NL1009874C1

NL1009874C1 - CD-opbergsysteem.

Info

Publication number: NL1009874C1
Application number: NL1009874A
Authority: NL
Inventors: Theodorus Joannes De Gier
Original assignee: Johan Puetzfeld B V
Priority date: 1998-08-14
Filing date: 1998-08-14
Publication date: 2000-02-15

Description

Titel: CD-opbergsysteem

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een CD (compact disc)-opbergsysteem, voorzien van een aantal ruimten, in elk waarvan een CD kan worden gestoken.

CD's worden verkocht in cassetten voor een enkele CD 5 of in cassetten met bijvoorbeeld twee ruimten voor , : zogenaamde dubbel CD's. Ook zijn opbergcassetten in de ' handel voor een groter aantal CD’s; deze omvatten veelal 1 een in een houder boven elkaar aangebrachte laden, in elk waarvan een cassette met een CD kan worden geplaatst of een 10 in een houder naast elkaar aangebrachte ruimten, in elk “ waarvan verticaal een CD kan worden gestoken. Deze opbergcassetten zijn echter slechts geschikt voor een ~ gedefinieerd aantal CD's. Heeft men meer CD's, dan in een ; dergelijke opbergcassette passen, dan dient gebruik te l 15 worden gemaakt van een andere opbergcassette.

Het doel van de uitvinding is dit nadeel uit de weg te ” ruimen en een CD-opbergsysteem te verschaffen, dat flexibel is en gemakkelijk aan het aanwezige aantal CD's kan worden ; aangepast. “ 20 Overeenkomstig de uitvinding heeft daartoe het CD- opbergsysteem, zoals dit in de aanhef is omschreven, het : kenmerk, dat om het aantal ruimten naar behoeven uit te : kunnen breiden of te kunnen verminderen het opbergsysteem “

modulair is opgebouwd. In het bijzonder is dit CD- I

25 opbergsysteem voorzien van tegen elkaar aan vastzetbare f modulen die worden gevormd door platte open doosvormige elementen of tussenwanden met opstaande randen, die aan een smalle zijde een spieetvormige opening of uitsparing hebben = via welke een CD kan worden ingestoken. Door evenzoveel 30 modulen als CD's aanwezig zijn tegen elkaar vast te zetten, is de capaciteit van het CD-opbergsysteem steeds aangepast aan het aanwezige aantal CD's. Wanneer meer CD's in het | opbergsysteem moeten worden geplaatst, dan behoeven slechts =

modulen te worden toegevoegd. Evenzo geldt, dat wanneer het I

35 aantal CD's is verminderd, modulen kunnen worden 1009874.

2 verwijderd. Wanneer de modulen tegen elkaar aan worden gebracht, dan vormt de bodem van een, een eerste module vormend doosvormig element het deksel van een hiertegen aan vast te zetten, een tweede module vormend doosvormig 5 element. De genoemde opening of uitsparing aan een smalle zijde geeft bij tegen elkaar vast gezette modulen toegang tot een spieetvormige ruimte die plaats biedt aan een CD.

Om de tegen elkaar aangebrachte modulen ten opzichte van elkaar vast te kunnen zetten, is elke module voorzien 10 van uitsparingen en uitstulpingen, welke zodanig zijn gelegen dat telkenmale twee modulen met de uitsparingen in corresponderende uitstulpingen tegen elkaar kunnen worden . geklemd. In een voorkeursuitvoeringsvorm is elk module rechthoekig van vorm en aan beide zijden nabij twee 15 diagonaal tegenover elkaar gelegen hoeken voorzien van uitstulpingen en nabij de twee andere diagonaal tegenover elkaar gelegen hoeken voorzien van uitsparingen.

Om een module of een tegen elkaar vastgeklemd aantal - modulen af te kunnen sluiten kan aan weerszijden van een 20 module of van een tegen elkaar geklemd pakket modulen een zijwand worden geplaatst. Deze beide zijwanden hebben bij voorkeur een vorm die overeenkomt met die van de modulen en zijn aan één zijde voorzien van uitstulpingen en uitsparingen die klemmend in aangrijping kunnen worden 25 gebracht met overeenkomstige uitsparingen, respectievelijk uitstulpingen van een module. Door de modulen diagonaals-gewijs te voorzien van uitstulpingen en uitsparingen, zoals hiervoor is vermeld, wordt het mogelijk de beide zijwanden onderling identiek uit te voeren. De hier beschreven opbouw 30 met betrekking tot de uitstulpingen en uitsparingen maakt het derhalve mogelijk, dat niet alleen de modulen onderling, maar ook de beide zijwanden onderling identiek kunnen worden uitgevoerd.

