NL1005170C2 - Geluidsisolerende scheidingswand. - Google Patents

Description

Geluidisolerende scheidingswand.

De uitvinding heeft betrekking op een scheidingswand welke is opgebouwd uit te onderscheiden delen met elk een voorvlak en een achtervlak terwijl elk deel aan de bovenzijde ervan voorzien is van ophangmiddelen die kunnen samenwerken met 5 zich boven de delen bevindende draagmiddelen waarbij tenminste tussen de langszijden van aangrenzende delen die zich uitstrekken in de richting van de bovenzijden van de delen afdichtingsmiddelen zijn opgenomen die over de gehele lengte van de langszijden werkzaam zijn.

10 Een dergelijke scheidingswand is bekend uit NL-A-7801995 en toont een scheidingswand waarbij de delen die de scheidingswand vormen aan de langszijden met elkaar verbonden zijn door buigzame stroken waarbij aan één langszijde van een dergelijke buigzame strook een verdikking aanwezig is die wordt 15 opgenomen in een opneemgleuf die aan de langszijde van een volgend deel aanwezig is.

Indien een dergelijke wand voor geluidsisolatiedoeleinden wordt gebruikt heeft deze het nadeel dat ter plaatse van de verbinding tussen de langsnaden van de delen de dikte van de 20 wand is teruggebracht tot de dikte van de buigzame strook zodat aldaar een belangrijke geluiddempingsvermindering optreedt.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel bedoeld nadeel op te heffen en wordt daartoe gekenmerkt doordat de langszijden van 25 de delen elkaar in werkzame toestand van de scheidingswand tenminste gedeeltelijk overlappen en de afdichtingsmiddelen tenminste in het overlapgebied van de delen aanwezig zijn.

Met werkzame toestand wordt bedoeld de toestand waarin de scheidingswand als zodanig functioneert en het oppervlak 30 maximaal is.

Door een overlap tussen de delen toe te passen wordt bereikt dat in plaats van een vermindering van de dikte van de scheidingswand tenminste een verdubbeling van de dikte van de scheidingswand optreedt waarbij de nauwe spleet die in de 35 overlap aanwezig is wordt opgevuld met afdichtingsmiddelen 1 nnsi7n 2 zodat een uitstekende dempende werking ter plaatse van de aansluiting tussen de delen verkregen wordt.

Dit verbeterde geluidsisolatievermogen van dergelijke scheidingswanden is van groot belang wanneer deze bijvoorbeeld 5 worden toegepast in garagebedrijven waarin metingen aan lopende motoren van auto's of vrachtwagens worden uitgevoerd. In verband met de steeds strenger wordende eisen in het kader van wettelijke maatregelen ter bescherming van de gezondheid van personen is een drastische vermindering van geluidsover-10 last voor in garages werkzame personen vereist; door de scheidingswand volgens de uitvinding wordt een geluidsdem-pingsniveau verschaft dat over de gehele scheidingswand tenminste gelijk is aan het dempingsvermogen van een deel op zich dat deel uitmaakt van de scheidingswand.

15 Behalve in garages kan de scheidingswand volgens de uitvinding ook goede diensten bewijzen in andere industriële bedrijven waarin geluid of andere overlast producerende installaties of werkwijzen afgeschermd moeten worden.

In verband met ruimtegebruiksoverwegingen is in het bijzonder 20 de scheidingswand volgens de uitvinding een opvouwbare schuifwand die is opgebouwd uit een naar wens te kiezen aantal identieke delen en is de koppeling van de delen zodanig dat van boven gezien twee rijen van delen en aanwezig zijn die ten opzichte van elkaar zijn versprongen terwijl 25 voor het verschaffen van een vouwmogelijkheid aan de scheidingswand, de afdichtingsmiddelen gevormd worden door een strook uit buigzaam materiaal die de delen afdichtend met elkaar verbindt.

Door deze opstelling waarbij de delen van de bovenzijde van 30 de scheidingswand gezien twee rijen vormen die ten opzichte van elkaar zijn versprongen wordt bereikt dat de schuifwand in uitgevouwen toestand een rechtlijnig verloop heeft hetgeen voordelen biedt in de benutting van de ruimten.

