NL1009985C1 - Tubeleegstrijkinrichting. - Google Patents
Tubeleegstrijkinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1009985C1 NL1009985C1 NL1009985A NL1009985A NL1009985C1 NL 1009985 C1 NL1009985 C1 NL 1009985C1 NL 1009985 A NL1009985 A NL 1009985A NL 1009985 A NL1009985 A NL 1009985A NL 1009985 C1 NL1009985 C1 NL 1009985C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- tube
- scraper
- wiping
- paste
- over
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D35/00—Pliable tubular containers adapted to be permanently or temporarily deformed to expel contents, e.g. collapsible tubes for toothpaste or other plastic or semi-liquid material; Holders therefor
- B65D35/24—Pliable tubular containers adapted to be permanently or temporarily deformed to expel contents, e.g. collapsible tubes for toothpaste or other plastic or semi-liquid material; Holders therefor with auxiliary devices
- B65D35/28—Pliable tubular containers adapted to be permanently or temporarily deformed to expel contents, e.g. collapsible tubes for toothpaste or other plastic or semi-liquid material; Holders therefor with auxiliary devices for expelling contents
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Tubes (AREA)
Description
Korte aanduiding: Tubeleegstrijkinrichting 5 Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het leegstrijken van een tube van flexibel materiaal, ten minste omvattend twee tegenover elkaar gelegen of te brengen afstrijkvlakken, waartussen de tube onder platdrukken van de wand ervan klemmend kan worden opgenomen, waarbij om de tube 10 te legen de gehele inrichting in de richting van de uitstroom-opening van de tube over de tube wordt bewogen. Onder tube wordt in deze aanvrage elke buisvormige houder verstaan, waarvan de buiswand zodanig buigzaam is, dat deze bijeenge-drukt kan worden.
15 In NL-A-1 007 256 wordt een dergelijke inrichting be schreven, waarmee een tube kan worden leeggestreken en bovendien kan worden opgehangen. Hiertoe omvat genoemde inrichting een golf vormige sleuf, die ongeveer net zo breed is als de dikte van de samengedrukte tube. Alvorens door de sleuf te 20 worden gestoken, dient het gesloten uiteinde van de tube eerst in de golfvorm te worden gebogen, hetgeen bij een volle tube problematisch is. Is het uiteinde van de volle tube eenmaal door de sleuf gevoerd, zal een aanzienlijke druk op de inhoud worden uitgeoefend, waardoor een aanzienlijk deel ervan bij 25 openen van de tube zal worden uitgedreven. De inrichting is derhalve slechts geschikt voor reeds gedeeltelijk geleegde tubes. Wordt een gevulde tube opgehangen, zal deze vanwege haar gewicht bovendien gemakkelijk uit de houder vallen.
Deze uitvinding beoogt bovengenoemde problemen op te 30 heffen en wordt daartoe gekenmerkt, doordat de afstrijkvlakken ten opzichte "van elkaar beweegbaar zijn en de inrichting klemmiddelen omvat die aangrijpen op ten minste een van de afstrijkvlakken en tenminste bij opgenomen tube op genoemd af-strijkvlak een drukkracht in de richting van het andere af-35 strijkvlak uitoefenen. Door de afstrijkvlakken beweegbaar ten opzichte van elkaar uit te voeren, is de opening tussen deze vlakken variabel, waardoor de inrichting eenvoudig op een tube kan worden geplaatst. Bovendien is de klemkracht voldoende om een volle tube aan het uiteinde ervan vast te klemmen, zonder 1009.Q85 2 druk op de inhoud van de tube uit te oefenen. Derhalve is de inrichting met voordeel geschikt om gemonteerd op gevulde tubes aan de consument te worden aangeboden, waarbij deze combinatie als aandachtstrekker zal fungeren, en de verkoop 5 van genoemde tubes zal bevorderen.
Door de variabele afstand van de afstrijkvlakken is de inrichting volgens de uitvinding eveneens geschikt voor tubes met verschillende wanddikte.
Wanneer een leeg te strijken tube in de inrichting is 10 opgenomen liggen de twee afstrijkvlakken bij voorkeur in hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar. Hierdoor wordt de tubewand optimaal bijeengedrukt, zonder dat de inhoud van de tube door het bijeengedrukte gedeelte kan ontsnappen.
