NL1006755C2 - Houder voor het vervoeren van pluimvee, alsmede werkwijze voor het vervoeren van pluimvee. - Google Patents

Description

HOUDER VOOR HET VERVOEREN VAN PLUIMVEE, ALSMEDE WERKWIJZE VOOR HET VERVOEREN VAN PLUIMVEE

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor het 5 vervoeren van pluimvee, in het bijzonder kippen, voorzien van een bodem, van zijwanden en van een bovenwand, welke houder een bovendeel en een onderdeel heeft, welk bovendeel de gehele bovenwand omvat en welk onderdeel de bodem en althans een deel van de zijwanden omvat, welke twee delen 10 onderling zijn verbonden om de houder te vormen. Een dergelijke houder is algemeen bekend en wordt toegepast voor het transporteren van pluimvee, zoals kippen, hanen, kuikens of kalkoenen. Wanneer in deze aanvrage van kippen gesproken wordt, dienen daaronder alle soorten pluimvee te worden 15 verstaan.

De bekende houders zijn vervaardigd uit kunststof en hebben bijvoorbeeld een afmeting van circa 85 x 65 x 30 cm. De houder is voorzien van ventilatiesleuven in de zij- en 2 0 bovenwand voor de beluchting van de te vervoeren kippen. Bij de bekende houders vormen bovendeel en onderdeel één geheel en zijn bovendeel en onderdeel ten opzichte van elkaar gefixeerd met behulp van een permanente of een losbreekbare verbinding, zoals een lijmverbinding, een schroefverbinding 25 of een verbinding met klinknagels of kunststof pennen. De houder is voorts voorzien van een opening in de zij- en/of bovenwand, welke opening afsluitbaar is met behulp van een schuifbaar of zwenkbaar deksel.

30 Het met de bekende houder vervoeren van kippen verloopt als volgt. In een kippenstal worden de kippen verzameld. Dit kan zowel handmatig als automatisch worden uitgevoerd. De kippen worden vervolgens handmatig door de opening heen in de houder gebracht. Zodra zich er een voldoende groot aantal kippen 35 in de houder bevindt, bijvoorbeeld zes kippen, wordt de opening met behulp van het deksel afgesloten. De met kippen gevulde houders worden verzameld in een vrachtauto en worden naar bijvoorbeeld een slachthuis getransporteerd. Bij het 1006755 2 slachthuis worden de houders uit de vrachtauto gelost en worden de houders naar een ontlaadruimte gebracht. Vervolgens wordt de opening van de houder geopend en worden de kippen een voor een door de opening heen uit de houder verwijderd 5 en aan het begin van de slachtlijn van het slachthuis toegevoerd.

Tijdens het transport, met name wanneer zij uit de houder verwijderd worden, vertonen de kippen verschijnselen van 10 stress en ontlasten zij zich veelvuldig. Hierdoor is het mogelijk dat niet alleen de bodem, maar ook de zijwanden en de bovenwand van de houder met fecaliën besmeurd raken. Een ander verschijnsel van stress is dat de kippen binnen de houder trachten rond te fladderen. Door de beperkte 15 binnenruimte van de houder is de kans groot dat de kippen zich tijdens het fladderen verwonden. Derhalve bestaat de kans dat de kippen via deze verwondingen met bacteriën uit de fecaliën besmet raken. Om het gevaar voor besmetting te minimaliseren, dienen de houders na elk transport gereinigd 20 te worden.

Nadelig van de bekende houders is dat zij onvoldoende gereinigd kunnen worden, omdat er zich vuil ophoopt op de plaats waar het bovendeel met het onderdeel verbonden is. 25 Bovendien is het uit de houder verwijderen van de kippen tijdrovend en onaangenaam werk, omdat de in de houder achtergebleven kippen zich tegen het verwijderen verzetten. Met name worden de handen van personen die de kippen handmatig uit de houder verwijderen beschadigd en is de lucht 30 die de personen inademen vervuild door donsdeeltjes.

