NL1007280C2 - Device for sorting flowers - Google Patents
Device for sorting flowers Download PDFInfo
- Publication number
- NL1007280C2 NL1007280C2 NL1007280A NL1007280A NL1007280C2 NL 1007280 C2 NL1007280 C2 NL 1007280C2 NL 1007280 A NL1007280 A NL 1007280A NL 1007280 A NL1007280 A NL 1007280A NL 1007280 C2 NL1007280 C2 NL 1007280C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- belts
- passage
- belt
- flower
- arms
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G5/00—Floral handling
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Structure Of Belt Conveyors (AREA)
Abstract
Description
Korte aanduiding : Inrichting voor het sorteren van bloemen.Short designation: Device for sorting flowers.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het sorteren van bloemen voorzien van een gestel en een door het gestel 5 ondersteunde transportband welke tijdens bedrijf in een in hoofdzaak horizontale richting beweegt, waarbij met de band armen zijn gekoppeld, die ten opzichte van de band in een richting dwars op de lengterichting van de band verplaatsbaar zijn, terwijl nabij het van de band afgekeerde einde van een arm een steunorgaan voor het onder-10 steunen van een bloem is aangebracht.The invention relates to a device for sorting flowers, provided with a frame and a conveyor belt supported by the frame 5, which moves during operation in a substantially horizontal direction, wherein arms are coupled to the belt and that in relation to the belt movable in a direction transverse to the longitudinal direction of the belt, while a support member for supporting a flower is arranged near the end of an arm remote from the belt.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0 672 341. Op zich voldoet deze bekende inrichting goed, maar bij gebruik van deze inrichting moeten de bloemen door een persoon in de steunorganen worden geplaatst, terwijl deze steunorganen 15 met een zekere snelheid langs de persoon voorbij bewegen. Dit vereist een zekere handigheid en in het bijzonder indien na verloop van tijd enige vermoeidheid optreedt of indien de aandacht even verslapt bestaat het gevaar, dat bij het ophangen van de bloem een ongewenste kracht op de steel van de bloem wordt uitgeoefend en daarbij de kop 20 van de bloem van de steel wordt afgetrokken.Such a device is known from European patent application 0 672 341. In itself this known device suffices well, but when using this device the flowers must be placed by a person in the support members, while these support members 15 pass the person at a certain speed move past. This requires a certain dexterity and in particular if some fatigue develops over time or if the attention weakens for a moment, there is the danger that an undesired force is exerted on the flower stem and the head while hanging the flower. the flower of the stem is subtracted.
Volgens de uitvinding is nu de inrichting voorzien van een in een toevoerstation ten opzichte van het gestel stationair opgesteld toevoermechanisme voor het overgeven van een in het toevoermechanisme afgegeven bloem aan een steunorgaan, terwijl middelen zijn aangebracht 25 voor het verplaatsen van de armen ten opzichte van de band, zodanig, dat een arm welke een steunorgaan ondersteunt waarin een bloem moet worden afgegeven ter hoogte van het toevoerstation nabij een afvoer-einde van het toevoermechanisme is gelegen.According to the invention, the device is now provided with a supply mechanism arranged in a supply station relative to the frame for transferring a flower delivered in the supply mechanism to a supporting member, while means are provided for displacing the arms relative to the belt such that an arm supporting a support member in which a flower is to be dispensed at the feed station is located near a discharge end of the feed mechanism.
Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan 30 een bedieningspersoon de bloemen toevoeren in een stationair opgesteld toevoermechanisme hetgeen het toevoeren van de bloemen in de inrichting aanzienlijk vereenvoudigt. Doordat de armen, die steunorganen ondersteunen waarin bloemen moeten worden aangebracht in het toevoerstation ter hoogte van het toevoerstation ten opzichte van de 35 transportband naar buiten zijn bewogen, kunnen steunorganen, waarin reeds bloemen zijn opgehangen zonder problemen het desbetreffende 1007280 2 toevoerstation passeren, daar deze van bloemen voorziene steunorganen nabij de transportband zullen zijn gelegen en dus niet in conflict kunnen komen met het toevoermechanisme.When using the construction according to the invention, an operator can supply the flowers in a stationary arranged supply mechanism, which considerably simplifies the supply of the flowers in the device. Since the arms supporting support members in which flowers are to be arranged in the supply station at the level of the supply station have moved outwards relative to the conveyor belt, support members in which flowers have already been suspended can pass without any problem the relevant 1007280 2 supply station. flowered support members will be located near the conveyor belt and thus will not interfere with the feed mechanism.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de 5 hand van enige in bijgaande figuren schematisch weergegeven mogelijke uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding. Daarbij is slechts een zeer klein deel van de inrichting weergegeven en wordt voor de verdere opbouw en werking van de inrichting verwezen naar de bovengenoemde Europese octrooiaanvrage 0 672 341 waarvan de inhoud 10 wordt geacht hierin te zijn ingelast.The invention will be explained in more detail below with reference to some possible embodiments of the device according to the invention schematically shown in the accompanying figures. Only a very small part of the device is shown here and reference is made, for the further construction and operation of the device, to the above-mentioned European patent application 0 672 341, the contents of which are deemed to be incorporated herein.
Figuur 1 toont een bovenaanzicht op een deel van een transportband met enige met behulp van armen daaraan aangekoppelde steunorganen en op een nabij de transportband opgesteld toevoermechanisme.Figure 1 shows a top view of a part of a conveyor belt with some support members coupled to it by means of arms and on a feed mechanism arranged close to the conveyor belt.
15 Figuur 2 toont een vooraanzicht op figuur 1.Figure 2 shows a front view of Figure 1.
Figuur 3 toont een met figuur 1 overeenkomend bovenaanzicht van een gewijzigde uitvoeringsvorm.Figure 3 shows a top view corresponding with figure 1 of a modified embodiment.
Figuur 4 toont schematisch een zijaanzicht op een verdere uitvoeringsvorm van een toevoermechanisme.Figure 4 schematically shows a side view of a further embodiment of a feed mechanism.
