NL1006549C1

NL1006549C1 - Supporting device for mounting several flexible electrical cables - uses metal or plastic angle strips that are attached to fixed structures and which have alternating projecting lips that support cables

Info

Publication number: NL1006549C1
Application number: NL1006549A
Authority: NL
Inventors: Robert Johan Verheul
Original assignee: Robert Johan Verheul
Priority date: 1996-07-10
Filing date: 1997-07-10
Publication date: 1998-01-15
Also published as: NL1006549A1

Abstract

The supporting device takes the form of a mounting strip (1) of metal or plastic with alternating projecting lips (3) at both sides. These lips make an acute angle with the strip so that the cable will not slip from the lip due to shocks or vibration. The strip is provided with holes (4) for the insertion of cable ties. Several other configurations are possible and all can be supplied as pre-assembled strips with cables and splice boxes that only require mounting at the building site. The device is not limited to electrical cables and can be used for hydraulic or pneumatic pipes.

Description

Montagehulpmiddel voor buigzame geleiders.Assembly aid for flexible conductors.

Voor het monteren van relatief grote aantallen geleiders, in het bijzonder buigzame geleiders, zoals stroomkabels, maar 5 ook signaalkabels, zijn kabelgoten en ladderbanen algemeen bekend. Ook is het uit verschillende octrooischriften bekend, in varianten met goten, banen, koppelstukken en bevestigingsplaten, zgn lasdozen voor stroomkabels te monteren.Cable ducts and ladder tracks are generally known for mounting relatively large numbers of conductors, in particular flexible conductors, such as power cables, but also signal cables. It is also known from various patents to mount so-called junction boxes for power cables in variants with gutters, tracks, coupling pieces and mounting plates.

10 Voor het monteren van slechts een paar, bijv. één of twee, kabels staan geen doelmatige montage-hulpmiddelen ter beschikking. Of de bekende, voor slechts een paar kabels relatief dure kabelgoten en ladderbanen moeten worden gebruikt, of elke kabel moet met beugels of zadels tegen het 15 plafond of de muur worden bevestigd, waarbij de beugels of zadels met tussenruimte van bijvoorbeeld 300 mm. stuk voor stuk op arbeidsintensieve en vaak onhandige wijze rechtstreeks tegen de muur of het plafond moeten worden gemonteerd terwijl ondertussen het gedeelte van de kabel dat nog niet met beugels 20 of zadels vast zit, vrij neerhangt. Montage met beugels of zadels vergt bijzondere kabeltypen met speciale ommanteling die de kabel zwaar en lastig buigbaar maakt. Bij montage met beugels of zadels wordt geen voormontage met de kabellasdozen toegepast, zodat vaak in lastige posities de gewenste 25 aftakking in de kabellasdoos moet worden gemaakt.10 No effective mounting aids are available for mounting just a few, eg one or two, cables. Either the known cable trays and ladder tracks, which are relatively expensive for only a few cables, must be used, or each cable must be fastened to the ceiling or wall with brackets or saddles, the brackets or saddles being spaced, for example, at 300 mm. all of them have to be mounted directly to the wall or ceiling in a labor-intensive and often awkward manner, while in the meantime the part of the cable that is not yet fixed with brackets 20 or saddles hangs freely. Mounting with brackets or saddles requires special cable types with special sheathing that makes the cable heavy and difficult to bend. When mounting with brackets or saddles, no pre-assembly with the cable junction boxes is used, so that often in difficult positions the desired branch must be made in the cable junction box.

De uitvinding beoogt het doelmatig monteren van een of twee of een paar geleiders. Daartoe wordt voorgesteld een systeem volgens de bijgevoegde conclusie. In een eerste apect is nu ook mogelijk geworden slechts één of een paar geleiders met 30 goedkope hulpmiddelen snel en betrouwbaar en ergonomisch gunstig te monteren. In een ander aspect is het nu mogelijk geworden te zorgen voor een strakke montage van buigzame langgerekte delen, zonder dat daartoe een montage-richtlijn nodig is, zoals dat bij montage op bijv. beugels wel nodig is. 35 In weer een ander aspect is een montage mogelijk, waarbij het aantal bevestigingspunten met de muur of het plafond beperkt is. In een ander aspect is een plaatsbesparende montage mogelijk, in het bijzonder rekening houdend met de positie en/of toegankelijkheid van de aftakhulpmiddelen of andere 40 armaturen, bijvoorbeeld ten opzichte van het vlak waartegen 1006549 - 2 - het gehele systeem wordt gemonteerd. In een volgend aspect is het systeem algemeen bruikbaar voor vele kabeltypen (zoals buitendiameter, buigzaamheid, ed), zonder dat van kabeltypen afhankelijke onderdelen in voorraad moeten worden gehouden. In 5 nog een ander aspect is het nu ook mogelijk geworden voor slechts een paar geleiders, op doelmatige wijze het koppelen van geleiders en aftakhulpmiddelen (bijv. kabellasdozen) functioneel te scheiden van het monteren van die twee.The object of the invention is to efficiently mount one or two or a pair of conductors. To that end, a system according to the attached claim is proposed. In a first aspect, it has now also become possible to mount only one or a few conductors with 30 inexpensive aids quickly and reliably and in an ergonomically favorable manner. In another aspect, it has now become possible to ensure a tight mounting of flexible elongated parts, without the need for an assembly guideline, as is necessary for mounting on, for example, brackets. In yet another aspect, mounting is possible in which the number of fixing points with the wall or ceiling is limited. In another aspect, a space-saving mounting is possible, in particular taking into account the position and / or accessibility of the branching aids or other luminaires, for instance with respect to the plane against which the entire system is mounted. In a further aspect, the system is generally useful for many cable types (such as outer diameter, flexibility, etc.), without having to stock parts dependent on cable types. In yet another aspect, it has now also become possible, for only a few conductors, to functionally separate the coupling of conductors and branch aids (eg cable splice boxes) from the mounting of the two.