Doelmatig is in de hiervoor genoemde opvouwbare schuifwand 35 steeds een strook uit buigzaam materiaal bevestigd aan het voorvlak van een eerste deel en het achtervlak van een tweede deel terwijl voor de verbinding van het tweede deel naar het derde deel een strook bevestigd is aan het achtervlak van het 1005170 3 tweede deel en het voorvlak van het derde deel.

Op die wijze wordt bereikt dat de opvouwbare schuifwand in opgevouwen toestand eveneens een zo gering mogelijke plaats inneemt in de vorm van een in hoofdzaak rechthoekig pakket 5 van gevouwen delen.

Het spreekt vanzelf dat de combinatie van ophangmiddelen en draagmiddelen in het geval van een opvouwbare schuifwand de vorm bezitten van draagmiddelen die draaiing van de delen van de schuifwand ten opzichte van de draagmiddelen toelaten 10 terwijl tevens de ophangmiddelen zich ten opzichte van de draagmiddelen kunnen verplaatsen zoals bijvoorbeeld een glij-element-rail combinatie. In opgevouwen toestand zal de omvang van het in hoofdzaak rechthoekige pakket van delen in grote lijnen bepaald worden door de omvang van de ophangmiddelen 15 die deel uitmaken van de scheidingswand.

Met voordeel is de eerder genoemde strook uit buigzaam materiaal tenminste aan één zijde losneembaar bevestigd waarbij met veel voordeel een dergelijke losneembare bevestiging een klitteband bevestiging omvat. Uiteraard kan ook de strook aan 20 twee zijden, d.w.z. aan beide delen die de strook verbindt losneembaar zijn en in zo'n geval is het aantrekkelijk om beide losneembare zijden uit te voeren in de vorm van een klitteband bevestiging.

In verband met deze klitteband toepassing wordt volledig-25 heidshalve gewezen op EP-A-0 098 061 waarin een wand wordt beschreven die bestaat uit panelen die zijn opgenomen tussen staanders waarbij de verbinding tussen de staanders en de panelen wordt gevormd door een klitteband bevestiging die werkzaam is tussen het oppervlak van de staander en de kopse 30 kant van de langszij den van de panelen. Van een overlap tussen de delen is in de deze publikatie geen sprake terwijl voorts de delen niet met ophangmiddelen zijn opgehangen aan draagmiddelen. Zoals in de scheidingswand van de onderhavige aanvrage het geval is.

35 In een andere aantrekkelijke uitvoeringsvorm van een scheidingswand volgens de uitvinding is deze een schuifwand waarbij de in het overlapgebied tussen de delen werkende afdich-tingsmiddelen de vorm hebben van een van het voorvlak van een 100^1^0 4 deel uitgaand en zich tot het achtervlak van een overlappend onderdeel uitstrekkend profiel uit buigzaam materiaal. In het geval van een dergelijke schuifwand waarbij voor openschuiven van de schuifwand verplaatsing van de delen ten opzichte van 5 elkaar nodig is, is gewoonlijk per deel van de schuifwand een afzonderlijke ophangmiddel-draagmiddel combinatie aanwezig zodat de delen van de schuifwand langs elkaar kunnen schuiven. Door de lengte waarover het profiel uitsteekt vanaf het deel waarop het is bevestigd groter te kiezen dan de afstand 10 van de delen in het overlapgebied wordt gewaarborgd dat het profiel steeds in aanraking blijft met de tegenoverliggende wand van het deel waarmee wordt samengewerkt.

Met voordeel is eveneens een profiel aanwezig dat van het achtervlak van een deel uitgaat en zich uitstrekt tot het 15 voorvlak van een overlappend ander deel terwijl genoemd profiel zodanig is opgesteld dat bij het uit elkaar schuiven van de delen door stuiten van de twee profielen de overlap tussen de delen gehandhaafd blijft. Op die wijze kan een per ongeluk uit elkaar schuiven van de delen onder vorming van 20 een niet afgedekte kier eenvoudig voorkomen worden. Voor een goede geluidsisolerende werking zal er overigens zorg voor worden gedragen dat de beide profielen, bij functioneren van de wand als geluidswering, vrij van elkaar liggen d.w.z. niet stuiten.

