NL1008898C1 - Klapschaats. - Google Patents

Description

KLAPSCHAATS

De uitvinding heeft betrekking op een klapschaats, omvattende twee scharnierend met elkaar verbonden profielen waarvan één een draagprofiel voor de 5 schoen van de berijder is en het ander een schaatsmeshouder omvat.

De klapschaats heeft de laatste jaren steeds meer aan populariteit gewonnen.

Een nadeel van de klapschaats is, dat de techniek van het "zijwaarts afzetten" kan verslechteren door de grotere bewegingsvrijheid op de klapschaats. Om het gevoel van de "zijwaartse afzet" te behouden is het gewenst regelmatig te trainen met een 10 geblokkeerd klapmechanisme.

Een ander nadeel van de klapschaats is dat deze minder stabiliteit biedt dan de conventionele schaats. Bij het rijden op natuurijs, onder moeilijke omstandigheden, kan het gewenst zijn de klapwerking uit te schakelen om een betere stabiliteit te realiseren.

15 Voor de schaatstraining en ook voor de wedstrijdsport op met name natuurijs bestaat de behoefte aan een schaats die zowel als traditionele alsook als klapschaats te gebruiken is. Bij de schaatstraining kunnen met een dergelijke schaats alle trainingsonderdelen worden geoefend: de schaatstechniek met name de zijwaartse afzet, met traditionele schaats (klapschaats waarvan het klapmechanisme 20 is gefixeerd), de overige vaardigheden en trainingsonderdelen met de klapschaats. Bij de wedstrijdsport op natuurijs en de schaatstoertochten voor de liefhebbers, kan de schaats aan de omstandigheden van het ijs worden aangepast. In het bijzonder bestaat daarbij de behoefte aan een schaats, waarbij het blokkeren/fixeren van het klapmechanisme tijdens het schaatsen mogelijk is.

25 De nederlandse octrooiaanvrage nr 8500483 beschrijft een klapschaats waarvan het klapmechanisme kan worden gefixeerd en door de berijder zelf kan worden ontgrendeld. Het ontgrendelen geschiedt doordat de berijder aan een koord trekt dat met het ontgrendelmechanisme is verbonden. Nadeel hier van is dat het trekkoord infeite alleen vanuit stilstand goed is te bedienen. Hierdoor is gebruik van 30 de schaats voor de wedstrijdsport niet aantrekkelijk.

De uitvinding voorziet in een verbeterd vergrendel-mechanisme waarmee het scharnier en dus de klapwerking van de schaats op ieder gewenst moment, ook tijdens het schaatsen, door de berijder geblokkeerd of vrijgezet kan worden.

Dit wordt volgens de uitvinding bij een klapschaats volgens de aanhef bereikt, 35 doordat één van de scharnierend met elkaar verbonden profielen is voorzien van een schuifstuk dat over het profiel verschuifbaar is tussen een eerste stand waarin het schuifstuk een profieldeel van het andere profiel omsluit en aldus het scharnier vergrendelt en een tweede stand waarin het schuifstuk het profieldeel van het 1008898 2 andere profiel vrij laat en daarmee het scharnier ontgrendelt.

. Door het vergrendelmechanisme waarmee het scharnier van de klapschaats kan : worden vergrendeld resp. kan worden vrijgezet uit te voeren als een schuifstuk, dat gemakkelijk verschoven kan worden tussen een eerste stand waarin het scharnier is , 5 vergrendeld en een tweede stand waarin de scharnier wordt vrijgegeven, wordt ; bereikt dat de klapschaats tijdens het schaatsen, dus zonder dat de berijder daarvoor tot stilstand of vrijwel tot stilstand komt, het klapmechanisme kan bedienen I en dus gemakkelijk kan "schakelen" tussen een traditionele schaats en een ‘ klapschaats.

10 Volgens een voorkeurs uitvoeringsvorm van de uitvinding is het schuifstuk " aangebracht op de schaatsmeshouder, waardoor wordt bereikt dat het schuifstuk voor de schaatser gemakkelijk bereikbaar en bedienbaar is.

Het aan het andere profiel voorziene profieldeel dat door het schuifstuk kan worden 3 omsloten of vrijgegeven, bestaat bij voorkeur uit een as of asstomp met een in 15 wezen cirkelvormige of elliptische doorsnede die past in een in het schuifstuk aanwezige uitsparing die een zodanige doorsnede heeft dat de uitsparing nauw past om het te omsluiten profieldeel.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de twee scharnierend met elkaar verbonden profielen (draagprofiel voor de schoen en 20 schaatsmeshouderprofiel) althans wat betreft hun delen die bij gesloten klapschaats in elkaar passen, uitgevoerd als een U-profiel die nauw in elkaar passen, waarbij een van deze profielen, aan die zijden die naar het andere profiel zijn toegekeerd is voorzien van geleidestrips, bij voorkeur kunststofstrips met smerende werking. Hierdoor wordt een geringere belasting van het scharnier bereikt, waardoor de 25 schaats robuuster en stabieler wordt.