Om de CD's gemakkelijk uit de ruimten in de desbetref-35 fende modulen te kunnen pakken, zijn in gaten in de bodem van elke module verende delen aangebracht om de in de 1 0 0.9874 i '1 3 modulen gestoken CD's tegen veerwerking in naar achteren te kunnen duwen. Door de twee CD's ter weerszijden van een CD die men wil uitnemen naar achteren te duwen, kan men de te pakken CD gemakkelijk aangrijpen. Is deze naar voren 5 getrokken dan zullen de aan weerszijden gelegen CD's onder invloed van de verende delen weer hun oorspronkelijke positie innemen. ;

In elke module is een ondersteuningsstrip voor een i ingestoken CD aanwezig. De CD rust aan de onderzijde op 10 deze strip en aan de achterzijde tegen de genoemde verende delen. Doordat het deel van de strip waarop een CD rust in de richting van de spieetvormige opening of uitsparing een weinig omhoog loopt, kan de CD zodanig in de desbetreffende ^ ruimte worden gepositioneerd, dat deze daar niet zonder 15 meer kan uitrollen.

Door de specifieke opbouw van de modulen en de zij- ; wanden wordt een opbergsysteem verkregen dat slechts uit “ twee soorten, in het bijzonder door spuitgieten te ;; verkrijgen kunststof bouwdelen kan bestaan. Daarbij kan i 20 voorts een materiaalbesparing worden verkregen door in de ~ bodem van elke module een ruime uitsparing aan te brengen. =

Door de modulaire opbouw, de identieke uitvoering van r de modulen en van de zijwanden, de materiaalbesparende “ uitvoering uit kunststof en de wijze van vervaardigen, 25 wordt een CD-opbergsysteem verkregen dat flexibel is, handig in gebruik en relatief goedkoop.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de ~ hand van de bijgaande tekening. In deze tekening toont: μ fig. 1 het CD-opbergsysteem overeenkomstig de “ 30 uitvinding, volledig gevuld met CD's; fig. 2 een module met een daarin geplaatste CD; I1 fig. 3 een aanzicht tegen de bodem van een module, terwijl in fig. 4 en 5 perspectiefbeelden zijn weergegeven van de Ξ 35 voor- en achterzijde van een module.

1 P ° c p Λ I

4

In de figuren zijn overeenkomstige delen met gelijke verwijzingscijfers aangegeven.

Het in fig. 1 weergegeven CD-opbergsysteem omvat een aantal tegen elkaar geklemde modulen 1 en twee zijwanden 5 aan weerszijden van dit pakket modulen. Alle modulen 1 zijn onderling identiek. Evenzo zijn de beide zijwanden 2 onderling identiek. Modulen en zijwanden bestaan uit een kunststof en zijn verkregen door spuitgieten.

Elke module wordt gevormd door een plat open doos-10 vormig element 3 of, anders gezegd, door een tussenwand 4 met opstaande randen 5. De opstaande randen 5 strekken zich aan drie zijden uit. De vierde zijde is vrij gehouden en . vormt een spieetvormige opening of uitsparing 6, waar doorheen, wanneer de modulen tegen elkaar zijn vastgezet, 15 de CD's 7 kunnen worden gestoken. De hoogte van de opstaande randen is zodanig, dat de hierdoor gevormde spieetvormige opening of uitsparing 6 een weinig groter is dan de dikte van een CD. Hierdoor wordt een bijzonder compacte opbouw verkregen.

20 Nabij de vier hoekpunten van elke modulen zijn twee uitstulpingen in de vorm van nokken 8 aanwezig, alsmede twee uitsparingen 9. De vorm van de uitsparingen 9 in een module is zodanig dat hierin de nokken 8 van een andere module klemmend passen. De nokken 8 zijn evenals de 25 uitsparingen 9 diagonaalgewijs tegenover elkaar aangebracht. De zijwanden 2 zijn op gelijke wijze als de modulen 1 voorzien van nokken 8 en uitsparingen 9. Door de diagonaalgewijze opstelling daarvan kan een zijwand 2 aan beide zijden tegen een pakket modulen worden geklemd, zodat 30 de zijwanden ook onderling identiek kunnen worden uitgevoerd.

