NL1007686C2 - Oefeneenheid brandbestrijding. - Google Patents

Description

✓

Oefeneenheid brandbestrijding

De uitvinding betreft een mobiele voor het uitvoeren van oefeningen gericht op het bestrijden van, en/of het omgaan met, een brand in een ruimte, omvattende een 5 tijdelijk vast opstelbaar onderstel, een op het onderstel geplaatste opbouw die een inwendige ruimte bepaalt, alsmede zich in die ruimte bevindende middelen voor het opwekken van vuur, en/of rook, alsmede een traject waarlangs de aan een oefening deelnemende personen zich moeten bewegen, langs welk het traject zich de middelen voor het opwekken van een vuur en/of rook bevinden.

10 Een dergelijke mobiele inrichting is bekend uit US-A-4526548. Deze bekende inrichting omvat een aan de achterzijde te betreden ruimte, waarin een rookontwikkeling tot stand kan worden gebracht in verband met oefeningsdoeleinden.

Een verdere oefeninrichting is bekend uit NL-A-9100284. Deze bekende oefeninrichting omvat een aan een zijde te betreden ruimte, tegen de achterwand 15 waarvan zich de vuurhaard bevindt. Het in de vuurhaard te ontsteken vuur kan onder vrij nauwkeurig beheerste omstandigheden en onder toezicht van een eveneens zich in de ruimte bevindende instructeur worden bestreden.

Tevens kunnen het overtollige blusmiddel en de rook centraal worden opgevangen, waardoor vervuiling van de omgeving wordt beperkt.

20 Deze inrichting moet cursisten de gelegenheid bieden om bepaalde ervaringen op te doen op het gebied van brandbestrijding, zodanig dat in noodsituaties adequaat kan worden gehandeld. Deze ervaring berust bij de bekende inrichting grotendeels op een confrontatie met de vuurhaard, en op het blussen daarvan met een bepaald blusmiddel, zoals een blusschuim.

25 Hoewel een dergelijke ervaring zeker als nuttig beschouwd kan worden, blijft het nadeel daarvan dat hij onvoldoende in de buurt komt van de zich werkelijk bij een brand voordoende omstandigheden. Daarbij kunnen duisternis en onverwachte obstakels vaak tot paniek en desoriëntatie leiden. Deze belangrijke factoren kunnen nauwelijks gesimuleerd worden in de bekende oefeninrichting. Een belangrijk 30 bezwaar is bovendien dat daarmee geen ontruimingsoefeningen kunnen worden uitgevoerd.

Doel van de uitvinding is daarom een oefeninrichting te verschaffen die meer geschikt is voor het opdoen van een realistische ervaring en in het bestrijden van een 1007686 2 brand. Dat doel wordt bereikt doordat dat een toegang tot die ruimte alsmede een zich op afstand van die toegang bevindende uitgang uit die ruimte zijn voorzien, en het traject zich uitstrekt tussen die toegang en uitgang, welk traject een gang omvat, en de middelen voor het opwekken van een vuur zich in een in het traject 5 uitmondende vuurkamer bevinden.

Elke cursist die aan een oefening met de inrichting volgens de uitvinding deelneemt, wordt min of meer gedwongen zich geheel naar binnen te bewegen in de ruimte. Daardoor kunnen de omstandigheden, zoals zich voordoen bij een binnenbrand, beter worden nagebootst. Afhankelijk van het traject dat moet worden 10 afgelegd, kan ook een zekere desoriëntatie optreden.

Op basis van die ervaring kan de cursist zelf nagaan hoe zijn gedrag onder dergelijke omstandigheden kan worden verbeterd. Ook kunnen derden, in het bijzonder de cursusleider, zich een gefundeerd oordeel vormen over de wijze waarop de betreffende persoon met dergelijke situaties omgaat. Tevens kan een indruk 15 worden verkregen van de geschiktheid van een persoon voor bepaalde taken, zoals voorkomen in het kader van bedrijfshulpverlening.

Het traject biedt ook geschikte mogelijkheden tot het uitvoeren van ontruimingsoefeningen.

Tijdens de voortgang van de cursisten kunnen zij op een bepaalde plaats ! 20 geconfronteerd worden met een vuurhaard en rook. Op dat moment kan de persoon j zijn vaardigheid testen en verbeteren.

Van belang daarbij is dat bijvoorbeeld over het reeds afgelegde deel van het ; traject allerlei onverwachte gebeurtenissen kunnen worden gesimuleerd. Indien het traject voldoende donker is, kunnen vooraf obstakels worden geplaatst. Ook een 25 slachtoffer, aan wie moet worden verleend, kan op het traject aanwezig zijn.

