NL1006188C2 - Bulb-planting machine - has grabs working simultaneously and movable in vertical and transverse directions - Google Patents

Bulb-planting machine - has grabs working simultaneously and movable in vertical and transverse directions Download PDF

Info

Publication number
NL1006188C2
NL1006188C2 NL1006188A NL1006188A NL1006188C2 NL 1006188 C2 NL1006188 C2 NL 1006188C2 NL 1006188 A NL1006188 A NL 1006188A NL 1006188 A NL1006188 A NL 1006188A NL 1006188 C2 NL1006188 C2 NL 1006188C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bulbs
planting
arms
movable
housing
Prior art date
Application number
NL1006188A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL1006188A1 (en
Inventor
Caspert Maarten De Vries
Original Assignee
Vries Engineering I O De
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL9500422A external-priority patent/NL194775C/en
Application filed by Vries Engineering I O De filed Critical Vries Engineering I O De
Priority to NL1006188A priority Critical patent/NL1006188C2/en
Publication of NL1006188A1 publication Critical patent/NL1006188A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1006188C2 publication Critical patent/NL1006188C2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/08Devices for filling-up flower-pots or pots for seedlings; Devices for setting plants or seeds in pots
    • A01G9/083Devices for setting plants in pots
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C9/00Potato planters
    • A01C9/02Potato planters with conveyor belts
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C9/00Potato planters
    • A01C9/06Potato planters with piercing or grasping devices

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Transplanting Machines (AREA)

Abstract

The bulbs are stored in bulk, being individually extracted by a mechanism (2) delivering to a planting mechanism (5), several bulbs being extracted and planted at the same time. The planting mechanism comprises grabs (41), the same in number as the bulbs to be planted at one time, and which are movable both in the vertical and transverse directions. Each grab can have a series of parallel arms, movable between the release position and the working one close to each other. The arms can extend along a housing containing a movable actuating component for them, each having a cam protruding inside the housing and bearing against the component.

Description

Inrichting voor het planten van bollenDevice for planting bulbs

De uitvinding betreft een inrichting voor het mechanisch planten van een verzameling als stortgoed aangevoerde bollen van een gewas, voorzien van middelen voor het uit de verzameling nemen van enkele bollen en 5 daarmee in serie geplaatste middelen voor het planten van de gerichte bollen, waarbij de uitneemmiddelen en de plantmiddelen ingericht zijn voor het gelijktijdig parallel bewerken van een aantal bollen. Een dergelijke inrichting wordt beschreven in de ter inzage gelegde 10 Nederlandse octrooiaanvrage 90.00945The invention relates to a device for mechanically planting a collection of bulbs of a crop supplied as bulk material, provided with means for removing a few bulbs from the collection and means placed in series therewith for planting the aligned bulbs, wherein the removal means and the planting means are arranged for simultaneously processing a number of bulbs in parallel. Such a device is described in Netherlands Patent Application 90.00945 laid open to public inspection

Het planten van bollen is een relatief arbeidsintensieve bewerking, die snel moet worden uitgevoerd in verband met de beperkte duur van de optimale periode voor het planten. Verder dient het planten nauwkeurig uitge-15 voerd te worden, daar de bollen met het oog op het optimaliseren van de opbrengst zeer dicht bij elkaar in de teeltgrond geplaatst dienen te worden, maar niet zo dicht bij elkaar dat zij eikaars ontwikkeling negatief beïnvloeden. Daar het planten van de bollen overigens relatief 20 geestdodende arbeid is, waarvoor slechts een geringe vergoeding betaald kan worden, kost het in toenemende mate moeite hiervoor voldoende aantallen arbeidskrachten te vinden. Daardoor wordt het voor telers ook steeds moeilij-ker alle bollen binnen de optimale periode te planten.Bulb planting is a relatively labor-intensive operation, which must be performed quickly due to the limited duration of the optimum planting period. Furthermore, the planting must be carried out accurately, since the bulbs must be placed very close together in the cultivation soil with a view to optimizing the yield, but not so close together that they negatively influence each other's development. Since planting the bulbs is otherwise relatively mind-numbing labor, for which only a small compensation can be paid, it is increasingly difficult to find sufficient numbers of labor for this. This makes it increasingly difficult for growers to plant all bulbs within the optimal period.

25 Daarom is in de genoemde Nederlandse octrooiaan vrage 90.00945 een inrichting voorgesteld als beschreven in de aanhef, waarmee grote aantallen bollen snel, eenvoudig en nauwkeurig geplant kunnen worden, zonder een beroep te hoeven doen op grote aantallen arbeidskrachten, en 30 zonder gevaar voor overmatige beschadiging of uitval van de bollen.Therefore, in said Dutch patent application 90.00945, a device as described in the preamble is proposed, with which large numbers of bulbs can be planted quickly, simply and accurately, without having to rely on large numbers of manpower, and without danger of excessive damage. or failure of the bulbs.

Bij deze bekende bollenplanter worden de bollen vanuit een voorraadbak op een trilvlak gebracht, waarin 1006188 2 evenwijdige goten zijn gevormd. Deze goten zijn nabij hun uiteinde zover versmald, dat slechts een enkele rij bollen per goot kan worden getransporteerd. De zo verenkelde bollen vallen uiteindelijk vanuit de trilgoten in vertica-5 le plantpijpen, waarvan het onderste uiteinde door de bodem wordt bewogen. Zo vallen de bollen via de plantpijpen in een vore in de bodem.In this known bulb planter, the bulbs are brought from a storage bin onto a vibrating surface, in which 1006188 2 parallel gutters are formed. These troughs are narrowed near their ends so that only a single row of spheres can be transported per trough. The spheres thus separated eventually fall from the vibrating troughs into vertical plant pipes, the lower end of which is moved through the bottom. The bulbs drop through the plant pipes in a furrow in the soil.

Door de bollen met behulp van deze inrichting mechanisch te planten, kan een groot aantal bollen in 10 relatief korte tijd verwerkt worden. De bekende inrichting heeft echter het nadeel dat de bollen daarmee niet afzonderlijk gehanteerd en geplant kunnen worden. Hierdoor is het plantpatroon niet altijd optimaal.By mechanically planting the bulbs using this device, a large number of bulbs can be processed in a relatively short time. However, the known device has the drawback that the bulbs cannot be handled and planted separately. As a result, the planting pattern is not always optimal.