20 Figuur 5 toont een bovenaanzicht op figuur 4.Figure 5 shows a top view of figure 4.
Figuur 6 toont een met figuur 5 overeenkomend bovenaanzicht op het toevoermechanisme waarbij bepaalde onderdelen van het toevoermechanisme een andere stand innemen.Figure 6 shows a top view corresponding with Figure 5 of the feed mechanism, with certain parts of the feed mechanism assuming a different position.
Zoals in figuren 1 en 2 is weergegeven omvat de inrichting 25 een eindloze transportband 1, die is geleid om om verticaal staande draaiingsassen draaibare geleidingswielen of dergelijke, zodanig, dat de transportband 1 tijdens bedrijf in de richting volgens pijl A kan worden verplaatst. De transportband kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit een eindloze uit rubber of dergelijk materiaal bestaande band, 30 maar ook andere uitvoeringsvormen zijn denkbaar, zoals bijvoorbeeld een uit een aantal met elkaar gekoppelde schakels bestaande band of dergelijke.As shown in Figures 1 and 2, the device 25 comprises an endless conveyor belt 1, which is guided on guide wheels or the like rotatable about vertically rotating rotary axes, such that the conveyor belt 1 can be moved in the direction according to arrow A during operation. The conveyor belt can for instance be manufactured from an endless belt consisting of rubber or the like material, but other embodiments are also conceivable, such as for instance a belt consisting of a number of linked links or the like.
Aan de buitenzijde van de transportband zijn op regelmatige afstand van elkaar gelegen steunen 2 bevestigd. Iedere steun onder-35 steunt een tweetal om verticale draaiingsassen 3 resp. 4 verdraaibare armen 5 en 6. Aan de van de assen 3 en 4 afgekeerde uiteinden zijn de 1007280 3 armen 5 en 6 met behulp van zich evenwijdig aan de assen 3 en 4 uitstrekkende assen 7 en 8 gekoppeld met een plaatvormig steunorgaan 9. Zoals in het bijzonder uit figuur 1 duidelijk zal zijn vormen daarbij de armen 5 en 6 met de bijbehorende assen 3, 4, 7 en 8 een 5 paral 1 ellogrammechanisme.Regularly spaced supports 2 are attached to the outside of the conveyor belt. Each support under-35 supports two about vertical axis of rotation 3 resp. 4 rotatable arms 5 and 6. At the ends remote from the axes 3 and 4, the 1007280 3 arms 5 and 6 are coupled to a plate-shaped support member 9 by means of axes 7 and 8 extending parallel to the axes 3 and 4. It will be particularly clear from Figure 1 that the arms 5 and 6 with the associated axes 3, 4, 7 and 8 form a 5 parallel 1 mechanism.
In het plaatvormige steunorgaan 9 is een sleufgat 10 aangebracht, dat aan de van de band afgekeerde zijde open is.A slotted hole 10 is provided in the plate-shaped support member 9, which is open on the side remote from the belt.
Zoals verder uit figuur 1 duidelijk zal zijn kan het steunorgaan 9 door verzwenking van de armen 5 en 6 ten opzichte van de 10 steun 2 in een vlak loodrecht op de lengterichting van de band 1 worden verplaatst, terwijl daarbij het plaatvormig orgaan 9 met het sleufgat 10 evenwijdig aan zichzelf wordt verplaatst in een horizontaal vlak.As will further be apparent from figure 1, the support member 9 can be moved in a plane perpendicular to the longitudinal direction of the belt 1 by pivoting the arms 5 and 6 relative to the support 2, while the plate-shaped member 9 with the slotted hole is thereby 10 is moved parallel to itself in a horizontal plane.
Zoals verder nog uit figuren 1 en 2 blijkt is de as 3 15 verlengd tot boven de band 1 terwijl aan dit boveneinde van de as 3 een tweetal een stompe hoek met elkaar insluitende armen 11 en 12 zijn bevestigd. De arm 11 strekt zich daarbij evenwijdig aan de armen 5 en 6 uit, terwijl de arm 12, in de stand waarin de arm 11 zich evenwijdig aan de lengterichting van de band 1 uitstrekt, zich vanaf de as 3 20 schuin naar voren in de bewegingsrichting volgens pijl A en in de richting van de band 1 tot voorbij de band 1 uitstrekt.As furthermore appears from figures 1 and 2, the shaft 3 is extended above the belt 1, while at this top end of the shaft 3 two obtuse angles with mutually enclosing arms 11 and 12 are attached. The arm 11 then extends parallel to the arms 5 and 6, while the arm 12, in the position in which the arm 11 extends parallel to the longitudinal direction of the belt 1, extends obliquely forward from the shaft 3 in the direction of movement according to arrow A and in the direction of the belt 1 extends beyond the belt 1.
De inrichting is verder voorzien van één of meerdere toevoerstations in ieder waarvan een toevoermechanisme 13 is opgesteld, dat tijdens bedrijf ten opzichte van het gestel van de 25 inrichting een stationaire stand inneemt, eventueel vast daarmede verbonden is.The device is further provided with one or more supply stations, each of which has a supply mechanism 13 which, during operation, assumes a stationary position with respect to the frame of the device, possibly fixedly connected thereto.
Het toevoermechanisme 13 omvat een tweetal eindloze snaren of banden 14 en 15, die in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld ieder zijn geleid om een drietal schijven 16 resp. 17. Zoals uit figuur 1 30 duidelijk zal zijn is daarbij de opstelling zodanig, dat een tweetal dicht bij elkaar en evenwijdig aan elkaar gelegen parten van de banden zich uitstrekken in een richting loodrecht op de lengterichting van de transportband 1 en daarbij een doortocht 18 begrenzen.The feed mechanism 13 comprises two endless belts or belts 14 and 15, each of which in the shown exemplary embodiment is guided around three discs 16 and 15, respectively. 17. As will be apparent from Figure 1, the arrangement is such that two parts of the belts situated close to each other and parallel to each other extend in a direction perpendicular to the longitudinal direction of the conveyor belt 1 and thereby define a passage 18 .