Verdere voordelen en aspecten van de uitvinding blijken uit 10 de hiernavolgende beschrijving van momenteel voordelige uitvoeringen van de uitvinding onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening. Deze toont in:Further advantages and aspects of the invention will become apparent from the following description of currently advantageous embodiments of the invention with reference to the accompanying drawing. This shows in:

Fig. 1 de montagestrip in een eerste variant in perspectief; 15 Fig. 2 de montagestrip van fig. 1 in zij-aanzicht;Fig. 1 the mounting strip in a first variant in perspective; FIG. 2 shows the mounting strip of fig. 1 in side view;

Fig. 3 de montagestrip van fig. 1 in kops aanzicht;Fig. 3 shows the mounting strip of fig. 1 in an end view;

Fig. 4 een tweede variant van de montagestrip in perspectief, met in de gemonteerde stand op afstand daarvan bevestigingsbeugels weergegeven; 20 Fig. 5 een derde variant van de montagestrip in kops aanzicht;Fig. 4 shows a second variant of the mounting strip in perspective, with mounting brackets shown in the mounted position at a distance therefrom; FIG. 5 a third variant of the mounting strip in head view;

Fig. 6a, b en c bij de variant van fig. 5 te gebruiken beugels, in perspectief;Fig. 6a, b and c, brackets to be used in the variant of fig. 5, in perspective;

Fig. 7-12 een vierde-negende variant van de montagestrip in 25 kops aanzicht;Fig. 7-12 a fourth-ninth variant of the mounting strip in 25 head view;

Fig. 13-17 alternatieve uitvoeringen voor de wijze van bevestiging van de montagestrip volgens de uitvinding, in kops aanzicht, waarbij alleen het bovenste gedeelte van de montagestrip is weergegeven; en 30 Fig. 18-22 alternatieve uitvoeringen voor het de geleider ondersteunende deel aan de monatagestrip, in kops aanzicht, waarbij alleen het onderste gedeelte van die montagestrip is weergegeven.Fig. 13-17 alternative embodiments for the method of fastening the mounting strip according to the invention, in end view, showing only the upper part of the mounting strip; and FIG. 18-22 alternative embodiments for the conductor supporting part on the mounting strip, in cross-sectional view, showing only the lower part of that mounting strip.

Overeenkomstige verwijzingscijfers verwijzen naar 35 overeenkomstige onderdelen in de hiernavolgende beschrijving.Corresponding reference numerals refer to like parts in the following description.

In fig. 1-3 is weergegeven een montagestrip 1, waaraan een paar geleiders kunnen worden ondersteund. Verder kunnen aftakhulpmiddelen, zoals een kabellasdoos 2, gemakkelijk aan de 1006549 - 3 - montagestrip 1 worden gemonteerd. De montagestrip 1 kan, dankzij zijn buigstijve karakter, met slechts één bevestigingsmiddel (bijvoorbeeld schroef) per bijv. twee meter lengte, worden gemonteerd aan een plafond of muur. Een 5 geleider wordt in het aftakhulpmiddel ingevoerd en aldaar wordt een aftakgeleider daarop aangesloten. De aftakgeleider kan voorts naar een andere lokatie doorlopen, bijvoorbeeld een van de montagestrip verwijderd gelegen lamp. De bijvoorbeeld lamp kan ook rechtstreeks op het af takhulpmiddel zijn 10 bevestigd. Het aftakhulpmiddel heeft bijvoorbeeld een beschermfunctie voor verbindingen in of aan de geleider, of bijvoorbeeld een bevestigingsfunctie voor een verbruiker van het met de geleider gevoerde product.1-3 shows a mounting strip 1 on which a pair of conductors can be supported. Furthermore, branching aids, such as a cable splice box 2, can be easily mounted on the 1006549-3 mounting strip 1. The mounting strip 1, thanks to its bending-rigid character, can be mounted on a ceiling or wall with only one fastening means (for example screw) per, for example, two meters in length. A conductor is inserted into the branch aid and a branch conductor is connected there. The branch conductor can further extend to another location, for instance a lamp located away from the mounting strip. The lamp, for example, can also be mounted directly on the branching aid. The branching aid has, for example, a protective function for connections in or on the conductor, or, for example, an attachment function for a consumer of the product fed with the conductor.

