijn hol voor het doorvoeren van de toe- en afvoerdraden voor de in het 5 oscillatielichaam ^ ondergebrachte piëzo-elektrische stroken en tempe-ratuursensor. De basis 2 is door middel van het afsluitelement 25 vast verbonden met het pijpstuk 22. Het afsluitelement 25 is opgenomen in de boring 26 van het pijpstuk 22 en wordt daarin vastgeschroefd door middel van de schroefdraad 27· De uit de basis 2 afkomstige toe- en 10 afvoerdraden samengevoegd in de kabel 28 verlopen naar de in de behuizing 29 opgenomen elektronische schakeling van de viscositeitsmeter.
1010308

Claims (10)

1. Viscositeitsmeter voorzien van een transducent voor het omzet-ten van een viscositeitsgrootheid van een fluïdum in een elektrisch 5 signaal, omvattende een ondersteuningselement, een torsiestaaf die aan een uiteinde met het ondersteuningselement is verbonden en aan het andere uiteinde is voorzien van een oscillatielichaam, een piëzo-elek-trische aandrijfinrichting voor het in rotatie-oscillatie om een in hoofdzaak met de hartlijn van de torsiestaaf samenvallende rotatieas 10 brengen van het oscillatielichaam en een piëzo-elektrische detectie-inrichting voor het detecteren van de rotatie-oscillatie van het oscillatielichaam, met het kenmerk, dat het ondersteuningselement voorzien is van middelen voor het bevestigen daarvan aan een wand, die aan een ruimte grenst waarin zich het te meten fluïdum bevindt en dat 15 de piëzo-elektrische aandrijfinrichting en de piëzo-elektrische detec-tie-inrichting in een holte van het oscillatielichaam zijn ondergebracht.
2. Viscositeitsmeter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de piëzo-elektrische aandrijfinrichting een piëzo-elektrische strook 20 omvat, die zich dwars op de rotatieas van het oscillatielichaam en op een afstand daarvan uitstrekt en die aan een uiteinde vast aan het oscillatielichaam is bevestigd en aan het andere uiteinde vrij beweegbaar is in oscillatierichting van het oscillatielichaam, waarbij een op de piëzo-elektrische strook aangesloten elektrisch signaal de 25 strook in een vlak loodrecht op de rotatieas buigt.
3· Viscositeitsmeter volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de piëzo-elektrische aandrijfinrichting is voorzien van een tweede overeenkomstige piëzo-elektrische strook, die zich aan de andere zijde van de rotatieas van het oscilllatielichaam evenwijdig aan de eerste 30 piëzo-elektrische strook uitstrekt en dat het aan het oscillatielichaam bevestigde uiteinde van de tweede strook diametraal tegenover het vaste uiteinde van de eerste piëzo-elektrische strook ligt.
4. Viscositeitsmeter volgens conclusie 2 of 3. niet het kenmerk, dat het vrij uiteinde van tenminste een piëzo-elektrische strook is 35 verzwaard.
5. Viscositeitsmeter volgens een van de conclusies 1 - ^, met het kenmerk, dat de detectie-inrichting een versnellingsdetector is, waarbij uit de amplitude van het daardoor afgegeven signaal en die van het 1010308 aan de piëzo-elektrische aandrijfinrichting toegevoerde signaal, de viscositeitsgrootheid wordt bepaald.
6. Viscositeitsmeter volgens conclusie 5. met het kenmerk, dat de versnellingsdetector via een fasedraaier met de piëzo-elektrische aan- 5 drijfinrichting is verbonden.
7. Viscositeitsmeter volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de versnellingsdetector bestaat uit twee piëzo-elektrische stroken, die evenwijdig aan elkaar en in een zich evenwijdig aan de oscillatie-richting van het oscillatielichaam uitstrekkend vlak verlopen en waar- 10 van telkens een uiteinde vast aan het oscillatielichaam is bevestigd op diametraal tegenover elkaar gelegen plaatsen, terwijl de einde re uiteinden daarvan vrij beweegbaar zijn in de oscillatierichting van het oscillatielichaam en in tegengestelde richtingen wijzen en dat de uitgangen van de piëzo-elektrische stroken zijn aangesloten op de 15 respectieve ingangen van een instrumentatieversterker, waarvan de uitgang met de fasedraaier is verbonden.
8. Viscositeitsmeter volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het vrije uiteinde van tenminste een piëzo-elektrische strook is verzwaard. 20
9· Viscositeitsmeter volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de piëzo-elektrische stroken van de piëzo-aandrijfinrichting loodrecht op die van de detectie-inrichting verlopen.
10. Viscositeitsmeter volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat een temperatuursensor in de wand van het oscilla-25 tielichaam is opgenomen. 1010308
NL1010308A 1998-10-13 1998-10-13 Piëzo-elektrische viscositeitsmeter. NL1010308C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010308A NL1010308C2 (nl) 1998-10-13 1998-10-13 Piëzo-elektrische viscositeitsmeter.
PCT/NL1999/000631 WO2000022412A1 (en) 1998-10-13 1999-10-13 Piezo-electric viscometer

