NL1008568C2 - Werkwijze en inrichting voor het in schijfjes snijden van knolvormige gewassen. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het in schijfjes snijden van knol vormige gewassen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het in 5 schijfjes snijden van knolvormige gewassen, zoals aardappels, met behulp van messen, die worden ondersteund door een tijdens bedrijf om een draaiingsas draaiende messendrager, waarbij de gewassen worden toegevoerd door een toevoerleiding waarvan een uiteinde dicht nabij een op afstand van de draaiingsas gelegen, tijdens bedrijf door de 10 messen doorlopen baan is gelegen.

Bij een dergelijke bekende inrichting worden de aardappels onder zwaartekracht door de leiding in de richting van de messendrager gevoerd. In de praktijk blijkt een dergelijke werkwijze niet te voldoen, daar er op de aardappels te weinig druk wordt uitgeoefend om 15 een effectief snijden van de aardappels te waarborgen. De aardappels hebben de neiging om zich tijdens het snijden door de opeenvolgende messen te verdraaien, waardoor onregelmatig gevormde en/of kleine schijfjes van de aardappels worden afgesneden.

Volgens de uitvinding worden nu de gewassen met behulp van 20 een vloeistofstroom door de toevoerleiding naar de messendrager getransporteerd.

Door toevoeren van de gewassen met behulp van een vloeistof stroom kan op de gewassen een drukkracht worden uitgevoerd, zodat in het bijzonder het gewas, zoals bijvoorbeeld een aardappel, dat met 25 de messendrager in aanraking is, stevig tegen de messendrager wordt aangedrukt, waardoor voorkomen wordt, dat de aardappel tijdens het snijden tussen de opeenvolgende messen ten opzichte van de messendrager "kantelt". Daardoor wordt bewerkstelligd, dat de opeenvolgende schijfjes gelijkmatig en als het ware evenwijdig aan elkaar van de 30 desbetreffende aardappel worden afgesneden.

Een verder voordeel van het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding is, dat door de grote toevoer van vloeistof, in het algemeen water, gelijktijdig een wassen van de schijfjes wordt bewerkstelligd, zodat een schoon eindproduct wordt verkregen.

35 Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het snijden van knolvormige gewassen, in het bijzonder *1 008563 2 geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, welke inrichting voorzien is van een gestel, een door het gestel ondersteunde messendrager, die om een draaiingsas draaibaar is en die een aantal snijmessen ondersteunt, alsmede van een toevoerleiding voor 5 de gewassen waarvan een uiteinde op afstand van de draaiingsas nabij de tijdens draaiing van de messendrager door de snijmessen doorlopen baan is gelegen.

Volgens de uitvinding wordt deze inrichting gekenmerkt, doordat de leiding is aangesloten op een vat voor het opnemen van 10 vloeistof, terwijl de inrichting verder een pomp omvat voor het verpompen van de vloeistof met de daarin opgenomen knol vormige gewassen door de leiding in de richting van de messendrager.

Door toepassing van deze constructie volgens de uitvinding kan een een eenvoudige opbouw bezittende inrichting worden verkregen 15 voor het op effectieve wijze snijden van knolgewassen.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoe-ringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm van 20 een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont schematisch een deel van de in figuur 1 weergegeven inrichting, gezien volgens de lijn A-A in figuur 1.

Figuur 3 toont schematisch een aanzicht op een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

25 Figuur 4 toont schematisch een deel van de in figuur 3 weergegeven inrichting gezien volgens de lijn B-B in figuur 3.

De in figuur 1 weergegeven inrichting omvat een gestel 1. Door het gestel wordt een motor 2 ondersteund zodanig, dat de uitgaande as 3 van deze motor zich verticaal uitstrekt. Boven de motor 30 2 is aan de uitgaande as 3 een schijfvormige messendrager 4 bevestigd.

Zoals meer in het bijzonder in figuur 2 is weergegeven zijn aan deze messendrager een zestal zich vanaf de as 3 naar buiten toe uitstrekkende messen 5 bevestigd, die in de messendrager gelegen spieetvormige openingen 6 overlappen.

35 De motor 2 is afgedekt door een kap 7.

p1 0 08 56 8 i i

J

3

Ter hoogte van de vlakke, zich loodrecht op de draaiingsas 3 uitstrekkende bovenzijde van de messendrager 4 is het uiteinde gelegen van een toevoerleiding 8. Dit zich evenwijdig aan het bovenvlak van de messendrager 4 uitstrekkende uiteinde van de toevoer-5 leiding 8 is nabij de buitenomtrek van de messendrager 4 gelegen ter hoogte van de baan, die wordt doorlopen door de messen 5 indien tijdens bedrijf de messendrager door de motor 2 in draaiing wordt gebracht in de richting volgens de pijl C.

De leiding 8 is, zoals verder schematisch in figuur 1 10 aangeduid aangesloten op een vat 9, terwijl in de leiding 8 verder een pomp 10 is opgenomen.

De door een kap 7 omgeven motor 2, de messendrager 4 en het naar de messendrager 4 toegekeerde uiteinde van de leiding 8 is opgenomen in een door het gestel 1 ondersteund huis 11.