Bij voorkeur omvat ten minste een van de afstrijkvlakken 15 een enigszins samendrukbaar glad materiaal dat, bij opname van een tube tussen de afstrijkvlakken, in hoofdzaak aansluit op het buitenoppervlak van de tube. Het is mogelijk, dat het af-strijkvlak niet optimaal op de buitenwand van de opgenomen samengedrukte tube aansluit, waardoor de leegstrijkwerking 20 wordt verminderd. Opname van een samendrukbaar materiaal zorgt ervoor, dat het afstrijkvlak in hoofdzaak volledig op de buitenwand van de tube aansluit, waardoor op de tube over de gehele breedte een in hoofdzaak gelijke klemkracht wordt uitgeoefend, hetgeen de leegstrijkwerking bevordert. Het 25 samendrukbaar materiaal kan bijvoorbeeld in de vorm van een smalle, eventueel afgeronde strook op het afstrijkvlak zijn aangebracht. Voorbeelden voor geschikt samendrukbaar materiaal zijn zacht PVC, siliconen. Met voordeel omvatten beide af-strijkvlakken samendrukbaar materiaal.
30 Bij het platdrukken van de tube tussen de afstrijkvlakken wordt de tubewand op twee plaatsen gevouwen, waarbij de afstand tussen de beide vouwranden de breedte van de platgedrukte tube definieert. Ter plaatse van de vouwranden zal de platgedrukte tube veelal enigszins dikker zijn dan daartussen,-35 derhalve is in een volgende uitvoeringsvorm ten minste een van de afstrijkvlakken minder lang uitgevoerd dan de breedte van de beoogde leeg te strijken tube, gemeten in platgedrukte toe- 10099-tf 5 3 stand tussen de afstrijkvlakken, een en ander zodanig, dat de platgedrukte tube aan beide breedte-uiteinden over genoemd afstrijkvlak uitsteekt. Met voordeel steekt de tube aan beide uiteinden met een tot anderhalf maal de wanddikte van de tube 5 over het betrokken afstrijkvlak uit. De afstrijkvlakken drukken de tube niet ter plaatse van de vouwranden samen, maar slechts daartussen. Wanneer beide afstrijkvlakken zich over de vouwranden uitstrekken, bestaat de kans de afstrijkvlakken ter plaatse van de vouwranden door de dikte ervan enigszins wij-10 ken, waardoor een optimale samendrukking van de tubewand niet wordt gegarandeerd.
Om het volledig legen van een tube met trechtervormige uitstroomopening zo goed mogelijk te bewerkstelligen, kan ten minste een van de afstrijkvlakken aan de naar de beoogde bewe-15 gingsrichting van de inrichting toe gekeerde zijde ervan zijn voorzien van een ronding omvattend vlakvormig lichaam, waarbij de diameter van de ronding in hoofdzaak overeenkomt met, of enigszins kleiner is dan die van de te legen tube. Hierdoor kan ook de laatste rest van de tube-inhoud, die zich in de 2 0 trechter van de tube bevindt, nagenoeg volledig uit de tube worden gedrukt.
De inrichting zal in het navolgende aan de hand van de tekening nader worden toegelicht, waarin
Figuren IA, B dwarsdoorsneden van een eenvoudige uitvoerings-25 vorm van de inrichting volgens de uitvinding tonen in resp. geopende en gesloten toestand, Figuren 2A, B perspectivische aanzichten tonen van twee voorkeursuitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding, 30 Figuur 3A, B aanzichten van twee posities van een inrichting volgens de uitvinding op een tube weergeeft.
