NL1007833C1 - Houder voor een watermatras. - Google Patents
Houder voor een watermatras.Info
- Publication number
- NL1007833C1 NL1007833C1 NL1007833A NL1007833A NL1007833C1 NL 1007833 C1 NL1007833 C1 NL 1007833C1 NL 1007833 A NL1007833 A NL 1007833A NL 1007833 A NL1007833 A NL 1007833A NL 1007833 C1 NL1007833 C1 NL 1007833C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- water
- edge elements
- holder
- edge
- impermeable material
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47C—CHAIRS; SOFAS; BEDS
- A47C27/00—Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas
- A47C27/08—Fluid mattresses or cushions
- A47C27/085—Fluid mattresses or cushions of liquid type, e.g. filled with water or gel
Description
Houder voor een watermatras
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een houder voor een watermatras, ten minste omvattende een aantal randelementen van een flexibel materiaal met een hoogte die in hoofdzaak overeen komt met de hoogte van een op te nemen watermatras en een 5 breedte die zodanig is dat de randelementen zelfstandig kunnen staan, welke zodanig op een bodemplaat gepositioneerd worden dat deze een ruimte omgeven waarbinnen een watermatras geplaatst kan worden.
Een dergelijke houder is bekend en wordt toegepast bij waterbedden die vrijstaand kunnen worden gebruikt en dus niet per se in een ombouw geplaatst dienen te worden.
10 De houder omvat hierbij een aantal flexibele randelementen, bijvoorbeeld een tweetal randelementen met een lengte van twee meter twintig en een tweetal randelementen met een lengte van één meter zestig, die in een rechthoekige vorm op een bodemplaat geplaatst worden. Bij een breedte van de bovenzijde van de randelementen van tien centimeter kan in dit geval een omtrekrand met binnenmaten van één meter zestig bij 15 twee meter gebouwd worden. De randelementen, ook wel balken genoemd, omvatten een flexibel en veerkrachtig materiaal dat tevens enige stevigheid bezit, zoals bijvoorbeeld polyether, en worden gewoonlijk omgeven door een hoes. De randelementen zijn bij voorkeur zodanig gevormd dat een persoon op de rand kan gaan zitten. Om de randelementen in de gewenste configuratie op de bodemplaat vast te 20 zetten wordt althans een - uitstekend - gedeelte van de hoes onder toepassing van een houten bevestigingslat bevestigd met de bodemplaat. Gewoonlijk wordt op een zich naar de binnenzijde van de door de randelementen omgeven ruimte uitstekend gedeelte van de hoes een bevestigingslat geplaatst, welke vervolgens aan de bodemplaat wordt vastgeschroefd. In de door de randelementen omgeven ruimte wordt vervolgens een 25 veiligheidsvoering geplaatst, welke dient om te voorkomen dat water dat eventueel uit de watermatras kan lekken binnen de door de randelementen en de veiligheidsvoering omgeven ruimte blijft.
Een nadeel van bovengenoemde houder is echter dat de bevestiging tussen de randelementen en het bodemgedeelte niet waterdicht is. In het geval dat water vanuit de 30 watermatras over de rand van de veiligheidsvoering lekt komt het water terecht op de 100 733 3 NL97l017.nl -2- bodemplaat en kan het door de ruimte tussen de randelementen en de bodemplaat ontsnappen. Het moge duidelijk zijn dat een dergelijke waterlekkage grote schade op kan leveren.
De onderhavige uitvinding beoogt bovengenoemd nadeel te vermijden. Bovendien 5 beoogt de onderhavige uitvinding een houder te verschaffen die als zodanig waterdicht is, zelfs wanneer geen veiligheidsvoering wordt toegepast. Hiertoe verschaft de onderhavige uitvinding een houder volgens de aanhef die gekenmerkt wordt doordat de randelementen onderling met elkaar gekoppeld zijn door middel van een bodemgedeelte van een water ondoorlaatbaar materiaal.
10 Door alle randelementen van de houder te koppelen met een bodemgedeelte van water ondoorlaatbaar materiaal en de aldus gevormde houder als zodanig op een bodemplaat te plaatsen wordt eventueel uit de watermatras lekkend water door het water ondoorlaatbare materiaal tegengehouden, zodat wordt voorkomen dat het water in de ruimte tussen de randelementen en de bodemplaat terecht komt. Bij de onderlinge 15 koppeling van de randelementen en het bodemgedeelte ontstaat als het ware een bak die aan de onderzijde in hoofdzaak begrensd wordt door het water ondoorlaatbare materiaal en aan de zijkanten begrensd wordt door de randelementen. Deze bak kan als zodanig op een bodemplaat, of enigerlei andere geschikte bodem, geplaatst worden en is bestemd voor het opnemen van een watermatras.