25 In het geval van een schuifwand kan voor de opstelling van de delen ten opzichte van elkaar gekozen worden uit de eerder genoemde opstelling die, van boven gezien, twee rijen van delen toont die ten opzichte van elkaar zijn versprongen terwijl anderszins ook een dakpansgewijze opstelling tot de 30 mogelijkheden behoort.

In een volgende uitvoeringsvorm van de scheidingswand met overlappende delen volgens de uitvinding is de scheidingswand een vaste wand waarbij de in het overlapgebied tussen de delen werkende afdichtingsmiddelen de delen in hoofdzaak 35 onbeweeglijk met elkaar verbinden.

Ook voor zo'n vaste wand geldt weer dat de afdichtingsmiddelen met voordeel losneembaar kunnen zijn waarbij de losneem-baarheid weer kan worden verkregen door toepassing van een 10051 70 5 klitteband bevestiging; de losneembaarheid kan één of tweezijdig zijn.

In het geval van een scheidingswand die de funktie van vaste wand vertoont kan uiteraard de combinatie van ophangmiddelen 5 en draagmiddelen in verband met het vaste karakter van de scheidingswand worden gekozen en doelmatig eenvoudig worden uitgevoerd.

In een volgende uitvoeringsvorm van de scheidingswand volgens de uitvinding is de scheidingswand een om een hoek schuifbare 10 wand die is opgebouwd uit een naar wens te kiezen aantal identieke delen waarbij de delen, van boven gezien, dakpansgewijs zijn opgesteld terwijl de afdichtingsmiddelen gevormd worden door een strook uit buigzaam materiaal die de delen afdichtend met elkaar verbindt.

15 De hiervoor aangeduide dakpansgewijze opstelling is van belang om de om een hoek schuiving van de panelen van de scheidingswand gemakkelijk te laten verlopen.

Uiteraard zal wanneer de wand om een hoek rechtsom moet worden geschoven de opstelling van de delen en de onderlinge 20 verbinding daarvan anders moeten zijn dan wanneer de wand om een hoek linksom moet worden geschoven. Te dien einde wordt de strook uit buigzaam materiaal ofwel aan het achtervlak van een eerste deel en het voorvlak van een volgend deel bevestigd danwel aan het voorvlak van het eerste deel en het 25 achtervlak van een volgend deel.

Ook voor de toepassing van de scheidingswand als om een hoek schuifbare wand is met voordeel de strook uit buigzaam materiaal tenminste aan één zijde losneembaar bevestigd waarbij doelmatig de losneembare bevestiging een klitteband bevesti-30 ging omvat.

De losneembaarheid aan tenminste één zijde van de afdich-tingsmiddelen in de hiervoor besproken uitvoeringsvormen van de scheidingswand volgens de uitvinding is van belang voor de opstelling van dergelijke scheidingswanden. Een scheidings-35 wand van één van de hiervoor besproken typen kan op deze wijze in de delen die de latere scheidingswand vormen geschieden waarbij na plaatsing van alle delen door vastmaking van de losneembare zijde van de afdichtingsmiddelen respek- 1005170 6 tievelijk de vastmaking van beide zijden van de afdichtings-middelen het verband tussen de delen van de scheidingswand tot stand worden gebracht hetgeen montagetechnisch uiteraard een groot voordeel biedt.

5 Behalve een voordeel bij de opstelling van de scheidingswand volgens de uitvinding verschaft het losneembare karakter van de bevestiging van de delen aan elkaar ook de mogelijkheid om in noodgevallen de wand te openen. De losneembare bevestiging zoals een klitteband-bevestiging kan eenvoudig losgetrokken 10 worden zodat een opening ontstaat waardoor men kan vluchten. Tot nu toe is in verband met de scheidingswand volgens de uitvinding gesproken over afdichtingsmiddelen die werkzaam zijn tussen de langszijden van de delen waaruit de scheidingswand is opgebouwd.