De uitvinding beoogt te voorzien in een houder voor het vervoeren van pluimvee die genoemde nadelen niet bezit. Daartoe heeft de houder volgens de uitvinding het kenmerk 35 dat het bovendeel met het onderdeel is verbonden door met de hand ver- en ontgrendelbare verbindingsmiddelen. Hierdoor wordt bereikt dat het bovendeel althans gedeeltelijk 1006755 3 losgenomen kan worden van het onderdeel, waardoor het mogelijk wordt de houder ook te reinigen op de plaats waar het bovendeel in samengestelde toestand van de houder tegen het onderdeel aanligt. Bovendien is het nu mogelijk om de 5 kippen gelijktijdig uit de houder te lossen, waardoor de verschijnselen van stress minder zijn en de kans op verwonding van de kippen kleiner is. Voorts kan het uit de houder lossen van de kippen gemakkelijker worden uitgevoerd en kan het lossen eventueel zelfs geautomatiseerd worden. 10 Opgemerkt wordt dat onder met de hand ver- en ontgrendelbare verbindingsmiddelen verbindingsmiddelen dienen te worden verstaan die met handkracht bedienbaar zijn. Eventueel kunnen deze verbindingsmiddelen ook machinaal bediend worden.

15 In een voorkeursuitvoering heeft de houder volgens de uitvinding het kenmerk dat de verbindingsmiddelen een scharnier omvatten, zodat het bovendeel ten opzichte van het onderdeel kan zwenken. Hierdoor wordt bereikt dat het bovendeel na het lossen van de kippen en na reiniging op het 20 onderdeel geklapt kan worden, waarna de houder gemakkelijk kan worden afgevoerd. Bij voorkeur wordt daarbij een scharniertype toegepast waarbij boven- en onderdeel in opengezwenkte toestand na verschuiving van de delen ten opzichte van elkaar, losneembaar zijn. Hierdoor wordt het 25 vergemakkelijkt om een beschadigd boven- of onderdeel te vervangen.

In een andere uitvoering heeft de houder volgens de uitvinding het kenmerk dat de verbindingsmiddelen een met 30 de hand verplaatsbaar sluitorgaan omvatten dat aan het ene deel van de houder is bevestigd, welk sluitorgaan kan grijpen achter een aan het andere deel bevestigd aanslagvlak. Hierdoor wordt bereikt dat het met de hand ver- en ontgrendelen van de houder volgens de uitvinding 35 vergemakkelijkt wordt. Bij voorkeur is de aanslag van elastisch materiaal, waarbij de veerkracht van het materiaal het sluitorgaan achter het aanslagvlak doet grijpen.

1006755 i 4

In weer een andere uitvoering heeft de houder volgens de uitvinding het kenmerk dat de verbindingsmiddelen klemorganen omvatten die de rand van het bovendeel tegen de rand van het onderdeel klemmen. Hierdoor wordt bereikt dat het bovendeel 5 bedrijfszeker verbonden wordt met het onderdeel.

In een andere uitvoering heeft de houder volgens de uitvinding het kenmerk dat het bovendeel in hoofdzaak bestaat uit de bovenwand en een deel van de zijwanden. Bij voorkeur 10 convergeren de zijwanden vanaf de bovenwand schuin buitenwaarts.

In weer een andere uitvoering heeft de houder volgens de uitvinding het kenmerk dat zowel het bovendeel als het 15 onderdeel in hoofdzaak de helft van elke zijwand omvat. Bij voorkeur komt daarbij de vorm en de afmeting van het bovendeel in hoofdzaak overeen met de vorm en de afmeting van het onderdeel. Hierdoor wordt bereikt dat bovendeel en onderdeel in losgenomen toestand nestbaar zijn, hetgeen de 20 benodigde transportruimte van lege houders nagenoeg halveert. Bovendien wordt bereikt dat bovendeel en onderdeel uitwisselbaar uitgevoerd kunnen worden.

In nog een andere uitvoering heeft de houder volgens de 25 uitvinding het kenmerk dat de bovenwand en/of de onderwand voorzien is van een afsluitbare opening. Hierdoor wordt bereikt dat de kippen eenvoudig in de houder gebracht kunnen worden.

30 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een bovendeel en op een onderdeel voor een houder voor het vervoeren van pluimvee, alsmede op een werkwijze voor het vervoeren van pluimvee.

