NL1008787C2 - Methode voor het doorvoeren van elektrische kabels. - Google Patents

Description

Methode voor het doorvoeren van elektrische kabels.

De uitvinding heeft betrekking op een methode voor het 5 doorvoeren door een wand, schot of dek van elektrische kabels van het type met een kern, gevormd door één of meer onderling geïsoleerde kabeladers, omgeven door een daarvan geïsoleerde metaalafscheming en het geheel omgeven door een uitwendige kabelmantel van isolerend materiaal, omvattende: 10 - het vormen, respectievelijk aanbrengen van een doorvoerframe in de wand, schot of dek bestemd voor aaneenpassende en nauwsluitende opname van blok- of cylindervormige doorvoerelementen, eventueel samen met opvulblokken, waarbij elk doorvoerelement bestaat uit twee 15 uitgeholde, op elkaar passende blokhelften, die samen een doorvoerkanaal insluiten, waarvan de diameter overeenstemt met de buitendiameter van een kabel, - het inleggen van elke kabel in een respectievelijk doorvoerelement na uitsnijden van de kabelmantel over een 20 gedeelte van de opneemlengte in het doorvoerelement, waarbij het doorvoerelement voorzien is van elektrische geleidingsmiddelen om te zorgen voor elektrisch geleidend contact tussen de blootgelegde metaalafscheming in het gedeelte, waar de kabelmantel uitgesneden is, en het 25 buitenoppervlak van het doorvoerelement, en - het plaatsen van de kabels-omsluitende doorvoerelementen in het doorvoerframe in elektrisch geleidend contact met elkaar en de (metaal)wand, schot of dek.

Een dergelijke methode is bekend en vindt op ruime 30 schaal toepassing voor het doorvoeren van kabels door wanden, schotten of dekken in schepen, scheidingswanden in fabrieksruimtes, kastwanden van apparatuur, waarop de kabels worden aangesloten, en dergelijke. Bij een dergelijke kabeldoorvoer is het van belang, dat de metaalafschermingen 35 van de diverse kabels gemeenschappelijke geaard zijn, opdat de kabeladers afgeschermd worden tegen het binnendringen en/of uittreden van stoorstromen t.g.v. elektromagnetische velden. In de meeste gevallen is het doorvoerframe, dat het 1008787 ' 2 montagevenster voor de doorvoerelementen vormt, van metaal, en dienen de metaalafschermingen van de kabels ook daarmee elektrisch te zijn verbonden. De doorvoerelementen dienen verder te zorgen voor een gas-, water- en brandwerende 5 doorvoer van de kabels.

Een probleem bij het inleggen van een kabel in een doorvoerelement is, dat de diameter van de blootgelegde metaalafscheming kleiner is dan die van de kabelmantel, zodat bij gebruik van (goedkope) standaard-10 doorvoerelementen, waarvan de diameter van het doorvoerkanaal is afgestemd op die van de kabelmantel, de blootgelegde kabelafscheming geen contact heeft met het doorvoerelement.

In de praktijk bestaan hiervoor diverse oplossingen. Eén 15 zo'n oplossing is het gebruikmaken van speciale doorvoerelementen, die inwendig in het midden voorzien zijn van verende metaalcontacten, die in beide blokhelften uitsteken in de respectievelijke uithollingen, en die bij opeensluiten van twee blokhelften op een kabel in contact komen met de 20 blootgelegde metaalafscheming van de kabel. Deze veercontacten lopen door naar de buitenzijde van het doorvoerelement, waar zij contactplaten vormen, zodat bij montage in het doorvoerframe ook onderling contact tussen de diverse doorvoerelementen verzekerd is. Een bezwaar is, dat 25 dergelijke doorvoerelementen relatief kostbaar zijn, terwijl bovendien het risico bestaat, dat bij langdurig gebruik de veercontacten kunnen falen, of de kabelafscheming van een kabel kan worden beschadigd.

Een ander methode is het gebruikmaken van 30 doorvoerelementen, die in- en uitwendig voorzien zijn van een geleidende verf of spray. Voordat een kabel in een doorvoerelement wordt gemonteerd, wordt het uitgesneden kabeldeel met de blootgelegde metaalafscheming omwikkeld met geleidend kleeffolie, totdat de diameter van de 35 kabelmantel bereikt is, waarna de aldus behandelde kabel kan worden ingelegd in de blokhelften van het doorvoerelement. Deze methode is tamelijk bewerkelijk en vereist relatief veel materiaal aan geleidend spray en metaalkleeffolie.

