NL1009574C2 - Inrichting voor het detecteren van speelstukken op een bord. - Google Patents

Description

Inrichting voor het detecteren van speelstukken op een bord

De uitvinding betreft speelinrichting omvattende: - een in discrete velden verdeeld speelbord, en op die velden te plaatsen stukken van verschillende aard, 5 waarbij de velden zijn gerangschikt in een rijen en kolommen van velden omvattend rechthoekig array, welke speelinrichting detectiemiddelen omvat voor het detecteren van de eventuele aanwezigheid en de soort van een stuk op elk veld, alsmede middelen voor het afgeven 10 van desbetreffende detectiesignalen, welke inrichting omvat: - resonantiespoelen, die in de speelstukken zijn aangebracht, waarbij een resonantiespoel elektrische en magnetische eigenschappen bezit, die ondubbelzinnig 15 samenhangen met de soort van het speelstuk; - een aantal in het bord aangebrachte langwerpige zend- en ontvangstspoelen, die zich elke onder een rij of kolom velden uitstrekken, zodanig dat zich onder elk veld zowel een deel van een zend- als 20 ontvangstspoel bevindt; - middelen voor het aftastenderwijs successievelijk selecteren van een zendspoel en een ontvangstspoel; - een versterker, die corresponderend 25 aftastenderwijs met zijn uitgang is verbonden met de geselecteerde zendspoel en met zijn ingang is verbonden met de geselecteerde ontvangstspoel, zodanig dat wanneer een speelstuk zich boven zowel de geselecteerde zendspoel als de geselecteerde ontvangstspoel bevindt, er een 30 resonantiesignaal wordt opgewekt; 1009574 2 - middelen voor het detecteren van het resonantiesignaal, en het afgeven van een corresponderend positie- en soortsignaal; US-A-5 188 368 beschrijft een elektronisch bordspel, 5 zoals een schaakbord, dat een aantal speelstukken met een resonantiespoel omvat, een aantal zend- en ontvangstspoelen, middelen voor het selecteren van een zend- en ontvangstspoel, zodanig dat een afzonderlijke speelpositie op het bord wordt geselecteerd, en waarbij 10 de zend- en ontvangstspoel met een versterker wordt verbonden, zodanig dat een resonantiefrequentie wordt opgewekt, die door detectiemiddelen gedetecteerd kan worden.

Een nadeel van een dergelijke inrichting is dat 15 de zend- en ontvangstspoelen ook een resonantiefrequentie opwekken. Deze resonantiefrequentie stoort de resonantiefrequentie van de resonantiespoel in een speelstuk. Deze storing is groter naarmate de topografie van de spoelen rond het geselecteerde speelveld minder 20 symmetrisch is. Hierdoor is de storing midden op het speelbord gering en wordt deze storing naar de rand van het bord toe groter.

Om hieraan tegemoet te komen is het mogelijk om de spoelen zich over een aanzienlijke afstand voorbij de 25 rand van het speelveld uit te laten strekken. Een nadeel hiervan is dat het speelbord een zeer brede rand verkrijgt.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding de bovengenoemde nadelen op te heffen.

30 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat er voor elke zend- en/of ontvangstspoel aan zijn van de versterker afgewende gesloten eindzone ten minste één voor compensatie dienende winding is aangebracht in ofwel een zendspoel ofwel een ontvangstspoel.

35 In een uitvoeringsvorm omvatten de zend- en/of ontvangstspoelen een aantal windingen. Hierdoor wordt het zendende of ontvangende vermogen van de spoel vergroot, □ 1 1009574 3 waardoor de .respngntiefrequentie eenvoudiger te detecteren is.

In een verdere geprefereerde vorm zijn de zenden ontvangstspoelen op een folie aangebracht, waardoor 5 een goedkope en effectieve uitvoering wordt verkregen. Tevens is het hierbij mogelijk door het aanbrengen van isolerende bruggen, elektrisch geleidende banen elkaar te laten kruisen.

In een andere uitvoeringsvorm zijn de toe- en 10 afvoerdraad van elke spoel zodanig gekruist, dat storing van de spoelen geminimaliseerd wordt.

Deze en andere kenmerken blijken uit de hieronder staande beschrijving in combinatie met de tekeningen.

15 Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding met uiteengenomen delen.

Figuur 2 toont een deel van de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 in perspectief aanzicht, met gedeeltelijk weggesneden delen.

20 Figuur 3 toont de lay-out van de zend- en ontvangstspoelen van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een schaakbord 1, dat volgens de uitvinding is uitgevoerd. Dit schaakbord 1 omvat een 25 bovenste behuizingsdeel 2 met daarop een schaakbordpatroon 3 een laag ontvangstspoelen 4, een laag zendspoelen 5 en een onderste behuizingsdeel 6. De laag ontvangstspoelen 4 en de laag zendspoelen 5 omvatten elk een aantal parallel aan elkaar geplaatste langwerpige 30 spoelen 7, die elk aan beide einden een compensatiewinding 8 omvatten. Elke spoel 7 is door middel van verbindingsdraden 9 met een kabelbundel 10 verbonden. Deze kabelbundel 10 is verbonden met de besturingsinrichting 11. De besturingsinrichting 11 omvat 35 een connector 12 voor communicatie tussen het schaakbord 1 en een verwerkingsinrichting 13, zoals een computer. De verbindingsdraden 9 kunnen gekruist zijn teneinde storing van deze draden te reduceren.

1009574 4

Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarvan onderdelen met gelijke functie zijn aangeduid met gelijke verwijzingscijfers.