De montagestrip kan goedkoop uit bijv. metalen‘of kunststof 15 plaatmateriaal worden vervaardigd, bijv. gestansd en gebogen of geëxtrudeerd. Aan zijn in de tekening onderzijde bezit de strip 1 afwisselend ter weerszijden uitstekende lippen 3. Deze lippen 3 sluiten met het daarboven liggende lijf 25 van de strip 1 bij voorkeur een scherpe hoek in, zodat een op de lip 20 3 rustende kabel (niet getoond) door de zwaartekracht tegen het lijf van de strip 1 wordt gedrukt en er geen kans is, dat door schokken of trillen de kabel van de lip 3 kan afglijden. Om de kabel verder goed op zijn plaats te houden, kan de stip 1 op geschikte plaatsen, zoals aangeduid met 4, zijn uitgerust 25 met openingen of sleuven, om daardoorheen een kabelbindbandje (niet zichtbaar) te steken en rond de kabel te slaan. In bepaalde gebieden is de strip 1 voorts bij voorkeur geschikt gemaakt om daaraan een kabellasdoos 2 te monteren. De mogelijke plaats van de kabellasdoos 2 is denkbeeldig 30 weergegeven in fig. 2. In dat gebied is er bij voorkeur geen lip 3. Verder kan in dat gebied het lijf van de strip 1 zijn voorzien van een gat 5, waardoorheen een snelbevestigingsschroef (niet getoond) van de kabellasdoos 2 kan worden gestoken. Voor andere geleiders, bijvoorbeeld een 35 pneumatische leiding, wordt geen kabellasdoos 2, maar een voor die toepassing geschikt aftak-hulpmiddel toegepast. Het kabelbindbandje kan bijvoorbeeld door een in het lijf 25 uitgesneden lip die met een integraal scharnier zwenkbaar aan 1006549 - 4 - het lijf vast zit, gevormd worden. Die lip (niet zichtbaar) kan met bijvoorbeeld een schroevedraaier uitgebogen worden en zo achter de geleider haken.The mounting strip can be manufactured inexpensively from, for example, metal or plastic sheet material, eg punched and bent or extruded. At its underside in the drawing, the strip 1 alternately has projecting lips 3 on either side. These lips 3 preferably enclose an acute angle with the body 25 of the strip 1 lying above it, so that a cable resting on the lip 20 3 (not shown ) is pressed against the body of the strip 1 by gravity and there is no chance that the cable can slip off the lip 3 through shocks or vibrations. To further secure the cable in place, the dot 1 may be equipped with openings or slots at suitable locations, as indicated by 4, to pass a cable tie (not visible) and wrap it around the cable. In certain areas, the strip 1 is further preferably made suitable for mounting a cable splice box 2 thereon. The possible location of the cable splice box 2 is shown in an imaginary manner in fig. 2. In that area there is preferably no lip 3. Furthermore, in that area the body of the strip 1 can be provided with a hole 5, through which a fastening screw (not shown) of the cable junction box 2 can be inserted. For other conductors, for example a pneumatic line, no cable splice box 2 is used, but a branching aid suitable for that application. The cable tie can for instance be formed by a lip cut out in the body 25 which is pivotally attached to the body with an integral hinge. That lip (not visible) can be bent out with a screwdriver, for example, and hook it behind the guide.

Aan zijn van de lippen 3 afgekeerde zijde heeft de stip 1 5 bij voorkeur een flens 6 voor montage aan een steun, bij voorbeeld een muur of plafond van een gebouw.On its side remote from the lips 3, the dot 1 5 preferably has a flange 6 for mounting on a support, for example a wall or ceiling of a building.

Figuur 4 toont een strip 1 met bij voorkeur rechthoekige openingen 7, die bij voorkeur een regelmatige tussenruimte van bijvoorbeeld 30 cm. hebben. De openingen lopen bij voorkeur 10 door in de flens 6, zodat de strip 1 gemakkelijk ter plaatsen van een opening 7 kan worden ingekort. De strip is bijvoorbeeld 150 mm. of 200 mm. lang en bezit aan zijn uiteinden schroefgaten 8 voor bevestiging aan bijvoorbeeld een plafond. Beugels 9 of 10 kunnen in de openingen 7 worden 15 ingehangen. Die beugels kunnen met voordeel van metaaldraad, eventueel kunststofbekleed, zijn gemaakt. De beugels 9 zijn geschikt voor het ondersteunen van een of meer geleiders, die evenwijdig aan de strip 1 lopen. De beugel 10 is geschikt voor het daaraan monteren van bijvoorbeeld een lasdoos, zoals 20 duidelijker uit figuur 5 blijkt. Door de openingen 7 alle gelijkvormig en even groot te maken, is men vrij in zijn keuze voor de volgorde van beugels 9 en 10.Figure 4 shows a strip 1 with preferably rectangular openings 7, which preferably has a regular spacing of, for example, 30 cm. to have. The openings preferably extend into the flange 6, so that the strip 1 can easily be shortened at the location of an opening 7. For example, the strip is 150mm. or 200 mm. long and has screw holes 8 at its ends for attachment to, for example, a ceiling. Brackets 9 or 10 can be hung in the openings 7. These brackets can advantageously be made of metal wire, optionally plastic-coated. The brackets 9 are suitable for supporting one or more conductors running parallel to the strip 1. The bracket 10 is suitable for mounting a welding box, for example, as can be seen more clearly from Figure 5. By making the openings 7 all uniform and equal in size, one is free to choose the order of brackets 9 and 10.