In figuur IA is de inrichting algemeen met 1 weergegeven, die afstrijkvlakken 2 resp. 3 omvat, welke via een scharnierend 35 gedeelte 9 met elkaar zijn verbonden. Afstrijkvlak 3 bevat aan een uiteinde ervan een naar vlak 2 gericht omgevouwen gedeelte 4 met verdikking 5. Op afstrijkvlak 2 is een strook samendruk- 1009S 'd 5 4 baar materiaal aangebracht. Afstrijkvlakken 2 en 3, het scharnierend gedeelte 9, omgevouwen gedeelte 4 en verdikking 5 kunnen uit een stuk kunststof zijn vervaardigd. Het schar-; nierend gedeelte 9 kan daartoe dunner zijn uitgevoerd dan de 5 afstrijkvlakken 2 en 3. Tussen de afstri jkvlakken 2 en 3 kan een tube worden geplaatst, waarna de inrichting 1 kan worden gesloten, hetgeen in figuur 1B is weergegeven. Tube 7 wordt door de af stri jkvlakken 2 en 3 samengedrukt. Een van de vouw-randen van de tube 7 is met 8 aangegeven, welke vouwrand 10 vanwege de samendrukking van het tubemateriaal enigszins dikker is dan de bijeengeknepen tubewand 7 op afstand van de vouwrand 8. Strook 6 is derhalve enigszins korter uitgevoerd dan de breedte van de samengedrukte tube, zodat de vouwranden van de tube niet door afstrijkvlak 2 worden aangedrukt. Slui-15 ting van de inrichting vindt plaats door afstrijkvlak 2 in de richting van afstrijkvlak 3 te bewegen tot voorbij verdikking 5, welke verdikking 5 achter afstrijkvlak 2 haakt en aldus een snapverbinding vormt. In gesloten toestand kan de inrichting over de tube worden verschoven, waarbij de scharnieras bij 9 20 in hoofdzaak evenwijdig aan de bewegingsrichting van de inrichting over de tube verloopt. Hierbij drukt afstrijkvlak 2 met strook 6 tegen afstrijkvlak 3, waarbij strook 6 de contouren van de buitenwand van de tube in hoofdzaak volgt om de tube optimaal bijeen te drukken. Bij verschuiving van de in-j 25 richting blijft de tubewand bijeengedrukt, zodat de inhoud ervan voor de inrichting uit wordt gedreven, in de richting van de uitstroomopening van de tube. De inrichting kan van de tube worden verwijderd door verdikking 5 van afstrijkvlak 2 te duwen, waardoor afstrijkvlak 2 openklapt. Een van de afstrijk-30 vlakken kan eveneens een magneet omvatten, en het andere afstrijkvlak een magnetiseerbaar materiaal of eveneens een (tegengesteld gepoolde) magneet. Door de afstrijkvlakken naar elkaar toe te bewegen zullen zij elkaar aantrekken, waarbij bij voldoende sterke magneet/magneten een tussen de afstrijk-35 vlakken geplaatste tube zal worden platgedrukt. Een snapslui-ting om de tube tussen de afstrijkvlakken te klemmen is in dit 3 geval overbodig.
1009^05 5
In figuur 2A omvat inrichting 10 een langwerpig parallellepipedumvormig gestel 20, met een gesloten als afstrijkvlak fungerend vlak 21 en een daartegenover liggend eveneens gesloten vlak 22, waarop twee spiraalveren 23 zijn aangebracht, die 5 aangrijpen op een gesloten afstrijkvlak 24, dat tussen genoemde vlakken 21 en 22 is geplaatst. Op de bovenzijde van vlak 24 is een strook samendrukbaar materiaal 6 aangebracht. Een tube kan tussen vlakken 24 en 21 worden geschoven, waarbij afstrijkvlak 24 door de werking van de veren 23 in de richting 10 van afstrijkvlak 21 wordt gedrukt, onder samendrukken van de tussen de vlakken 21 en 24 bevindende tube. Vlak 24 steekt bij voorkeur ten minste aan twee tegenover elkaar liggende zijden uit het parallellepipedum uit, waardoor aangrijpingsmiddelen worden geboden om dit vlak handmatig tegen de veerdruk in 15 richting vlak 22 te drukken. In deze uitvoeringsvorm bewegen beide afstrijkvlakken vrij en in hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar, waardoor een gelijkmatige drukverdeling op de tube wordt gewaarborgd.
Om de inrichting op een tube te plaatsen wordt vlak 24 2 0 tegen de veerdruk in naar vlak 22 geduwd, waardoor een sleuf-vormige opening tussen afstrijkvlakken 21 en 24 wordt gevormd. In deze opening kan vervolgens de tube worden geplaatst, waarna vlak 24 kan worden losgelaten. Door de veerdruk zal vlak 24 richting vlak 21 worden gedrukt, waarbij de tube 25 tussen beide vlakken wordt geklemd. De naar buiten gekeerde zijden van vlakken 21 en 22 kunnen desgewenst worden benut voor het aanbrengen van een afbeelding, zoals een reclametekst of merknaam. De vlakken 21 en 22 van het parallellepipedumvormig gestel 20 -kunnen uit esthetisch oogpunt desgewenst bij-30 voorbeeld trapezium- of parallellogramvormig zijn uitgevoerd; de werking van de inrichting wordt hierdoor echter niet beïnvloed .
Om het gebruikersgemak te verhogen kan vlak 24 deel uitmaken van een tweede langwerpig parallellepipedumvormig 35 gestel 25, waarvan het tegenover vlak 24 gelegen vlak 26 buiten het eerste parallellepipedumvormig gestel 20 is gelegen. Deze uitvoeringsvorm is in figuur 2B getoond. Het tegen 1Π0fl985 6 de veerdruk in bewegen van afstrijkvlak 24 kan hierdoor eenvoudig plaatsvinden door het uitoefenen van een duwkracht op vlak 26.