De uitvinding beoogt derhalve een plantinrich-15 ting te verschaffen waarbij dit nadeel zich niet voordoet. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de plant-middelen een met het aantal gelijktijdig te bewerken bollen overeenkomend aantal onderling evenwijdige, in verticale richting alsook in dwarsrichting verplaatsbare 20 grijpers omvatten. Door gebruik te maken van grijpers kunnen de bollen stuk voor stuk opgenomen en op de juiste positie geplant worden.The object of the invention is therefore to provide a plant device in which this drawback does not occur. According to the invention this is achieved in that the planting means comprise a number of mutually parallel grippers which can be moved in the vertical direction as well as in the transverse direction, corresponding to the number of bulbs to be processed simultaneously. By using grippers, the bulbs can be picked up one by one and planted in the right position.

Voorkeursuitvoeringen van de inrichting volgens de uitvinding vormen de materie van de volgconclusies.Preferred embodiments of the device according to the invention form the subject-matter of the subclaims.

25 De uitvinding betreft ook een grijper voor toepassing in een dergelijke inrichting.The invention also relates to a gripper for use in such a device.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bij gevoegde tekening, waarin: 30 fig. 1 een bovenaanzicht is van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 2 een zijaanzicht is van de in fig. 1 getoonde inrichting; fig. 3 een gedetailleerd bovenzicht is van de 35 uitneemmiddelen van de in fig. 1 getoonde inrichting; fig. 4 een schematisch zijaanzicht is van de richtmiddelen van deze inrichting; 1006188 3 fig. 5a-e de verschillende stappen van het richten van een bol schematisch weergeven; fig. 6 een perspectivisch aanzicht is van een tot de plantmiddelen van de inrichting behorende eerste 5 uitvoeringsvorm van de grijper; fig. 7 een doorgesneden detailaanzicht is volgens de pijl VII in fig. 6; fig. 8a-e de verschillende stappen van het planten van een rij bollen weergeven aan de hand van de 10 grijpers van fig. 6 en 7; fig. 9 een achteraanzicht is van de teeltbaktoe-voermiddelen van de inrichting van fig. 1 en 2; fig. 10 een perspectivisch bovenaanzicht is van de uitneemmiddelen van een tweede uitvoeringsvorm van de 15 inrichting volgens de onderhavige uitvinding, en fig. 11 een perspectivisch aanzicht is van een tweede uitvoeringsvorm van de grijper van de inrichting volgens de uitvinding.The invention will now be elucidated on the basis of an example, with reference being made to the appended drawing, in which: fig. 1 is a top view of a first embodiment of the device according to the invention; Fig. 2 is a side view of the device shown in Fig. 1; fig. 3 is a detailed top view of the removal means of the device shown in fig. 1; Fig. 4 is a schematic side view of the orienting means of this device; 1006188 3 fig. 5a-e schematically show the different steps of aiming a sphere; Fig. 6 is a perspective view of a first embodiment of the gripper belonging to the planting means of the device; Fig. 7 is a sectional detail view according to the arrow VII in Fig. 6; Figures 8a-e show the different steps of planting a row of bulbs using the grippers of Figures 6 and 7; FIG. 9 is a rear view of the cultivation tray supply means of the apparatus of FIGS. 1 and 2; Fig. 10 is a perspective top view of the removal means of a second embodiment of the device according to the present invention, and Fig. 11 is a perspective view of a second embodiment of the gripper of the device according to the invention.

De uitvinding verschaft een inrichting voor het 20 in teeltbakken planten van bollen, bijvoorbeeld bloembollen. De bollen moeten in dergelijke bakken geplant worden met een tussenruimte van enkele millimeters, en moeten daarom nauwkeurig geplaatst en gericht worden. Een probleem bij het mechanisch of machinaal planten is echter 25 dat de bollen niet allemaal identiek zijn, en zowel in vorm als afmetingen verschillen.The invention provides a device for planting bulbs, for example flower bulbs, in cultivation trays. The bulbs should be planted in such trays with a spacing of a few millimeters, therefore they should be placed and aligned accurately. However, a problem in mechanical or machine planting is that the bulbs are not all identical, and differ in both shape and dimensions.

Een mechanische plantinrichting l volgens de uitvinding omvat middelen 2 (fig. l) voor het uit een verzameling bollen 3 nemen van enkele bollen 3, daarmee in 30 serie geplaatste middelen 4 voor het richten van de enkele bollen 3 en met de richtmiddelen 4 in serie geplaatste middelen 5 voor het planten van de gerichte bollen 3. De inrichting omvat verder middelen 6 voor het aan de plantmiddelen 5 toevoeren van met teeltaarde 7 gevulde houders 35 8 voor het opnemen van de bollen 3.A mechanical planting device 1 according to the invention comprises means 2 (fig. 1) for taking a few bulbs 3 from a collection of bulbs 3, means 4 arranged in series therewith for aligning the single bulbs 3 and with the aligning means 4 in series placed means 5 for planting the oriented bulbs 3. The device further comprises means 6 for supplying to the planting means 5 containers 8 filled with cultivation soil 7 for receiving the bulbs 3.