1008787 3

Er zijn nog diverse andere methoden, onder andere een, waarbij doorvoerelementen met verschillende inwendige diameters gecombineerd worden, om aan te passen voor het uitgesneden gedeelte van de kabelmantel, alsook een methode 5 waarbij speciale van lagen voorziene doorvoerelementen door plaatselijke verwijdering van lagen met het oog op diameter-aanpassing worden toegepast. Dergelijke methoden zijn relatief arbeidsintensief, en bovendien relatief kostbaar.

Een gemeenschappelijk nadeel van alle hierboven genoemde 10 bekende methoden is tenslotte, dat de afgesneden kabelmanteldelen afval vormen, dat milieubelastend is.

Volgens de uitvinding is nu gevonden, dat kabels op doelmatige en economisch verantwoorde wijze gemonteerd kunnen worden in relatief goedkope standaarddoorvoer-15 elementen onder gebruikmaking van de afgesneden kabelmanteldelen en een minimum aan elektrisch geleidend kleeffolie.

Daartoe voorziet de uitvinding in een methode zoals omschreven in de aanhef met het kenmerk, dat bij elke kabel 20 het verwijderde kabelmantelgedeelte in de langsrichting gehalveerd wordt, de beide helften tegenover gelegen aan elkaar worden ingelegd in de respectievelijke uithollingen van de blokhelften van het doorvoerelement, elke blokhelft ter plaatse van het gehalveerde kabelmantelgedeelte en samen 25 daarmee omwikkeld wordt met elektrisch geleidend kleeffolie, waarna de aldus behandelde blokhelften na inleggen van de kabel met de blootgelegde metaalafscheming in contact met het folie opeengesloten worden tot een compleet doorvoerelement, gereed voor montage in het doorvoerframe.

30 Aangezien metalen doorvoerelementen, dan wel doorvoerelementen, die in- en uitwendig elektrisch geleidend gemaakt zijn, relatief kostbaar en niet of slechts gedeeltelijk gas-, water- en brandwerend zijn, wordt bij de uitvinding bij voorkeur gebruik gemaakt van 35 doorvoerelementen, gevormd van kunststofmateriaal. Het omwikkelen van de blokhelften ter plaatse van het ingelegde kabelmanteldeel, welk omwikkelen slechts enkelvoudig behoeft te geschieden, waarborgt een goed elektrisch contact tussen 1008787 i 4 de blootgelegde kabelafscherming en de buitenomtrek van het doorvoerelement, en bij op elkaar plaatsing van de diverse doorvoerelementen is ook het onderlinge contact daartussen gewaarborgd. Op deze wijze wordt een uitstekende HF-5 aarding van de afscherming van de doorgevoerde kabels gewaarborgd.

In veel gevallen dienen ruimtes, waarin gevoelige elektronische apparatuur opgesteld staat, hoogfrequent te zijn afgeschermd van de buitenomgeving. In het algemeen 10 zullen dergelijke ruimtes afgesloten zijn door metalen wanden. Indien in zo'n metaalwand een doorvoerframe wordt aangebracht, waar doorheen kabels worden doorgevoerd, ontstaan er en elektromagnetische openingen in de wand. Om dit te voorkomen is het nodig dat elk doorvoerelement van 15 een doorvoerkabel een afscherming biedt loodrecht op het doorvoerframe, teneinde er voor te zorgen, dat het doorvoerframe voor elektromagnetische velden geen open venster is, maar een afgesloten luik.

Om dit te bereiken, voorziet de uitvinding erin 20 - dat van elke doorvoerelement de blokhelften in dwarsrichting doorgesneden worden tot respectievelijk kortere en langere blokhelftdelen, - dat de uitgesneden en in langsrichting gehalveerde kabelmantelgedeelten van de te monteren kabel ingelegd 25 worden in de uithollingen van de langere blokhelften aangrenzend aan de snijkanten daarvan, - vervolgens elke langere blokhelft omwikkeld wordt met elektrisch geleidend kleeffolie zodanig, dat dit het ingelegde kabelmantelgedeelte bestrijkt en bovendien buiten 30 de snijkant uitsteekt, - dit uitstekende deel wordt ingesneden en omgevouwen zodanig, dat ook de snijkant door het folie bekleed wordt, en - de snijkanten van de kortere blokhelftdelen weer 35 vastgelijmd worden op de met folie beklede snijkanten van de langere blokhelftdelen, waarna de kabel wordt ingelegd en de weer gecompleteerde blokhelften opeengesloten worden tot een compleet doorvoerelement.