De naar buiten gekeerde zijden van vlakken 22 en 26 5 kunnen in dit geval voor het aanbrengen van een afbeelding worden gebruikt. Vlakken 24 en 26 kunnen eveneens bijvoorbeeld trapezium- of parallellogramvormig zijn uitgevoerd.
Vanwege de duidelijkheid is in figuur 2A en in figuur 2B afstrijkvlak 24 ongeveer midden tussen vlakken 21 en 22 weer-10 gegeven. In de praktijk zal afstrijkvlak 24 zich nabij vlak 21 bevinden wanneer geen tube in de inrichting is opgenomen.
, In figuur 3A is een met een dop 32 afgesloten tube 30 ' weergegeven, waarop een inrichting 10 volgens de uitvinding is geplaatst. De inrichting 10 is voorzien van een afbeelding 33 15 en is via het gesloten uiteinde 31 van tube 30 over de tube geschoven; de pijl geeft de schuifrichting aan. Boven de inrichting is de tube leeggestreken; de nog voorradige inhoud van de tube bevindt zich in hoofdzaak volledig tussen de inrichting en de dop 32.
20 Men kan een hoeveelheid uit de tube doseren door, na het verwijderen van de dop 32, in de tube tussen de inrichting 10 en de uitstroomopening van de tube te knijpen, of door de inrichting richting de uitstroomopening te verschuiven, hetgeen in figuur 3B is getoond. Om de tube 30 te legen wordt de 25 inrichting 10 zover mogelijk tot de uitstroomopening 35 geschoven. Een van de afstrijkvlakken is aan de naar de beoogde bewegingsrichting van de inrichting toe gekeerde zijde voorzien van een ronding omvattend vlakvormig lichaam 34, waarbij de diameter van de ronding in hoofdzaak overeenkomt met die 30 van de te legen tube. Wanneer de inrichting tot bij de uitstroomopening 35 is geschoven, volgt de ronding van het lichaam 34 het trechtervormige uiteinde 36 van de tube 30, waardoor ook de hierin nog aanwezige inhoud uit de uitstroom-j opening 35 wordt gedrukt. De ronding hoeft niet cirkelvormig 35 te zijn uitgevoerd, maar kan eveneens bijvoorbeeld ellipsvor-| mig zijn. Ook op het vlakvormig lichaam 34 kan een afbeelding ! zijn aangebracht.
1009985 7
Ofschoon niet getoond, kan de inrichting zijn voorzien van ophangmiddelen, zoals een haak of oog, zodat de inrichting met tube kan worden opgehangen.
Het spreekt vanzelf dat de inrichting bruikbaar is bij 5 vele soorten tubes, waarbij de inrichting in elke gewenste afmeting kan worden uitgevoerd. Zo kan de inrichting worden gebruikt bij tubes voor tandpasta, crèmes, haargels, shampoo, zeep, verf, lijm, kitten, etc.
1009385
Claims (8)
1. Inrichting voor het leegstrijken van een tube (10, 30) 5 van flexibel materiaal, ten minste omvattend twee tegenover elkaar gelegen of te brengen afstrijkvlakken (2, 3, 21, 24), waartussen de tube onder platdrukken van de wand ervan klemmend kan worden opgenomen, waarbij om de tube te legen de gehele inrichting in de richting van de uitstroomopening van 10 de tube over de tube wordt bewogen, met het kenmerk, dat de afstrijkvlakken ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn en de inrichting klemmiddelen (4, 23) omvat die aangrijpen op ten minste een van de afstrijkvlakken (2, 24) en tenminste bij opgenomen tube op genoemd afstrijkvlak (2, 24) een drukkracht 15 in de richting van het andere afstrijkvlak 3, 21) uitoefenen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten J minste een van de afstrijkvlakken een enigszins samendrukbaar glad materiaal (6) omvat dat, bij opname van een tube tussen 20 de afstrijkvlakken, in hoofdzaak aansluit op het buitenoppervlak van de tube.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat ten minste een van de afstrijkvlakken minder lang is uitge- 25 voerd dan de breedte van de beoogde leeg te strijken tube, gemeten in platgedrukte toestand tussen de afstrijkvlakken, een en ander zodanig, dat de platgedrukte tube aan beide breedte-uiteinden over genoemd afstrijkvlak uitsteekt.
4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat, bij opgenomen tube, de van de tube afgekeerde zijde van ten minste een van de afstrijkvlakken plaats biedt voor een afbeelding.