Verder is de inrichting voorzien van een vast opgesteld 35 geleidingsorgaan 19, waarvan het gerekend in de verplaatsingsrichting van de transportband 1 volgens pijl A stroomopwaartse einde gelegen is 1007280 4 ter hoogte van de gezien in figuur 1 rechter begrenzing van de door de evenwijdig aan elkaar verlopende parten van de banden 14 en 15 begrensde doortocht 18, dus in feite ter hoogte van de stroomafwaartse zijde van deze doortocht 18. Vanaf dit uiteinde strekt het geleidings-5 orgaan 19 zich in stroomafwaartse richting onder een hoek ten opzichte van de transportband 1 uit, zodanig, dat de afstand tussen dit ge- leidingsorgaan 19 en transportband 1 gezien in de verplaatsings-richting van de transportband 1 volgens pijl A geleidelijk afneemt.Furthermore, the device is provided with a fixedly arranged guide member 19, the end of which is reckoned in the direction of movement of the conveyor belt 1 according to arrow A upstream end 1007280 4 at the level of the right-hand limitation as seen in figure 1 of the parallel running sections of the belts 14 and 15 bounded passage 18, so in fact at the level of the downstream side of this passage 18. From this end, the guide member 19 extends downstream at an angle with respect to the conveyor belt 1, such that the distance between this guide member 19 and conveyor belt 1 viewed in the direction of displacement of the conveyor belt 1 according to arrow A gradually decreases.
Ter hoogte van het het dichtst bij de transportband 1 10 gelegen uiteinde van de doortocht 18 is in het toevoerstation een sensor 20 opgesteld. Ter hoogte van het stroomopwaartse einde van het geleidingsorgaan 18 is een sensor of schakelaar 21 of dergelijk tastorgaan aangebracht.A sensor 20 is arranged in the supply station at the end of the passage 18 closest to the conveyor belt 1. At the upstream end of the guide member 18, a sensor or switch 21 or the like sensor is provided.
Met één van de bij de snaar 14 behorende schijven 16 is een 15 aandrijfmotor 22 gekoppeld en op soortgelijke wijze is met één van de bij de snaar 15 behorende schijven 17 een aandrijfmotor 23 gekoppeld. De uitvoering is daarbij zodanig getroffen, dat bij aandrijving van de snaren 14 en 15 met behulp van de motoren 22 en 23 de verplaatsings-snelheid van beide snaren gelijk zal zijn. Uiteraard zal het ook 20 mogelijk zijn de desbetreffende schijven 16 en 17 met een overbrenging te koppelen en met een motor aan te drijven.A drive motor 22 is coupled to one of the disks 16 associated with the belt 14 and a drive motor 23 is coupled in a similar manner to one of the disks 17 associated with the belt 15. The design is thereby taken such that when the belts 14 and 15 are driven by means of the motors 22 and 23, the displacement speed of both belts will be the same. It will of course also be possible to couple the relevant disks 16 and 17 with a transmission and to drive them with a motor.
Tijdens bedrijf zal de transportband 1 met de daarmede met behulp van armen 5, 6 gekoppelde steunorganen 9 in de richting volgens pijl A worden verplaatst, waarbij zij langs het(de) toevoerstation(s) 25 zullen bewegen.During operation, the conveyor belt 1 with the supporting members 9 coupled thereto with the aid of arms 5, 6 will be moved in the direction according to arrow A, whereby they will move along the feed / unloading station (s) 25.
Een bedieningspersoon kan nu een in een steunorgaan 9 op te hangen bloem 24 in het toevoermechanisme plaatsen, door de steel van de bloem in het van de transportband 1 afgekeerde uiteinde van de doortocht 18 te plaatsen, zodanig, dat de knop van de bloem bovenop de 30 snaren 14 en 15 komt te rusten, zoals afgebeeld in figuur 2. De aangedreven snaren zullen dan de bloem verplaatsen in de richting volgens pijl B.An operator can now place a flower 24 to be suspended in a support member 9 in the feed mechanism, by placing the stem of the flower in the end of the passage 18 remote from the conveyor belt 1, such that the knob of the flower on top of the 30 strings 14 and 15 come to rest as shown in figure 2. The driven strings will then move the flower in the direction of arrow B.
Indien ter hoogte van het naar de transportband 1 toegekeerde afvoereinde van de doortocht 18 in tegenstelling met de weer-35 gave in figuur 1 geen steunorgaan 9 aanwezig is zal met behulp van de de bloem 24 waarnemende sensor 20 de aandrijving van de banden 14 en 1007280 5 15 worden stopgezet, zodat de bloem nabij het naar de transportband 1 toegekeerde afvoereinde van de doortocht 18 gereed staat voor afgifte aan een steunorgaan 9.If at the height of the discharge end of the passage 18 facing the conveyor belt 1, in contrast to the representation in Figure 1, no supporting member 9 is present, the drive of the belts 14 and 1007280 will be driven by means of the sensor 20 detecting the flower 24. 5, so that the flower is ready for delivery to a support member 9 near the discharge end of the passage 18 facing the conveyor belt 1.
