NL1010006C2 - Draaizuigerinrichting. - Google Patents

Description

Nr. 157630

Draalzuigerinrichting

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een draaizuigerinrichting.

Draaizuigerinrichtingen zijn in veel varianten bekend en worden in de praktijk bijvoorbeeld toegepast als 5 draaizuigermeter voor het meten van gasstromen. Hierbij wordt de draaizuigermeter in een leidingdeel geplaatst waardoorheen de te meten gasstroom gaat. Hiertoe is het leidingdeel voorzien van twee op afstand van elkaar gelegen flenzen, waartussen de draaizuigermeter geplaatst 10 wordt. Ook worden dergelijke inrichtingen wel gebruikt als compressor. Bekende draaizuigerinrichtingen bestaan uit een drukbehuizing die voorzien is van een instroom- en een uitstroomopening die verbonden worden met de respectievelijke flenzen van het leidingdeel. De drukbehuizing heeft 15 een bijvoorbeeld ovaal vormige dwarsdoorsnede waarin twee althans nagenoeg identieke, draaibaar gelagerde draaizui-gers of rotoren zodanig ten opzichte van elkaar geplaatst zijn dat deze in samenwerking met elkaar het leidingdeel afsluiten, waarbij de beide draaizuigers in tegengestelde 20 richting kunnen worden gedraaid op zodanige wijze dat de beide zuigers steeds bijna in contact blijven met enerzijds de wand van de drukbehuizing en anderzijds met elkaar. De zuigers zonderen tijdens het draaien in samenwerking met de wand van de drukbehuizing steeds een hoeveel-25 heid gas of vloeistof van de ene zijde van de drukbehui- »1010006 2 zing af en draaien de hoeveelheid vervolgens door naar de andere zijde van de drukbehuizing. De zuigers bestaan meestal uit min of meer 8-vormige rotoren, hoewel andere vormen ook voorkomen, die door middel van externe tandwie-5 len, de zogenaamde synchronisatiewielen, met elkaar gekoppeld zijn.

Hoewel dergelijke draaizuigermeters in de praktijk naar tevredenheid voldoen, is het een doel van de onderhavige aanvrage een draaizuigerinrichting te ver-10 schaffen die in vergelijking met de bekende draaizuigerin-richtingen goedkoper te vervaardigen is, een eenvoudiger installatie mogelijk maakt, minder lek vertoont en dus een groter meetbereik heeft.

Hiertoe wordt volgens een eerste aspect van de 15 onderhavige voorzien in een draaizuigerinrichting voorzien van twee althans nagenoeg identieke, draaibaar gelagerde draaizuigers, waarbij elke draaizuiger een lengte en een hoogte heeft, en een drukbehuizing omvattende een inwendige holte voor het daarin opnemen van de draaizuigers, 20 waarbij de drukbehuizing voorzien is van een instroomope-ning en een op een afstand daar tegenover gelegen uit-stroomopening, waarbij de afstand gelegen is tussen ongeveer 165 mm en ongeveer 175 mm, waarbij de verhouding van de afstand tot de hoogte van elke draaizuiger een waarde 25 heeft die gelegen is tussen ongeveer 1,1 en 1,9.

Volgens een tweede aspect van de onderhavige uitvinding wordt er voorzien in een draaizuigerinrichting voorzien van twee althans nagenoeg identieke, draaibaar gelagerde draaizuigers, waarbij elke draaizuiger een 30 lengte en een hoogte heeft, en een drukbehuizing omvattende een inwendige holte voor het daarin opnemen van de draaizuigers, waarbij de drukbehuizing voorzien is van een instroomopening en een op een afstand daar tegenover gelegen uitstroomopening, waarbij de afstand gelegen is 35 tussen ongeveer 23 5 mm en ongeveer 245 mm, waarbij de verhouding van de afstand tot de hoogte van elke draaizuiger een waarde heeft die gelegen is tussen ongeveer 1,1 en 1 6,1010006 3 ongeveer 1,8.

Volgens een derde aspect van de onderhavige uitvinding wordt er voorzien in draaizuigerinrichting voorzien van twee althans nagenoeg identieke, draaibaar 5 gelagerde draaizuigers, waarbij elke draaizuiger een lengte en een hoogte heeft, en een drukbehuizing omvattende een inwendige holte voor het daarin opnemen van de draaizuigers, waarbij de drukbehuizing voorzien is van een instroomopening en een op een afstand daar tegenover 10 gelegen uitstroomopening, waarbij de afstand gelegen is tussen ongeveer 165 mm en ongeveer 175 mm, waarbij de hoogte van elk van de draaizuigers gelegen is tussen ongeveer 95 mm en ongeveer 130 mm is.