20 Bij voorkeur worden de randelementen althans gedeeltelijk omgeven door een omhulling van een water ondoorlaatbaar materiaal.
Naast een bijdrage aan een verhoogde waterdichtheid van de houder, wordt hiermee tevens voorkomen dat water dat, op welke wijze dan ook, op het randelement belandt in het materiaal van het randelement trekt. De omhulling kan hierbij zodanig gevormd zijn 25 dat deze losneembaar rond het randelement wordt aangebracht. Ter verfraaiing van het uiterlijk van de houder zal de omhulling van water ondoorlaatbaar materiaal bij voorkeur bekleed worden met een daartoe geschikte bekledingsstof.
1007833 ! -3-
In een voordelige uitvoeringsvorm wordt althans een gedeelte van de randelementen omgeven door het bodemgedeelte.
Hierbij strekt het water ondoorlaatbare materiaal van het bodemgedeelte zich met voordeel uit langs de verticale binnenzijden van de randelementen zodat de 5 waterdichtheid van de houder nog verder wordt vergroot.
Hoewel in principe ieder voor de vakman bekend water ondoorlaatbaar materiaal kan worden toegepast voor zowel het bodemgedeelte als de bekleding van de randelementen, heeft het de voorkeur dat het materiaal gekozen wordt uit de groep die bestaat uit vinyl, polyvinylchloride en rubber.
10 In een voordelige uitvoeringsvorm verbreden de randelementen in doorsnede naar de onderzijde toe.
Hierdoor wordt bereikt dat de randelementen stabieler zelfstandig kunnen staan.
Bij voorkeur is het bodemgedeelte gekoppeld met de omhulling van de randelementen.
Hierbij kan de omhulling zodanig gevormd zijn dat de randelementen hieruit genomen 15 kunnen worden, zodat de omhulling met het bodemgedeelte en de randelementen afzonderlijk getransporteerd kunnen worden.
Bij voorkeur is echter het bodemgedeelte door middel van een Iasverbinding gekoppeld met de omhulling.
De onderhavige uitvinding heeft voorts betrekking op bekleding, bestemd om te worden 20 toegepast in een houder volgens de onderhavige uitvinding, ten minste omvattende een aantal omhullingen, bestemd voor het opnemen van randelementen, welke onderling met elkaar gekoppeld zijn door middel van een bodemgedeelte van een water ondoorlaatbaar materiaal.
1007333 1 -4-
De onderhavige uitvinding zal in het navolgende nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin: figuur 1 schematisch een bovenaanzicht toont van een houder voor een watermatras volgens de onderhavige uitvinding; 5 figuur 2 schematisch een doorsnede van de houder langs de lijn 2-2 in figuur 1 toont; figuur 3 schematisch een doorsnede zoals getoond in figuur 2 van een andere uitvoeringsvorm van een houder volgens de onderhavige uitvinding toont; en 10 figuur 4 schematisch een aanzicht van de onderzijde van de houder volgens de uitvinding toont.
De figuren zijn zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name zijn ter wille van de duidelijkheid sommige dimensies sterk overdreven weergegeven. In de verschillende figuren zijn voor soortgelijke onderdelen zoveel mogelijk dezelfde 15 verwijzingscijfers gebruikt.