De uitneemmiddelen 2 (fig. 3) van deze inrichting omvatten een bandtransporteur 9 waarop de bollen 3 1006188 4 gestort worden, en die de bollen 3 in de richting van de pijl T door een poort 10 met scheidingsorganen 11 transporteert. De scheidingsorganen ll, die in aantal overeenkomen met het aantal in een rij te planten bollen 3, zijn 5 elk heen en weer beweegbaar, in het getoonde voorbeeld zwenkbaar om een dwars op het vlak van de transporteur 9 staande as 12, en worden over armen 13 en een verbindingsas 14 synchroon aangedreven door een (hier niet getoonde) aandrijving. Zo wordt de als stortgoed aangevoerde, onge-10 ordende massa bollen 3 op de band 9 in een aantal rijen verdeeld. De rijen kunnen eventueel nog gescheiden gehouden worden door (hier niet getoonde) boven de band 9 hangende scheidingswanden. Deze scheidingswanden kunnen daarbij uitgevoerd zijn als dubbele stroken van een soepe-15 le kunststof, die door een daartussen aangebrachte kunststof buigveer van elkaar en dus in de richting van de naastgelegen scheidingswand gedrukt worden. Door de veerkracht wordt dan bereikt dat zich slechts een enkele rij bollen zal vormen in de door de scheidingswanden gevormde 20 banen, terwijl als gevolg van de soepele aard van de scheidingswanden het vastlopen en eventueel beschadigen van in die banen aanwezige bollen voorkomen kan worden.The removal means 2 (fig. 3) of this device comprise a belt conveyor 9 on which the spheres 3 1006188 4 are poured, and which transports the spheres 3 in the direction of the arrow T through a gate 10 with separating members 11. The separating members 11, which correspond in number to the number of bulbs 3 to be planted in a row, are each movable to and fro, in the example shown pivotable about a shaft 12 standing transversely of the plane of the conveyor 9, and are moved over arms 13 and a connecting shaft 14 driven synchronously by a drive (not shown here). The unordered mass of spheres 3 on the belt 9, thus supplied as bulk goods, is divided into a number of rows. The rows can optionally still be kept separate by dividing walls (not shown here) hanging above the belt 9. These partition walls can be designed as double strips of a flexible plastic, which are pressed apart by a plastic bending spring arranged between them and thus in the direction of the adjacent partition wall. The resilience then achieves that only a single row of spheres will form in the webs formed by the partition walls, while, due to the flexible nature of the partition walls, the seizure and possible damage of bulbs present in those webs can be prevented.

Aan het eind van de band 9 worden de bollen 3 door kleppen 15 tegengehouden, tot voor elke klep 15 een bol 3 aanwezig 25 was, en de richtmiddelen 4 gereed zijn om weer een serie bollen 3 te ontvangen. Dan worden de kleppen 15 door daarmee verbonden bedieningscilinders 16 opengetrokken in de richting van de pijl (fig. 2), waarna de bollen 3 overgegeven worden aan de lager gelegen richtmiddelen 4.At the end of the belt 9, the spheres 3 are held back by valves 15, until a sphere 3 was present for each valve 15, and the aligning means 4 are ready to receive a series of spheres 3 again. The valves 15 are then pulled open by operating cylinders 16 connected thereto in the direction of the arrow (fig. 2), after which the spheres 3 are transferred to the lower orienting means 4.

30 De uitneemmiddelen 102 volgens een tweede uit voeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvatten een aantal afzonderlijk aandrijfbare en bestuurbare langs-transporteurs 59 (fig. 10). Het aantal langstransporteurs 59 komt daarbij overeen met het aantal bollen 3 dat ge-35 lijktijdig bewerkt dient te worden. Elke langstransporteur 59 heeft de gedaante van een zogeheten trilgoot 76, welke door middel van een viertal veerkrachtig buigzame benen 60 1006188 5 aangebracht is op een frame 61 dat onderdeel vormt van de inrichting 1. Elke trilgoot 76 is daarbij onder een kleine hoek a ten opzichte van de horizontaal geplaatst, zodanig dat de bollen 3 schuin omhoog bewogen worden door de 5 trilgoot 76.The removal means 102 according to a second embodiment of the present invention comprise a number of separately drivable and controllable longitudinal conveyors 59 (fig. 10). The number of longitudinal conveyors 59 here corresponds to the number of spheres 3 to be processed simultaneously. Each longitudinal conveyor 59 has the form of a so-called vibrating chute 76, which is mounted on a frame 61 which forms part of the device 1 by means of four resiliently flexible legs 60 1006188 5. Each vibrating chute 76 is at a small angle a with respect to from the horizontal, such that the spheres 3 are moved obliquely upwards by the 5 vibrating chute 76.

De trilgoten 76 worden elk afzonderlijk aangedreven door een schematisch weergegeven trilmotor 62. Deze trilmotor 62 kan bijvoorbeeld een excenteraandrijving omvatten, maar kan ook uitgevoerd zijn als pneumatische 10 cilinder. Door het aandrijven van de trilmotoren 62 worden de bollen 3 over de trilgoten 76 verplaatst in de richting van de pijlen. De bollen 3 worden aan de langstransporteur 59 toegevoerd door middel van een dwarstransporteur 63, die op zijn beurt gevoed wordt door een centrale transpor-15 teur 64. De dwarstransporteur 63 omvat een transportband 69 die beweegbaar is over een tweetal keerrollen 56. De keerrollen 65 zijn daarbij gelagerd op een wagen 66 die langs een dwarsbalk 67 verplaatsbaar is in de richting van de pijl D. De transportband 69 is in twee tegengestelde 20 richtingen aandrijfbaar in de richting van de pijl A. Voor het verplaatsen van de wagen 66 en het aandrijven van de band 69 is er een aandrijfeenheid 68 aanwezig.The vibrating troughs 76 are each individually driven by a schematically shown vibrating motor 62. This vibrating motor 62 can for instance comprise an eccentric drive, but can also be designed as a pneumatic cylinder. By driving the vibrating motors 62, the spheres 3 are moved over the vibrating troughs 76 in the direction of the arrows. The spheres 3 are supplied to the longitudinal conveyor 59 by means of a transverse conveyor 63, which in turn is fed by a central conveyor 64. The transverse conveyor 63 comprises a conveyor belt 69 which is movable over two return rollers 56. The return rollers 65 are mounted on a carriage 66 which is movable along a cross beam 67 in the direction of the arrow D. The conveyor belt 69 is drivable in two opposite directions in the direction of the arrow A. For moving the carriage 66 and driving it a drive unit 68 of the belt 69 is provided.