Volgens een vierde aspect van de onderhavige 15 uitvinding wordt er voorzien in draaizuigerinrichting voorzien van twee althans nagenoeg identieke, draaibaar gelagerde draaizuigers, waarbij elke draaizuiger een lengte en een hoogte heeft, en een drukbehuizing omvattende een inwendige holte voor het daarin opnemen van de 20 draaizuigers, waarbij de drukbehuizing voorzien is van een instroomopening en een op een afstand daar tegenover gelegen uitstroomopening, waarbij de afstand gelegen is tussen ongeveer 235 mm en ongeveer 245 mm, waarbij de hoogte gelegen is tussen ongeveer 150 mm en ongeveer 200 25 mm.

De onderhavige uitvinding is gebaseerd op de onderkenning dat in de praktijk voor de afstand tussen de instroomopening en de uitstroomopening van de drukbehuizing, ofwel de afstand tussen de flenzen van het leiding-30 deel waartussen de drukbehuizing geplaatst dient te worden, de zogenaamde inbouwlengte, altijd een standaard inbouwlengte gebruikt wordt. Deze inbouwlengte heeft een waarde gelegen tussen ongeveer 165 mm tot 175 mm, bij maximale capaciteiten van de draaizuigermeters tussen 35 ongeveer 40 tot 250 m3/uur, waarbij het tot op heden altijd gebruikelijk is om bij deze inbouwlengte een hoogte van de draaizuigers te gebruiken gelegen tussen 65 mm en 85 mm.

;j1 0 1C 0 0 6 4

De bekende inbouwlengte heeft verder een waarde gelegen tussen ongeveer 235 mm tot 245 mm, bij maximale capaciteiten van de draaizuigermeters tussen ongeveer 250 tot 400 m3/uur, waarbij het tot op heden altijd gebruikelijk is om 5 bij deze inbouwlengte een hoogte van de draaizuigers te gebruiken gelegen tussen 100 mm en 13 0 mm. Teneinde bij een bepaalde inbouwlengte en de daarbij behorende draai-zuigerhoogte een grotere capaciteit bij een gelijk blijvend toerental te kunnen bereiken werden de draaizuigers 10 langer gemaakt. Het gebruik van lange draaizuigers die van hoge kwaliteit zijn, heeft echter onder meer de volgende nadelen. Deze zijn moeilijk en aldus duur te produceren, daar in verband met doorbuiging de draaizuigers geslepen moeten worden. Verder resulteren lange draaizuigers in 15 lange (diepe) meterhuizen, die ver buiten de flenzen uitsteken, zodat montage in een leidinginstallatie moeilijk en duur wordt. Verder betekent een lange draaizuiger dat de lengte waarover lek kan optreden aanzienlijk is, hetgeen het bereik van de bekende draaizuigers waarbinnen 20 een correcte meting geleverd kan worden, beperkt. Tot slot betekenen lange draaizuigers in combinatie met de gestandaardiseerde inbouwlengte een relatief hoog gewicht en bij het normaal gebruikte hoogwaardig aluminium derhalve een hoge materiaal prijs.

25 De onderhavige uitvinding breekt met de gebrui kelijke verhoudingen tussen standaard inbouwlengte en de daarbij gebruikte hoogte van de draaizuigers, en verschaft draaizuigers die in verhouding tot de inbouwlengte (aanzienlijk) groter zijn. Door de verhoudingen volgens de 30 uitvinding respectievelijk de inventieve waarden voor de hoogtes in combinatie met de afstanden, dat wil zeggen de inbouwlengtes, wordt een hoge capaciteit reeds bereikt bij een relatief geringe lengte, hetgeen aanzienlijke voordelen heeft. Enerzijds treedt er niet zo snel doorbuiging 35 van de draaizuigers op, zodat het zelfs mogelijk is draaizuigers die van hoge kwaliteit zijn, te frezen in plaats van te slijpen. Verder is de leklengte aanzienlijk minder, ! *1010006 5 waardoor niet alleen nauwkeurigere 'metingen bij dezelfde toleranties mogelijk zijn, maar ook het bereik van de draaizuigermeters waarbinnen een correcte meting kan worden gedaan aanzienlijk toeneemt. Verder wordt hierdoor 5 de diepte van de meterhuizen verminderd, hetgeen montage in de installaties vereenvoudigt.