Figuur 1 toont schematisch een bovenaanzicht van een houder 1 voor een watermatras volgens de onderhavige uitvinding. Deze houder 1 omvat in de getoonde uitvoeringsvorm een viertal randelementen 3A, 3B, 3C, 3D van flexibel materiaal, zoals bijvoorbeeld polyether. De randelementen 3 hebben bij voorkeur een hoogte die 20 overeenkomt met de hoogte van de op te nemen watermatras en een breedte die zodanig is dat de randelementen zelfstandig kunnen staan. In de getoonde uitvoeringsvorm verbreden de randelementen naar de onderzijde toe. Dit laatste zal nader worden toegelicht in figuur 2. De randelementen 3 zijn in een rechthoek gepositioneerd en zijn onderling met elkaar gekoppeld door middel van een bodemgedeelte 5 van een water 25 ondoorlaatbaar materiaal. Het water ondoorlaatbare omvat in de getoonde uitvoeringsvorm een vinylproduct; andere water ondoorlaatbare materialen kunnen vanzelfsprekend ook worden toegepast. In het getoonde voorbeeld strekt het bodemgedeelte 5 zich uit tot over een deel van de randelementen. Hoewel de onderlinge koppeling van de randelementen 3 met behulp van het bodemgedeelte 5 op meerdere 1 n nipςq -5- manieren plaats kan vinden, zoals bijvoorbeeld door de toepassing van een lijmverbinding tussen randelement en bodemgedeelte, is het bodemgedeelte 5 bij voorkeur door middel van een lasverbinding gekoppeld met een omhulling die om een randelement is aangebracht. Een dergelijke omhulling is niet in figuur 1 getoond, doch 5 wordt nader toegelicht in figuur 2. Door de onderlinge koppeling van de randelementen 3 door middel van het bodemgedeelte 5 ontstaat als het ware een bak met een ruimte 7 waarin een watermatras kan worden opgenomen. Bij voorkeur zal de bak echter eerst op een - niet in figuur 1 getoonde - bodemplaat worden geplaatst, alvorens de ruimte 7 wordt opgevuld met een watermatras.
10 Door het bodemgedeelte 5 van water ondoorlaatbaar materiaal wordt eventueel uit de watermatras lekkend water tegengehouden, zodat een lekkage buiten de houder 1 voorkomen wordt. Indien gewenst kan in de door de randelementen 3 omgeven ruimte 7 een - niet getoonde - veiligheidsvoering worden aangebracht, alvorens de watermatras in de ruimte 7 wordt geplaatst; bij gebruik van de houder 1 volgens de onderhavige 15 uitvinding is dit echter niet noodzakelijk.
Figuur 2 toont schematisch een doorsnede van een gedeelte van de houder volgens figuur 1 langs de lijn 2-2, waarbij de houder in dit geval echter op een bodemplaat 8 is geplaatst en waarbij een watermatras 10 in de ruimte 7 van de houder is geplaatst. Volgens het getoonde voorbeeld is het randelement 3 omgeven door een omhulling 9 20 van een water ondoorlaatbaar materiaal, in dit geval in een rubbermateriaal. De omhulling 9 is losneembaar rond het randelement 3 aangebracht en is daartoe voorzien van een opening 14 die bijvoorbeeld met behulp van een rits kan worden gesloten. Een dergelijke sluitingswijze maakt het mogelijk om een randelement 3 op een eenvoudige wijze uit de omhulling 9 te nemen, zodat de omhullingen met het bodemgedeelte, 25 tezamen de bekleding genoemd, en de randelementen afzonderlijk opgeslagen en getransporteerd kunnen worden. Het bodemgedeelte 5 van water ondoorlaatbaar materiaal strekt zich in verticale richting uit langs een gedeelte van het randelement 3. Met voordeel is het bodemgedeelte 5 door middel van een lasverbinding 11 bevestigd met de omhulling 9 van het randelement 3. In de getoonde uitvoeringsvorm is, alvorens 10Γ7333 -6- de watermatras 10 in de ruimte 7 te brengen, een veiligheidsvoering 12 aangebracht.
Een dergelijke voering 12 is vervaardigd van een water ondoorlaatbaar materiaal, zoals bijvoorbeeld polyvinylchloride.