Figuur 5 toont een variant voor de strip 1 volgens fig. 4, die bijvoorbeeld uit kunststof kan worden geëxtrudeerd. De 25 strip 1 heeft nu een ter weerszijden uitstekende flens 6, die aan zijn langsranden voorzien is van bij voorkeur doorlopende ribben 14 om de strip 1 een grotere vormvastheid te geven. Ook aan de onderrand bezit de strip 1 dergelijke ribben 14. Een bij die onderrand van de strip 1 uit het vlak van de strip 1 30 uitstekende rib 14 helpt ook bij het in de gewenste vertikale stand stabiliseren van de beugel 9, 10, 11 aan de strip 1.Figure 5 shows a variant for the strip 1 according to Figure 4, which can for instance be extruded from plastic. The strip 1 now has a flange 6 projecting on either side, which is provided on its longitudinal edges with preferably continuous ribs 14 to give the strip 1 a greater dimensional stability. The strip 1 also has such ribs at the lower edge. A rib 14 projecting at the lower edge of the strip 1 from the plane of the strip 1 also helps to stabilize the bracket 9, 10, 11 in the desired vertical position. the strip 1.

Terwijl in de figuren een duidelijke tussenruimte tussen de aan elkaar grenzende delen van de strip en de beugels 9, 10, 11 is weergegeven, zijn hun vormen in de praktijk bij voorkeur 35 zodanig aan elkaar aangepast, dat in de vertikale stand van het lijfdeel van de beugel, het haakdeel en het lijfdeel van de beugel tegen de strip 1 steunen en de beugel dus stabiel is opgehangen aan de strip 1. Door een rib 14 aan de onderrand 1006549 - 5 - van de strip, kan het brugdeel tussen het lijf deel en het haakdeel van de beugel 9, 10, 11 voldoende afmeting hebben om gemakkelijk vormen van de beugel en gemakkelijk inhangen daarvan in de opening 7 toe te staan. Een dergelijke rib 14 5 laat zich natuurlijk ook gemakkelijk bij een strip uit gebogen of anderszins vervomd, bijvoorbeeld aanvankelijk vlak, plaatmateriaal vervaardigen. Is de rib 14 er niet, kan stabiele ophanging van een beugel met voldoende groot brugdeel bijvoorbeeld door voldoende wanddikte van de strip 1 kunnen 10 worden bereikt.While the figures show a clear spacing between the adjacent parts of the strip and the brackets 9, 10, 11, in practice their shapes are preferably adapted to each other such that in the vertical position of the body part of the bracket, the hook part and the body part of the bracket rest against the strip 1 and the bracket is thus stably suspended from the strip 1. Due to a rib 14 on the bottom edge 1006549 - 5 - of the strip, the bridge part can be placed between the body part and the hook portion of the bracket 9, 10, 11 is of sufficient size to allow easy shaping of the bracket and easy hooking thereof into the opening 7. Such a rib 14 5 can of course also easily be produced with a strip of bent or otherwise deformed, for instance initially flat, sheet material. If the rib 14 is not there, stable suspension of a bracket with a sufficiently large bridge part can for instance be achieved by sufficient wall thickness of the strip 1.

De plaats van een kabellasdoos 2 is in fig. 5 denkbeeldig weergegeven. Daarbij is ook zichtbaar, hoe de uit de achterkant van die doos 2 stekende stomp 12 door de beugel 10 is gestoken en hoe aan de van de doos 2 afgekeerde zijde van 15 de beugel 10 op die stomp 12 een bevestigingsorgaan 13 is aangebracht, bijvoorbeeld een moer 13 is opgeschroefd wanneer de stomp 12 uitwendige schroefdraad heeft.The location of a cable splice box 2 is depicted in fig. 5. It is also visible how the stub 12 protruding from the back of that box 2 has been inserted through the bracket 10 and how on the side of the bracket 10 remote from the box 2 a bracket 13 is mounted on said stub 12, for example a nut 13 is screwed on when the stub 12 has external threads.

Figuur 6a, b en c tonen een iets andere uitvoering van de voor de strip 1 volgens bijvoorbeeld fig. 4 en 5 te gebruiken 20 beugels 9, 10 op grotere schaal. Figuur 6c toont een beugel 11 om een of meer geleiders op een niveau lager dan het met de beugel 9 te bereiken niveau, aan de montagestrip 1 te ondersteunen. De vorm van de beugels kan ook afwijken van hetgeen hier getoond is, waarbij bijvoorbeeld de in de opening 25 7 in te haken haakdelen horizontaal in plaats van vertikaal kunnen lopen, zodat in het bijzonder dan een onverliesbare bevestiging aan de strip 1 kan worden gerealiseerd. In plaats van ze uit draadmateriaal te buigen, kunnen ze ook door spuitgieten in kunststof draadvormig of plaatvormig of uit 30 bijvoorbeeld kunststof of metalen of misschien ook papieren plaatmateriaal gemaakt zijn, en dan bijvoorbeeld dezelfde vorm hebben die door de draadtekening van fig. 6a-c wordt opgespannen. Het voordeel van vervaardigen uit draadmateriaal is o.a. het lage gewicht, goede water(condens)afvoer, 35 goedkoop, gunstige afwerking (geen scherpe randen, mogelijkheid tot bekleden met bijv. zacht materiaal), corrosie-vastheid.Figures 6a, b and c show a slightly different embodiment of the brackets 9, 10 to be used for the strip 1 according to, for example, Figures 4 and 5 on a larger scale. Figure 6c shows a bracket 11 to support one or more conductors on the mounting strip 1 at a level lower than the level to be reached with the bracket 9. The shape of the brackets can also deviate from what is shown here, in which, for example, the hook parts to be hooked into the opening 7 can run horizontally instead of vertically, so that, in particular, an unshakable attachment to the strip 1 can then be realized. Instead of bending them from wire material, they can also be made by injection molding in plastic wire or plate-shaped or from, for example, plastic or metal or perhaps also paper plate material, and then for instance have the same shape as shown in the wire drawing of fig. 6a-c. is stretched. The advantage of manufacturing from wire material is, among other things, the low weight, good water (condensation) drainage, inexpensive, favorable finish (no sharp edges, possibility of coating with eg soft material), corrosion resistance.