1008787 i 5

Behalve voor het doorvoeren van kabels door wanden, schotten of dekken, is de methode volgens de uitvinding ook toe te passen voor het invoeren van kabeleinden voor aansluiting op componenten of apparatuur, welke zich 5 rechtstreeks bevinden achter bijvoorbeeld een kastwand. Daarbij wordt de methode volgens de uitvinding zodanig uitgevoerd, dat van elke kabel de kabelmantel vanaf het punt, waar de kabel ingevoerd wordt, geheel wordt verwijderd, waarbij een deel daarvan wordt afgescheiden en 10 in langsrichting wordt gehalveerd tot twee helften, die worden ingelegd in de uithollingen van respectievelijke blokhelften van een doorvoerelement aangrenzend aan de eindkanten, aan welke zijde de kabels in de componenten, apparatuur of ruimten ingevoerd worden, elke blokhelft ter 15 plaatse van en samen met het ingelegde kabelmantelgedeelte wordt omwikkeld met elektrisch geleidend kleeffolie, waarna de blootgelegde metaalafscheming, in contact met het folie, in de blokhelften ingelegd wordt en uitsteekt vanuit de omwikkelde zijde van de blokhelften, waarna de blokhelften 20 opeengesloten worden tot een compleet doorvoerelement gereed voor montage in het doorvoerframe.

Voor het geval bij de doorvoer van deze kabeleinden bovendien gezorgd moet worden voor afscherming tegen elektromagnetische velden, kan de uitvoering zodanig zijn, 25 dat elke blokhelft omwikkeld wordt met elektrisch geleidend kleeffolie zodanig, dat dit het ingelegde kabelmantelgedeelte bestrijkt en bovendien buiten de eindkant van de blokhelft uitsteekt, en dit uitstekende deel wordt ingesneden en omgevouwen 30 zodanig, dat ook de eindkant van de blokhelft door het folie bekleed wordt.

Op deze wijze kunnen ook kabeleinden doelmatig en volledig, zonder daarbij elektromagnetische openingen te maken, worden door- of ingevoerd.

35 De uitvinding zal nader worden toegelicht met verwijzing naar de tekeningen, waarin:

Fig. 1 een montageschema volgens de uitvinding toont voor het monteren van een door te voeren elektrische kabel 1008787 6 in een doorvoerelement,

Fig. 2 een montageschema volgens de uitvinding toont voor het monteren van een door te voeren elektrische kabel in een doorvoerelement, waarbij tevens gezorgd wordt voor 5 dwarsafscheming tegen elektromagnetische velden.

Fig. 3 een montageschema volgens de uitvinding toont voor het monteren van een door te voeren kabeleind in een doorvoerelement,

Fig. 4 een overeenkomstig schema toont, waarbij verder 10 gezorgd wordt voor dwarsaf scheming tegen elektromagnetische velden, en

Fig. 5 een gedeeltelijk opengesneden aanzicht in perspectief toont van een doorvoerframe met doorgevoerde kabels.

15 In de verschillende figuren zijn overeenkomstige onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven.

In fig. 1 is schematisch getoond hoe volgens de uitvinding een door te voeren elektrische kabel wordt gemonteerd in een doorvoerelement. De kabel, algemeen 20 aangegeven met 1, is van het soort, dat bestaat uit een uitwendige isolerende kabelmantel, welke een metaalafscheming omgeeft, welke laatste zich daar binnen bevindende kabeladers geïsoleerd omsluit. Het doorvoerelement, aangegeven met 2, bestaat uit twee blokhelften 3, 25 die aan hun binnenzijde voorzien zijn van doorlopende uithollingen 4, waarvan de diameter is aangepast aan die van de buitenmantel van de kabel 1. De blokhelften 3 bestaan uit isolerend, brandbestendig materiaal.

Volgens de uitvinding wordt een kabel 1 als volgt 30 gemonteerd in het blokvormige doorvoerelement 2:

In stap I is de te monteren kabel 1 getoond.

Daaruit wordt vervolgens in stap II een gedeelte 5 van de metaalafscheming blootgelegd door het wegsnijden van de kabelmantel. Dit weggesneden deel wordt dwars gehalveerd tot 35 twee manteldeelhelften 6, die vervolgens in stap III worden ingelegd in de respectievelijke blokhelften 3 in de uithollingen 4 daarvan zoals getoond door de zwarte pijlen.