Verdere effecten, zoals alarmsignalen met licht en geluid, kunnen de aandacht van de persoon opeisen en afleiden. De daarop volgende confrontatie met de vuurhaard vormt een sluitstuk, waarin een vrij groot beroep op de koelbloedigheid wordt gedaan.

30 De opbouw, waarin zich de ruimte bevindt, kan op vele verschillend manieren worden uitgevoerd. Volgens een praktische uitvoeringsvorm heeft de opbouw meerdere wanden, in een wand waarvan zich de toegang bevindt, welke wand een 1007686 ✓ 3 luifel heeft, aan de buitenzijde van welke luifel een hulpwand aanbrengbaar is die een hulpgang bepaalt welke aansluit op de toegang.

De door de wand en de zich daarbuiten bevindende hulpwand begrensde hulpgang vormt een verdere verlenging van het af te leggen traject. Door een 5 geschikte keuze van materialen en afdichting van de naden, kan ook deze hulpgang worden verduisterd, hetgeen het realisme van het traject ten goede komt.

De luifel kan neerklapbaar zijn tegen de betreffende wand; de hulpwand kan een gordijn zijn. Zowel luifel als gordijn kunnen gemakkelijk worden opgeborgen, zodanig dat de opbouw geen al te grote afmetingen krijgt die het transport zouden 10 kunnen hinderen.

De kamer is voorzien van afzuigmiddelen voor het afzuigen van rook en/of bluspoeder, welke afzuigmiddelen zijn aangesloten op een filter. De filtermiddelen kunnen zich in een filterkamer bevinden. Het overtollige bluspoeder kan gemakkelijk opgevangen en opnieuw gebruikt worden.

15 In de gang kunnen middelen voor het opwekken van rook uitmonden.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de oefeneenheid.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van de oefeneenheid.

Figuur 2 toont een langsdoorsnede volgens II-II.

20 Figuur 3 toont een vooraanzicht.

Figuur 4 toont een vooraanzicht met uitgestoken luifel.

De in figuur 1 en 2 weergegeven mobiele oefeninrichting omvat een onderstel 1 voorzien van tandemassen 2, alsmede een eenheid met trekhaak en hulpwiel 3. Op dit gestel 1 bevindt zich een opbouw 4, met Iangswanden 5, een achterwand 6 en een 25 voorwand 7.

In één der zijwanden 5 bevindt zich een toegangsdeur 8, terwijl zich in de voorwand 7 een uitgangsdeur 9 bevindt. Tussen deze toegangsdeur 8 en uitgangsdeur 9 strekt zich door de opbouw 4 een traject 10 uit.

In de opbouw 4 bevindt zich verder een vuurkamer 11 en een filterkamer 12.

30 In de vuurkamer 11 is een brander 13 opgesteld waarin een vuur kan worden opgewekt. Deze brander 13 kan gevoed worden met bijvoorbeeld propaangas vanuit de houder 14. De vuurkamer is gesloten op een opening 15 na, die uitmondt in de opstelruimte 16, welk onderdeel uitmaakt van het traject 10. Dit traject 10 omvat 1007686 4 verder een L-vormige gang 17, welke door middel van klapdeur 18 is gescheiden van opstelruimte 16. In plaats van een klapdeur kan ook een deur worden toegepast die slechts naar één van beide zijden opent.

Op de vuurkamer is een afzuigpijp 19 aangesloten, via welke door middel van 5 ventilator 20 rook, verbrandingsgassen en eventuele overtollig bluspoeder kunnen worden afgezogen. De bluspoeder kan via zakfilter 21 worden uitgefilterd, en in lade 22 worden verzameld voor hergebruik.

In de vloer van de vuurkamer 11 bevindt zich verder een opvangbak 23 voor het opvangen van bluswater.

10 In de opstelruimte 16 kan een aantal cilinders 24 met blusmiddel, bijvoorbeeld koolzuursneeuw, worden opgeslagen voor gebruik.

Zoals weergegeven in figuur 4 is aan de wand 5 waarin zich de toegangsdeur 8 bevindt, een luifel 26 voorzien. Deze luifel, die ondersteund is door middel van : gasveren 27, is opklapbaar tussen een verticale stand, tegen de wand 5 aangeklapt, en 15 een horizontale naar buiten wijzende stand.

! In deze laatste stand is aan de luifel 26 een hulpwand in de vorm van een gordijn 28 opgehangen. Dit gordijn 28 vormt een aanvullend traject 29, dat toegankelijk is via opening 30. Eventueel kan deze opening 30 ook afgesloten zijn, teneinde de hulpgang 29 te verduisteren.