Figuur 7 toont de strip van fig. 5 op een andere plaats 1006549 - 6 - langs zijn lengte, alwaar een beugel 9 in een respectieve opening 7 is ingehangen. Beugels 9 kunnen ook ter weerszijden uit de strip 1 steken. Figuur 8 toont toepassing van beugels 9 en 11, met de plaats voor een lasdoos 2 denkbeeldig 5 weergegeven. Voor de aan de andere zijde van de strip 1 lopende geleiders kan een lasdoos 2 zich aan die andere zijde bevinden. Figuur 9 toont een alternatief voor figuur 8, waarbij de ondersteuningsdelen van de beugels 9, 11 anders van vorm is, en er opsluitdelen 15 aanwezig zijn. In figuur 9 zijn 10 die opsluitdelen 15 in een stand weergegeven, waarin zij bijvoorbeeld samen met de respectieve beugels 9, 11 worden aangevoerd of op voorraad gehouden. Zijn de geleiders op hun plaats gebracht, worden de delen 15 geplaatst zoals met de stippellijn 16 voor één beugel 9, 11 denkbeeldig is 15 weergegeven. Het opsluitdeel 15 heeft daartoe, zoals fig. 10a toont, aan beide uiteinden een haakorgaan 17 om met een haakorgaan (in deze uitvoering rib 14) aan de strip 1 resp. een haakorgaan aan de respectieve beugel 9, 11 hakend samen te werken. Fig. 10 toont ook een uitvoering waarbij geen beugels 20 9 of 11 gebruikt worden, maar de opsluitdelen 15 alleen. Voor bevestiging van de lasdoos 2 kan bijvoorbeeld van de beugel 10 gebruik worden gemaakt. Het voordeel van de beugel 10 is dat de strip 1 relatief laag kan worden gehouden (bijv. materiaal-, gewicht besparing bij geringe produktiekosten), waarbij bij 25 montage van de doos 2 dicht beneden de flens 6, het montagepunt 12 van de doos aan de strip 1 desondanks beneden de strip 1 kan liggen.Figure 7 shows the strip of Figure 5 at another location 1006549-6 - along its length, where a bracket 9 is suspended in a respective opening 7. Brackets 9 can also protrude from strip 1 on either side. Figure 8 shows the use of brackets 9 and 11, with the location for a junction box 2 shown imaginary. For the conductors running on the other side of the strip 1, a junction box 2 can be located on that other side. Figure 9 shows an alternative to Figure 8, in which the support parts of the brackets 9, 11 are different in shape, and locking parts 15 are present. In Figure 9, these locking parts 15 are shown in a position, in which they are supplied, for example, or kept in stock together with the respective brackets 9, 11. When the conductors are in place, the parts 15 are placed as shown by the dotted line 16 for one bracket 9, 11. The locking part 15 has, for this purpose, as shown in Fig. 10a, a hook member 17 on both ends, with a hook member (in this embodiment rib 14) on the strip 1, respectively. a hook member on the respective bracket 9, 11 to work hooked together. Fig. 10 also shows an embodiment in which no brackets 20, 9 or 11 are used, but the locking parts 15 only. For mounting the junction box 2, for example, the bracket 10 can be used. The advantage of the bracket 10 is that the strip 1 can be kept relatively low (eg saving material, weight at low production costs), whereby when mounting the box 2 close to the flange 6, the mounting point 12 of the box the strip 1 can nevertheless lie below the strip 1.