Met behulp van niet nader weergegeven sensors kan worden 5 waargenomen of een in de richting van een toevoerstation bewegend steunorgaan 9 al dan niet een bloem ondersteunt. Indien het aankomend steunorgaan 9 geen bloem ondersteunt en het gewenst is, dat aan het desbetreffende steunorgaan 9 in het toevoerstation een bloem wordt overgegeven zal een bijvoorbeeld in verticale richting verplaatsbare 10 of verzwenkbare aanslagpen 25 of dergelijke in de baan van de arm 12 worden geplaatst, zodat met behulp van deze pen 25 of dergelijk aanslagorgaan de arm 12 en daarmede ook de het desbetreffende steunorgaan 9 ondersteunende armen 5 en 6 gezien in figuur 1 tegen de richting van de wijzers van de klok in worden verdraaid, waardoor het 15 steunorgaan 9 in de richting van het toevoermechanisme 13 zal worden verplaatst en in de in het midden van figuur 1 weergegeven stand komt waarin de in het steunorgaan 9’ aangebrachte sleuf 10 in het verlengde van de doortocht 19 is gelegen. Op dit tijdstip zal bijvoorbeeld door de verzwenkbare arm 5 of de arm 11 de schakelaar, sensor of dergelijke 20 taster 21 worden geactiveerd waardoor de aandrijving van de banden 14 en 15 weer wordt geactiveerd zodat de door de banden ondersteunde bloem 24 verder in de richting van de transportband 1 wordt verplaatst en daardoor wordt overgegeven in de uitsparing 10 in het steunorgaan 9.Using sensors (not shown in more detail) it can be observed whether or not a support member 9 moving in the direction of a supply station supports a flower. If the arriving support member 9 does not support a flower and it is desired that a flower is handed over to the relevant support member 9 in the supply station, a for instance vertically displaceable or pivotable stop pin 25 or the like will be placed in the path of the arm 12, so that with the aid of this pin 25 or similar stop member the arm 12 and therewith also the arms 5 and 6 supporting the respective supporting member 9 are rotated counterclockwise as seen in Figure 1, whereby the supporting member 9 is rotated in the direction of the feed mechanism 13 will be moved to the position shown in the middle of Figure 1, in which the slot 10 arranged in the support member 9 'is in line with the passage 19. At this time, for example, the pivotable arm 5 or the arm 11 will activate the switch, sensor or the like sensor 21, so that the drive of the belts 14 and 15 is reactivated so that the flower 24 supported by the belts continues in the direction of the conveyor belt 1 is moved and thereby is transferred into the recess 10 in the support member 9.
25 Verder komt althans nagenoeg op dit tijdstip ook de arm 11 in aanraking met het geleidingsorgaan 19 waardoor wordt bewerkstelligd, dat de arm 11 en daarmede ook de armen 5 en 6 gezien in figuur 1 in de richting van de wijzers van de klok worden verdraaid ten opzichte van de transportband 1, zodat het steunorgaan 9 weer 30 geleidelijk wordt terug bewogen in een stand, waarin dit steunorgaan 9 weer nabij de transportband 1 is gelegen.Furthermore, at least at this point in time, the arm 11 also comes into contact with the guide member 19, so that the arm 11 and thereby also the arms 5 and 6, seen in Figure 1, are rotated in a clockwise direction. relative to the conveyor belt 1, so that the support member 9 is again gradually moved back into a position in which this support member 9 is again located near the conveyor belt 1.
Indien bij aankomst van de bloem ter hoogte van de sensor 20 zich reeds een steunorgaan 9 in de stand 9’ bevindt zal de aandrijving van de banden 14 en 15 niet worden stopgezet, maar zal de 35 bloem 24 direct worden overgegeven aan het desbetreffende steunorgaan.If, upon arrival of the flower at the sensor 20, a support member 9 is already in position 9, the drive of the belts 14 and 15 will not be stopped, but the flower 24 will be immediately transferred to the relevant support member.
1007280 61007280 6
Door de bovenbeschreven door de verzwenkbare armen ondersteunde steunorganen 9 uitgevoerde zwenkbeweging staat een steunorgaan gerekend in de verplaatsingsrichting volgens pijl A als het ware even stil tegenover het uiteinde van de doortocht 18 van het toevoer-5 mechanisme 13 hetgeen de overdracht van de bloem 24 vanuit het toe- voermechanisme 13 in het sleufgat 10 van het steunorgaan ten goede komt.Due to the pivoting movement carried out by the above-described support members 9 supported by the pivotable arms, a support member, calculated in the direction of movement according to arrow A, is stationary, as it were, opposite the end of the passage 18 of the feeding mechanism 13, which prevents the transfer of the flower 24 from the feed mechanism 13 in the slotted hole 10 of the support member.
In sommige gevallen worden de afgesneden bloemen bijvoorbeeld reeds bij het afsnijden in de kas opgehangen in langgestrekte 10 dragers 26 van het in figuur 3 weergegeven type, welke dragers zijn voorzien van aan één uiteinde open, zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende sleufgaten 27 waarin de bloemen 24 worden opgehangen. Ook in dergelijke dragers 26 opgehangen bloemen 24 kunnen worden verwerkt met behulp van het toevoermechanisme volgens de uitvinding. Hiertoe 15 worden de dragers 26 in hun lengterichting verschoven langs het invoereinde van de doortocht 18, zoals afgebeeld in figuur 3 en daarbij met behulp van een in de lengterichting van de doortocht 18 heen en weer beweegbaar duworgaan 28 of dergelijke één voor één in de doortocht 19 geschoven.In some cases, the cut flowers are, for example, already suspended in the greenhouse in elongated carriers 26 of the type shown in Figure 3, which carriers are provided with slit holes 27 extending at one end and in which the flowers 24 are open. be hung. Flowers 24 suspended in such carriers 26 can also be processed with the aid of the feed mechanism according to the invention. To this end, the carriers 26 are shifted in their longitudinal direction along the input end of the passage 18, as shown in Figure 3, thereby moving one by one in the passage by means of a pushing member 28 or the like which can be reciprocated in the longitudinal direction of the passage 18. 19 slid.
20 In de figuren 4-6 is een verdere uitvoeringsvorm van een toevoermechanisme 29 schematisch weergegeven. Dit toevoermechanisme 29 is voorzien van een tweetal stellen van twee boven elkaar geplaatste snaren of banden 30 en 31 resp. 30’ en 31’. Nabij elkaar en evenwijdig aan elkaar verlopende parten van de banden 30, 31 en 30’, 3Γ be- 25 grenzen een met de bovenbeschreven doortocht 18 overeenkomende door tocht 32, welke zich eveneens tenminste nagenoeg loodrecht op de hier niet nader weergegeven transportband 1 van de inrichting uitstrekt.Figures 4-6 show a further embodiment of a supply mechanism 29 schematically. This feed mechanism 29 is provided with two sets of two strings or belts 30 and 31, which are placed one above the other. 30 "and 31". Adjacent and parallel to each other parts of the belts 30, 31 and 30 ', 3Γ are bounded by a passage 32 corresponding to the above-described passage 18, which is likewise substantially perpendicular to the conveyor belt 1 of the conveyor belt 1 not shown here. device.