De dwarstransporteur 63 strekt zich uit over ongeveer de helft van de breedte van de verzameling lang-25 stransporteurs 59 en is in twee richtingen verplaatsbaar vanuit een stand waarin één van zijn keerrollen 65 nagenoeg boven het midden van de verzameling langstranspor-teurs 59 gelegen is naar een stand waarin deze keerrol 65 ter plaatse van de buitenste langstransporteur 59 gelegen 30 is. Door het ene uiteinde van de dwarstransporteur 63 zo over de helft van de langstransporteurs 59 te bewegen kunnen deze naar behoefte gevuld worden met bollen 3. Daarbij wordt dan de band 69 zodanig aangedreven dat de bollen over de zo verplaatste keerrol 65 worden afgevoerd. 35 Uiteraard is de dwarstransporteur 63 ook in de andere richting verplaatsbaar, eveneens tussen een stand waarin de andere keerrol 65 boven het midden van de langstrans- 1006188 6 porteurs 59 gelegen is en een stand waarin deze keerrol boven de buitenste langstransporteur 59 gelegen is. Daarbij wordt dan de band 69 in de andere richting aangedreven. De aandrijving en de verplaatsing van de band 63 5 worden daarbij bestuurd door hier schematisch weergegeven waarnemingsmiddelen 70 die vaststellen of een langstransporteur 69 voldoende met bollen 3 gevuld is. Deze waarnemingsmiddelen kunnen ook aan de uiteinden van de dwars-transporteur 63 zijn aangebracht.The cross conveyor 63 extends about half the width of the collection of long conveyors 59 and is movable in two directions from a position in which one of its return rollers 65 is located substantially above the center of the collection of longitudinal conveyors 59 towards a position in which this return roller 65 is located at the location of the outer longitudinal conveyor 59. By moving one end of the transverse conveyor 63 over half of the longitudinal conveyors 59, these can be filled as necessary with spheres 3. The belt 69 is then driven in such a way that the spheres are discharged over the return roller 65 so displaced. Of course, the transverse conveyor 63 can also be moved in the other direction, also between a position in which the other return roller 65 is located above the center of the longitudinal conveyors 59 and a position in which this reverse roller is located above the outer longitudinal conveyor 59. The belt 69 is then driven in the other direction. The drive and the displacement of the belt 63 are thereby controlled by observing means 70 schematically shown here, which determine whether a longitudinal conveyor 69 is sufficiently filled with spheres 3. These detection means can also be arranged at the ends of the cross conveyor 63.

10 Wanneer een bol 3 als gevolg van de trilbeweging van de langstransporteur 59 het eind van de goot 76 bereikt en daaruit valt, wordt een schakelinrichting 71 bediend. Deze schakelinrichting 71 bestaat in het getoonde voorbeeld uit een hefboom 72 die rond een as 73 gelagerd 15 is en voorgespannen wordt door een veer 74. Wanneer de hefboom 72 naar beneden bewogen wordt, wordt een schakelaar 75 geactiveerd waardoor de bijbehorende trilgoot 76 stopgezet wordt. De daarop resterende bollen 3 glijden of rollen dan terug, waardoor voorkomen wordt dat meer dan 20 één bol 3 tegelijkertijd gedoseerd wordt. De gedoseerde bol 3 valt op de rollen 17, 18 van de richtmiddelen 4, en wordt daardoor gericht op de wijze als hieronder beschreven. In plaats van de getoonde schakelinrichting 71 kan natuurlijk een groot aantal andere detectiemiddelen toege-25 past worden.When a ball 3, as a result of the vibrating movement of the longitudinal conveyor 59, reaches the end of the chute 76 and falls out of it, a switching device 71 is operated. In the example shown, this switching device 71 consists of a lever 72 which is mounted around an axis 73 and which is pretensioned by a spring 74. When the lever 72 is moved downwards, a switch 75 is activated, whereby the associated vibrating chute 76 is stopped. The remaining bulbs 3 then slide or roll back, thereby preventing more than one bulb 3 from being dosed simultaneously. The dosed sphere 3 falls on the rollers 17, 18 of the aligning means 4, and is thereby directed in the manner as described below. Instead of the shown switching device 71, a large number of other detection means can of course be used.

De richtmiddelen 4 omvatten twee rijen op afstand tegenover elkaar gelegen rollen 17, 18, die roteerbaar zijn om evenwijdige assen 19, 20. Twee tegenover elkaar gelegen rollen 17, 18 vormen daarbij telkens een 30 rollenpaar. Tussen de beide rollen 17, 18 is telkens een lichtbron 23 aangebracht. Onder de rollenparen is verder een zich over de gehele breedte van de inrichting 1 uit-strekkende afvaltransporteur 24 aangebracht. De rollen 17, 18 van elk rollenpaar worden onafhankelijk van de rollen 35 van de andere rollenparen aangedreven. Daartoe is elke rol 17, 18 voorzien van een tandwiel 29, 30, dat over een gemeenschappelijk getande riem 31 aangedreven wordt door 1006188 7 een tandwiel 33. Dit tandwiel 33 is aangebracht op de uitgaande as 40 van een omkeerbare motor 34. Teneinde de mogelijkheid te hebben de afstand tussen de rollen 17, 18 in te stellen, is de getande aandrijfriem 31 relatief 5 lang, en wordt deze over een omloopwiel 35 van een spanner 36 geleid. Deze spanner 36 omvat een arm 32, die het omloopwiel 35 draagt, en zwenkbaar is om een scharnierpunt 37. De arm 32 wordt door een trekveer 38 belast, waardoor de riem 31 onder spanning gehouden wordt.The aligning means 4 comprise two rows of spaced opposite rollers 17, 18, which are rotatable about parallel axes 19, 20. Two opposing rollers 17, 18 each form a pair of rollers. A light source 23 is each arranged between the two rollers 17, 18. A waste conveyor 24 extending over the entire width of the device 1 is further arranged under the pairs of rollers. The rollers 17, 18 of each roller pair are driven independently of the rollers 35 of the other roller pairs. For this purpose, each roller 17, 18 is provided with a gear 29, 30, which is driven over a common toothed belt 31 by 1006188 7 a gear 33. This gear 33 is mounted on the output shaft 40 of a reversible motor 34. In order to enable to adjust the distance between the rollers 17, 18, the toothed drive belt 31 is relatively long, and is guided over a by-pass wheel 35 of a tensioner 36. This tensioner 36 comprises an arm 32, which carries the circulation wheel 35, and is pivotable about a pivot point 37. The arm 32 is loaded by a tension spring 38, whereby the belt 31 is kept under tension.