In figuur 11 is de strip 1 over zijn gehele lengte voorzien van een met een integraal scharnier 18 daaraan in de richting 30 van de pijl A zwenkbaar gekoppeld zwenkdeel 19 waarvan een lip 20 aan zijn vrije rand zoals weergegeven losneembaar kan samenwerken met een uitsparing in de rib 14 aan de flens 6 van de strip 1 om een althans in hoofdzaak dichte ruimte 23 voor een of meer geleiders te vormen. Op die manier is de strip 1 35 met het zwenkdeel integraal uit bijvoorbeeld kunststof met extruderen te maken. Het is ook mogelijk, het zwenkdeel 19 afzonderlijk uit te voeren, zodat vervaardiging uit bijvoorbeeld plaatmateriaal gemakkelijker is. Ook is 1 0 0 6 5 49 - 7 - denkbeeldig de doos 2 weergegeven, en zijn een plafond 21 en een plafondbevestigingsschroef 22 aangegeven. Het zwenkdeel 19 hoeft in profiel niet hoekig te zijn uitgevoerd, maar kan ook bijvoorbeeld rond zijn. Door verlengen van de lip 20 kan de 5 vrije rand van het zwenkdeel 19 bijvoorbeeld ruim beneden de flens 6 aan de strip 1 losneembaar worden vastgezet om bijvoorbeeld met het verlagen van het zwenkdeel 19, de ruimte 23 kleiner te maken. Het zwenkdeel 19 kan ook over een gedeelte van zijn lengte weggelaten zijn, zodat langs de strip 10 1 er een groot aantal zich op afstand van elkaar bevindende zwenkdelen 19 zijn.In figure 11 the strip 1 is provided over its entire length with a pivoting part 19 pivotally coupled thereto with an integral hinge 18 in the direction of arrow A, of which a lip 20 on its free edge as shown can detachably cooperate with a recess in the rib 14 on the flange 6 of the strip 1 to form an at least substantially closed space 23 for one or more conductors. In this way the strip 1 with the pivoting part can be made integrally from, for instance, plastic with extrusion. It is also possible to design the pivoting part 19 separately, so that manufacture from, for example, sheet material is easier. Also, 1 0 0 6 5 49 - 7 - the box 2 is shown imaginary, and a ceiling 21 and a ceiling fixing screw 22 are indicated. The pivoting part 19 need not be angular in profile, but may also be round, for example. By extending the lip 20, the free edge of the pivoting part 19 can for instance be releasably fixed well below the flange 6 on the strip 1 in order to make the space 23 smaller, for example by lowering the pivoting part 19. The pivoting part 19 can also be omitted over part of its length, so that along the strip 101 there are a large number of spaced-apart pivoting parts 19.

Figuur 12 toont een strip 1 als een Z-profiel, zodat er aan maar één zijde van de strip een steun 3 voor de geleiders is. Doordat die steun 3 bij voorkeur doorloopt (productiegemak), 15 moet de lasdoos 2 aan de andere zijde worden aangebracht (denkbeeldig weergegeven).Figure 12 shows a strip 1 as a Z-profile, so that there is a support 3 for the conductors on only one side of the strip. Because this support 3 preferably continues (ease of production), the junction box 2 must be fitted on the other side (shown in an imaginary way).

Terwijl fig. 13 het bovenste gedeelte van de strip 1 van fig. 1, 2 en 12 toont, tonen fig. 14-17 varianten voor dat gedeelte. In fig. 14 wordt eerst een strook 24 met groef aan 20 bijv. het plafond bevestigd, waarna het lijf 25 van de strip 1 in die groef wordt gestoken. Geschikte (veer)tongen aan het lijf 25 en/of in de groef van de strook 24 houden het lijf 25 in de groef. In fig. 15 is de strook 24 voorzien van een kamer 26 met aan zijn onderzijde een vernauwde monding 27 zodat 25 daarin het lijf 25 met hamerkop of dubbele flens 28 van de strip 1 kan worden vastgehouden. De benen van de strook 24 kunnen daartoe bijvoorbeeld verend zijn uitgevoerd. Figuur 16 toont een spuitgegoten hoekprofiel 29 dat door tussenwandjes 30 relatief buigstijf en toch zeer dunwandig is. Het lijf 25 30 kan een bijvoorbeeld aangegoten metalen of geëxtrudeerde kuntstof plaat zijn, of kan bijvoorbeeld volgens het bevestigingsprincipe van fig. 14 in een groef aan het profiel 29 zijn bevestigd. Deze uitvoeringen volgens fig. 14-16 staan na montage in lengterichting verschuiven van het lijf 25 toe. 35 De profielen 24 of 29 kunnen ook profielstukken zijn, waarvan er een groot aantal met tussenruimte, bijvoorbeeld van 20 cm., in lengterichting van de strip 1 zijn aangebracht.While Figure 13 shows the top portion of the strip 1 of Figures 1, 2 and 12, Figures 14-17 show variants for that portion. In Fig. 14, a strip 24 with a groove is first attached to, for example, the ceiling, after which the body 25 of the strip 1 is inserted into that groove. Suitable (spring) tongues on the body 25 and / or in the groove of the strip 24 keep the body 25 in the groove. In Fig. 15, the strip 24 is provided with a chamber 26 with a narrowed mouth 27 on its underside, so that the body 25 can be held therein with hammer head or double flange 28 of the strip 1. For this purpose, the legs of the strip 24 may be resilient. Figure 16 shows an injection-molded corner profile 29, which is relatively bend-stiff through intermediate walls 30 and yet very thin-walled. The body 25 can be a for instance cast metal or extruded plastic sheet, or can for instance be fastened in a groove to the profile 29 according to the fastening principle of fig. 14. These embodiments according to Figs. 14-16 allow longitudinal sliding of the web 25 after mounting. The profiles 24 or 29 can also be profile pieces, a large number of which are arranged in the longitudinal direction of the strip 1 with an interval, for instance of 20 cm.