Wanneer de afstand gelegen is tussen ongeveer 165 mm en ongeveer 175 mm, is het uitermate voordelig gebleken wanneer de verhouding gelegen is tussen ongeveer 10 1,3 en ongeveer 1,6. In het bijzonder heeft een verhouding ongeveer 1,55 de voorkeur, waardoor buitengewone prestaties verschaft kunnen worden. De standaard afstand c.q. inbouwlengte van ongeveer 171 mm, en een hoogte van ongeveer 110 mm hebben de voorkeur.

15 Wanneer de afstand gelegen is tussen ongeveer 235 mm en ongeveer 245 mm, is het uitermate voordelig gebleken wanneer de verhouding gelegen is tussen ongeveer 1,2 5 en ongeveer 1,5. In het bijzonder heeft een verhouding van ongeveer 1,42 de voorkeur, waardoor buitengewone 20 prestaties verschaft kunnen worden. De standaard afstand c.q. inbouwlengte van ongeveer 241 mm, en een hoogte van ongeveer 170 mm hebben de voorkeur.

Een uitvoeringsvorm van een draaizuigerinrich-ting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de 25 drukbehuizing voorzien is van een zuigerhuis omvattende een hol zuigerhuislichaam met een inwendige zuigerholte voor het daarin opnemen van de draaizuigers, waarbij het zuigerhuislichaam voorzien is van twee tegenover elkaar gelegen doorstroomopeningen die elk in communicatie staan 30 met de betreffende van de instroom- en uitstroomopeningen.

Een verdere uitvoeringsvorm van een draaizuiger-inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de lengte van elke draaizuiger althans nagenoeg gelijk is aan de hoogte van de draaizuiger. Dit heeft het voordeel 35 dat de draaizuigers relatief stijf zijn en niet doorbuigen. De benodigde nauwkeurigheid waarmee de draaizuigers dienen te worden vervaardigd voor het verkrijgen van »1 010 0 0 6 6 dezelfde bedrijfsprestaties, is daardoor minder.

Enige uitvoeringen van een draaizuigerinrichting volgens de onderhavige uitvinding zullen hierna bij wijze van voorbeeld beschreven worden aan de hand van de teke-5 ning. Hierin toont:

Figuur 1 schematisch in doorsnede een uitvoeringsvorm van een draaizuigerinrichting volgens de uitvinding gemonteerd in een leiding,

Figuur 2 schematisch in doorsnede een alterna-10 tieve uitvoeringsvorm van een draaizuigerinrichting volgens de uitvinding gemonteerd in een leiding,

Figuur 3 schematisch in doorsnede één van de mogelijke andere vormen in doorsnede van een draaizuiger, en 15 Figuur 4 schematisch in perspectief een draai zuiger te gebruiken in een draaizuigerinrichting volgens de onderhavige uitvinding.

In figuur 1 wordt schematisch in doorsnede een uitvoeringsvorm van een draaizuigerinrichting 1 volgens de 20 uitvinding getoond. De draaizuigerinrichting 1 is gemonteerd in een leiding gevormd door twee leidingdelen 3, 3', elk voorzien van een flens 4 respectievelijk 4'. De draaizuigerinrichting 1 is voorzien van twee althans nagenoeg identieke, draaibaar gelagerde draaizuigers 5, 5'. Elke 25 draaizuiger 5, 5' heeft een lengte en een hoogte Hd. Verder is de draaizuigerinrichting voorzien van een drukbehuizing 2, omvattende een inwendige holte 9 voor het daarin opnemen van de draaizuigers 5, 5' . De drukbehuizing 2 heeft een instroomopening 7 en een op een afstand Li daar tegen-30 over gelegen uitstroomopening 8. De drukbehuizing 2 wordt door niet nader weergegeven middelen bevestigd aan de flenzen 4, 4'.

