NL1006030C1

NL1006030C1 - Hatching apparatus for hen, duck or turkey eggs

Info

Publication number: NL1006030C1
Application number: NL1006030A
Authority: NL
Inventors: Wim Janssen; Theo Krabbenborg
Original assignee: Pas Reform Bv; Cooeperatieve Broederijen Cobr
Priority date: 1997-05-12
Filing date: 1997-05-12
Publication date: 1998-11-13

Abstract

The hatching apparatus has an enclosed hatching space with a ceiling. A number of hatching machines are arranged in the hatching space, each with a door which opens into the enclosed hatching space. Each hatching machine has an inlet opening for clean air and an outlet opening for stale air. A closed inlet space for accommodating clean air is provided separately from the hatching space. The inlet opening of each hatching machine is connected to the inlet space. Air is sucked out of the inlet chamber to transport it to the hatching machines.

Description

BroedinrichtingIncubator

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een broedinrichting, bijvoorbeeld voor kippen-, eenden- of kalkoeneneieren. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een ventilatiesysteem voor een dergelijke 5 broedinrichting.The present invention relates to an incubator, for example for chicken, duck or turkey eggs. In particular, the invention relates to a ventilation system for such an incubator.

Een bekende broedinrichting omvat een afgesloten broedruimte waarin aparte broedmachines in rijen opgesteld staan. Elke broedmachine heeft een deur die opent in de afgesloten broedruimte. Elke broedmachine is voorzien van 10 tenminste één inlaatopening die door middel van kanalen verbonden is met de broedruimte waarin continu verse, schone lucht wordt ingebracht. Lucht uit de broedruimte wordt door middel van ventilatoren in de broedmachines gezogen. Tevens bevat elke broedmachine een uitlaatope-15 ning, waardoor vuile lucht uit de broedmachines door middel van ventilatoren afgevoerd wordt. Deze broedinrichting verschaft een goede scheiding tussen schone en vuile lucht, totdat de deuren van de broedmachines worden geopend. Op dat moment stroomt vuile lucht en stof in de 20 schone broedruimte. Hierdoor kan bijvoorbeeld kruisbesmetting van Salmonella ontstaan.A known incubator comprises a closed incubator in which separate incubators are arranged in rows. Each incubator has a door that opens into the enclosed incubator room. Each incubator is provided with at least one inlet opening which is connected by means of channels to the incubator space in which fresh, clean air is continuously introduced. Air from the incubator is drawn into the incubators by means of fans. Each incubator also contains an exhaust opening, through which dirty air is removed from the incubators by means of fans. This incubator provides a good separation between clean and dirty air until the doors of the incubators are opened. At that time, dirty air and dust flows into the clean incubator room. This can lead to cross-contamination of Salmonella, for example.

Het is onder meer een doel van de onderhavige uitvinding een broedinrichting te verschaffen waarin de kans op kruisbesmetting verregaand wordt vermeden door een 25 verbeterde scheiding van vuile en schone lucht te realise- 10 (j ' 2 ren.One of the objects of the present invention is to provide an incubator in which the risk of cross-contamination is largely avoided by realizing an improved separation of dirty and clean air.