10 Op elk rollenpaar 17, 18 komt nu op willekeurige wijze een bol 3 te liggen. De rollen 17, 18 worden nu gedurende enkele seconden in een eerste richting R2 geroteerd (fig. 5a), en vervolgens gedurende enkele seconden in de daaraan tegenovergestelde richting R2 (fig. 5b).A sphere 3 will now be placed randomly on each roller pair 17, 18. The rollers 17, 18 are now rotated in a first direction R2 for a few seconds (Fig. 5a), and then in the opposite direction R2 for a few seconds (Fig. 5b).

15 Daarbij roteren de beide rollen 17, 18 met elkaar mee.The two rollers 17, 18 thereby rotate together.

Door de rotatie van de rollen 17, 18 zal de daartussen gelegen bol 3 als het ware 'omvallen', waardoor hij met zijn top 21 uitsteekt tussen de twee rollen 17, 18, en zijn wortels 22 omhoog gericht zijn. Daarbij onderbreekt 20 de top 21 een uit de lichtbron 23 afkomstige straal, waardoor een signaal afgegeven wordt dat de rotatie stopzet (fig. 5c). Wanneer de lichtstraal nog niet onderbroken is nadat de rollen 17, 18 in de beide richtingen R , R2 geroteerd zijn, is er klaarblijkelijk iets mis met de bol 25 3. Bijvoorbeeld kan de bol 3 te klein zijn, of beschadigd, waardoor hij niet wil kantelen, of zijn top 21 de lichtstraal niet bereikt. In dat geval worden de rollen van elkaar bewogen, waardoor de bol 3 in de afvaltransporteur 24 valt (fig. 5d), en wordt een nieuwe bol 3 vanaf de 30 transporteur 9 toegelaten, waarna het betreffende rollenpaar 17, 18 weer geroteerd wordt. Wanneer uiteindelijk van elk rollenpaar 17, 18 de rotatie gestopt is, liggen alle bollen 3 dus in dezelfde richting, met hun top 21 naar beneden en hun wortels 22 omhoog.As a result of the rotation of the rollers 17, 18 the sphere 3 situated between them will 'fall over', as a result of which it protrudes with its top 21 between the two rollers 17, 18, and its roots 22 are directed upwards. Thereby the top 21 interrupts a beam from the light source 23, whereby a signal is given which stops the rotation (fig. 5c). If the light beam has not yet been interrupted after the rollers 17, 18 have been rotated in both directions R, R2, there is apparently something wrong with the sphere 25 3. For example, the sphere 3 may be too small, or damaged, so that it will not tilt, or its top 21 does not reach the beam of light. In that case the rollers are moved apart, whereby the ball 3 falls into the waste conveyor 24 (fig. 5d), and a new ball 3 is admitted from the conveyor 9, after which the respective pair of rollers 17, 18 is rotated again. Thus, when the rotation of each pair of rollers 17, 18 has finally stopped, all the spheres 3 lie in the same direction, with their top 21 down and their roots 22 up.

35 Doordat de afstand tussen de rollen 17, 18 instelbaar is, kan worden gewaarborgd dat voor elke soort bollen 3 de lichtstraal uitsluitend onderbroken wordt door 1006188 8 de top 21 van de bollen, en onbereikbaar is voor de wortels 22 daarvan. Overigens kunnen in het geval dat zeer uiteenlopende soorten bollen verwerkt moeten worden in één en dezelfde inrichting, de rollen 17, 18 verwijderd worden 5 en door rollen met een andere diameter vervangen worden.Since the distance between the rollers 17, 18 is adjustable, it can be ensured that for each type of spheres 3 the light beam is interrupted only by the top 21 of the spheres 1006188 and is inaccessible to the roots 22 thereof. Incidentally, in the case that very different types of spheres have to be processed in one and the same device, the rollers 17, 18 can be removed and replaced by rollers of a different diameter.

Vervolgens worden de bollen 3 opgepakt door een aantal op een kantelbalk 25 aangebrachte grijpers 26 (fig. 5e), en daardoor over 180° gekanteld, waarna zij met hun wortels 22 weer naar beneden gericht in een transportbak 10 27 geplaatst worden. Deze transportbak 27, die zich over de gehele breedte van de inrichting 1 uitstrekt, is in hoogterichting verplaatsbaar, zodat de bollen 3 voorzichtig daarin geplaatst kunnen worden, en niet van enige hoogte in de bak 27 vallen. In de transportbak 27 worden 15 de bollen 3 opgenomen in (niet getoonde) positionerings-profielen, zodat zij door de richtmiddelen 4 meegegeven oriëntatie handhaven. De transportbak 27 is verder over rails 28 verplaatsbaar in de transportrichting, en brengt de bollen 3 naar de eigenlijke plantmiddelen 5.The spheres 3 are then picked up by a number of grippers 26 arranged on a tilting bar 25 (fig. 5e), and thereby tilted through 180 °, after which they are placed with their roots 22 downwards again in a transport bin 27. This transport box 27, which extends over the entire width of the device 1, is movable in height direction, so that the spheres 3 can be carefully placed therein and do not fall into the box 27 from any height. In the transport box 27, the bulbs 3 are received in positioning profiles (not shown), so that they maintain the orientation imparted by the orienting means 4. The transport box 27 is further movable over rails 28 in the transport direction, and brings the bulbs 3 to the actual planting means 5.