De bodem van een doosvormig element 3, dat wil zeggen de tussenwand 4, is, ten einde materiaal te besparen, in het midden opengewerkt. Voorts is hierop aan de zijde van 35 de opstaande randen 5 een ondersteuningsstrip 10. Het deel 11 van deze strip, waarop, zoals in fig. 2 is aangegeven, ï ï : 1 00987 4 * 5 een CD 7 kan rusten, loopt in de richting van de spieetvormige opening of uitsparing 6 een weinig omhoog, zodat de CD niet zonder meer uit de ruimte waarin deze is opgeborgen kan rollen. Achterin deze ruimte is boven en onder een 5 uitsparing 12, respectievelijk 13 aangebracht. Aan de naar de in deze ruimte te steken CD toegekeerde zijde zijn in en opzij van deze uitsparingen, bevestigd aan de boven- en ; onderrand 5, verende delen 14, respectievelijk 15 bevestigd. Een ingestoken CD rust behalve op de ondersteunings-10 strip 10 aan de achterzijde tegen deze verende delen 14 en 15. Deze verende delen zijn zodanig van vorm en zodanig aangebracht dat een ingestoken CD niet vast kan komen te . zitten in de uitsparingen 12 en/of 13. De hoogte van de verende delen 14 en 15 zal daarom vrijwel overeenkomen met ; 15 de hoogte van de opstaande randen 5. ï

Wanneer een CD uit het in fig. 1 afgebeelde opbergsysteem moet worden gehaald, worden met de vingers de aan : weerszijden in het opbergsysteem aanwezige CD's tegen de werking van de verende delen 14 en 15 in naar achteren : 20 geduwd, waardoor de uit te halen CD gemakkelijk kan worden aangegrepen, terwijl, wanneer deze er uit wordt gehaald, de l naar achteren geduwde CD's door de werking van de verende - delen 14 en 15 hun oorspronkelijke positie weer zullen 1 innemen. : 2 5 De uitvinding is niet beperkt tot de hier beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm, doch omvat 7 allerlei modificaties hierop, uiteraard voor zover deze vallen binnen de beschermingsomvang van de hiernavolgende conclusies. Zo is het aantal en de plaats van de nokken en I.

30 uitsparingen naar willekeur te kiezen. Voorts is het mogelijk de modulen een bepaalde kleur te geven, zodat Γ groepen modulen van een bepaalde kleur kunnen worden 1 gevormd die als een referentiesysteem kunnen fungeren voor ï het snel terugvinden van CD's in het opbergsysteem. Ξ 1 005874 i

Claims

1. CD-opbergsysteem voorzien van een aantal ruimten in elk waarvan een CD kan worden gestoken, met het kenmerk, dat om het aantal ruimten naar behoeven uit te kunnen breiden of te kunnen verminderen het opbergsysteem modulair 5 is opgebouwd.

2. CD-opbergsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat dit is voorzien van tegen elkaar aan vastzetbare modulen die worden gevormd door platte open doosvormige 10 elementen of tussenwanden met opstaande randen, die aan een smalle zijde een spieetvormige opening of uitsparing hebben via welke een CD kan worden ingestoken.

3. CD-opbergsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, ; 15 dat elke module is voorzien van uitsparingen en : uitstulpingen, welke zodanig zijn gelegen dat telkenmale twee modulen met de uitsparingen in corresponderende . uitstulpingen tegen elkaar kunnen worden geklemd. ~ 20

4. CD-opbergsysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat elke module rechthoekig van vorm is en aan beide zijden nabij twee diagonaal tegenover elkaar gelegen hoeken is voorzien van uitstulpingen en nabij de twee andere diagonaal tegenover elkaar gelegen hoeken is voorzien van 25 uitsparingen.

5. CD-opbergsysteem volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat aan weerszijden van een module of van een tegen elkaar geklemd pakket modulen een zijwand kan worden 30 geplaatst. 1 *’ Γ ~ o ' * Ί t i L- o o ,.· a 1 !

6. CD-opbergsysteem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat beide zijwanden een vorm hebben die overeenkomt met die van de modulen en aan één zijde zijn voorzien van uitstulpingen en uitsparingen die klemmend in aangrijping 5 kunnen worden gebracht met overeenkomstige uitsparingen, respectievelijk uitstulpingen van een module.

7. CD-opbergsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zowel de modulen onderling ~ 10 als de beide zijwanden onderling identiek zijn. ;

8. CD-opbergsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in gaten in de bodem van : elke module verende delen zijn aangebracht om de in de 15 modulen gestoken CD's tegen veerwerking in naar achteren te ξ kunnen duwen.

9. CD-opbergsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in elke module een ~ 20 ondersteuningsstrip voor een ingestoken CD aanwezig is. ^

10. CD-opbergsysteem volgens conclusie 2 en 9, met het r kenmerk, dat het deel van de ondersteuningsstrip waarop een : CD rust in de richting van de spieetvormige opening of 25 uitsparing een weinig omhoog loopt. “

11. CD-opbergsysteem volgens een van de voorgaande ^ conclusies, met het kenmerk, dat om een materiaalbesparing 2 te verkrijgen in de bodem van elke module een ruime ï 30 uitsparing aanwezig is.

12. CD-opbergsysteem volgens een van de voorgaande : conclusies, met het kenmerk, dat het systeem slechts | bestaat uit twee soorten, door spuitgieten te verkrijgen 35 kunststof bouwdelen. I 100887a ;