Een verschil met de uitvoeringsvorm volgens figuur 1, is 5 dat de compensatiewinding 8 slechts alleen in de laag zendspoelen 5 zijn aangebracht. De compensatie voor de ontvangstspoelen 4 wordt verkregen doordat de aan de rand van het speelbord grenzende zendspoel 14 voor elke ontvangstspoel een compensatiespoel 8 omvat.

10 Figuur 2 toont verder een resonantiespoel 15, die in een speelstuk 16 is opgenomen.

Figuur 3 toont een derde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij gelijke onderdelen met gelijke verwijzingcijfers zijn aangegeven. Ten opzichte 15 van de tweede uitvoeringsvorm volgens figuur 2 verschilt de derde uitvoeringsvorm in de laag ontvangstspoelen 4. Elke ontvangstspoel 7 omvat een aantal windingen 17, waardoor de gevoeligheid van de ontvangstspoel verhoogd wordt.

20 De werking van een inrichting volgens de uitvinding is als volgt. De besturingsinrichting ll selecteert een zendspoel 18 en een ontvangstspoel 19.

(zie figuur 3). Vervolgens wordt de zendspoel 18 op de uitgang van een in de besturingsinrichting 11 25 aangebrachte versterker aangesloten en wordt de ontvangstspoel 19 op de ingang hiervan aangesloten. Door de inductie tussen de zendspoel 18 en ontvangstspoel 19 zal er een resonantie in de schakeling optreden. Doordat een speelstuk 16 met een resonantiespoel 15 zich boven 30 het kruisende deel van de zendspoel 18 en ontvangstspoel 19 bevindt zal de resonantiespoel 15 van het speelstuk 16 de hiervoor genoemde resonantie zodanig beïnvloeden, dat een vaste resonantiefrequentie ontstaat. Deze resonantiefrequentie is kenmerkend voor het speelstuk 16, 35 en hierdoor is het derhalve mogelijk om met de besturingsinrichting 11 de positie van het speelstuk 16 op het schaakbord 1 te bepalen. De compensatiewindingen 8 zijn aangebracht, om de asymmetrie van de spoelen nabij - 1009574 i 5 de randen te. cogipejiseren. Wanneer een compensatiewinding is aangebracht in een zendspoel, dan zal deze compensatiewinding een extra magnetisch veld opwekken, waardoor de asymmetrie van het door de zendspoel 5 opgewekte veld nabij de rand zodanig wordt aangevuld, dat het veld nagenoeg symmetrisch is.

Wanneer de compensatiewinding is aangebracht in een ontvangstspoel, dan zal de ontvangstspoel een extra magnetisch veld detecteren, waardoor de asymmetrie van 10 het opgewekte veld wordt gecompenseerd door de extra ontvangst van de compensatiewinding.

Door deze compensatiewindingen zal het gedetecteerde magnetische veld nabij de rand van het spelbord nagenoeg symmetrisch zijn, overeenkomstig een in 15 het midden van het spelbord gedetecteerd magnetisch veld.

1009574

Claims (5)

1. Speelinrichting omvattende: - een in discrete velden verdeeld speelbord, en op die velden te plaatsen stukken van verschillende soort, waarbij de velden zijn gerangschikt in een rijen 5 en kolommen van velden omvattend rechthoekig array, welke speelinrichting detectiemiddelen omvat voor het detecteren van de eventuele aanwezigheid en de soort van een stuk op elk veld, alsmede middelen voor het afgeven van desbetreffende detectiesignalen, welke inrichting 10 omvat: - resonantiespoelen, die in de speelstukken zijn aangebracht, waarbij een resonantiespoel elektrische en magnetische eigenschappen bezit, die ondubbelzinnig samenhangen met de soort van het speelstuk/ 15. een aantal in het bord aangebrachte langwerpige zend- en ontvangstspoelen, die zich elk onder een rij of kolom velden uitstrekken, zodanig dat zich onder elk veld zowel een deel van een zend- als ontvangstspoel bevindt; 20. middelen voor het aftastenderwijs successievelijk selecteren van een zendspoel en een ontvangstspoel; - een versterker, die corresponderend aftastenderwijs met zijn uitgang is verbonden met de 25 geselecteerde zendspoel en met zijn ingang is verbonden met de geselecteerde ontvangstspoel, zodanig dat wanneer een speelstuk zich boven zowel de geselecteerde zendspoel als de geselecteerde ontvangstspoel bevindt, er een resonantiesignaal wordt opgewekt; 30. middelen voor het detecteren van het resonantiesignaal, en het afgeven van een corresponderend positie- en soortsignaal; 1009574 met het kenmerk, dat er voor elke zend- en/of ontvangstspoel aan zijn van de versterker afgewende gesloten eindzone ten minste één voor compensatie dienende winding is aangebracht in ofwel een zendspoel 5 ofwel een ontvangstspoel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zend- en/of ontvangstspoelen ten minste twee windingen omvatten.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het 10 kenmerk, dat de zend- en ontvangstspoelen op een elektrisch isolerende, magnetisch inactieve folie zijn aangebracht.

4. Inrichting volgens conclusie 1, welke inrichting voor elke zend- en/of ontvangstspoel een set 15 van twee verbindingsdraden omvat, met het kenmerk, dat de verbindingsdraden van elke set elkaar kruisen, teneinde storing van de ontvangstspoelen te voorkomen.

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de buitenste langszijde van een rand zend- 20 en/of ontvangstspoel op met de velden overeenkomende posities compensatiewindingen omvat. 1009574