Figuur 17 toont een uitvoering waarbij de integrale flens 6 1006549 - 8 - via het integrale scharnier 18 zwenkbaar aan de strip 1 vast zit. Door vanuit de getoonde stand zwenken in de richting van de pijl B haakt de lip 31 achter de nok 32 en is voor de flens 6 de stand volgens figuur 13 bereikt. Deze uitvoering maakt 5 het mogelijk, de strip 1 op rol aan te leveren, i.h.b. wanneer de lip 31 en de nok 32 voldoende klein bemeten zijn.Figure 17 shows an embodiment in which the integral flange 6 1006549-8 is pivotally attached to the strip 1 via the integral hinge 18. By pivoting from the shown position in the direction of the arrow B, the lip 31 hooks behind the cam 32 and the position according to figure 13 has been reached for the flange 6. This embodiment makes it possible to supply the strip 1 on a roll, in particular. when the lip 31 and the cam 32 are sized sufficiently small.

Figuur 18 en 19 tonen een uitvoering die voor gedeeltelijke voormontage met de geleiders geschikt kunnen zijn gemaakt. Het bevestigingsprinciepe volgens figuur 14 is hierbij gevolgd 10 voor de bevestiging van de steunen 3 aan het lijf 25 van de strip 1. De steunen 3 kunnen afzondelijke delen zijn die over de gehele lengte van de strip 1 doorlopen, of zij kunnen lengtestukken zijn van bijvoorbeeld 20 mm. lang, die met tussenruimte van bijvoorbeeld 200 mm. aan het lijf 25 van de 15 strip 1 worden bevestigd. In het bijzonder in dat laatste geval is het mogelijk, de steunen 3 en ook de lasdozen 2 op hun bestemde plaats aan de gleiders voor te monteren en ze als zodanig bijvoorbeeld met de geleiders tot een rol opgewikkeld, bij de plaats van montage aan te leveren. Ook andere 20 uitvoeringen die voor voormontage geschikt zijn, zijn denkbaar, zoals op basis van de beugels 9, 10, 11 of de uitvoering volgens fig. 14, waarbij dan het lijf 25 bijvoorbeeld eveneens uit relatief korte lengtestukken bestaat. Ook de kabellasdoos 2 kan met een bijvoorbeeld op de 25 bevestiging van het lijf 25 aan de strook 24 volgens figuur 14 geënt snelbevestigingssysteem uitgevoerd worden, waartoe uit bijvoorbeeld de achterwand van de doos 2 een element met een profiel volgens het profiel van de strook 24 volgens figuur 14 met de groef omhoog steekt.Figures 18 and 19 show an embodiment which may be suitable for partial pre-assembly with the guides. The fastening principle according to figure 14 has been followed hereinafter for the fastening of the supports 3 to the body 25 of the strip 1. The supports 3 can be separate parts which run along the entire length of the strip 1, or they can be length pieces of for instance 20 mm. long, with an interval of, for example, 200 mm. attached to the body 25 of the strip 1. In particular in the latter case it is possible to pre-assemble the supports 3 and also the junction boxes 2 in their intended place on the guides and to deliver them as such, for example with the guides wound into a roll, at the place of installation. . Other embodiments which are suitable for pre-assembly are also conceivable, such as on the basis of the brackets 9, 10, 11 or the embodiment according to Fig. 14, in which case the body 25 then also consists of, for instance, relatively short lengths. The cable splice box 2 can also be designed with a quick-mounting system grafted onto the fastening of the web 25 to the strip 24 according to Figure 14, for which purpose an element with a profile according to the profile of the strip 24 according to the profile of the strip 24, for example, Figure 14 protrudes with the groove.

30 Fig. 20, 21 en 22 geven alternatieve profiel-vormen voor de steunen 3. De omsloten ruimte 23 staat via een vernauwing 33 in verbinding met de omgeving, en die vernauwing is bij voorkeur kleiner dan de buitendiameter van de in de ruimte op te nemen geleider of bundel van geleiders, zodat die daarin 35 wordt vastgehouden. Door de steunen 3 van bijvoorbeeld fig. 18, 19, 20 of 21 bijvoorbeeld voldoende buigzaam te maken of met een zwenkscharnier (evt. integraal) uit te rusten, en bijvoorbeeld aan het lijf 25 van de strip 1 op een geschikteFIG. 20, 21 and 22 give alternative profile shapes for the supports 3. The enclosed space 23 communicates with the environment via a constriction 33, and this constriction is preferably smaller than the outer diameter of the conductor to be accommodated in the space or bundle of conductors so that it is held therein. For example, by making the supports 3 of, for instance, Figs. 18, 19, 20 or 21 sufficiently flexible or equipping them with a pivot hinge (possibly integral), and, for example, on the body 25 of the strip 1 in a suitable

1 0 0 6 5 J1 0 0 6 5 J

- 9 - plaats een verankeringsorgaan voor verankeren van de vrije langsrand van de steun 3 te verschaffen en eventueel die vrije langsrand met een voor verankerende samenwerking met dat verankeringsorgaan geschikte profilering uit te voeren, kunnen 5 dergelijke steunen 3 in een de geleider omsluitende stand gebracht worden en daarin vastgezet worden.- 9 - to provide an anchoring member for anchoring the free longitudinal edge of the support 3 and optionally providing that free longitudinal edge with a profiling suitable for anchoring cooperation with that anchoring member, such supports 3 can be brought into a position enclosing the guide and secured therein.