20 Deze plantmiddelen 5 omvatten volgens de uitvin ding een aantal onderling evenwijdige verplaatsbare pneumatische grijpers 41, die in dwarsrichting verschuifbaar zijn langs een balk 42, en die verder omhoog en omlaag beweegbaar zijn. In een eerste uitvoeringsvorm omvatten de 25 grijpers 41 elk een huis 43 (fig. 6) dat opgehangen is aan de onderzijde van een pneumatische cilinder 44, die voor de beweging in verticale richting zorgdraagt. In het huis 43 is een boring 45 aangebracht, waarin een plunjer of bedieningsorgaan 46 op en neer beweegbaar is. De hoeken 47 30 van het huis 43 zijn afgeschuind, en daarlangs zijn vier grijpstiften 48 aangebracht, die bijvoorbeeld door een tweetal elastische verbindingsringen 49 aan het huis 43 bevestigd zijn. Elke grijpstift 48 is voorzien van een tweetal uitduwnokken 50 met schuine glijvlakken 51, die 35 door openingen 52 in de afgeschuinde zijden 47 van het huis 43 steken. Deze uitduwnokken 50 werken samen met eveneens hellende eindvlakken 53 van geleidingsopeningen 1006188 9 54 die in de plunjer 46 zijn aangebracht. Door de plunjer 46 pneumatisch omlaag te bewegen worden de nokken 50 naar buiten geduwd, en de grijpstiften 48 dus uit elkaar bewogen, waardoor zij om een bol 3 kunnen grijpen. Door de 5 plunjer 46 weer omhoog te brengen worden de stiften 48 door de elastische verbindingsringen 49 naar het huis 43 en naar elkaar getrokken, waardoor de bol 3 kan worden vastgepakt.According to the invention, these planting means 5 comprise a number of mutually parallel displaceable pneumatic grippers 41, which are displaceable in transverse direction along a beam 42, and which are movable further up and down. In a first embodiment, the grippers 41 each comprise a housing 43 (fig. 6) suspended from the underside of a pneumatic cylinder 44, which ensures the movement in vertical direction. A bore 45 is provided in the housing 43, in which a plunger or actuator 46 can be moved up and down. The corners 47 of the housing 43 are chamfered, and four gripping pins 48 are arranged along them, which are fastened to the housing 43, for example, by two elastic connecting rings 49. Each gripping pin 48 is provided with two push-out cams 50 with oblique sliding surfaces 51, which protrude through openings 52 in the chamfered sides 47 of the housing 43. These push-out cams 50 cooperate with likewise inclined end faces 53 of guide openings 1006188 9 54 provided in the plunger 46. By pneumatically lowering the plunger 46, the cams 50 are pushed out, and the gripping pins 48 are thus moved apart, so that they can grip around a sphere 3. By raising the plunger 46 again, the pins 48 are pulled through the elastic connecting rings 49 to the housing 43 and to each other, whereby the bulb 3 can be gripped.

De grijpers 141 volgens een tweede uitvoerings-10 vorm van de onderhavige uitvinding omvatten elk een basis 77 die aan zijn onderzijde voorzien is van bussen 78 waarin flexibele armen 148 zijn aangebracht. De flexibele armen 148 zijn niet evenwijdig en verticaal aangebracht, maar divergeren. De grijper 141 is verder voorzien van een 15 verplaatsbare geleideplaat 79, die verschuifbaar is langs de divergerende flexibele armen 148. De geleideplaat 79 vertoont daartoe een viertal openingen 80, waardoor de armen 148 steken. Daarnaast vertoont de geleideplaat een tweetal openingen 81 waardoor een tweetal evenwijdige, 20 relatief stijve geleidingsarmen 82 steekt. Doordat de geleideplaat 79 vormvast is en de onderlinge positie van de openingen 80 en 81 dus vastligt, zullen door het omhoog of omlaag bewegen van de geleideplaat 79 volgens de pijl V de flexibele armen 148 uit elkaar of naar elkaar toe 25 gedwongen worden, zoals weergegeven door de pijlen R. Op deze wijze kan een bol 3 worden opgepakt of losgelaten. De geleideplaat 79 wordt daarbij bewogen door een luchtcilinder 84, die voorzien is van een plunjer 83 die met zijn uiteinde aan de geleideplaat 79 bevestigd is.The grippers 141 according to a second embodiment of the present invention each comprise a base 77 which is provided on its underside with sleeves 78 in which flexible arms 148 are arranged. The flexible arms 148 are not parallel and vertical, but diverge. The gripper 141 is further provided with a movable guide plate 79, which is slidable along the diverging flexible arms 148. To this end, the guide plate 79 has four openings 80, through which the arms 148 protrude. In addition, the guide plate has two openings 81 through which two parallel, relatively rigid guide arms 82 protrude. Since the guide plate 79 is dimensionally stable and the mutual position of the openings 80 and 81 is thus fixed, the flexible arms 148 will be forced apart or towards each other by moving the guide plate 79 up or down according to arrow V, as shown. by the arrows R. In this way a sphere 3 can be picked up or released. The guide plate 79 is thereby moved by an air cylinder 84, which is provided with a plunger 83 which is attached with its end to the guide plate 79.

30 Voor het overnemen van de bollen 3 uit de trans- portbak 27 worden de armen 148 van elke grijper zo ver mogelijk gespreid. Daartoe wordt de geleideplaat 79 door de luchtcilinder 84 naar zijn hoogste stand verplaatst.In order to take over the balls 3 from the transport container 27, the arms 148 of each gripper are spread as far as possible. For this purpose, the guide plate 79 is moved to its highest position by the air cylinder 84.

Bij het planten van de bollen 3 staat slechts relatief 35 weinig ruimte ter beschikking, daar de bollen 3 zo dicht mogelijk naast elkaar geplant dienen te worden. Teneinde te voorkomen dat de armen 148 daarbij zover gespreid 1006188 10 worden dat zij naastgelegen bollen of armen van naastgelegen grijpers 141 raken, is elke grijper 141 verder nog voorzien van een aanslag 87, welke is aangebracht aan het vrije uiteinde van een plunjer 86 van de tweede lucht-5 cilinder 85. De aanslag 87 is ten opzichte van de basis 77 in de richting van de pijl S instelbaar, en werkt samen met een uitstekend deel 88 van de geleideplaat 79. Door het instellen van de aanslag 87 kan de slag van de geleideplaat 79 en daarmee de mate van spreiding van de armen 10 148 bepaald worden.When planting the bulbs 3, only relatively little space is available, since the bulbs 3 should be planted as close to each other as possible. In order to prevent the arms 148 from being spread so far that they touch adjacent spheres or arms of adjacent grippers 141, each gripper 141 is further provided with a stop 87, which is arranged at the free end of a plunger 86 of the second air-5 cylinder 85. The stop 87 is adjustable relative to the base 77 in the direction of the arrow S, and cooperates with a protruding part 88 of the guide plate 79. By adjusting the stop 87 the stroke of the guide plate 79 and thus the extent of spread of the arms 10 148 are determined.