35 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding die in de tekening zijn weergegeven. In de tekening is: 1006755 5 figuur 1 een schematische perspectieftekening van een houder, waarbij bovendeel en onderdeel los op elkaar geplaatst zijn; figuur 2 een schematische perspectieftekening van een houder, 5 waarbij bovendeel en onderdeel ten opzichte van elkaar verzwenkt zijn; figuur 3 een schematische perspectieftekening van een houder, waarbij bovendeel en onderdeel aan één zijde verbonden zijn 10 door middel van scharnieren; figuur 4 een schematische perspectieftekening van een houder, waarbij bovendeel en onderdeel aan één zijde verbonden zijn door middel van verende klemmen; 15 figuur 5 een schematische perspectieftekening van een houder, waarbij bovendeel en onderdeel aan één zijde verbonden zijn door middel van verzwenkbare beugels.

20 De figuren zijn slechts schematische weergaven van de uitvoeringsvoorbeelden, waarbij overeenkomende onderdelen met gelijke verwijzingscijfers zijn aangegeven.

Figuur 1 toont een houder 1 voorzien van een bodem 2, van 25 zijwanden 3 en van een bovenwand 4. De houder omvat een bovendeel 5 en een onderdeel 6, die in figuur 1 los op elkaar geplaatst zijn. De bovenwand 4 van de houder is voorzien van een opening 7, welke afgesloten kan worden door schuifdeksels 8 naar elkaar toe te verschuiven.

30

In figuur 2 is zichtbaar dat het bovendeel 5 aan één zijde met het onderdeel 6 verbonden is met behulp van scharnieren 10. Tevens is zichtbaar dat het bovendeel 5 ten opzichte van het onderdeel 6 verzwenkt is. Ook zijn de randen 11 en 12 35 van het respectieve bovendeel 5 en het onderdeel 6 zichtbaar. De randen 11 en 12 vormen het contactvlak tussen het bovendeel 5 en het onderdeel 6, wanneer deze op elkaar IU ü ö 7 5 5 6 geplaatst zijn, zoals zichtbaar in figuur 1.

In figuur 3 is een houder 1 volgens de uitvinding afgebeeld, waarbij bovendeel 5 en het onderdeel 6 aan één zijde 5 verbonden zijn door middel van een scharnier 10 van een ander type, hetgeen vergroot is weergegeven in een detail van figuur 3.

Figuur 4 toont een houder 1 volgens de uitvinding, waarbij 10 bovendeel 5 en onderdeel 6 aan één zijde verbonden zijn door middel van verende klemmen 13, welke verende klemmen 13 de randen 11 en 12 van het respectieve bovendeel 5 en onderdeel verbinden 6. De verende klem 13 en de randen 11 en 12 zijn vergroot weergegeven in een detail van figuur 4. De verende 15 klemmen 13 zijn met de hand bevestigbaar en losneembaar. De verende klemmen kunnen rondom de houder geplaatst zijn om aan alle zijden daarvan de randen 11 en 12 te verbinden, maar kunnen eveneens slechts geplaatst zijn aan een zijde die overstaat aan een zijde die voorzien is van scharnieren 10. 20 Men kan zich daarbij voorstellen dat figuur 3 een scharnierende zijde van de houder 1 weergeeft, terwijl figuur 4 een overstaande zijde weergeeft van dezelfde houder 1 waarop klemmen 13 zijn aangebracht.

25 Figuur 5 toont een houder 1, waarbij bovendeel 5 en onderdeel 6 aan één zijde verbonden zijn met behulp van verzwenkbare beugels 14 die de randen 11 en 12 van het bovendeel 5 met het onderdeel 6 verbinden. De verzwenkbare beugel 14 en de randen 11 en 12 zijn vergroot weergegeven in een detail van 30 figuur 5. Tevens is daarin een aanslagvlak 15 zichtbaar, waarachter een beugel 14 kan grijpen, wanneer deze beugel 14 naar een bovenste positie verzwenkt is.