15 Voor het bereiken van een verdere verbetering van de toepassing van de scheidingswand als geluidsisolatiewand zijn in een verdere uitvoering aan de zijde van de delen tegenover de bovenzijde soepele randafdichtingsmiddelen aangebracht die kunnen afdichten tegen een tegenover die zijde liggend opper-20 vlak zoals een vloer. Voor dergelijke randafdichtingsmiddelen zijn meerdere uitvoeringen denkbaar; aantrekkelijk is een randafdichtingsmiddel dat de vorm heeft van een strook die om de rand van het deel waarop het is aangebracht sluit en dat is gevuld met een meegevend materiaal.

25 Ook voor deze randafdichtingsmiddelen geldt dat deze losneembaar bevestigd kunnen zijn met behulp van een klitteband bevestiging aan het voor en/of achtervlak van het betreffende deel.

De scheidingswand volgens de uitvinding kan nog verder worden 30 verbeterd door in het gebied van de ophangmiddelen en de draagmiddelen eveneens afschermingsmiddelen aan te brengen die doelmatig aan de draagmiddelen bevestigd zijn en die van de draagmiddelen uitstrekken tot voorbij de ophangmiddelen. De afschermingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld de vorm hebben 35 van een strook van buigzaam materiaal zoals is gebruikt voor de tussen de delen aanwezige afdichtingsmiddelen die afhangen van de draagmiddelen tot voorbij de ophangmiddelen van de scheidingswand en waarbij aan het uiteinde van een dergelijke 1005170 7 strook materiaal nog een strook is bevestigd van hetzelfde materiaal als het materiaal waaruit de delen van de scheidingswand zijn gevormd.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van 5 de tekening waarin: - figuur 1 schetsmatig een eerste opstelling van de delen van een scheidingswand volgens de uitvinding toont.

- Figuur 2A de bevestiging van twee delen in de opstelling volgens figuur 1 aan elkaar toont.

10 - Figuur 2B laat zien hoe de delen uit figuur 2A ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.

- Figuur 3 de vorm van de afdichtingsmiddelen toont die worden toegepast in een schuifwand.

- Figuur 4 schematisch de opstelling toont van de delen van 15 een scheidingswand die uitgevoerd is als een om een hoek schuifbare wand.

- Figuur 5 een deel van een scheidingswand toont dat voorzien is van een randafdichtingsmiddel en, - figuur 6 een schematische opstelling toont van de ophanging 20 van een deel van een scheidingswand en de aanwezigheid van af schermingsmiddelen in het gebied van de ophangmiddelen en draagmiddelen.

In figuur 1 is te zien dat de delen van een schuifwand 1; 1' en 2; 2' zijn opgesteld in twee rijen die ten opzichte van 25 elkaar versprongen zijn. De delen kunnen zijn vervaardigd uit elk geschikt materiaal zoals metaal, hout, kunststof en dergelijke. Aan materialen met een hoge isolatiewaarde voor geluid wordt de voorkeur gegeven en goede resultaten worden verkregen met polyvinylchloride wanneer de wand moet worden 30 toegepast als geluidsisolatiewand in bijvoorbeeld garages zoals eerder besproken; doelmatig is het polyvinylchloride transparant.

Figuur 2A toont op vergrote schaal de overlap van de delen in de opstelling uit figuur l waarbij de delen 1 en 2 in het 35 gebied van de overlap verbonden zijn door een strook uit buigzaam materiaal 3 die enerzijds met een klitteband sluiting bevestigd is aan het deel 2 en anderzijds met een stik-bevestiging is verbonden met het deel 1. De stikbevestiging 1005170 8 in het langszijdegebied la kan uiteraard ook een lijmverbin-ding, klinknagelverbinding, nietverbinding etc. zijn. De klittebandbevestiging 4 is uiteraard (hier niet getekend) een uit twee onderdelen bevestigde klittebandsluiting waarvan één 5 deel vast bevestigd is op het deel 2 en een ander onderdeel verbonden is met de strook uit buigzaam materiaal 3. Het buigzaam materiaal kan van velerlei aard zijn; doelmatig past aanvraagster een weefselversterkt kunststof materiaal toe dat verkrijgbaar is onder de handelsnaam Bisonyl®. (Bisonyl® is 10 weefselversterkt PVC doek).