De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren die een klapschaats volgens de meest geprefereerde uitvoeringsvorm van de uitvinding weergeven.

Figuur 1 is een zijaanzicht van de klapschaats 30 Figuur 2 is een schematische dwarsdoorsnede volgens de lijn A-A in figuur 1.

Figuur 3 is een dwarsdooorsnede volgens de lijn B-B in figuur 1 van een schuifstuk volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 4 is een zijaanzicht van een mogelijke uitvoeringsvorm van een klapschaats waarbij het schuifstuk tevens fungeert als geleiding voor het U-35 profiel.

De schaats zoals in de figuren is weergegeven omvat een draagprofiel 1 voor de = j schoen van de schaatser welk draagprofiel een in wezen U-vormige doorsnede H heeft met bovenste draagvlakken 2, 3 voor de schoen en ondersteunende zijwanden 1008898 3 4 en 5. De draagvlakken 2 en 3 zijn voorzien van sleuven voor het verstelbaar bevestigen van de schoen van een berijder. Beide zijwanden 4 en 5 zijn ter hoogte van de neus van de schoen voorzien van boringen, waarin een as 6 is gemonteerd. Op as 6 is binnen de zijwanden 3 en 4 de schaatsmeshouder 7 op bekende wijze 5 vrij draaibaar gelagerd.

Om de schaatsmeshouder 7, die zelf ook een in wezen U-vormige doorsnede heeft of eventueel een in wezen rechthoekige doorsnede (zie fig.2), binnen het draagprofiel 1 op te sluiten (ingesloten toestand van de klapschaats), is hij aan zijn naar het draagprofiel 1 toegekeerde zijden van zijn beide zijwanden voorzien van 10 sleuven, waarin bekende, zelfsmerende kunststofstrips 8 en 9 zijn aangebracht. Tussen het draagprofiel 1 en de schaatsmeshouder 7 is, zoals op zichzelf voor de klapschaats bekend, in een daarvoor bestemde uitsparing, de veer 10 aangebracht, die de klapschaats, wanneer hij in onbelaste toestand verkeert, gesloten houdt.

Aan de onderzijde van het draagvlak 2 van draagprofiel 1 is, ter hoogte van de hak, 15 een rubberen stop 11 bevestigd om het dichtklappen te dempen.

Door het draagprofiel 1 en de schaatsmeshouder 7 uit te voeren als nauw in elkaar passende, in wezen U-vormige profielen met op de opstaande zijwanden van een dezer profielen zelfsmerende kunststofstrips, zoals meer in detail weergegeven in figuur 2, wordt een stabiele, robuuste klapschaats gerealiseerd die zich onderscheidt 20 door een grote zijwaartse stabiliteit met tegelijk een relatief lage scharnierbelasting. Nabij het vrije uiteinde van draagprofiel 1 is tussen de zijwanden 4 en 5 as 12 geplaatst. Op de schaatsmeshouder 7 is een schuifstuk 13 aangebracht, dat langs de schaatsmeshouder 7 kan worden geschoven tussen twee posities, die worden bepaald door aanslagboringen 14 en 15 welke in de bovenzijde van de 25 schaatsmeshouder 7 zijn aangebracht. Het schuifstuk 13 kan in de twee standen worden gefixeerd, doordat een pen 17 die is opgesloten in een verticale boring 16 in het schuifstuk 13, met zijn kogelvormige uiteinde 18, in de aanslagboringen 14 en 15 wordt geklikt (zie fig.3). De pen 17 is in verticale richting binnen de boring 16 beweegbaar. Het kogelvormige uiteinde 18 wordt in op zichzelf bekende wijze door 30 een veer naar beneden gedrukt. Doordat het in de aanslagboringen 14 of 15 geklikte uiteinde van de pen 17 kogelvormig is, kan het schuifstuk 13 door uitoefening erop van een lichte horizontale kracht, gemakkelijk langs de schaatsmeshouder 7 worden verschoven, tussen de twee door de aanslagboringen 14 en 15 bepaalde posities.