5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting een langwerpig in hoofdzaak j parallellepipedumvormig gestel (20) omvat, waarvan een van de 1009S85 lange vlakken een afstrijkvlak (21) omvat, waarbij op het tegenover genoemd vlak (21) liggende vlak (22) van het parallellepipedumvormige gestel (20) klemmiddelen (23) zijn aangebracht, die aangrijpen op het tweede afstrijkvlak (24), welk 5 afstrijkvlak (24) beweegbaar tussen genoemde vlakken (21, 22) van het parallellepipedumvormige gestel (20) is opgenomen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het tweede afstrijkvlak (24) deel uitmaakt van een van de lange 10 vlakken van een langwerpig tweede in hoofdzaak parallellepipedumvormig gestel (25), waarvan het tegenover genoemd vlak (24) gelegen vlak (26) buiten het eerste parallellepipedumvormige gestel (20) is gelegen.
7. Inrichting volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de afstrijkvlakken (2, 3) scharnierend met elkaar zijn verbonden, waarbij, bij opgenomen tube, de scharnieras in hoofdzaak evenwijdig aan de bewegingsrichting van de inrichting over de tube verloopt. 20
8. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een zijde van een van de af stri jkvlakken (2, 3, 21, 24) die naar de beoogde bewegingsrichting van de inrichting (1, 10) is gekeerd is voorzien van 25 een ronding omvattend vlakvormig lichaam (34) , waarbij de diameter van de ronding in hoofdzaak overeenkomt met, of enigszins kleiner is dan die van de te legen tube (30). 1009985
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1009985A NL1009985C1 (nl) | 1998-09-01 | 1998-09-01 | Tubeleegstrijkinrichting. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1009985A NL1009985C1 (nl) | 1998-09-01 | 1998-09-01 | Tubeleegstrijkinrichting. |
NL1009985 | 1998-09-01 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1009985C1 true NL1009985C1 (nl) | 2000-03-02 |
Family
ID=19767740
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1009985A NL1009985C1 (nl) | 1998-09-01 | 1998-09-01 | Tubeleegstrijkinrichting. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1009985C1 (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2002016216A1 (de) * | 2000-08-19 | 2002-02-28 | Claudia Schreiner | Tuben- oder verpackungsentleerer sowie verpackung mit einem solchen entleerer |
GB2406846A (en) * | 2003-10-08 | 2005-04-13 | Colin Chandler | Device for expelling the contents of a squeeze-to-empty type container |
-
1998
- 1998-09-01 NL NL1009985A patent/NL1009985C1/nl active
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2002016216A1 (de) * | 2000-08-19 | 2002-02-28 | Claudia Schreiner | Tuben- oder verpackungsentleerer sowie verpackung mit einem solchen entleerer |
GB2406846A (en) * | 2003-10-08 | 2005-04-13 | Colin Chandler | Device for expelling the contents of a squeeze-to-empty type container |
GB2406846B (en) * | 2003-10-08 | 2007-07-11 | Colin Chandler | Tube contents extractor |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3675822A (en) | Tube squeezer | |
US5501369A (en) | Device for squeezing the contents of flexible tubes | |
US5322194A (en) | Dispenser for collapsible tubes | |
US5920967A (en) | Combination holder and squeezing device for tube dispensers | |
US5857593A (en) | Collapsible flexible tube squeezing device | |
US1654549A (en) | Collapsible-tube squeezer | |
NL1009985C1 (nl) | Tubeleegstrijkinrichting. | |
US4019656A (en) | Collapsible tube squeezing device | |
EP0411950A1 (en) | Extrusion aid | |
US4574983A (en) | Accumulator device for a collapsible tube dispenser | |
US20060289568A1 (en) | Collapsible tube for containing and dispensing paste | |
US4365727A (en) | Device for squeezing-out viscous materials from tubes made of plastics | |
US5975363A (en) | Device for aiding in expelling the contents of a collapsible tube | |
US20060043108A1 (en) | Apparatus for dispensing flowable contents of a collapsible tube | |
US5549221A (en) | Flexible tube end-lap retainer | |
US5195660A (en) | Clamping type caulking gun | |
US4213543A (en) | Dispenser for dispensing the contents of collapsible packages | |
US9611602B1 (en) | Method and apparatus for animal waste disposal | |
US2554975A (en) | Removable expeller for collapsible tubes | |
US6189737B1 (en) | Squeezable tube clip and retainer | |
JPH05162758A (ja) | 可撓性チューブの内容物取出装置 | |
US3643837A (en) | Combination container-dispenser for viscous materials | |
US6003729A (en) | Device for squeezing a viscous liquid from a tube dispenser | |
JP3913861B2 (ja) | 袋用取付キャップ装置 | |
NL2005970C2 (nl) | Persinrichting. |