Daarbij vormen de banden of snaren 30’, 31’ ten opzichte van de lengte-as van de doortocht 32 het spiegelbeeld van de banden of 30 snaren 30, 31.The bands or strings 30 ", 31" form the mirror image of the bands or 30 strings 30, 31 with respect to the longitudinal axis of the passage 32.
De boven de band of snaar 31 opgestelde band of snaar 30 is in figuur 5 met dunnere lijnen ingetekend dan de band of snaar 30.The belt or belt 30 arranged above the belt or belt 31 is shown in figure 5 with thinner lines than the belt or belt 30.
De bovenste band 30 is nabij het van de transportband 1 afgekeerde einde van de doortocht 32 geleid om een drietal om een 35 vaste stand innemende draaiingsassen draaibare schijven 33, 34 en 35 waarvan de schijf 33 het dichtst bij de doortocht 32 is gelegen.The upper belt 30 is guided near the end of the passage 32 facing away from the conveyor belt 1 about three rotational axes rotatable about a fixed position and rotating shafts 33, 34 and 35, the disc 33 of which is located closest to the passage 32.
10 0 7 2 8 0 710 0 7 2 8 0 7
Daarbij is de band 30 vanaf de schijf 33 geleid over de schijf 35 en vervolgens over een schijf 36, die eveneens om een verticale draai-ingsas draaibaar is en die verder evenwijdig aan de lengterichting van de doortocht 32 volgens pijl C heen en weer beweegbaar is opgesteld.In this case, the belt 30 is guided from the disc 33 over the disc 35 and then over a disc 36, which is also rotatable about a vertical axis of rotation and which can be moved back and forth parallel to the longitudinal direction of the passage 32 according to arrow C. lined up.
5 Na om de schijf 36 te zijn geleid is de band 30 om de schijf 34 geleid en vervolgens om een gezien in figuur 5 nabij het afvoereinde van de doortocht 32 gelegen schijf 37, die eveneens in een richting evenwijdig aan de lengterichting van de doortocht 32 heen en weer beweegbaar is. Het part van de band 30, dat zich vanaf de eveneens om een 10 verticale draaiingsas draaibare schijf 37 in de richting van de schijf 33 uitstrekt vormt een de doortocht 32 begrenzend part van de band 30.After being guided around the disc 36, the belt 30 is guided around the disc 34 and then around a disc 37 located near the discharge end of the passage 32, which is likewise seen in Figure 5, which is also in a direction parallel to the longitudinal direction of the passage 32. is reciprocable. The part of the belt 30, which extends from the disc 37 also rotatable about a vertical axis of rotation in the direction of the disc 33, forms a part of the belt 30 delimiting the passage 32.
De onder de band 30 gelegen band 31 is geleid om een onder de schijf 37 gelegen schijf 37a, die onafhankelijk van de schijf 37 om een zelfde draaiingsas als de schijf 37 verdraaibaar en met de schijf 15 37 heen en weer verplaatsbaar is. Vervolgens is de band 31 geleid om een tweetal schijven 38 en 39, die draaibaar zijn om een vaste stand innemende, zich verticaal uitstrekkende draaiingsassen. Daarbij is de uitvoering zodanig, dat gezien in bovenaanzicht (figuur 5) het zich tussen de schijven 37 en 38 uitstrekkende part van de band 31 in het 20 verlengde is gelegen van het zich tussen de schijven 33 en 37 uit strekkende part van de band 30, zodat deze beide laatstgenoemde parten van de banden 30 en 31 een begrenzing vormen van de doortocht 32, zoals uit figuur 5 duidelijk zal zijn.The belt 31 located under the belt 30 is guided around a disc 37a located under the disc 37, which is rotatable independently of the disc 37 about the same axis of rotation as the disc 37 and can be moved back and forth with the disc 37. The belt 31 is then guided around two discs 38 and 39 which are rotatable about a fixed position and have vertically extending rotary axes. The design is such that, viewed in top view (Figure 5), the part of the belt 31 extending between the discs 37 and 38 is in line with the part of the belt 30 extending between the discs 33 and 37. so that these two last-mentioned parts of the belts 30 and 31 form a boundary of the passage 32, as will be apparent from figure 5.
Verder is de band 31 geleid om een onder de schijf 36 25 gelegen schijf 36a, die onafhankelijk van de schijf 36 om dezelfde draaiingsas als de schijf 36 draaibaar is en met de schijf heen en weer te verplaatsen is. Verder is de band 31 geleid om een nabij de schijven 38 en 39 opgestelde en om een een vaste stand innemende verticale as draaibare schijf 40 en daarna terug om de schijf 37.Furthermore, the belt 31 is guided around a disc 36a located under the disc 36, which is rotatable independently of the disc 36 about the same axis of rotation as the disc 36 and can be moved back and forth with the disc. Furthermore, the belt 31 is guided around a disk 40 arranged close to the disks 38 and 39 and rotatable about a fixed position vertical axis and then back around the disk 37.
30 Met zowel één van de vast opgestelde omleidschijven van de riem 30 als met één van de vast opgestelde omleidschijven van de riem 31 is een niet nader weergegeven aandrijfmotor verbonden.A drive motor (not shown in more detail) is connected to both one of the permanently disposed diverting discs of the belt 30 and to one of the permanently disposed diverting discs of the belt 31.