35 In de positie van aanslagboring 14, omsluit ( bij gesloten klapschaats ) de uitsparing 19 in het schuifstuk 13 de as 12 in het draagprofiel 1 , waardoor de klapschaats is vergrendeld en als traditionele schaats kan worden gebruikt. In de positie van de aanslagboring 15 geschoven, geeft het schuifstuk 13 de as 12 vrij, waardoor de 1 η n ««o a 4 klapschaatswerking wordt vrijgegeven en de schaats vrij kan open en dichtklappen. Doordat het schuifstuk 13 door uitoefening van een lichte horizontale kracht, gemakkelijk over de schaatsmeshouder tussen de twee posities heen en weer kan . worden bewogen, is volgens de uitvinding bereikt dat de bediening ervan tijdens het | 5 schaatsen, door de schaatser kan worden gedaan.Om het schuifstuk gemakkelijk te kunnen bedienen is het aan zijn achterzijde voorzien van een als handgreep fungerend, uitstekend deel 22.

Een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding is weergegeven in fig. 4. Het schuifstuk 20 bevindt zich nu op dat deel van de schaatsmeshouder 7 dat bij ° 10 gesloten klapschaats door het draagprofiel 1 wordt omsloten dient nu tevens als geleiding voor het (omgekeerde) U-profiel van draagprofiel 1. Het schuifstuk is weer tussen twee posities 14 en 15 beweegbaar op de wijze zoals hiervoor met betrekking tot de figuren 1 ,2 en 3 is beschreven.ln de positie 14 is de klapwerking geblokkeerd en in de positie 15 is de klapwerking vrijgegeven. Het verschuiven van - 15 het schuifstuk 20 geschiedt met behulp van een handgreep 21 die zich op het schuifstuk 20 bevindt en wel op een deel dat bij gesloten schaats niet door het draagprofiel 1 wordt omsloten.

Op de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm van het vergrendelmechanisme volgens de uitvinding, zijn diverse varianten mogelijk die tot eenzelfde resultaat leiden en 20 voor de vakman op dit gebied duidelijk zullen zijn. Deze en andere voor de vakman duidelijke uitvoeringsvormen worden geacht te behoren tot de uitvinding, zoals die in de hierna volgende conclusies is gedefinieerd.

1008898

Claims (7)

1. Klapschaats omvattende twee scharnierend met elkaar verbonden profielen, waarvan één een draagprofiel (1) voor de schoen van de berijder is en het andere 5 profiel (7) een schaatsmeshouder omvat, en een vergrendelmechanisme om het scharnier (6) te vergrendelen, met het kenmerk, dat één van de scharnierend met elkaar verbonden profielen (1,7) is voorzien van een schuifstuk (13) dat over het profiel verschuifbaar is tussen een eerste positie (14) waarin het schuifstuk (13) een profieldeel (12) van het andere profiel omsluit en aldus het scharnier (6) vergrendelt 10 en een tweede positie (15) waarin het schuifstuk (13) het profieldeel (12) vrijlaat en aldus het scharnier ontgrendelt.

2. Klapschaats volgens conclusie 1 , met het kenmerk, dat het schuifstuk (13) is aangebracht op het profiel (7) dat het schaatsmes omvat. 15

3. Klapschaats volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het schuifstuk (13) is aangebracht op het deel van het profiel (7) dat bij gesloten klapschaats door het draagprofiel (1) wordt bedekt.

4. Klapschaats volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het schuifstuk is aangebracht op het deel van het profiel (7) dat bij gesloten klapschaats niet door het draagprofiel (1) wordt bedekt.

5. Klapschaats volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat in elkaar klappende delen van de scharnierend met elkaar verbonden profielen (1,7) een in wezen U- vormige dwarsdoorsnede hebben.

6. Klapschaats omvattende twee scharnierend met elkaar verbonden profielen, waarvan één een draagprofiel (1) voor de schoen van de berijder is en het andere 30 profiel (7) een schaatsmeshouder omvat, welke profielen bij gesloten klapschaats tenminste voor een deel in elkaar sluiten, met het kenmerk dat van de in elkaar sluitende delen van de profielen (1,7), één (1) een in wezen U- vormige doorsnede heeft en de ander (7) een rechthoekige dan wel in wezen U- vormige doorsnede waarvan de buitenomtrek nauw past binnen de binnenomtrek van het profiel met U-35 vormige doorsnede.

7. Klapschaats volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de opstaande zijwanden van tenminste één der profielen (1,7) aan de zijde die aangrenst aan de opstaande zijwand van het andere profiel, is voorzien van een strook zelfsmerende 40 kunststof (8,9). 1008898