Hiertoe verschaft de onderhavige uitvinding een broedinrichting die voorzien is van een afgesloten broedruimte met een plafond, in welke broedruimte een aantal 5 broedmachines zijn geplaatst elk met een deur die opent in de afgesloten broedruimte, waarbij elke broedmachine een inlaatopening voor schone lucht en een uitlaatopening voor vuile lucht heeft, een afgesloten inlaatruimte voor het bevatten van schone lucht, welke inlaatruimte gescheiden 10 is van de broedruimte, waarbij de inlaatopening van elke broedmachine verbonden is met de inlaatruimte, middelen voor het aanzuigen van lucht uit de inlaatruimte en voor het door de inlaatopening naar de betreffende broedmachine transporteren daarvan, waarbij de uitlaatopening van ten 15 minste een groot aantal broedmachines verbonden is met een gemeenschappelijk uitlaatkanaal, welk uitlaatkanaal op een willekeurige plek is aangebracht, waarbij de bodem van het gemeenschappelijke uitlaatkanaal een opening heeft die uitmondt in de afgesloten broedruimte, en middelen voor 20 het via het gemeenschappelijke uitlaatkanaal wegzuigen van lucht uit de daaraan verbonden broedmachines via de bijbehorende uitlaatopeningen en voor het wegzuigen van lucht uit de afgesloten broedruimte via de opening. Door de opening wordt lucht uit de broedruimte gezogen, zodat ook 25 hier een onderdruk heerst. Indien de deur van een broedmachine geopend wordt, zal de daaruit komende vuile lucht en het stof door de opening in het uitlaatkanaal gezogen worden en komt dus niet in de andere broedmachines terecht . De inlaatopeningen laten schone lucht door die 3 0 afkomstig is van de afgesloten inlaatruimte, waar op geen enkele wijze stof kan komen, doordat deze inlaatruimte volledig afgesloten is van de broedruimte en de broedmachines en omdat hier een overdruk heerst.To this end, the present invention provides an incubator comprising an enclosed incubator with a ceiling, in which incubators a number of incubators are placed, each with a door opening in the enclosed incubator, each incubator having a clean air inlet and an outlet for has dirty air, a closed inlet space for containing clean air, which inlet space is separated from the incubator space, the inlet opening of each incubator being connected to the inlet space, means for drawing air from the inlet space and for passing through the inlet opening transporting it to the respective incubator, the outlet opening of at least a large number of incubators being connected to a common outlet channel, the outlet channel being arranged at any location, the bottom of the common outlet channel opening into the closed incubator, and means for extracting air from the associated incubators via the common exhaust channel via the associated exhaust openings and for extracting air from the enclosed incubator via the opening. Air is sucked out of the hatching space through the opening, so that there is also underpressure here. If the door of an incubator is opened, the resulting dirty air and dust will be sucked through the opening in the exhaust duct and will not end up in the other incubators. The inlet openings allow clean air to come from the enclosed inlet space, where dust cannot get in any way, because this inlet space is completely closed off from the incubator and the incubators and because there is an overpressure here.

De opening in het gemeenschappelijke uitlaatka-35 naai is bij voorkeur spieetvormig, en strekt zich bij voorkeur uit over de gehele lengte van het uitlaatkanaal en het plafond van de broedruimte. Hierdoor wordt op 10060°° 3 eenvoudige wijze een onderdruk opgewekt in de gehele broedruimte.The opening in the common outlet channel is preferably spline-shaped, and preferably extends the entire length of the outlet channel and the ceiling of the hatching space. As a result, an underpressure is generated in a 10060 ° C. in the entire incubation space in a simple manner.

Bij voorkeur bevat de bodem van het gemeenschappelijke uitlaatkanaal scharnierbare kleppen, die in hun 5 gesloten toestand de spieetvormige opening vormen. De scharnierbare kleppen vereenvoudigen het reinigen van het gemeenschappelijke uitlaatkanaal.Preferably, the bottom of the common outlet channel includes hinged valves, which in their closed condition form the spline-shaped opening. The hinged valves simplify cleaning of the common exhaust duct.

De inlaatruimte kan een naast de broedruimte geplaatste ruimte zijn, maar is bij voorkeur geplaatst op 10 het plafond van de broedruimte om het ruimtebeslag te verminderen.The inlet space can be a space placed next to the hatching space, but is preferably placed on the ceiling of the hatching space to reduce the space requirement.

Wanneer in de broedruimte twee rijen broedmachines geplaatst zijn, kan bij elke rij één gemeenschappelijk uitlaatkanaal behoren, maar zijn beide rijen bij voorkeur 15 aangesloten op één gemeenschappelijk uitlaatkanaal.When two rows of incubators are placed in the incubator space, one row may have one common outlet channel, but preferably both rows are connected to one common outlet channel.