In figuur 2B is te zien dat de buigzame strook 3 vouwen van een uit de delen opgebouwde opvouwbare schuifwand toelaat. Door de opstelling van de strook buigzaam materiaal 3 zoal is getoond in figuur 2A en 2B wordt bereikt dat een opgevouwen 15 schuifwand een in hoofdzaak rechthoekige vorm verkrijgt waarbij de uiteindelijke omvang minimaal overeenkomt met de totale dikte van alle tegen elkaar geschoven delen.

Door de omvang van de ophangmiddelen kan echter een enigszins grotere omvang worden verkregen.

20 In figuur 3 is schetsmatig de opstelling van de delen van een schuifwand getoond waarbij de delen 11 en 12 in de gebieden van hun langszij den 11A en 12B buigzame profielen 13 en 14 omvatten die voor afdichting in het overlapgebied zorgdragen. Door juiste keuze van de hartafstand van de rails waaraan de 25 delen 11 en 12 zijn opgehangen kan er voor gezorgd worden dat de uiteinden van de profielen 13 en 14 onder alle omstandigheden tegen het tegenover liggende vlak aansluiten. Bij voorkeur liggen de uiteindegebieden van de profielen 13 en 14 over enige lengte (enige mm tot 10 mm) tegen de delen 11 en 30 12 aan.

In figuur 4 is schetsmatig de opstelling van de delen van een scheidingswand getoond die gevormd is als een om een hoek schuifbare wand. De delen 21, 22, 23 en 24 zijn, van boven gezien bij een volledig uitgegeschoven wand dakpansgewijs 35 opgesteld terwijl de afdichtingsmiddelen 25, 26 en 27 die zijn gevormd uit een strook van buigzaam materiaal tussen de delen steeds op dezelfde wijze is aangebracht. In de tekening is schetsmatig aangegeven dat de strook 25 aan het deel 21 1005170 9 vast is verbonden terwijl deze aan het deel 22 met een klit-teband sluiting is verbonden. Uiteraard kan ook aan beide zijden een klitteband sluiting aanwezig zijn. In het in figuur 4 getekende geval is de schuifwand in staat om vanaf 5 deel 21 gezien een bocht naar links te maken; door geschikte verandering van de opstelling en de verbinding kan uiteraard ook een schuifwand worden verkregen die bij schuiven een bocht naar rechts uitvoert. Bij een volledig op z'n plaats geschoven wand die bijvoorbeeld haaks op een muur staat kan 10 onderdeel 24 aansluiten op die muur met aan deel 24 bevestigde afsluitflappen terwijl deel 21 in een U-vormige koof met afsluitflappen kan schuiven die aan de tegenover liggende muur van de ruimte waarin de schuifwand zich bevindt is geplaatst.

15 In figuur 5 is schematisch getoond dat een deel 31 voorzien is van op een vloer 35 aansluitende afdichtingsmiddelen 32, 33 en 34 waarbij met 33 bijvoorbeeld een strook uit buigzaam materiaal, bijvoorbeeld Bisonyl®, is aangegeven die met behulp van klitteband sluitingen 34 aansluit op het deel 31 20 en waarbij de ruimte die aldus aan het uiteinde van het deel 31 is gevormd gevuld is met een zacht materiaal dat vervormbaar is zoals vilt.

In figuur 6 is tenslotte een situatie getoond waarbij het gebied van de ophangmiddelen 42, 43 en 44 en de draagmiddelen 25 46 is afgeschermd. Doelmatig is over de draagmiddelen een strook uit buigzaam materiaal 47 gelegd waaraan stroken isolerend materiaal 45 zijn bevestigd om ook aan de bovenzijde van de scheidingswand een isolerende werking te verkrij-gen.