De in figuur 1 weergegeven draaizuigerinrichting ^ 1 is slechts één voorbeeld van de vele mogelijke vari- 35 anten, waarbij echter opgemerkt wordt dat elke draaizui-I gerinrichting steeds gebruik maakt van draaizuigers of rotoren, en een drukbehuizing. De drukbehuizing heeft in : r«1 0 1 C 0 C 6 7 het in figuur 1 weergegeven voorbeeld een bijvoorbeeld ovaal vormige dwarsdoorsnede waarin de twee om assen 6, 6' draaibaar gelagerde draaizuigers 5 respectievelijk 5' zodanig ten opzichte van elkaar geplaatst zijn dat deze in 5 samenwerking met elkaar de leiding afsluiten, waarbij de beide draaizuigers 5, 5' in tegengestelde richting kunnen worden gedraaid op zodanige wijze dat de beide draaizuigers 5, 5' steeds bijna in contact blijven met enerzijds de wand van de drukbehuizing 2 en anderzijds met elkaar. 10 De draaizuigers 5, 5' zonderen tijdens het draaien in samenwerking met de wand van de drukbehuizing 2 steeds een hoeveelheid gas of vloeistof van de instroomopening 7 van de drukbehuizing 2 af en draaien de hoeveelheid vervolgens door naar de uitstroomopening 8 van de drukbehuizing 2.

15 De zuigers bestaan meestal uit min of meer 8- vormige rotoren, hoewel andere vormen ook voorkomen. Een voorbeeld van een andere vorm van draaizuigers 5", 5'1' is in figuur 3 weergegeven. De hoogte van deze draaizuigers 5", 5''' is H'd. Uiteraard zijn vele andere vormen moge- 20 lijk, waarbij de hoogte van de draaizuigers in feite de diameter van de beschrijvende is die de uiterste punten van de draaizuigers bij rotatie doorlopen.

Figuur 2 toont schematisch in doorsnede een alternatieve uitvoeringsvorm van een draaizuigerinrichting 25 21 volgens de uitvinding gemonteerd in een leiding gevormd door twee leidingdelen 23, 23', elk voorzien van een flens 24 respectievelijk 24'. De draaizuigerinrichting 21 is voorzien van twee althans nagenoeg identieke, draaibaar gelagerde draaizuigers 25, 25'. Elke draaizuiger 25, 25' 3 0 heeft een lengte en een hoogte Hd". Verder is de draaizuigerinrichting voorzien van een drukbehuizing 22, omvattende een inwendige holte 29 voor het daarin opnemen van de draaizuigers 25, 25', De drukbehuizing 22 heeft een in stroomopening 27 en een op een afstand L*' daar tegenover 35 gelegen uitstroomopening 28. De drukbehuizing 22 wordt door niet nader weergegeven middelen bevestigd aan de flenzen 24, 24'. Het verschil tussen de draaizuigerinrich- »1 010006 8 ting 21 volgens figuur 2 en de draaizuigerinrichting 1 volgens figuur 1, is dat de drukbehuizing 22 voorzien is van een zuigerhuis 30 dat in de holte 29 is opgenomen. Dit zuigerhuis 30 omvat een hol zuigerhuislichaam 31 met een 5 inwendige zuigerholte 32 voor het daarin opnemen van de draaizuigers 25, 25' . Het zuigerhuislichaam 31 heeft twee tegenover elkaar gelegen doorstroomopeningen 33, 34 die elk in communicatie staan met de betreffende van de instroom- en uitstroomopeningen 27 respectievelijk 28. 10 Doordat een afzonderlijk zuigerhuislichaam 31 gebruikt wordt, kunnen de draaizuigers 25, 25' met dit zuigerhuislichaam 31 vooraf tot één geheel samengesteld worden.

Nadat de drukbehuizing 22 in het leidingdeel geplaatst is, kan eenvoudig het samengestelde geheel van zuigerhuisli-15 chaam 31 en draaizuigers 25, 25' daarin geplaatst worden.

In figuur 4 wordt schematisch in perspectief een draaizuiger 25 gebruikt in een draaizuigerinrichting 1 van figuur 1 weergegeven, waarbij de hoogte van de draaizuiger 25 Hd is en de lengte Ld.