Vervolgens wordt (stap IV) elektrisch geleidend 10 p S'7 37 7 kleeffolie 7 genomen, waarvan de breedte overeenstemt met de breedte van het blootgelegde metaalafschermingsdeel 5. Met dit folie worden vervolgens in stap V de blokhelften 3 ter plaatse van de ingeplaatste manteldeelhelften 6 geheel 5 omwikkeld zoals aangegeven.

Daarna wordt in stap VI de kabel in de omwikkelde blokhelften ingelegd, waarbij het blootgelegde metaalaf schermingsdeel 5 geplaatst wordt op het omwikkelde deel van de blokhelften.

10 Tenslotte worden de beide blokhelften 3 op elkaar gesloten, waardoor de montage van de kabel 1 in het doorvoerelement 2 voltooid is.

Nadat de kabels zijn gemonteerd in de doorvoerelementen, worden deze van kabels voorziene doorvoerelementen 15 aaneensluitend en elkaar contacterend eventueel met gebruikmaking van verdere, eveneens contacterende opvulelementen gemonteerd in een doorvoerframe (zie fig. 5) dat aangebracht is in een door te voeren wand, schot of dek. Daarbij kan het nodig zijn, dat de binnenruimte achter deze 20 wand, schot of dek afgeschermd wordt tegen uitwendige elektromagnetische velden, die zonder verdere voorzieningen nog door het doorvoerframe heen zou kunnen dringen. Teneinde een daarvoor noodzakelijke dwarsafscherming te verkrijgen, kunnen volgens de uitvinding elektrische kabels in 25 doorvoerelementen worden gemonteerd volgens het schema, aangegeven in fig. 2.

In stap I is de te monteren kabel 1 getoond.

In stap II worden de beide blokhelften van het doorvoerelement 2 doorgesneden tot een kortere 30 blokhelftlengte 3a en een langere blokhelftlengte 3b.

In stap III wordt op dezelfde wijze als in fig. 1 de kabelmantel gedeeltelijk weggesneden en de beide manteldeelhelf ten 6 ingelegd in de langere blokhelftdelen 3b aansluitend op de snijkanten daarvan.

35 Vervolgens wordt in stap IV weer elektrisch geleidend kleeffolie met aangepaste breedte genomen, waarmee in stap V de langere blokhelften 3 omwikkeld worden ter plaatse van de ingeplaatste manteldeelhelften 6 op de wijze zoals 1000737 8 aangegeven.

Vervolgens wordt in stap VI opnieuw kleeffolie 7 genomen, waarmee de langere blokhelften 3b in stap VII nogmaals omwikkeld worden, maar nu uitstekend buiten de 5 snij randen.

In stap VIII wordt het uitstekende deel van dit folie ingeknipt op de aangegeven wijze tot lippen a, b en c, die volgens de door pijlen aangegeven richtingen worden omgevouwen, waardoor de snijkanten van de blokhelftdelen 3b 10 volledig afgedekt zijn door elektrische geleidend folie. In stap IX worden dan de kortere blokhelften 3a weer vastgekleefd aan de langere blokhelften 3b, waarna in stap X de kabel 1 wordt ingelegd in de holtes 4 van de aldus weer verenigde blokhelften 3 met het blootgelegde 15 metaalafschermingsdeel 5 ter plaatse van de ingelegde manteldeelhelften 6, waarna in stap XI de beide blokhelften 3 op elkaar gesloten worden en de montage voltooid is.

Op deze wijze is, behalve de gewenste kabelafschermings-aarding, bovendien een dwarsafscherming tegen 20 elektromagnetische velden in de doorvoerelementen 2 verkregen.

Fig. 3 toont het montageschema voor het doorvoeren van een kabeleinde. In stap I is weer de kabel 1 getoond.

In stap II wordt daarvan aan het einde de kabelmantel 25 geheel verwijderd, waarbij een eerste deel daarvan weer gebruikt wordt als manteldelen 6, bestemd op in te leggen in respectievelijke blokhelften 3. In stap II is getoond, dat in dit geval de manteldelen 6 worden ingelegd aan het einde van de uithollingen 4, waarna in stap III weer het 30 elektrisch geleidend kleeffolie genomen wordt, teneinde in stap IV de beide blokhelften aan hun eindgedeelte te omwikkelen op de aangegeven wijze.