30 In het hiervoor genoemde is veelal gesproken over een scheidingswand ten behoeve van geluidsisolatie en de diverse uitvoeringsvormen zijn ook op die toepassing gericht. Uiteraard is de scheidingswand volgens de uitvinding ook voor andere doelen toepasbaar zoals lichtisolatie, atmosfeer-35 isolatie in combinatie met gerichte afzuiging, simpele afscheiding van delen van ruimten van elkaar etc. In het geval van geluidsisolatie kan, zoals eerder gezegd allerlei materiaal worden gebruikt om de delen uit te vervaardigen; polyvi- .1 005170 10 nylchloride blijkt over het algemeen goed te voldoen. Het polyvinylchloride kan met voordeel een week gemaakte glasheldere polyvinylchloride zijn met een dikte van bijvoorbeeld 3-15 mm, doelmatig 5 mm; voor een verdere opvoering van de 5 geluidsisolatie kunnen echter ook gevulde polyvinylchloride materialen worden toegepast die in termen van geluidsisolatie uitstekend voldoen. De platen kunnen elke geschikte breedte bezitten; in het algemeen worden breedten tussen 250 mm en 1500 mm toegepast.

10 De overlap in de scheidingswand volgens de uitvinding kan uiteraard ook naar wens worden gevarieerd; een overlap lengte van 100 tot 300 mm is gebruikelijk alhoewel kortere en langere overlaplengten uiteraard ook kunnen worden toegepast.

1005170

Claims (19)

975013/Ba

1. Scheidingswand welke is opgebouwd uit te onderscheiden delen met elk een voorvlak en een achtervlak en elk deel aan de bovenzijde ervan voorzien is van ophangmiddelen die kunnen samenwerken met zich boven de delen bevindende draagmiddelen waarbij tenminste tussen de langszijden van 10 aangrenzende delen die zich uitstrekken in de richting van de bovenzijden van de delen afdichtingsmiddelen zijn opge nomen die over de gehele lengte van de langszij den werkzaam zijn met het kenmerk 15 dat de langszij den (1A,2A) van de delen (1,2) elkaar in werkzame toestand van de scheidingswand tenminste gedeel telijk overlappen en de afdichtingsmiddelen (3) tenminste in het overlapgebied van de delen (1,2) aanwezig zijn. 20

2.Scheidingswand volgens conclusie l met het kenmerk dat de scheidingswand een opvouwbare schuifwand is die is opgebouwd uit een naar wens te kiezen aantal identieke delen (1,2) en de koppeling van de delen (1,2) zodanig is 25 dat van boven gezien twee rijen van delen (l,l',l" . . .) en (2,2',2" . . .) aanwezig zijn die ten opzichte van elkaar zijn versprongen en,voor het verschaffen van een vouwmo-gelijkheid aan de scheidingswand,de afdichtingsmiddelen gevormd worden door een strook (3) uit buigzaam materiaal 30 die de delen (1,2,1',2',...) afdichtend met elkaar verbindt .

3. Scheidingswand volgens conclusie 2 met het kenmerk 35 dat een strook (3) uit buigzaam materiaal bevestigd is aan het voorvlak van deel (1) en aan het achtervlak van deel (2) terwijl voor de verbinding van deel (2) naar deel (l') een strook (3) bevestigd is aan het achtervlak van deel 1005170 (2) en het voorvlak van deel (1').

4. Scheidingswand volgens conclusie 2 en 3 met het kenmerk 5 dat de strook (3) uit buigzaam materiaal aan tenminste een zijde losneembaar bevestigd is.