De opstelling van de riemen 30’ en 3Γ is in principe hetzelfde als die van de riemen 30 en 31 en overeenkomstige onderdelen 35 zijn dan ook voorzien van overeenkomstige verwijzingscijfers onder toevoeging van een accentteken.The arrangement of the belts 30 'and 3Γ is in principle the same as that of the belts 30 and 31 and corresponding parts 35 are therefore provided with corresponding reference numbers with the addition of an accent mark.
100? v af, 8100? sc, 8
De schijven 36 en 36’ zijn onderling met elkaar verbonden door een niet nader weergegeven verbindingsorgaan, dat verschuifbaar is langs niet nader weergegeven geleidingsorganen om de verplaatsing van de schijven 36 en 36’ in de richting van de pijl C mogelijk te 5 maken. Op soortgelijke wijze zijn de verplaatsbare schijven 37 en 37’ met elkaar verbonden met behulp van een langs niet weergegeven geleidingen verschuifbaar verbindingsorgaan 37a, dat een boven de doortocht 32 gelegen sensor 37b draagt. Verder zijn niet nader weergegeven verstelmiddelen met de schijven 36 en 36’ resp. met het deze schijven 10 verbindende steunorgaan verbonden om deze schijven stapsgewijs te kunnen verplaatsen.The disks 36 and 36 'are interconnected by a connector (not shown), which is slidable along guide members (not shown) to allow movement of the disks 36 and 36' in the direction of the arrow C. Likewise, the movable disks 37 and 37 are connected to each other by means of a slidable connecting member 37a, not shown, which carries a sensor 37b located above the passage 32. Furthermore, adjustment means with discs 36 and 36, respectively, are not shown in more detail. connected to the support member connecting these discs 10 in order to be able to move these discs stepwise.
De werking van dit toevoermechanisme is nu als volgt. Een eerste bloem 24 kan in de richting volgens pijl D in de doortocht 32 worden gebracht tussen de tegenover elkaar gelegen parten van de 15 bovenste banden 30 en 30’, zodanig, dat de knop van de bloem op de bovenranden van deze parten van de banden of riemen 30 en 30’ komt te rusten. De bloem 24 zal daarbij met behulp van de banden 30 en 30’ worden verplaatst in de richting van het afvoereinde van de doortocht 32 en tussen de nabij dit afvoereinde gelegen parten van de lagere 20 banden 31 en 31’ terecht komen. Indien ter hoogte van het afvoereinde een steunorgaan 9 aanwezig is zal de desbetreffende bloem op soortgelijke wijze als hierboven beschreven door de bewegende banden 31 en 31’ gelijk worden afgegeven aan het desbetreffende steunorgaan 9.The operation of this feed mechanism is now as follows. A first flower 24 can be inserted in the passage 32 in the direction according to arrow D between the opposite parts of the top bands 30 and 30 ', such that the bud of the flower on the top edges of these parts of the bands or belts 30 and 30 'come to rest. The flower 24 will thereby be displaced with the aid of the belts 30 and 30 towards the discharge end of the passage 32 and pass between the parts of the lower belts 31 and 31 situated near this discharge end. If a support member 9 is present at the discharge end, the relevant flower will be delivered in the same manner as described above by the moving belts 31 and 31 equal to the relevant support member 9.
Indien echter geen steunorgaan aanwezig is en de bloem 25 wordt waargenomen door een niet nader weergegeven bij het afvoereinde van de doortocht 32 opgestelde met bovenbeschreven sensor 20 overeenkomende sensor zal de aandrijving van de onderste banden 31 en 31’ worden stopgezet. De aandrijving van de hoger gelegen banden 30 en 30’ wordt echter in stand gehouden, zodat een volgende bloem nog in de 30 richting van het afvoereinde van de doortocht 32 wordt verplaatst, tot de bloem wordt waargenomen door sensor 37b, die de aandrijving van de banden 30 en 30’ dan stopzet. Gelijktijdig worden de schijven 36, 36’, 36a en 36a’ (niet afgebeeld) waarom de banden 31, 31’, 30 en 30’ zijn geleid over een stap in de richting van het afvoereinde van doortocht 35 32 verplaatst, waarbij de schijven 37, 37a en 37’, 37a’ (niet afge beeld) waaromheen de banden 31, 31’, 30 en 30’ zijn geleid over 1 0 o ? i. c ^ 9 eenzelfde afstand in de richting van het invoereinde van de doortocht 32 worden verplaatst. Daarbij wordt dus de lengte van de zich tussen de schijven 37 en 38 resp. 37’ en 38’ uitstrekkende parten van de stilstaande onderste banden 31, 3Γ een weinig vergroot. Deze staps- 5 gewijze verplaatsing van de schijven 37, 37’ wordt gecontroleerd en geregeld met behulp van een aantal sensors of eindschakelaars, die in een evenwijdig aan de doortocht 32 verlopende rij zijn opgesteld. Na deze stapsgewijze verplaatsing van de schijven wordt de aandrijving van de hoger gelegen banden 30 en 30’ weer gestart, zodat een nieuw 10 toegevoerde bloem weer in de richting van het afvoereinde van de doortocht 32 wordt verplaatst. Indien deze nieuw toegevoerde bloem door de gezien in de verplaatsingsrichting van de bloem volgens pijl D enigszins stroomopwaarts van de schijven 37 en 37’ opgestelde sensor 37b wordt waargenomen wordt de aandrijving van de banden 30 en 30’ 15 stopgezet en worden de schijven 36, 36’, 36a en 36a’ evenals de schijven 37, 37a, 37’ en 37a’ weer op bovengenoemde wijze over een stap verplaatst. Daarbij verplaatsen de riemen 30 en 31’ zich een weinig zodat de bovengenoemde nieuw toegevoerde bloem op enige afstand van de bij het afvoereinde van de doortocht 32 gelegen bloem tussen de 20 tegenover elkaar gelegen de doortocht 32 begrenzende stilstaande parten van de onderste banden 31 en 31’ afgegeven. Vervolgens worden de banden 30 en 30’ weer in beweging gebracht waarop bovenbeschreven kringloop zich zal herhalen. Dit kan zo doorgaan tot de in figuur 6 weergegeven stand is bereikt, waarin de gehele doortocht 32, die dan 25 in feite wordt begrensd door de stilstaande parten van de onderste transportbanden 31 en 31’ is opgevuld met een aantal op afstand van elkaar gelegen bloemen. Deze stand zal met een eindsensor van de rij de verplaatsing van de schijven 37, 37’, 37a en 37a’ controlerende en regelende sensors worden waargenomen, waarop de aandrijving van de 30 