20 Voor de toegangsdeur 8 bevindt zich een trapje 31, voor de uitgangsdeur 9 een trapje 32.

De oefeninrichting volgens de uitvinding kan als volgt gebruikt worden in verband met het trainen van cursisten in het omgaan met brandbestrijding. Een groep cursisten betreedt de hulpgang 29 via toegang 30, welke hulpgang 29 verduisterd kan ' 25 zijn. Vervolgens betreedt men via trap 31 en deur 8 de gang 17 van het traject 10.

Deze gang 17 kan bijvoorbeeld gedeeltelijk versperd zijn door op de grond liggende voorwerpen, zoals vaten, een schuin geplaatste ladder en dergelijke. Eventueel « kunnen zich op de vloer van het traject 10 slachtoffers bevinden, die hulp nodig hebben.

30 In de gang 17 kan verder een rookgenerator uitmonden, waardoor het zicht verder wordt bemoeilijkt. Tevens kan een flitsinstallatie aanwezig zijn, die het oriëntatievermogen van de cursisten verder bemoeilijkt.

1007686 5

Vervolgens moet men trachten via deur 18, waarvan onbekend is op welke wijze hij opent, toegang te verkrijgen tot de opstelruimte 16.

In die ruimte 16 aangekomen, moet de cursist vervolgens trachten een brand in de vuurkamer 12 te blussen. Hij kan daartoe één van de bluscilinders 24 gebruiken.

5 Bij het blussen ontstaat een wolk van blusmiddel, waarmee de cursist op de juiste wijze moet Ieren omgaan.

Vervolgens kan via de uitgangsdeur 9 de cursist de eenheid verlaten.

De bij het blussen optredende rookgassen en overtollig blusschuim worden afgezogen en uitgefïlterd in fïlterkamer 12, zodat nauwelijks vervuilende stoffen uit 10 de oefeneenheid naar buiten treden.

Het voorste eind van de oefeninrichting kan halve deuren 35 bezitten, die de voorzijde van de opbouw 4 beschermen tegen weersinvloeden, en die gesloten zijn bij het transport van de oefeninrichting.

1007686

Claims (11)

1. Mobiele oefeninrichting voor het uitvoeren van oefeningen gericht op het bestrijden van, en/of het omgaan met, een brand in een ruimte, omvattende een 5 tijdelijk vast opstelbaar onderstel (1), een op het onderstel geplaatste opbouw (4) die een inwendige ruimte bepaalt, alsmede zich in die ruimte bevindende middelen (13) voor het opwekken van vuur, en/of rook, alsmede een traject (10) waarlangs de aan een oefening deelnemende personen zich moeten bewegen, langs welk het traject (10) zich de middelen (13) voor het opwekken van een vuur en/of rook bevinden, met het 10 kenmerk dat een toegang (8) tot die ruimte alsmede een zich op afstand van die i toegang bevindende uitgang (9) uit die ruimte zijn voorzien, en het traject zich i uitstrekt tussen die toegang (8) en uitgang (9), welk traject (10) een gang (17) omvat, : en de middelen (13) voor het opwekken van een vuur zich in een in het traject (10) uitmondende vuurkamer (12) bevinden. 15

2. Oefeninrichting volgens conclusie 1, waarbij de opbouw (4) meerdere ; wanden (5-7) heeft, in een wand (5) waarvan zich de toegang (8) bevindt, welke wand (5) een luifel (26) heeft, aan de buitenzijde van welke luifel (26) een hulpwand (28) aanbrengbaar is die een hulpgang (29) bepaalt welke aansluit op de toegang (8). 20

3. Oefeninrichting volgens conclusie 2, waarbij de luifel (26) neerklapbaar is tegen de betreffende wand (5).

4. Oefeninrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de hulpwand een 25 gordijn (28) is.

5. Oefeninrichting volgens één der conclusies 1-4, waarbij de vuurkamer (12) is voorzien van afzuigmiddelen (19, 20) voor het afzuigen van rook en/of bluspoeder, 1 welke afzuigmiddelen (19, 20) zijn aangesloten op een filter (21). 30 i

6. Oefeninrichting volgens conclusie 5, waarbij de filtermiddelen (21) zich in een filterkamer (36) bevinden. 1007686

7. Oefeninrichting volgens één der conclusies 1-6, waarbij de bodem van de vuurkamer (12) een opvangbak (23) voor het blusmiddel bevat.

8. Oefeninrichting volgens conclusie 7, waarbij in de gang (17) middelen voor 5 het opwekken van rook uitmonden.

9. Oefeninrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij zich in de ruimte een geluidsbron bevindt voor het opwekken van een akoestisch alarmsignaal.

10. Oefeninrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij zich in de ruimte een lichtbron bevindt voor het opwekken van een optisch alarmsignaal.

11. Oefeninrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij zich in het traject (10) een tussendeur (18) bevindt. 15 1007686