Wanneer eieren in de broedmachines worden geplaatst, worden deze ontsmet met een ontsmettingsmiddel, bijvoorbeeld, giftige formaldehyde-gassen. Indien middelen voorzien zijn voor het toevoegen van een ontsmettingsmid-20 del aan de lucht in de inlaatruimte, kunnen alle broedmachines in één keer ontsmet worden zonder dat personeel in aanraking komt met de formaldehyde-gassen, hetgeen tot betere arbeidsomstandigheden leidt.When eggs are placed in the incubators, they are disinfected with a disinfectant, for example, toxic formaldehyde gases. If means are provided for adding a fumigant to the air in the inlet space, all incubators can be fumigated at once without personnel coming into contact with the formaldehyde gases, leading to better working conditions.

Een uitvoeringsvoorbeeld van een broedinrichting 25 volgens de uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld beschreven worden aan de hand van de tekening, waarin:An exemplary embodiment of an incubator 25 according to the invention will be described below by way of example with reference to the drawing, in which:

Figuur 1 schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een broedinrichting volgens de uitvinding in doorsnede toont, en 30 Figuur 2 schematisch een onderaanzicht toont van de bodem van een gemeenschappelijk uitlaatkanaal met scharnierbare kleppen.Figure 1 schematically shows an exemplary embodiment of an incubator according to the invention, and Figure 2 schematically shows a bottom view of the bottom of a common outlet channel with hinged flaps.

Figuur 1 toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een broedinrichting 1 volgens de uitvinding in 35 doorsnede. De broedinrichting 1 is voorzien van een afgesloten broedruimte 2 met een plafond 3. In de broedruimte 2 zijn een aantal broedmachines 4, 4' geplaatst, elk met ΙΟΟβποη 4 een deur 5 respectievelijk 5', die opent in de afgesloten broedruimte 2. De broedmachines 4, 4' zijn in het weerge geven voorbeeld in twee parallelle rijen geplaatst, maar het zal duidelijk zijn dat de uitvinding tevens toepasbaar 5 is op een broedruimte met slechts één rij broedmachines of met een aantal in een andere configuratie geplaatste broedmachines. Elke broedmachine 4, 4' heeft een inlaat- opening 6 respectievelijk 6' voor schone lucht en een uit-laatopening 7 respectievelijk voor vuile lucht. De broed-10 inrichting 1 bevat verder een afgesloten inlaatruimte 8 voor het bevatten van schone lucht. Deze inlaatruimte 8 is gescheiden van de broedruimte 2. De inlaatruimte 8 kan naast de broedruimte geplaatst zijn, maar is om ruimtebeslag te verminderen bij voorkeur boven op het plafond 3 15 van de broedruimte geplaatst.Figure 1 schematically shows an embodiment of an incubator 1 according to the invention in cross section. The incubator 1 is provided with an enclosed incubator space 2 with a ceiling 3. In the incubator chamber 2, a number of incubators 4, 4 'are placed, each with a door 5 and 5', respectively, opening in the enclosed incubator space 2. The incubators 4, 4 'are shown in two parallel rows in the example shown, but it will be apparent that the invention is also applicable to an incubator with only one row of incubators or with a number of incubators placed in a different configuration. Each incubator 4, 4 'has an inlet opening 6 and 6' for clean air and an outlet opening 7 and 6 for dirty air, respectively. The incubator device 1 further includes a closed inlet space 8 for containing clean air. This inlet space 8 is separated from the incubation space 2. The inlet space 8 can be placed next to the incubation space, but is preferably placed on top of the ceiling of the incubation space in order to reduce space requirement.