De grijpers 41 nemen de bollen 3 zo uit de transportbak 27 (fig. 8a), waarna deze weer teruggetrokken wordt naar de richtmiddelen 4. Wanneer elke grijper 41 een bol 3 vastheeft, worden de cilinders 44 met de daaraanhan-15 gende grijpers 41 in dwarsrichting langs de balken 42 naar elkaar toe geschoven, om de bollen 3 zo dicht mogelijk bij elkaar te kunnen planten (fig. 8b). Vervolgens worden de grijpers 41 zover omlaag gebracht, dat zij de bollen 3 in de aarde 7 van een door de toevoermiddelen 6 aangevoerde 20 teeltbak 8 drukken (fig. 8c). Dan worden de grijpers 41 om en om gelost, dat wil zeggen dat eerst bijvoorbeeld de le, 3e, 5e enz. grijpers 41 worden geopend en vervolgens omhooggetrokken (fig. 8c), en daarna de 2e, 4*, 6e enz. grijpers (fig. 8d). Zo wordt voorkomen dat de grijpers 41, 25 die immers dicht tegen elkaar aan gelegen zijn, met elkaar in conflict komen.The grippers 41 thus take the spheres 3 from the transport bin 27 (fig. 8a), after which it is retracted back to the aligning means 4. When each gripper 41 has a sphere 3, the cylinders 44 with the associated grippers 41 are pushed together transversely along the beams 42 in order to be able to plant the bulbs 3 as close together as possible (fig. 8b). The grippers 41 are then lowered to the point that they press the bulbs 3 into the soil 7 of a cultivation tray 8 supplied by the supply means 6 (fig. 8c). Then the grippers 41 are released alternately, i.e., first, for example, the 1st, 3rd, 5th etc. grippers 41 are opened and then pulled up (Fig. 8c), and then the 2nd, 4 *, 6th etc. grippers ( Fig. 8d). This prevents the grippers 41, 25, which are after all close to each other, from coming into conflict with each other.

De teeltbak-toevoermiddelen 6 tenslotte, omvatten een rollenbaan 55 waarop de teeltbakken 8 geplaatst kunnen worden (fig. 1), en aan weerszijden om de rollen-30 baan 55 grijpende klemarmen 56 (fig. 9). De klemarmen 56 zijn door middel van cilinders 59 in dwarsrichting beweegbaar om de teeltbakken 8 in te klemmen en weer los te laten. De klemarmen 56 zijn aangebracht op wagens 57 die langs geleidingsstaven 58 in langsrichting van de rollen-35 baan 55 verplaatsbaar zijn. Zo worden de teeltbakken 8 telkens wanneer weer een rij bollen 3 geplant is over één rijafstand opgeschoven.Finally, the cultivation tray supply means 6 comprise a roller conveyor 55 on which the cultivation trays 8 can be placed (fig. 1), and clamping arms 56 (fig. 9) gripping on both sides around the roller track 55 (fig. 9). The clamping arms 56 are movable in the transverse direction by means of cylinders 59 to clamp and release the cultivation trays 8. The clamping arms 56 are mounted on carriages 57 which are movable along guide rods 58 in the longitudinal direction of the roller 35 web 55. Thus, the cultivation trays 8 are shifted over one row distance each time a row of bulbs 3 has been planted.

1006188 111006188 11

De bewegingen van de verschillende onderdelen van de inrichting 1 worden bestuurd door programmeerbare besturingsmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van een (niet getoonde) PLC.The movements of the various parts of the device 1 are controlled by programmable control means, for instance in the form of a PLC (not shown).

5 Hoewel de verschillende samenstellende delen van de inrichting 1 hier in combinatie beschreven zijn met betrekking tot de toepassing in een mechanische bollenplanter, zal het de deskundige duidelijk zijn dat zij ook afzonderlijk bruikbaar zijn. Zo zullen de plantmiddelen 5, 10 en met name de grijpers 41, 141 daarvan ook andere toepassingen kunnen vinden dan hier beschreven.Although the various constituent parts of the device 1 have been described here in combination with respect to use in a mechanical bulb planter, it will be apparent to those skilled in the art that they may also be used individually. Thus, the planting means 5, 10 and in particular the grippers 41, 141 thereof can also find other applications than described here.

10061881006188

Claims (9)