20 In de praktijk wordt voor de afstand 1^ of Li' tussen de instroomopening 7 of 27 en de uitstroomopening 8 of 28 van de drukbehuizing 2 of 22, ofwel de afstand J tussen de flenzen 4, 4' of 24, 24' van de leiding waartus sen de drukbehuizing 2 of 22 geplaatst dient te worden, de 25 zogenaamde inbouwlengte, altijd een standaard inbouwlengte gebruikt. Deze inbouwlengte heeft een waarde gelegen tussen ongeveer 165 mm tot 175 mm, bij maximale capaciteiten van de draaizuigermeters tussen ongeveer 40 tot 250 m3/uur, waarbij het tot op heden altijd gebruikelijk is om 30 bij deze inbouwlengte een hoogte Hd of Hd" van de draaizuigers 5, 5' of 25, 25' te gebruiken gelegen tussen 65 mm en 85 mm. Bij maximale capaciteiten van de draaizuigermeters tussen ongeveer 250 tot 400 m3/uur, heeft de bekende inbouwlengte een waarde gelegen tussen ongeveer 235 mm tot ; 35 245 mm, waarbij het tot op heden altijd gebruikelijk is om bij deze inbouwlengte een hoogte van de draaizuigers te gebruiken gelegen tussen 100 mm en 130 mm.

»1010006 9

De onderhavige uitvinding breekt met de gebruikelijke verhoudingen tussen standaard inbouwlengte en de daarbij gebruikte hoogte van de draaizuigers, en verschaft draaizuigers die in verhouding tot de inbouwlengte (aan-5 zienlijk) groter zijn, zoals hierna in meer detail zal worden beschreven.

Wanneer de inbouwlengte gelegen is tussen ongeveer 165 mm en ongeveer 175 mm, is de verhouding tussen inbouwlengte en hoogte van elk van de draaizuigers volgens 10 de uitvinding gelegen tussen ongeveer 1,1 en 1,9. Hierbij is het uitermate voordelig gebleken wanneer de verhouding gelegen is tussen ongeveer 1,3 en ongeveer 1,6. In het bijzonder heeft een verhouding ongeveer 1,55 de voorkeur, waardoor buitengewone prestaties verschaft kunnen worden. 15 De standaard inbouwlengte van ongeveer 171 mm, en een hoogte van elk van de draaizuigers van ongeveer 110 mm hebben de voorkeur. Bij voorkeur is de hoogte van elk van de draaizuigers gelegen tussen ongeveer 95 mm en ongeveer 130 mm is.

20 Wanneer de afstand gelegen is tussen ongeveer 235 mm en ongeveer 245 mm, is de verhouding tussen inbouwlengte en hoogte van elk van de draaizuigers volgens de uitvinding gelegen tussen ongeveer 1,1 en 1,8. Het is uitermate voordelig gebleken wanneer de verhouding gelegen 25 is tussen ongeveer 1,25 en ongeveer 1,5. In het bijzonder heeft een verhouding van ongeveer 1,42 de voorkeur, waardoor buitengewone prestaties verschaft kunnen worden. De standaard inbouwlengte van ongeveer 241 mm, en een hoogte van ongeveer 170 mm hebben de voorkeur. Bij voorkeur is de 30 hoogte gelegen tussen ongeveer 150 mm en ongeveer 200 mm.

In een in het bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van een draaizuigerinrichting volgens de uitvinding, . is de lengte Ld van elke draaizuiger 5 (zie figuur 4) al thans nagenoeg gelijk is aan de hoogte Hd van de draaizui-35 ger 5. Dit heeft het voordeel dat de draaizuiger relatief stijf is en niet doorbuigt. De benodigde nauwkeurigheid waarmee de draaizuiger dient te worden vervaardigd voor f*1 o 1o 0 6 *. - 10 het verkrijgen van dezelfde bedrijfsprestaties, is daardoor minder.

Door de verhoudingen volgens de uitvinding respectievelijk de inventieve waarden voor de hoogtes in 5 combinatie met de inbouwlengtes, wordt een hoge capaciteit reeds bereikt bij een relatief geringe lengte, hetgeen aanzienlijke voordelen heeft. Enerzijds treedt er niet zo snel doorbuiging van de draaizuigers op, zodat het zelfs mogelijk is de draaizuigers op goedkope wijze te frezen in 10 plaats van te slijpen. Verder is de leklengte aanzienlijk minder, waardoor niet alleen nauwkeurigere metingen mogelijk zijn, maar ook het bereik van de draaizuigermeters waarbinnen een correcte meting kan worden gedaan aanzienlijk toeneemt. Verder wordt hierdoor de diepte van de 15 meterhuizen verminderd, hetgeen montage in de installaties vereenvoudigt.