De inlaatopening 6, 6' van elke broedmachine 4, 4' verbonden is met de inlaatruimte, en met behulp van middelen 9, 9', zoals bijvoorbeeld ventilatoren, wordt schone lucht uit de inlaatkamer 8 door de inlaatopening 6, 20 6' naar de betreffende broedmachine 4, 4' getransporteerd.The inlet opening 6, 6 'of each incubator 4, 4' is connected to the inlet space, and by means of means 9, 9 ', such as, for example, fans, clean air is supplied from the inlet chamber 8 through the inlet opening 6, 20 6' to the concerning incubator 4, 4 '.

De uitlaatopening 7, 7' van ten minste een groot aantal broedmachines 4, 4' is verbonden met een gemeen schappelijk uitlaatkanaal 10. In het weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld zijn beide rijen broedmachines met één 25 enkel uitlaatkanaal 10 verbonden, hoewel het eveneens mogelijk is per rij broedmachines een afzonderlijk uitlaatkanaal te gebruiken, waardoor de lengtes van verbin-dingskanalen tussen broedmachines en betreffend uitlaatkanaal gereduceerd kunnen worden hetgeen reiniging van deze 30 verbindingskanalen vereenvoudigt.The outlet opening 7, 7 'of at least a large number of incubators 4, 4' is connected to a common outlet channel 10. In the embodiment shown, both rows of incubators are connected to a single outlet channel 10, although it is also possible per row incubators to use a separate exhaust duct, whereby the lengths of connecting ducts between incubators and the respective exhaust duct can be reduced, which simplifies cleaning of these connecting ducts.

Het uitlaatkanaal 10 is op het plafond 3 aangebracht, waarbij de bodem van het gemeenschappelijke uitlaatkanaal 10 een opening 11 heeft die uitmondt in de afgesloten broedruimte 2. Middelen 12, bij voorbeeld 35 ventilatoren, zuigen via het gemeenschappelijke uitlaatkanaal 10 lucht weg uit de daaraan verbonden broedmachines via de bijbehorende uitlaatopeningen. Tevens zuigen deze 1006030 5 middelen 12 lucht uit de afgesloten broedruimte 2 via de opening 11, zodat er een onderdruk heerst in de broedruimte 4. Indien de deur 5, 5' van een broedmachine 4, 4' geopend wordt, zal de daaruit komende vuile lucht en het 5 stof door de opening 11 in het uitlaatkanaal 10 gezogen worden en komt dus niet in andere broedmachines terecht. De inlaatopeningen 6, 6' laten schone lucht door die afkomstig is van de afgesloten inlaatruimte 8, waar op geen enkele wijze stof kan komen, doordat deze inlaatruim-10 te 8 volledig afgesloten is van de broedruimte 2 en de broedmachines 4, 41 en omdat hier een overdruk heerst ten opzichte van de broedruimte 2.The exhaust duct 10 is arranged on the ceiling 3, the bottom of the common exhaust duct 10 having an opening 11 which opens into the enclosed incubator space 2. Means 12, for example 35 fans, draw air out of the connected ducts via the common exhaust duct 10. incubators through the corresponding exhaust vents. These 1006030 5 means 12 also suck air from the enclosed incubator space 2 via the opening 11, so that there is underpressure in the incubator space 4. If the door 5, 5 'of an incubator 4, 4' is opened, the resulting dirty air and dust are drawn through the opening 11 into the outlet channel 10 and thus do not end up in other incubators. The inlet openings 6, 6 'allow clean air to come from the closed inlet space 8, where dust cannot get in any way, because this inlet space 10 is completely closed off from the incubation space 2 and the incubators 4, 41 and because here there is an overpressure relative to the breeding space 2.

Aldus is een scheiding verschaft tussen schone inlaatlucht en vuile uitlaatlucht en wordt voorkomen dat 15 uit een broedmachine in de broedruimte komende lucht in andere broedruimtes terechtkomt, waardoor een optimale bescherming tegen kruisbesmetting wordt verschaft.Thus, a separation is provided between clean inlet air and dirty exhaust air and air coming from an incubator into the incubator is prevented from ending up in other incubators, thereby providing optimum protection against cross-contamination.