Figuur 3 toont schematisch een doorsnede zoals getoond in figuur 2 van een andere 5 uitvoeringsvorm van een houder volgens de onderhavige uitvinding. In deze uitvoeringsvorm wordt het randelement 3 allereerst omgeven door een hoes 13 van een non-woven materiaal. Vanzelfsprekend kan een dergelijke hoes ook in de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm worden toegepast. Vervolgens wordt het randelement 3 omgeven door de omhulling 9 van water ondoorlaatbaar materiaal. In de getoonde 10 uitvoeringsvorm wordt op een uitstekend gedeelte 15 van de hoes 13 een bevestigingslat 16 geplaatst die door de onderliggende omhulling 9 wordt bevestigd aan de - niet in de figuur getoonde - bodemplaat 8. Deze bevestiging kan bijvoorbeeld plaatsvinden door de lat 16 aan de bodemplaat 8 vast te schroeven. Andere voor de vakman bekende manieren van bevestiging zijn vanzelfsprekend ook mogelijk. In de in figuur 3 getoonde 15 uitvoeringsvorm van de houder is het bodemgedeelte 5 op twee punten 11 gekoppeld, bij voorkeur vastgelast, met de omhulling 9. Ook in deze uitvoeringsvorm kan het randelement 3 eenvoudigweg uit de omhulling 9 worden genomen door de ritssluiting -of enigerlei andere toegepaste sluiting - te openen, zodat de opening 14 in de geopende toestand wordt gebracht en de omhulling van het randelement kan worden weggeslagen 20 zodat het randelement 3 kan worden verwijderd. De uitvoeringsvorm volgens figuur 3 is tenslotte voorzien van koppelingsorganen 18 die bijvoorbeeld klitteband kunnen omvatten en die bestemd zijn om een - niet getoonde - buitenhoes met de omhulling 9 te koppelen ter verfraaiing van het uiterlijk van de houder volgens de onderhavige uitvinding.
25 Figuur 4 toont tenslotte schematisch een aanzicht van de onderzijde van de houder volgens de uitvinding. Hierbij is duidelijk te zien dat zijkanten van de houder 1 gevormd worden door met een omhulling 9 beklede randelementen 3, terwijl de randelementen 3 onderling met elkaar gekoppeld worden door een bodemgedeelte 5 van water ondoorlaatbaar materiaal.
1 0 0 7' 3 3 3 -7-
Het moge duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding geenszins beperkt is tot de hierboven uiteengezette voorbeelden. Hoewel de houder voor een watermatras in deze voorbeelden bijvoorbeeld een rechthoekige vorm heeft, kan in principe volgens de onderhavige uitvinding iedere gewenste vorm van een houder worden toegepast. Dit 5 geldt eveneens voor de bekleding die wordt toegepast in de houder volgens de onderhavige uitvinding en die wordt aangebracht om de randelementen.
1 00 7.333
Claims (8)
1. Houder (1) voor een watermatras, ten minste omvattende een aantal randelementen (3A,3B,3C,3D) van een flexibel materiaal met een hoogte die in hoofdzaak overeen komt met de hoogte van een op te nemen watermatras en een breedte 5 die zodanig is dat de randelementen (3) zelfstandig kunnen staan, welke zodanig op een bodemplaat (8) gepositioneerd worden dat deze een ruimte (7) omgeven waarbinnen een watermatras (10) geplaatst kan worden, met het kenmerk dat de randelementen (3) onderling met elkaar gekoppeld zijn door middel van een bodemgedeelte (5) van een water ondoorlaatbaar materiaal.
2. Houder (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de randelementen (3) althans gedeeltelijk omgeven worden door een omhulling (9) van een water ondoorlaatbaar materiaal.
3. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat althans een gedeelte van de randelementen (3) bedekt wordt door het bodemgedeelte (5).
4. Houder volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk het water ondoorlaatbare materiaal gekozen wordt uit de groep die bestaat uit vinyl, polyvinylchloride en rubber.
5. Houder volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de randelementen (3) in doorsnede naar de onderzijde toe verbreden.
6. Houder volgens één of meer der conclusies 2-5, met het kenmerk dat het bodemgedeelte (5) gekoppeld is met de omhulling (9) van de randelementen (3).