5. Scheidingswand volgens conclusie 4 met het kenmerk 10 dat de losneembare bevestiging een klittebandbevestiging omvat.

6. Scheidingswand volgens conclusie 1 met het kenmerk 15 dat de scheidingswand een schuifwand is waarbij de, in het overlapgebied tussen de delen werkende, afdichtingsmid-delen de vorm hebben van een, van het voorvlak van een deel (11) uitgaand en zich tot het achtervlak van een overlappend ander deel (12) uitstrekkend, profiel (13) uit 20 buigzaam materiaal.

7.Scheidingswand volgens conclusie 6 met het kenmerk dat eveneens een profiel (14) uit buigzaam materiaal 25 aanwezig is dat van het achtervlak van een deel (12) uitgaat en zich uitstrekt tot het voorvlak van een overlappend ander deel (11) en genoemd profiel (14) zodanig is opgesteld dat bij uit elkaar schuiven van de delen (11,12) door stuiten van de twee profielen (13,14) de overlap 30 tussen de (11,12) delen gehandhaafd blijft.

8. Scheidingswand volgens conclusie 6 en 7 met het kenmerk dat de opstelling van de delen (11,12,...) gekozen is uit 35 een opstelling met, van boven gezien, twee rijen van delen die ten opzichte van elkaar versprongen zijn en een dakpansgewijze opstelling. 1005170

9.Scheidingswand volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de scheidingswand een vaste wand is waarbij de in het overlapgebied tussen de delen werkende afdichtingsmidde-5 len, de delen in hoofdzaak onbeweeglijk met elkaar verbinden.

10. Scheidingswand volgens conclusie 9 met het kenmerk 10 dat de afdichtingsmiddelen losneembaar zijn.

11.Scheidingswand volgens conclusie 10 met het kenmerk dat de afdichtingsmiddelen een klittebandbevestiging 15 omvatten.

12.Scheidingswand volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de scheidingswand een om een hoek schuifbare wand is 2. die is opgebouwd uit een naar wens te kiezen aantal iden tieke delen (21,22,...) en de delen (21,22,..), van boven gezien, dakpansgewijs zijn opgesteld terwijl de afdichtingsmiddelen gevormd worden door een strook (25,26,...) uit buigzaam materiaal die de delen afdichtend met elkaar 25 verbindt.

13.Scheidingswand volgens conclusie ll met het kenmerk dat de strook (25,26,..) uit buigzaam materiaal, in afhan- 3. kelijkheid van de richting van de hoek, ofwel aan het achtervlak van een eerste deel (21) en het voorvlak van een volgend deel (22) is bevestigd dan wel aan het voorvlak van genoemd eerste deel (21) en het achtervlak van het volgend deel (22). 35

14. Scheidingswand volgens conclusie 12 en 13 met het kenmerk dat de strook (25,26,27,...) uit buigzaam materiaal ten 1 005170 minste aan een zijde losneembaar bevestigd is.

15.Scheidingswand volgens conclusie 14 met het kenmerk 5 dat de losneembare bevestiging een klittebandbevestiging omvat.

16.Scheidingswand volgens een of meer van de voorgaande conclusies 10 met het kenmerk dat aan de zijde van de delen (31) tegenover de bovenzijde soepele randafdichtingsmiddelen (32,33) aanwezig zijn die kunnen afdichten tegen een tegenover die zijde liggend oppervlak zoals een vloer (35). 15

17.Scheidingswand volgens conclusie 16 met het kenmerk dat de randafdichtingsmiddelen (33,34) om de rand van het deel sluiten en gevuld zijn met meegevend materiaal (32). 20

18.Scheidingswand volgens conclusie 16 en 17 met het kenmerk dat de randafdichtingsmiddelen (33,34) losneembaar beves tigd zijn, zoals met een klittebandbevestiging, aan het 25 voor- en achtervlak van het deel (31).

19.Scheidingswand volgens een of meer van de voorgaande conclusies met het kenmerk 30 dat in het gebied van de ophangmiddelen (42,43,44) en de draagmiddelen (46) eveneens aan de draagmiddelen (46) bevestigde afschermingsmiddelen (45,47) aanwezig zijn die zich vanf de draagmiddelen (46) uit strekken tot voorbij de ophangmiddelen (42,43,44). 1005170