Bij voorkeur bevat de bodem van het gemeenschappelijke uitlaatkanaal 10 scharnierbare kleppen 13, 13' 20 (figuur 2), die in hun gesloten toestand een spieetvormige opening vormen. Deze opening strekt zich bij voorkeur uit over de gehele lengte van het uitlaatkanaal 10 en het plafond 3 van de broedruimte 2. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze een onderdruk opgewekt in de gehele broedruim-25 te. De scharnierbare kleppen 13, 13' vereenvoudigen het reinigen van het gemeenschappelijke uitlaatkanaal 10, bijvoorbeeld nadat de eieren in alle broedmachines in de broedruimte uitgekomen zijn.Preferably, the bottom of the common outlet channel 10 includes hinged valves 13, 13, 20 (Figure 2), which in their closed condition form a spline-shaped opening. This opening preferably extends over the entire length of the outlet channel 10 and the ceiling 3 of the hatching space 2. As a result, an underpressure is generated in a simple manner throughout the hatching space. The hinged flaps 13, 13 'facilitate cleaning of the common outlet channel 10, for example after the eggs have hatched in the incubator in all incubators.

Bij voorkeur bevindt het gemeenschappelijke 30 uitlaatkanaal 10 zich in de inlaatruimte 8 en heeft een uitmonding 16 die buiten de inlaatruimte is gelegen, zodat de vuile lucht niet in de inlaatruimte terechtkomt.Preferably, the common exhaust duct 10 is located in the inlet space 8 and has an outlet 16 located outside the inlet space, so that the dirty air does not enter the inlet space.

Wanneer eieren in de broedmachines worden geplaatst, worden deze ontsmet met een ontsmettingsmiddel, 35 bijvoorbeeld, giftige formaldehyde-gassen. Indien middelen 15 (figuur 1) voorzien zijn voor het toevoegen van een ontsmettingsmiddel, zoals formaldehyde-gas aan de lucht in 100603^ 6 de inlaatruimte 8, kunnen alle broedmachines 4, 4' in één keer ontsmet worden, hetgeen tot betere arbeidsomstandigheden leidt. De middelen 15 omvatten op bekende wijze bijvoorbeeld een vat voor het bevatten van het ontsmet-5 tingsmiddel en een afzuigmiddel, bijvoorbeeld een ventilator, die het ontsmettingsmiddel in dampvorm uit het vat door pijpen in de inlaatruimte brengt.When eggs are placed in the incubators, they are disinfected with a disinfectant, for example, toxic formaldehyde gases. If means 15 (figure 1) are provided for adding a disinfectant, such as formaldehyde gas to the air in the inlet space 8, all incubators 4, 4 'can be disinfected at once, which leads to better working conditions. The means 15 in a known manner comprise, for example, a vessel for containing the disinfectant and a suction agent, for example a fan, which introduces the disinfectant in vapor form from the vessel through pipes into the inlet space.

100603 -100603 -

Claims

An incubator according to claim 1, wherein the opening in the common outlet channel is spit-shaped.

An incubator according to claim 2, wherein the bottom of the common outlet channel comprises pivotable valves which, in their closed condition, form the spit-shaped opening. 1006030

Incubator according to claim 1, 2 or 3, wherein the inlet space is placed on top of the ceiling of the enclosed incubator space.

Incubator according to any one of the preceding claims, wherein the enclosed incubator space comprises two rows of incubators, the outlet openings of each row of incubators being connected to a separate common exhaust duct.

An incubator according to any one of claims 1 to 4, wherein the enclosed incubator space comprises two rows of incubators, the outlet openings of both rows of incubators being connected to one common outlet channel.

Incubator according to any one of the preceding claims, wherein means are provided for adding a fumigant to the air in the inlet space. -o-o-o-o-o-o-o-AS 1006030