bovenste banden 31 en 31’ niet meer wordt gestart zo lang deze stand blijft behouden.However, if a support member is not present and the flower 25 is detected by a sensor corresponding to the sensor 20 described above at the discharge end of the passage 32, the drive of the lower belts 31 and 31 'will be stopped. However, the drive of the higher belts 30 and 30 'is maintained, so that a subsequent flower is still moved in the direction of the discharge end of the passage 32, until the flower is detected by sensor 37b, which controls the drive of the tires 30 and 30 'then stop. Simultaneously, the disks 36, 36 ', 36a, and 36a' (not shown) why the belts 31, 31 ', 30, and 30' are guided over a step toward the discharge end of passage 35 32 are moved, with the disks 37 , 37a and 37 ', 37a' (not shown) around which the belts 31, 31 ', 30 and 30' are guided over 10 o? i. c ^ 9 are moved the same distance towards the input end of the passage 32. The length of the distance between the discs 37 and 38 resp. 37 "and 38" extending sections of the stationary lower bands 31, 3 "are slightly enlarged. This stepwise displacement of the disks 37,37 is controlled and controlled by a number of sensors or limit switches arranged in a row running parallel to the passage 32. After this stepwise displacement of the disks, the drive of the higher belts 30 and 30 is started again, so that a newly supplied flower is moved in the direction of the discharge end of the passage 32 again. If this newly supplied flour is detected somewhat upstream of the discs 37 and 37 'viewed in the direction of movement of the flour according to arrow D of the discs 37 and 37', the drive of the belts 30 and 30 'is stopped and the discs 36, 36 are stopped. ', 36a and 36a' as well as the disks 37, 37a, 37 'and 37a' again moved over one step in the above manner. The belts 30 and 31 'thereby move a little so that the above-mentioned newly supplied flower is at some distance from the flower located at the discharge end of the passage 32 between the opposite stationary parts of the lower belts 31 and 31 delimiting the passage 32. ' handed in. The belts 30 and 30 are then moved again, upon which the above-described cycle will repeat. This can continue until the position shown in figure 6 is reached, in which the entire passage 32, which is then in fact bounded by the stationary parts of the lower conveyor belts 31 and 31 ', is filled with a number of spaced-apart flowers . This position will be sensed with an end sensor of the row the movement of the discs 37, 37 ', 37a and 37a' controlling and regulating sensors, on which the drive of the top 30 tires 31 and 31 'is no longer started as long as this position retained.
Indien echter op een gegeven moment op bovenbeschreven wijze een steunorgaan 9 aankomt ter hoogte van het afvoereinde van de doortocht 32 zullen de tot dan toe stilstaande banden 31 en 31’ weer 35 in beweging worden gebracht om de nabij het afvoereinde van de doortocht 32 gelegen bloem over te geven aan het desbetreffende steun- 1007280 10 orgaan, waarbij alle bloemen, die eventueel tussen de tegenover elkaar gelegen de doortocht 32 begrenzende parten van de banden 31 en 3Γ aanwezig zijn over een stap in de richting van het afvoereinde van de doortocht 32 worden verplaatst. Tegelijkertijd worden de omleid-5 schijven 36, 36’, 36a en 36a’ over een stap terug bewogen in de richting van het toevoereinde van de doortocht, waarbij gelijktijdig de omleidschijven 37, 37’, 37a en 37a’ van de bovenste banden over een dergelijke stap in de richting van het afvoereinde van de doortocht 32 bewegen en bovenbeschreven werking van het toevoermechanisme weer in 10 werking kan treden.However, if at a given moment a support member 9 arrives at the discharge end of the passage 32 in the manner described above, the belts 31 and 31 'hitherto stationary will be moved again around the flower located near the discharge end of the passage 32. to hand over to the respective support 1007280, wherein all the flowers, which may be present between the opposite parts of the belts 31 and 3Γ bounding the passageway 32, are transferred in one step towards the discharge end of the passageway 32 moved. At the same time, the diverting disks 36, 36 ', 36a and 36a' are moved back one step towards the feed end of the passage, while simultaneously diverting the disks 37, 37 ', 37a and 37a' of the upper belts over a move such a step towards the discharge end of the passageway 32 and the above-described action of the feed mechanism can be reactivated.
Tijdens normaal bedrijf kan verwacht worden, dat de in figuur 6 weergegeven situatie, waarin de gehele doortocht 32 met bloemen is opgevuld praktisch niet zal voorkomen. Bij toepassing van dit in figuren 4-6 weergegeven toevoermechanisme kan dan ook worden 15 bewerkstelligd, dat een de bloem toevoerend persoon de bloemen in een gelijkmatig tempo kan toevoeren aan het toevoermechanisme en het toevoermechanisme zelf zorg draagt voor een regelmatige overdracht van de ingebrachte bloemen aan desbetreffende steunorganen. Dit in tegenstelling met de uitvoeringsvorm volgens figuren 1 en 2, waarbij het 20 kan voorkomen, dat de bloemen inbrengende persoon op een gegeven moment moet wachten tot een zich in het toevoermechanisme bevindende bloem wordt afgegeven aan een steunorgaan 9 voordat een volgende bloem in het toevoermechanisme kan worden ingebracht.During normal operation it can be expected that the situation shown in figure 6, in which the entire passage 32 is filled with flowers, will practically not occur. When this feeding mechanism shown in Figures 4-6 is used, it can therefore be ensured that a person supplying the flower can supply the flowers at a uniform rate to the feeding mechanism and the feeding mechanism itself ensures a regular transfer of the introduced flowers to relevant support bodies. This is in contrast to the embodiment according to figures 1 and 2, in which it can happen that the flower-introducing person has to wait at a given moment until a flower present in the feed mechanism is delivered to a support member 9 before a next flower in the feed mechanism. can be inserted.