*1010006 ; i ; '

Claims (14)

1. Draaizuigerinrichting voorzien van: twee althans nagenoeg identieke, draaibaar gelagerde draaizuigers, waarbij elke draaizuiger een lengte en een hoogte heeft, en 5. een drukbehuizing omvattende een inwendige holte voor het daarin opnemen van de draaizuigers, waarbij de drukbehuizing voorzien is van een instroomopening en een op een afstand daar tegenover gelegen uitstroomope-ning, waarbij de afstand gelegen is tussen ongeveer 165 mm 10 en ongeveer 175 mm, waarbij de verhouding van de afstand tot de hoogte van elke draaizuiger een waarde heeft die gelegen is tussen ongeveer 1,1 en 1,9.

2. Draaizuigerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verhouding gelegen is tussen 15 ongeveer 1,3 en ongeveer 1,6.

3. Draaizuigerinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verhouding ongeveer 1,55 is.

4. Draaizuigerinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de afstand ongeveer 171 mm is.

5. Draaizuigerinrichting voorzien van: twee althans nagenoeg identieke, draaibaar gelagerde draaizuigers, waarbij elke draaizuiger een lengte en een hoogte heeft, en een drukbehuizing omvattende een inwendige 25 holte voor het daarin opnemen van de draaizuigers, waarbij de drukbehuizing voorzien is van een instroomopening en een op een afstand daar tegenover gelegen uitstroomope-ning, waarbij de afstand gelegen is tussen ongeveer 165 mm en ongeveer 175 mm, waarbij de hoogte van elk van de 30 draaizuigers gelegen is tussen ongeveer 95 mm en ongeveer 130 mm is.

6. Draaizuigerinrichting volgens conclusie een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoogte ! . ongeveer 110 mm is.

7. Draaizuigerinrichting voorzien van: o 1 o o 0 6 .J; twee althans nagenoeg identieke, draaibaar gelagerde draaizuigers, waarbij elke draaizuiger een lengte en een hoogte heeft, en een drukbehuizing omvattende een inwendige 5 holte voor het daarin opnemen van de draaizuigers, waarbij de drukbehuizing voorzien is van een instroomopening en een op een afstand daar tegenover gelegen uitstroomope-ning, waarbij de afstand gelegen is tussen ongeveer 235 mm en ongeveer 245 mm, waarbij de verhouding van de afstand 10 tot de hoogte van elke draaizuiger een waarde heeft die gelegen is tussen ongeveer 1,1 en ongeveer 1,8.

8. Draaizuigerinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de verhouding gelegen is tussen ongeveer 1,25 en ongeveer 1,5.

9. Draaizuigerinrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de verhouding ongeveer 1,42 is.

10. Draaizuigerinrichting voorzien van: twee althans nagenoeg identieke, draaibaar gelagerde draaizuigers, waarbij elke draaizuiger een 20 lengte en een hoogte heeft, en een drukbehuizing omvattende een inwendige holte voor het daarin opnemen van de draaizuigers, waarbij de drukbehuizing voorzien is van een instroomopening en een op een afstand daar tegenover gelegen uitstroomope-25 ning, waarbij de afstand gelegen is tussen ongeveer 235 mm en ongeveer 245 mm, waarbij de hoogte gelegen is tussen ongeveer 150 mm en ongeveer 200 mm.

11. Draaizuigerinrichting volgens een der conclusies 7 tot en met 10, met het kenmerk, dat de afstand 30 ongeveer 241 mm is.

12. Draaizuigerinrichting volgens een der conclusies 7 tot en met 11, met het kenmerk, dat de hoogte ongeveer 170 mm is.

13. Draaizuigerinrichting volgens een der voor-35 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de drukbehuizing voorzien is van een zuigerhuis omvattende een hol zuiger-huislichaam met een inwendige zuigerholte voor het daarin I (-1010006' opnemen van de draaizuigers, waarbij het zuigerhuislichaam voorzien is van twee tegenover elkaar gelegen doorstroom-openingen die elk in communicatie staan met de betreffende van de instroom- en uitstroomopeningen.

14. Draaizuigerinrichting volgens een der voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat de lengte van elke draaizuiger althans nagenoeg gelijk is aan de hoogte van de draaizuiger. -o-o-o-o-o-o-o-o- AS Hij) 10 006