Bij de werkwijze voor het met de houder 1 vervoeren van 35 pluimvee worden de kippen op de gebruikelijke wijze verzameld, in de houder 1 gebracht en naar een slachthuis getransporteerd. In de ontlaadruimte worden de klemmen 13 1 () U 6 7 Ft 5 7 die het bovendeel met het onderdeel 6 verbinden, ontgrendeld. Dit kan zowel handmatig als machinaal uitgevoerd worden. Bij voorkeur zijn de klemmen 13 herbruikbaar. Na ontgrendeling van de verbinding wordt de bovenwand 4 van de onderwand 2 5 verwijderd, bijvoorbeeld door het bovendeel 5 om scharnier 10 ten opzichte van het onderdeel 6 te verzwenken.

Hierna wordt het onderdeel 6 zodanig schuin gehouden, dat de kippen de houder 1 verlaten. Bij voorkeur worden bovendeel 10 5 en onderdeel 6 in opengezwenkte toestand van de houder 1 ten opzichte van elkaar verschoven, zodat de scharnierpennen uiteenschuiven en het bovendeel 5 in zijn geheel losgenomen kan worden van het onderdeel 6. Hierna worden bovendeel 5 en onderdeel 6 gereinigd, waarbij met name de randen 11 en 15 12 goed voor reiniging toegankelijk zijn. Na inspectie op herbruikbaarheid worden de houderdelen vervolgens genest en teruggebracht naar de kippenstal. Aan het begin van een nieuwe transport ronde worden de bovendelen 5 en de onderdelen 6 weer tot één houder samengesteld.

20

Opgemerkt wordt dat het ontgrendelen van de houder en het uit de houder verwijderen van de kippen eveneens automatisch kan worden uitgevoerd. Opgemerkt wordt voorts dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven 25 voorkeursuitvoeringsvormen. Binnen het kader van de uitvinding zijn andere uitvoeringsvormen mogelijk.

1006755

Claims (12)

1. Houder voor vervoeren van pluimvee, in het bijzonder kippen, voorzien van een bodem, van zijwanden en van 5 een bovenwand, welke houder een bovendeel en een onderdeel heeft, welk bovendeel de gehele bovenwand omvat en welk onderdeel de bodem en althans een deel van de zijwanden omvat, welke twee delen onderling zijn verbonden om de houder te vormen, met het kenmerk, dat 10 het bovendeel met het onderdeel is verbonden door met de hand ver- en ontgrendelbare verbindingsmiddelen.

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen een scharnier omvatten, zodat het 15 bovendeel ten opzichte van het onderdeel kan zwenken.

3. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen een met de hand verplaatsbaar sluitorgaan omvatten dat aan het ene deel 20 van de houder is bevestigd, welk sluitorgaan kan grijpen achter een aan het andere deel bevestigd aanslagvlak.

4. Houder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aanslag van elastisch materiaal is, waarbij de 25 veerkracht van het materiaal het sluitorgaan achter het aanslagvlak doet grijpen.

5. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen klemorganen omvatten 3. die de rand van het bovendeel tegen de rand van het onderdeel klemmen.

6. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bovendeel in hoofdzaak bestaat uit een 35 bovenwand en een deel van de zijwanden.

7. Houder volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de 1006755 zijwanden vanaf de bovenwand schuin buitenwaarts convergeren.

8. Houder volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat 5 zowel het bovendeel als het onderdeel in hoofdzaak de helft van elke zijwand omvat.

9. Houder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vorm en de afmeting van het bovendeel in hoofdzaak 10 overeenkomt met de vorm en de afmeting van het onderdeel.

10. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat boven- en/of zijwand voorzien is van een 15 afsluitbare opening.

11. Bovendeel of onderdeel voor een houder voor het vervoeren van pluimvee volgens een der voorgaande conclusies. 20

12. Werkwijze voor het vervoeren van pluimvee, in het bijzonder kippen, waarbij het pluimvee wordt vervoerd in houders en waarbij het pluimvee uit een houder wordt gehaald door tenminste de gehele bovenwand van de houder 25 van de onderwand van de houder te verwijderen en die onderwand van de houder zodanig schuin te houden, dat het pluimvee de houder verlaat. ] ü u b 7 5 5