Stap V toont het inleggen van de kabel in de beide, aldus geprepareerde blokhelften, en in stap VI worden de 35 beide, aldus geprepareerde blokhelften op elkaar gesloten.

In fig. 4 is een variant getoond van de wijze van monteren volgens fig. 3, waarbij, evenals in het geval van fig. 2, gezorgd wordt voor dwarsafscherming tegen 1008787 9 elektromagnetische velden.

In fig. 4 zijn de stappen I, II, III en IV volledig overeenstemmend met de stappen I, II, III en IV uit fig. 3.

Vervolgens wordt in stap V opnieuw elektrisch geleidend 5 kleeffolie genomen, waarmee in stap VI nogmaals wordt omwikkeld maar nu uitstekend naar buiten.

In stap VII wordt dit uitstekende folie ingesneden volgens a, b en c, en omgevouwen volgens de pij 1richtingen, waardoor de voorkanten van de blokhelften 3 volledig door 10 het folie worden afgeschermd.

In de volgende stap (VIII) wordt dan weer de beide blokhelften op de aangegeven wijze gemonteerd op de kabel 1 met het blootliggende deel 6 uitstekend naar buiten, en in stap IX worden de beide blokhelften opeengesloten, waarna de 15 montage is voltooid.

Bij deze wijze van montage wordt weer gezorgd voor een dwarsafscherming tegen elektromagnetische velden.

In fig. 5 is een, ter wille van de duidelijkheid gedeeltelijk opengesneden, metalen doorvoerframe 8 getoond, 20 dat gemonteerd is in een door te voeren wand (niet getoond). In dit frame 8 zijn de nauwpassend aaneensluitende doorvoerelementen 2 voor doorvoer van kabels 1 getoond, samen met opvullingselementen 9, die evenals de doorvoer-elementen 2, blokvormig zijn uitgevoerd, en dienen om er 25 voor te zorgen, dat het frame volledig wordt opgevuld. In fig. 5 zijn de kabels 1 in doorvoerelementen 2 gemonteerd op dezelfde wijze als in het schema van fig. 1. Het is evenwel evenzeer mogelijk, dat het schema van fig. 2 met het oog op dwarsafscherming wordt gebruikt.

30 Zoals te zien in de tekening is het elektrisch geleidend kleeffolie 7 niet alleen rondom de doorvoerelementen 2 aanwezig, maar is dit ook gewikkeld rond de opvulelementen 9, hetgeen nodig is om er voor te zorgen dat niet alleen alle metaalafschermingen van de kabels met elkaar in contact 35 zijn, maar bovendien contact gemaakt wordt via het elektrisch geleidende folie 7 met het doorvoerframe 8.

Op deze wijze wordt een uitstekende HF-aarding van de afschermingen van de afzonderlijke kabels verkregen, die 1008187 10 duurzaam is, betrouwbaar, en op relatief goedkope en eenvoudige wijze tot stand te brengen is.

In het bovenstaande werd de uitvinding toegelicht onder toepassing van rechthoekige blokvormige doorvoerelementen.

5 Het zal evenwel duidelijk zijn, dat de uitvinding daar niet toe beperkt is. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om in plaats van rechthoekige doorvoerelementen cilindrische, of andervormige doorvoerelementen te gebruiken in afhankelijkheid van de beoogde toepassing. Verder is het 10 mogelijk om gebruik te maken van doorvoerelementen, die twee of meer naast elkaar gelegen doorvoerholtes bevatten, zodat meerdere kabels in één doorvoerelement kunnen worden gemonteerd.

Verdere varianten en modificaties gelegen binnen het 15 kader van de omschrijving der conclusies, worden geacht mede in deze uitvinding te zijn omvat.