7. Houder volgens conclusie 6, met het kenmerk dat het bodemgedeelte (5) door middel van een lasverbinding gekoppeld is met de omhulling (9). 1007833 -9-
8. Bekleding, bestemd om te worden toegepast in een houder volgens één of meer der voorgaande conclusies, ten minste omvattende een aantal omhullingen (9), bestemd voor het opnemen van randelementen (3), welke onderling met elkaar gekoppeld zijn door middel van een bodemgedeelte (5) van een water ondoorlaatbaar materiaal. 1007333
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1007833A NL1007833C1 (nl) | 1997-12-18 | 1997-12-18 | Houder voor een watermatras. |
DE69816008T DE69816008T2 (de) | 1997-12-18 | 1998-12-17 | Halter für eine Wasserbettmatratze |
AT98204278T ATE243965T1 (de) | 1997-12-18 | 1998-12-17 | Halter für eine wasserbettmatratze |
EP98204278A EP0923897B1 (en) | 1997-12-18 | 1998-12-17 | Holder for a water mattress |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1007833 | 1997-12-18 | ||
NL1007833A NL1007833C1 (nl) | 1997-12-18 | 1997-12-18 | Houder voor een watermatras. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1007833C1 true NL1007833C1 (nl) | 1999-06-21 |
Family
ID=19766212
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1007833A NL1007833C1 (nl) | 1997-12-18 | 1997-12-18 | Houder voor een watermatras. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0923897B1 (nl) |
AT (1) | ATE243965T1 (nl) |
DE (1) | DE69816008T2 (nl) |
NL (1) | NL1007833C1 (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE10301021B4 (de) * | 2003-01-13 | 2004-12-02 | Kallisto Gmbh | Wasserbett mit Auffangwanne |
DE10322097B3 (de) * | 2003-05-15 | 2004-08-19 | Kallisto Gmbh | Wasserbett mit Schaumstoffumrandung |
US9265352B2 (en) | 2014-04-11 | 2016-02-23 | Mattress Firm, Inc. | Heating and cooling sleeping system |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2575644B1 (fr) * | 1985-01-10 | 1987-02-13 | Cariotis Michel | Matelas a eau |
DK539685A (da) * | 1985-11-21 | 1987-05-22 | Akvaleje Vandsenge Aps | Sengeramme til en vandseng |
DE4404823B4 (de) * | 1994-02-16 | 2005-01-27 | Schumann, Maria | Konfektionierte Softside-Wanne (Wasserbettbasis) |
US5515560A (en) * | 1994-12-20 | 1996-05-14 | Strobel; Mark J. | Waterbed with integral frame and safety liner |
-
1997
- 1997-12-18 NL NL1007833A patent/NL1007833C1/nl not_active IP Right Cessation
-
1998
- 1998-12-17 DE DE69816008T patent/DE69816008T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1998-12-17 AT AT98204278T patent/ATE243965T1/de not_active IP Right Cessation
- 1998-12-17 EP EP98204278A patent/EP0923897B1/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0923897B1 (en) | 2003-07-02 |
DE69816008D1 (de) | 2003-08-07 |
ATE243965T1 (de) | 2003-07-15 |
EP0923897A3 (en) | 2000-06-07 |
EP0923897A2 (en) | 1999-06-23 |
DE69816008T2 (de) | 2004-05-13 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
ITBO950445A0 (it) | Pacchetto rigido con coperchio incernierato per elementi allungati | |
GB2363327B (en) | Storage container | |
NO174922C (no) | Vippelokk for en beholderåpning | |
NL1007833C1 (nl) | Houder voor een watermatras. | |
DE69809250D1 (de) | Behälterdeckel eines kochgeräts | |
GB8609459D0 (en) | Bottom seam for pail | |
ITMI930852V0 (it) | Fondo capsulare per recipiente di cottura , lateralmente recante elementi grafici | |
DE69703063T2 (de) | Druckgefässbodendurchdringung | |
GB9424989D0 (en) | Vertical sweep liquid level sensor | |
GB9123828D0 (en) | Container lid assembly | |
ITBZ940047A0 (it) | Procedimento e dispositivo per la realizzazione di un fondo di sacco. | |
GB9112191D0 (en) | Tank lid | |
SE9203945L (sv) | Bottentömmande godsbehållare | |
DE9308061U1 (de) | Grill mit höhenverstellbarem horizontalen Grillboden | |
KR940024154U (ko) | 식품 밀폐용기용 덮개 | |
IT1296970B1 (it) | Procedimento di preparazione di un recipiente per l'imballaggio di vermi marini viventi | |
SE8802202D0 (sv) | Regnvattenmagasin | |
GB9022382D0 (en) | Self sealing container lid | |
PL302200A1 (en) | Tank filling level detector | |
KR920011987U (ko) | 상하 접음식 콘테이너 | |
KR950022669U (ko) | 소리나는 조리 용기 뚜껑 | |
RU95120134A (ru) | Бензобак-емкость для жидкостей | |
KR970016128U (ko) | 용기 뚜껑구조 | |
KR900008364U (ko) | 액체용기의 뚜껑 | |
ITBO920347A1 (it) | Contenitore verticale |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD2 | Discontinued due to expiration of the term of protection |
Effective date: 20031218 |