NL1004879C2 - Pootnetdrager. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Pootnetdrager.

De uitvinding heeft betrekking op een pootnetdrager met uitzetbare, een pootnetdragende, kern, zoals bekend uit EP-B-0 607 488.

Bij deze bekende pootnetdrager, die in het bijzon-5 der gebruikt wordt voor het poten van bloembollen, bestaat de kern uit een in zich gesloten, samenhangende en continue, ringvormige huls uit karton of soortgelijk materiaal met evenwijdig aan de asrichting ervan vier vouwrillen, zodanig dat de kern met het daarop samenge-10 pakte pootnet bij het opschuiven op de doorn van een pootmachine vanzelf de gewenste in dwarsdoorsnede rechthoekige vorm aanneemt. Deze rechthoekige configuratie ligt vast door de afmetingen van de uit een deel bestaande kartonnen huls.

15 Het bezwaar van deze bekende pootnetdrager is dat voor elke doornconfiguratie een daaraan aangepaste kern moet worden gebruikt en dat deze kern volledig onbeschermd is tegen weersinvloeden waardoor het materiaal daarvan (karton) onder ongunstige weersomstandigheden 20 snel verslechtert; zo is het bij vochtig weer niet mogelijk een pootnet met drager gedurende enige tijd onbeschut in het veld te laten liggen. Het opschuiven van de kern op de doorn van de pootmachine geeft in de praktijk problemen.

25 De uitvinding beoogt deze bezwaren te ondervangen.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de kern wordt gevormd door ten minste twee individuele, losse, in de kernlangsrichting van elkaar gescheiden kernseg-menten, elk opgesloten tussen twee tegenover elkaar 30 gelegen en met een eindrand met elkaar verbonden mate-riaalvlakken van een dubbelwandige huls uit folievormig materiaal.

Terwijl volgens de stand van de techniek een samenhangende hulsvormige kern essentieel is gaat de uitvin-35 ding uit van het inzicht dat de kern kan bestaan uit 1004879 2 losse delen, opgenomen tussen de wanden van een dubbelwandige huls uit folievormig materiaal.

Daarmee wordt een aantal belangrijke voordelen bereikt. De afmeting van de drager in de uitgezette 5 toestand wordt nu niet meer uitsluitend bepaald door de deelafmetingen van een een samenhangend geheel vormende kern doch door de afmetingen van de omringende huls uit folievormig materiaal die de aparte segmenten van de kern bijeenhoudt. Deze huls vormt een effectieve be-10 scherming van de kernsegmenten tegen weersinvloeden en het gladde oppervlak ervan vergemakkelijkt het opsteken van de kern op de doorn van de pootmachine aanzienlijk waardoor dit minder tijdrovend is. Men is veel vrijer in de vormgeving van de drager; de vervaardiging van de 15 complete drager is zeer eenvoudig.

Zoals gezegd is men vergaand vrij in de keuze van de configuratie van de kern; wanneer men een bijvoorbeeld hoekige gebruiksconfiguratie wenst kan elk segment bestaan uit ten minste twee door een in de segmentlangs-20 richting verlopende vouwril van elkaar gescheiden deel-segmenten waarbij de respectievelijke afmetingen van de deelsegmenten in een richting dwars op de segmentlangs-richting onderling verschillend kunnen zijn.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de 25 tekening. Daarin is: fig. 1 een eindaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de pootnetdrager volgens de uitvinding in de samengevouwen toestand; fig. 2 een perspectivische afbeelding van deze 30 drager in de uitgezette toestand; fig. 3 een langsdoorsnede door de drager volgens fig. 2; fig. 4 een eindaanzicht van de drager volgens fig.

2; 35 fig. 5 een eindaanzicht van een tweede uitvoerings vorm van de pootnetdrager volgens de uitvinding; 1004879 3 fig. 6 een overeenkomstig eindaanzicht van deze pootnetdrager doch nu in de uitgezette toestand.

De in fig. 1 tot en met 4 afgeheelde eerste uitvoeringsvorm van de pootnetdrager volgens de uitvinding, in 5 zijn geheel aangegeven met 2, heeft een in de gebruiks-toestand (waarin de drager op een, niet-getekende, doorn is opgestoken) , cilindrische kern met de twee segmenten 4a, 4b die van elkaar zijn gescheiden door de tussenruimten 6a, 6a. De segmenten 4a, 4b zijn opgenomen tus-10 sen de buitenwand 8a en de binnenwand 8b van de dubbelwandige huls 10, gevormd uit een in zich teruggevouwen cilinder uit folievormig materiaal, zodat de ruimte tussen de buitenwand 8a, 8b aan het ene einde 8c is afgedicht. Fig. 1 toont de platgedrukte drager met het 15 daarop samengepakte pootnet 12; bij het opschuiven daarvan op de, niet-getekende, cilindrische kern van de pootmachine ontstaat de configuratie volgens fig. 2 en in deze configuratie kan het pootnet 12 van de drager 2 worden afgetrokken.

20 Fig. 5 en 6 tonen een andere configuratie. Ook hier is er een uit een in zich teruggevouwen cilinder gevormde dubbelwandige huls 20 met de buitenwand 20a en de binnenwand 20b; daartussen zijn twee kernsegmenten 22a, 22b opgenomen die elk door middel van een vouwril 24a, 25 24b zijn verdeeld in twee even lange doch ongelijk brede deelsegmenten 22a', 22a" respectievelijk 22b', 22b". Het geheel draagt het samengepakte pootnet 26.

Wanneer een dergelijke samengedrukte pootnetdrager volgens fig. 5 op een doorn met rechthoekige doorsnede 30 van een pootmachine wordt geschoven ontstaat de in fig. 6 afgebeelde configuratie. Daar de kernsegmenten 22a, 22b zijn opgesloten tussen de buitenhulswand 20a en de binnenhulswand 20b is het voor een storingvrij gebruik van de pootnetdrager niet noodzakelijk dat de afmetingen 35 en de configuratie van de kern exact overeenkomen met die van de doorn.

1 0 0 4 8 7 9 4

Het blijkt dat het kernmateriaal vergaand tegen weersinvloeden is beschermd zodat men voor de kern een goedkoop materiaal kan gebruiken dat in een vochtige omgeving snel zou verslechteren.

5 Het is duidelijk dat binnen het kader van de uit vinding vele kernconfiguraties mogelijk zijn en dat de hierboven aangegeven voorbeelden slechts twee van vele mogelijken zijn.

1004879

Claims (4)

1. Pootnetdrager met uitzetbare, een pootnet dragende, kern, met het kenmerk, dat deze kern wordt gevormd door ten minste twee individuele, losse, in de kernlangsrichting van elkaar gescheiden kernsegmenten, 5 elk opgesloten tussen twee tegenover elkaar gelegen en met één eindrand met elkaar verbonden materiaalvlakken van een dubbelwandige huls uit folievormig materiaal.

2. Pootnetdrager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de dubbelwandige huls wordt gevormd door een 10 in zichzelf teruggevouwen enkelwandige cilinder.

3. Pootnetdrager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk segment bestaat uit ten minste twee, door een in de segmentlangsrichting verlopende vouwril van elkaar gescheiden deelsegmenten.

4. Pootnetdrager volgens conclusie 2, met het ken merk, dat de respectievelijke afmetingen van de deelsegmenten in een richting dwars op de segmentlangsrichting onderling verschillend zijn. 1004879