20 - conclusies - 1008787

Claims (6)

1. Methode voor het doorvoeren door een wand, schot of dek van elektrische kabels van het type met een kern, gevormd 5 door één of meer onderling geïsoleerde kabeladers, omgeven door een daarvan geïsoleerde metaalafscherming en het geheel omgeven door een uitwendige kabelmantel van isolerend materiaal, omvattende: - het vormen, respectievelijk aanbrengen van een 10 doorvoerframe in de wand, schot of dek bestemd voor aaneenpassende en nauwsluitende opname van blok- of cylindervormige doorvoerelementen, eventueel samen met opvulblokken, waarbij elk doorvoerelement bestaat uit twee uitgeholde, op elkaar passende blokhelften, die samen een 15 doorvoerkanaal insluiten, waarvan de diameter overeenstemt met de buitendiameter van een kabel, - het inleggen van elke kabel in een respectievelijk doorvoerelement na uitsnijden van de kabelmantel over een gedeelte van de opneemlengte in het doorvoerelement, waarbij 20 het doorvoerelement voorzien is van elektrische geleidingsmiddelen om te zorgen voor elektrisch geleidend contact tussen de blootgelegde metaalafscherming in het gedeelte, waar de kabelmantel uitgesneden is, en het buitenoppervlak van het doorvoerelement, en 25 - het plaatsen van de kabels-omsluitende doorvoer elementen in het doorvoerframe in elektrisch geleidend contact met elkaar en de (metaal)wand, schot of dek, met het kenmerk, dat bij elke kabel het verwijderde kabelmantel-30 gedeelte in de langsrichting gehalveerd wordt, de beide helften tegenover gelegen aan elkaar worden ingelegd in de respectievelijke uithollingen van de blokhelften van het doorvoerelement, elke blokhelft ter plaatse van het gehalveerde kabelmantelgedeelte en samen daarmee omwikkeld 35 wordt met elektrisch geleidend kleeffolie, waarna de aldus behandelde blokhelften na inleggen van de kabel met de blootgelegde metaalafscherming in contact met het folie opeengesloten worden tot een compleet doorvoerelement, 1008787 gereed voor montage in het doorvoerframe.

2. Methode volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de doorvoerelementen gevormd zijn van 5 kunststofmateriaal.

3. Methode volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat het geleidende folie een metallisch kleeffolie is. 10

4. Methode volgens één der conclusies 2 -3,met het kenmerk, - dat van elk doorvoerelement de blokhelften in dwarsrichting doorgesneden worden tot respectievelijk 15 kortere en langere blokhelftdelen, - dat de uitgesneden en in langsrichting gehalveerde kabelmantelgedeelten van de te monteren kabel ingelegd worden in de uithollingen van de langere blokhelften aangrenzend aan de snijkanten daarvan, 20. vervolgens elke langere blokhelft ontwikkeld wordt met elektrisch geleidend kleeffolie zodanig, dat dit het ingelegde kabelmantelgedeelte bestrijkt en bovendien buiten de snijkant uitsteekt, - dit uitstekende deel wordt ingesneden en omgevouwen , 25 zodanig, dat ook de snijkant door het folie bekleed wordt, en - de snijkanten van de kortere blokhelftdelen weer vastgelijmd worden op de met folie beklede snijkanten van de langere blokhelftdelen, waarna de kabel wordt ingelegd en de 30 weer gecompleteerde blokhelften opeengesloten worden tot een compleet doorvoerelement.

5. Methode volgens conclusies 1 - 3, in het bijzonder bedoeld voor in componenten, apparatuur of ruimten in te 35 voeren kabeleinden, met het kenmerk, dat van elke kabel de kabelmantel vanaf het punt, waar de kabel ingevoerd wordt, geheel wordt verwijderd, waarbij het binnenste deel daarvan wordt afgescheiden en in 1008787 langsrichting wordt gehalveerd tot twee helften, die worden ingelegd in de uithollingen van respectievelijke blokhelften van een doorvoerelement aangrenzend aan de eindkanten, aan welke zijde de kabels in de componenten, apparatuur of 5 ruimten ingevoerd worden, elke blokhelft ter plaatse van en samen met het ingelegde kabelmantelgedeelte wordt omwikkeld met elektrisch geleidend kleeffolie, waarna de blootgelegde metaalafscherming, in contact met het folie, in de blokhelften ingelegd wordt en uitsteekt vanuit de omwikkelde 10 zijde van de blokhelften, waarna de blokhelften opeengesloten worden tot een compleet doorvoerelement gereed voor montage in het doorvoerframe.

6. Methode volgens conclusies 2-3 en 5,met het 15 kenmerk, dat elke blokhelft omwikkeld wordt met elektrisch geleidend kleeffolie zodanig, dat dit het ingelegde kabelmantelgedeelte bestrijkt en bovendien buiten de eindkant van de blokhelft uitsteekt, en 20 dit uitstekende deel wordt ingesneden en omgevouwen zodanig, dat ook de eindkant van de blokhelft door het folie bekleed wordt. 25 30 35 1008787