1. Inrichting voor het mechanisch planten van een verzameling als stortgoed aangevoerde bollen (3) van een gewas, voorzien van middelen (2; 102) voor het uit de verzameling nemen van enkele bollen (3) en daarmee in 5 serie geplaatste middelen (5) voor het planten van de gerichte bollen (3), waarbij de uitneemmiddelen (2; 102) en de plantmiddelen (5) ingericht zijn voor het gelijktijdig parallel bewerken van een aantal bollen (3), met het kenmerk, dat de plantmiddelen (5) een met het aantal 10 gelijktijdig te bewerken bollen (3) overeenkomend aantal onderling evenwijdige, in verticale richting alsook in dwarsrichting verplaatsbare grijpers (41; 141) omvatten.An apparatus for mechanically planting a collection of bulbs (3) supplied as bulk material of a crop, provided with means (2; 102) for removing a few bulbs (3) from the collection and means placed therewith in series (5 ) for planting the aligned bulbs (3), the removal means (2; 102) and the planting means (5) being arranged for simultaneously processing a number of bulbs (3) in parallel, characterized in that the planting means (5 ) comprise a number of mutually parallel grippers (41; 141) corresponding to the number of bulbs (3) to be processed simultaneously. 2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke grijper (41; 141) een aantal in hoofd- 15 zaak evenwijdige armen (48; 148) omvat, die beweegbaar zijn tussen een van elkaar verwijderde loslatingsstand, en een relatief dichter opeengeplaatste opnamestand.Device (1) according to claim 1, characterized in that each gripper (41; 141) comprises a number of substantially parallel arms (48; 148) movable between a spaced-apart release position and a relatively more closely spaced shooting mode. 3. Inrichting (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elke grijper (41) een huis (43) vertoont, de 20 armen (48) langs het huis (43) aangebracht, en daar naar voorgespannen zijn, en in het huis (43) een verplaatsbaar, met de armen (48) samenwerkend bedieningsorgaan (46) opgenomen is.Device (1) according to claim 2, characterized in that each gripper (41) has a housing (43), the arms (48) are arranged along the housing (43), and are pre-tensioned there, and in the housing (43) includes a movable actuator (46) cooperating with the arms (48). 4. Inrichting (1) volgens conclusie 3, met het 25 kenmerk, dat elke arm (48) ten minste één in het huis (43) stekende, tegen het bedieningsorgaan (46) resterende uitduwnok (50) vertoont.Device (1) according to claim 3, characterized in that each arm (48) has at least one push-out cam (50) protruding into the housing (43) remaining against the operating member (46). 5. Inrichting (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan (46) verschuifbaar is in 30 het huis (43), en ten minste het bedieningsorgaan (46) of elke uitduwnok (50) een in de schuifrichting hellend contactvlak (53, 51) vertoont.Device (1) according to claim 4, characterized in that the operating member (46) is slidable in the housing (43), and at least the operating member (46) or each push-out cam (50) has a sliding surface inclined in the sliding direction (53, 51). 6. Inrichting (l) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elke grijper (141) een basis (77) met een 35 aantal daaruit stekende, divergerende, flexibele armen 1006188 (148) omvat, alsmede een ten opzichte van de basis (77) verplaatsbare, de armen (148) omgevende geleideplaat (79).Device (1) according to claim 1 or 2, characterized in that each gripper (141) comprises a base (77) with a number of diverging, flexible arms 1006188 (148) protruding therefrom, as well as one relative to the base (77) movable guide plate (79) surrounding the arms (148). 7. Inrichting (1) volgens conclusie 6, gekenmerkt door een ten opzichte van de basis (77) instelbare, 5 met de geleideplaat (79) samenwerkende aanslag (87).Device (1) according to claim 6, characterized by a stop (87) which is adjustable relative to the base (77) and which interacts with the guide plate (79). 8. Inrichting (l) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de grijpers (41; 141) in dwarsrichting verplaatsbaar zijn tussen een van elkaar verwijderde opnamestand en een relatief dichter opeenge- 10 plaatste plantstand.Device (1) according to any one of the preceding claims, characterized in that the grippers (41; 141) are transversely displaceable between a spaced-apart recording position and a relatively more closely spaced planting position. 9. Grijper (41; 141), kennelijk bedoeld voor toepassing in een inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies. 1006188Gripper (41; 141), evidently intended for use in a device (1) according to any one of the preceding claims. 1006188
NL1006188A 1995-03-03 1997-06-02 Bulb-planting machine - has grabs working simultaneously and movable in vertical and transverse directions NL1006188C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006188A NL1006188C2 (en) 1995-03-03 1997-06-02 Bulb-planting machine - has grabs working simultaneously and movable in vertical and transverse directions

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9500422A NL194775C (en) 1995-03-03 1995-03-03 Method and device for mechanically planting a collection of bulbs of a crop supplied as bulk material in a container filled with soil.
NL9500422 1995-03-03
NL1006188A NL1006188C2 (en) 1995-03-03 1997-06-02 Bulb-planting machine - has grabs working simultaneously and movable in vertical and transverse directions
NL1006188 1997-06-02

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1006188A1 NL1006188A1 (en) 1997-09-09
NL1006188C2 true NL1006188C2 (en) 1998-04-21

Family

ID=26642602

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1006188A NL1006188C2 (en) 1995-03-03 1997-06-02 Bulb-planting machine - has grabs working simultaneously and movable in vertical and transverse directions

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1006188C2 (en)

Also Published As

Publication number Publication date
NL1006188A1 (en) 1997-09-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7462012B2 (en) Stack transfer device
NL1003057C2 (en) Apparatus and method for supplying, removing and transferring objects, such as fruits.
US7000755B2 (en) Apparatus for repositioning product while maintaining forward conveying speed
EP1183197B1 (en) Device for orienting a number of similar objects, such as fruits
NL1031292C1 (en) Device and method for facilitating the harvest of crops.
US5069019A (en) Apparatus and method of conveying and boxing frozen patties
NL1028839C2 (en) Method and device for transferring a container with a food product such as a sausage carried thereby.
EP0960814A1 (en) Device for feeding articles to a packaging machine
WO2018172376A1 (en) Mushroom handling apparatus
NL9301625A (en) Apparatus and method for packaging boxes or boxes of substantially spherical objects.
US9434556B2 (en) Egg chain gripper actuating device and egg transfer device
US2633971A (en) Unscrambler for cans
NL1009464C2 (en) Machine to gather number of flowers into bunches, uses contra-rotating conveyor systems, involves minimal human labor to operate
JPS61115803A (en) Method and system of collecting body into group, directing them and packaging them
BE1009180A3 (en) Method and device for planting bulbs
NL1006188C2 (en) Bulb-planting machine - has grabs working simultaneously and movable in vertical and transverse directions
US3973667A (en) Apparatus for vertically transporting eggs or like articles
NL1002437C2 (en) Bulk-planting machine - has separately-controlled drive for each lengthwise conveyor
EP2019056B1 (en) Device for conveying round objects
NL8803104A (en) Method for picking up and placing plant pots - has pots on tray gripped between two perpendicular horizontal conveyors moving in steps across tray
BE1026817B1 (en) Machine for moving pots and using this machine as a singulator or as a push-up
NL1012438C2 (en) Pot filling machine.
WO2021045613A1 (en) Packaging device for packaging eggs
NL2033559B1 (en) Device for transferring plant pots
NL1018965C2 (en) Flower transfer device.

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 19980205

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030901