Verdere vormen voor de onderdelen van de montagestrip zijn eveneens denkbaar. Ook zijn uitvoeringen van de montagestrip beoogd, die tot stand komen door van het ene hier beschreven 10 en/of getoonde uitvoeringsvoorbeeld een of meer onderdelen te gebruiken in combinatie met een of meer verdere onderdelen van een of meer andere hier beschreven en/of getoonde uitvoeringsvoorbeelden.Other shapes for the parts of the mounting strip are also conceivable. Embodiments of the mounting strip are also contemplated, which are effected by using one or more parts of the one embodiment described here and / or shown here in combination with one or more further parts of one or more other embodiments described and / or shown here. .

Met de uitvinding is het bijvoorbeeld mogelijk, met kabels 15 en kabellasdozen voorgemonteerde strippen beschikbaar te stellen, die op de bouwplaats alleen nog maar moeten worden gemonteerd. Het aantal bijvoorbeeld op de bouwplaats te verrichten handelingen, in het bijzonder waarbij het montage-personeel een lastige lichaamshouding moet aannemen, is 20 daardoor aanzienlijk geringer, er kan veiliger en betrouwbaarder en sneller worden gewerkt, en het eindresultaat is minder afhankelijk van de omstandigheden op de bouwplaats, en daardoor beter controleerbaar en netter in vergelijking met de bekende rechtstreekse montage met zadels of beugels.The invention makes it possible, for example, to provide pre-assembled strips with cables 15 and cable splice boxes, which only have to be mounted on the construction site. The number of actions to be carried out on the construction site, for example, in particular where the assembly personnel have to assume a difficult body posture, is therefore considerably smaller, safer and more reliable and faster work can be performed, and the end result is less dependent on the circumstances. the construction site, and therefore more controllable and tidier compared to the known direct mounting with saddles or brackets.

25 De verschillende onderdelen van het systeem, zoals lijf 25, flens 6, steun 3 kunnen, afhankelijk van de situatie, over de gehele lengte van het systeem lopen, of bijvoorbeeld bestaan uit relatief korte lengtedelen die een relatief grote tussenruimte behouden. Loopt een onderdeel over de gehele 30 lengte van het systeem, zal dat deel veelal uit lengtestukken zijn samengesteld die althans in hoofdzaak naadloos in eikaars verlengde op elkaar komen aan te sluiten.Depending on the situation, the different parts of the system, such as body 25, flange 6, support 3 can run over the entire length of the system, or for instance consist of relatively short length parts which retain a relatively large spacing. If a part runs along the entire length of the system, that part will usually be composed of length pieces that come together at least substantially seamlessly in line with each other.

Hoewel in het voorgaande steeds werd gesproken van kabels of leidingen voor het voeren van een elektrische stroom, of 35 een signaal (bijvoorbeeld glasvezelkabels) beperkt de uitvinding zich niet daartoe. Ook omvat de uitvinding andere typen geleiders, zoals leidingen voor hydrauliek of pneumatiek.Although the foregoing has always referred to cables or conduits for carrying an electric current, or a signal (for instance glass fiber cables), the invention is not limited to this. The invention also includes other types of guides, such as pipes for hydraulics or pneumatics.

10065491006549

Claims

1. Elongated body energy or signal conduction system (1, 24, 25) spaced along its length: 1. one or more support members (3, 9, 11) to which one or more energy or signal conductors running along the body 10 are supported; 2. one or more mounting members (22) for attachment to a support, such as a ceiling (21) for the body; and optionally at least one mounting provision (5, 7, 10) for a tapping member (2) with which at least one of the energy or signal conductors is coupled for tapping energy or signal to a consumer or source.

System according to claim 1, comprising a downwardly sloping body element (25) with one or more protruding support members (3, 9, 11) on one or both sides, which are preferably easily detachable, for instance by hooking or clicking, with said connection preferably either between the support element and the body element or between the body element and a mounting member (6, 24) for the support (21).

System as claimed in claim 1 or 2, with the support member 25 closable, for instance by hooks (fig. 10 or 11. or clicks, and optionally with support members at different levels (e.g. fig. 9 or 22).

System according to any one of the preceding claims, having at least one of the series of body element (25), mounting member (6, 30 24), support member (3, 9, 11), body (1) of relatively great length, and at least at least one of the same series in relatively short lengths, preferably spaced considerably larger than their length (e.g. fig. 4).

System according to any one of the preceding claims, with the mounting member (6) coupled pivotally, and preferably anchored in a desired position.

System according to any one of the preceding claims, with the mounting member (6) projecting to the side and the mounting member at 1006549-11 - preferably as an integral part.

System according to any one of the preceding claims, with the attachment device for the branching member (2) on the same side of the body as supporting members.

Conductor, preferably flexible cable, with support members spaced along the length of said cable and optionally one or more tap-off members for inclusion in the system according to any one of the preceding claims, wherein said conductor is optionally wound into a roll .

Body element (25) or mounting member (6, 24) or support member (3, 9, 11) or body (1) for inclusion in the system according to any one of the preceding claims 1-8.

10. A method of arranging an elongated signal or current conductor, such as a cable, in which a long-length single or multi-part body is attached to the support, and to the conductor at regular intervals along its length supports are optionally provided with one or more branching members, after which the conductor thus pre-assembled with fittings is fixed to said elongated body by said support members. 1006549