Indien de inrichting is uitgerust met meerdere ieder een 25 toevoermechanisme omvattende toevoerstations kunnen er middelen zijn aangebracht, die de middelen voor het uitsturen van de steunorganen 9 in de richting van de toevoermechanismes 13 zodanig controleren, dat de in de diverse toevoerstations per tijdseenheid aangeboden steunorganen 9 waarop een bloem moet worden geplaatst ongeveer gelijk aan 30 elkaar zijn, zodat de werkbelasting voor de in de verschillende toevoerstations staande personen tenminste nagenoeg gelijk is.If the device is equipped with several feed stations each comprising a feed mechanism, means can be provided which control the means for sending the support members 9 in the direction of the feed mechanisms 13 in such a way that the support members 9 offered in the various feed stations per unit time on which a flower is to be placed are approximately equal to each other, so that the workload for the persons standing in the different supply stations is substantially equal.
1 0 0 7 2 801 0 0 7 2 80
Claims (12)
Priority Applications (1)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1007280A NL1007280C2 (en) | 1997-10-15 | 1997-10-15 | Device for sorting flowers |
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1007280 | 1997-10-15 | ||
| NL1007280A NL1007280C2 (en) | 1997-10-15 | 1997-10-15 | Device for sorting flowers |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL1007280C2 true NL1007280C2 (en) | 1999-04-19 |
Family
ID=19765841
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL1007280A NL1007280C2 (en) | 1997-10-15 | 1997-10-15 | Device for sorting flowers |
Country Status (1)
| Country | Link |
|---|---|
| NL (1) | NL1007280C2 (en) |
Cited By (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| NL1019468C2 (en) * | 2001-12-03 | 2003-06-04 | Havatec B V | Sorting process for forming row of flowers or stems on conveyor, involves regulating velocity profile of first conveyor prior to flower removal point |
Citations (4)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| NL8701270A (en) * | 1987-05-27 | 1988-12-16 | Exploitatiemaatschappij H J Va | Sorter for cut roses - has transporters in which roses are supported under calyx and sorted according to length |
| EP0449386A1 (en) * | 1990-03-28 | 1991-10-02 | Adrianus Wilhelmus Tas | A method of and apparatus for sorting and bundling flowers |
| NL9200894A (en) * | 1992-05-20 | 1993-12-16 | Zuurbier Tech Innovatie B V | Bunching device, bunching assembly and bunching line for stem parts |
| EP0672341A2 (en) * | 1994-01-14 | 1995-09-20 | Wilhelmus Henricus Johannes Janssen | A device for sorting and bundling flowers |
-
1997
- 1997-10-15 NL NL1007280A patent/NL1007280C2/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (4)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| NL8701270A (en) * | 1987-05-27 | 1988-12-16 | Exploitatiemaatschappij H J Va | Sorter for cut roses - has transporters in which roses are supported under calyx and sorted according to length |
| EP0449386A1 (en) * | 1990-03-28 | 1991-10-02 | Adrianus Wilhelmus Tas | A method of and apparatus for sorting and bundling flowers |
| NL9200894A (en) * | 1992-05-20 | 1993-12-16 | Zuurbier Tech Innovatie B V | Bunching device, bunching assembly and bunching line for stem parts |
| EP0672341A2 (en) * | 1994-01-14 | 1995-09-20 | Wilhelmus Henricus Johannes Janssen | A device for sorting and bundling flowers |
Cited By (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| NL1019468C2 (en) * | 2001-12-03 | 2003-06-04 | Havatec B V | Sorting process for forming row of flowers or stems on conveyor, involves regulating velocity profile of first conveyor prior to flower removal point |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| US6262377B1 (en) | Method and a system for building up weighed-out portions of object | |
| EP0189693B1 (en) | Automatic direct soft cookie loading apparatus | |
| US20040162632A1 (en) | Center of gravity and dimension measuring device and apparatus | |
| SU608463A3 (en) | Device for transferring article from feeding conveyer to crossing conveyer | |
| US5871080A (en) | Product aligning system | |
| US20090260950A1 (en) | Apparatus for feeding items of laundry to a laundry-treatment arrangement, in particular a mangle | |
| JP2010507544A (en) | Bottle distribution table for entrance to single channel | |
| US5095791A (en) | Bread slicing machine | |
| US6748837B2 (en) | Apparatus for sizing and halving food product | |
| EP0982570A3 (en) | Automatic weighing machine for fruit and the like | |
| US4599025A (en) | Stacker assembly | |
| GB1595250A (en) | Planter for potatoes or the like | |
| MXPA04005634A (en) | Selection system. | |
| US5181596A (en) | Off-loading conveying system | |
| NL1017176C1 (en) | Packaging device. | |
| NL1007280C2 (en) | Device for sorting flowers | |
| KR20030070613A (en) | Regulatory gate system for product drop off of vibratory conveyors | |
| US5787679A (en) | Article distribution | |
| US5822969A (en) | Device for delivering wound bobbins from a textile machine | |
| NL1006489C2 (en) | Device for changing the orientation of transported articles, for example for automatic packaging machines. | |
| JPH0266006A (en) | Device for capturing and moving vertical supply article | |
| US5195628A (en) | Off-loading conveying system | |
| US4744458A (en) | Conveyor for advancing wafer-like articles | |
| US4799583A (en) | Automatic direct soft cookie loading apparatus | |
| EP0185424A1 (en) | Device for sorting products |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| PD2B | A search report has been drawn up | ||
| SD | Assignments of patents |
Owner name: ELISABETH MARIA JANSSEN Effective date: 20080701 Owner name: SYLVIA ALEXANDRA JANSSEN Effective date: 20080701 |
|
| V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20100501 |