15 Tijdens bedrijf zal het vat 9 gevuld zijn met vloeistof, in het algemeen water, en te snijden gewassen, zoals aardappels. Dit mengsel van vloeistof en knolgewassen wordt met behulp van de pomp 10 door de leiding 8 in de richting van de tijdens bedrijf roterende messendrager 4 getransporteerd. Een bij de messendrager aankomend 20 knolgewas zoals een aardappel 12 zal door de tijdens bedrijf continu opgewekte vloeistofstroom met kracht tegen de roterende messendrager worden gedrukt, zodat door de opeenvolgende langs het uiteinde van de leiding 8 voorbij bewegende messen 5 dunne schijfjes 13 zullen worden afgesneden. Door de grote hoeveelheid toegevoerde vloeistof zullen 25 deze schijfjes tevens goed afgespoeld worden, zodat een schoon product wordt verkregen. De naar beneden vallende schijfjes kunnen onder in het huis 11 worden opgevangen door een opvangorgaan of een afvoer-orgaan, zoals bijvoorbeeld een transportband of dergelijke om uit het huis 11 te worden uitgevoerd. Ook de in het huis ingebrachte vloeistof 30 11 zal weer uit het huis 11 worden afgevoerd en kan worden terug gevoerd naar het vat 9 om opnieuw te worden gebruikt.

De in figuur 3 en 4 weergegeven inrichting komt in grote lijnen overeen met de in figuur 1 en 2 weergegeven inrichting. Die delen van de in figuur 3 en 4, die overeenkomen met delen van de 35 hierboven beschreven en in figuur 1 en 2 weergegeven inrichting zijn »1 008568 4 dan ook van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als die in figuur 1 en 2 gebruikt zijn.

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 wordt gebruik gemaakt van een messendrager 14, welke is opgebouwd uit een ronde, 5 zich loodrecht op de draaiingsas 3 van de motor 2 uitstrekkende schijf 15 aan de omtrek waarvan een zich vanaf de schijf 15 omhoog uitstrekkende ringvormige mantel 16 is bevestigd. In deze mantel zijn doortochten 17 aangebracht, die worden overlapt door aan de binnenzijde van de mantel 16 bevestigde messen 18.

10 De leiding 8 is zodanig afgebogen, dat het vrije uiteinde van de leiding is gelegen in een verticaal vlak dicht nabij de baan, die wordt doorlopen door de messen 18, indien tijdens bedrijf het snijorgaan 14 in de richting volgens pijl D draait (figuur 4).

Het zal duidelijk zijn, dat ook hier de op boven omschreven 15 wijze door de leiding 8 gepompte knolgewassen tijdens bedrijf stevig tegen het binnenvlak van de mantel 16 zullen worden gedrukt om daarmede een effectief in schijfjes snijden van de knolgewassen te bewerkstelligen.

In de boven beschreven uitvoeringsvormen is de inrichting 20 slechts voorzien van een toevoerleiding 8. Het zal echter mogelijk zijn, om meerdere toevoerleidingen aan te brengen, waarvan de uiteinden op afstand van elkaar tegenover de door de snijmes 5 resp. 18 tijdens bedrijf doorlopen baan zullen zijn gelegen, zodat met behulp van een eenvoudig opgebouwde inrichting een grote capaciteit kan 25 worden gerealiseerd.

Een andere mogelijkheid is de knol vormige gewassen niet in te voeren in het vat 9, maar bijvoorbeeld rechtstreeks in de leiding 8 stroomafwaarts van de pomp 10.

p1 0 08 56 8 i J!

Claims (8)

1. Werkwijze voor het in schijfjes snijden van knol vormige gewassen, zoals aardappels, met behulp van messen, die worden onder- 5 steund door een tijdens bedrijf om een draaiingsas draaiende messendrager, waarbij de gewassen worden toegevoerd door een toevoerleiding waarvan een uiteinde dicht nabij een op afstand van de draaiingsas gelegen, tijdens bedrijf door de messen doorlopen baan is gelegen, met het kenmerk, dat de gewassen met behulp van een vloeistofstroom door 10 de toevoerleiding naar de messendrager worden getransporteerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat via leidingen in meerdere op afstand van elkaar gelegen punten knolgewassen naar de messendrager worden toegevoerd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de 15 messendrager om een verticaal staande draaiingsas in draaiing wordt gebracht.

4. Inrichting voor het snijden van knolgewassen voorzien van een gestel, van een door het gestel ondersteunde messendrager, die om een draaiingsas draaibaar is en die een aantal snijorganen onder- 20 steunt, alsmede van een toevoerleiding voor de gewassen waarvan een uiteinde op afstand van de draaiingsas nabij de tijdens draaiing van de messendrager door de snijmessen doorlopen baan is gelegen, met het kenmerk, dat de leiding is aangesloten op een vat voor het opnemen van vloeistof, terwijl de inrichting verder een pomp omvat voor het 25 verpompen van de vloeistof met de daarin opgenomen knolgewassen door de leiding in de richting van de messendrager.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de messendrager tijdens bedrijf draaibaar is om een verticale draaiingsas.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de messen zijn opgesteld in een zich loodrecht op de draaiingsas van de messendrager uitstrekkend vlak.

7. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de messen zijn opgesteld in een zich concentrisch om de draaiingsas 35 uitstrekkend vlak. 1 008568

8. Inrichting volgens een der voorgaand conclusies 4-7, met het kenmerk, dat de messendrager is bevestigd aan de uitgaande as van een onder de messendrager opgestelde motor, die omgeven is door een afschermkap. 5 g. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 4-8, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van meerdere leidingen voor het toevoeren van vloeistof en knolgewassen naar de messendrager, waarbij de nabij de door de messen doorlopen baan gelegen uiteinden van de toevoerleidingen op afstand van elkaar zijn opgesteld. g.1 008568