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010308A NL1010308C2 (nl) 1998-10-13 1998-10-13 Piëzo-elektrische viscositeitsmeter.
NL1010308 1998-10-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010308C2 true NL1010308C2 (nl) 2000-04-17

Family

ID=19767960

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010308A NL1010308C2 (nl) 1998-10-13 1998-10-13 Piëzo-elektrische viscositeitsmeter.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1010308C2 (nl)
WO (1) WO2000022412A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3015676B1 (fr) * 2013-12-24 2016-12-30 Sofraser Systeme et procede de mesure en ligne de la viscosite d'un produit
RU189049U1 (ru) * 2019-01-09 2019-05-07 Федеральное государственное казенное военное образовательное учреждение высшего образования "Военный учебно-научный центр Военно-воздушных сил "Военно-воздушная академия имени профессора Н.Е. Жуковского и Ю.А. Гагарина" (г. Воронеж) Министерства обороны Российской Федерации Устройство для измерения вязкости моторного масла и контроля его работоспособности
KR20200144734A (ko) 2019-06-19 2020-12-30 조남섭 선박 엔진 연료의 점도감지장치 및 그 장치의 구동방법

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0282251A2 (en) * 1987-03-11 1988-09-14 Solartron Group Limited Fluid transducer
US5228331A (en) * 1990-11-29 1993-07-20 Yamaichi Electric Co., Inc. Viscometer
DE4433679A1 (de) * 1993-09-21 1995-03-23 Yamaichi Electronics Co Ltd Schwingungserreger
EP0681176A1 (en) * 1994-05-02 1995-11-08 VAF Instruments B.V. Viscometer

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0282251A2 (en) * 1987-03-11 1988-09-14 Solartron Group Limited Fluid transducer
US5228331A (en) * 1990-11-29 1993-07-20 Yamaichi Electric Co., Inc. Viscometer
DE4433679A1 (de) * 1993-09-21 1995-03-23 Yamaichi Electronics Co Ltd Schwingungserreger
EP0681176A1 (en) * 1994-05-02 1995-11-08 VAF Instruments B.V. Viscometer

Also Published As

Publication number Publication date
WO2000022412A1 (en) 2000-04-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
FI115252B (fi) Viskosimetri
CA1315126C (en) Vibration-type rheometer apparatus
US5323638A (en) Sensor apparatus
EP0560513A2 (en) Single balanced beam electrostatic voltmeter modulator
US5067344A (en) Vibratory viscometer transducer with isolation support for inline viscosity sensor
JPS63308528A (ja) 流体トランスジューサ
US10168264B2 (en) Method of generating a drive signal for a vibratory sensor
US5710374A (en) Electronic viscometer
KR102302655B1 (ko) 위상 에러에 기초한 진동 센서의 진동의 제어
EP1291639B1 (de) Viskositäts-Messgerät
US5048351A (en) Mass flow sensor
US5157962A (en) Vibratory viscometer transducer with isolation support for inline viscosity sensor
NL1010308C2 (nl) Piëzo-elektrische viscositeitsmeter.
NL9101288A (nl) Viscositeitsmeter.
US7689372B2 (en) Process for operating a measurement device of the vibration type
US5301540A (en) Probe for measuring the viscosity of liquids
EP1097365A1 (en) Diagnostic sensor
NL1003654C2 (nl) Werkwijze voor het meten van eigenschappen van media.
SU403999A1 (ru) Виброреометр

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150501