NL1004646C2 - Middelen voor het bepalen van de zuurtegraad van de urine van een kat. - Google Patents

Description

Korte Titel: Middelen voor het bepalen van de zuurtegraad van de urine van een kat.

De uitvinding heeft betrekking op middelen voor het met behulp van kleuromslag bepalen van de pH van een vloeistof, zoals de urine van een kat.

5 Het is algemeen bekend dat door het bepalen van de pH of zuurtegraad van de urine van een kat, nagegaan kan worden of de kat lijdt aan het zogenaamde Feline Urologie Syndrome (F.U.S.). Dit is een aandoening die veelvuldig bij katten voorkomt en het is gebleken, dat ongeveer 1 op de 8 katten 10 deze aandoening te zijner tijd krijgt. Dit syndroom wordt gekenmerkt doordat in de urinewegen een groot aantal stenen of kristallen gevormd wordt. Hierdoor krijgt de kat problemen met het urineren en zal door het gedeeltelijk verstoppen van de urinebuis trachten het urineren na te laten 15 en pas wanneer de druk te groot wordt, trachten om te urineren. Daar het urineren met veel pijn gepaard gaat zal de kat, zodra de grootste druk van de urineblaas af is, stoppen met urineren. De kat zal dus regelmatig kleine hoeveelheden urineren, waarbij de urine er vaak bloederig 20 uitziet. Doordat de kat het urineren uitstelt wordt bovendien de kans dat kristalvorming optreedt alleen maar vergroot. Door dieetvoer kan de pH van de urine beneden de 6,6 worden gehouden welke grens bepalend is voor het al of niet optreden van kristal- of steenvorming in de urinewegen.

25 Zodra vast staat dat de kat deze aandoening heeft dient regelmatig de urine te worden onderzocht, daar niet altijd nagegaan kan worden hetgeen de kat buiten het dieet eet, waardoor de pH kan wijzigen. 1 2 3 4 5 6 1004646

De oorzaken van het optreden van het zogenaamde FUSyndroom 2 is erin gelegen, dat de urine een hoge concentratie van 3 fosfaat, magnesium en/of ammonium bevat. Bij een hoge 4 concentratie van deze stoffen zal de vorming van kristallen 5 kunnen optreden bij een pH hoger dan 6,6 en de kristal- 6 vorming zal dus nog worden versterkt indien de kat kleine hoeveelheden plast. Hoe langer de urine in de blaas wordt 2 opgeslagen hoe groter de kans dat kristalvorming optreedt en ook hoe groter de kristallen zullen worden.

Reeds veelvuldig zijn er pogingen gedaan om op een eenvou-5 dige manier de pH van de urine van een kat te kunnen bepalen. Een probleem is in het algemeen dat het niet mogelijk is om de urine van een kat op te vangen, daar een kat dit over het algemeen niet toestaat. Een oplossing voor dit probleem is om de kat regelmatig in een kattenbak te laten 10 plassen en in de kattenbak indicatoren te plaatsen, welke indicatoren een indicatie geven omtrent de-zuurtegraad van de urine van de kat.

Omdat een kattenbak tegenwoordig meestal gevuld wordt met 15 korrels zoals kleikorrels, kunnen aan deze kleikorrels korrels worden toegevoegd waarop op het buitenoppervlak pH indicatoren zijn aangebracht, welke indicatoren van kleur veranderen bij een zekere waarde van de pH. Uit het Europese octrooigeschrift EP 0 569 232 is bekend om bepaalde 20 korrels van een laag te voorzien in welke laag een of meer indicatoren zijn ingebracht. Gebleken is echter, dat zodra deze korrels door de urine van de kat bevochtigd worden ook elementen die zich in het binnenste van de korrels bevinden in de urine oplossen, alsmede elementen uit de korrels die 25 in contact zijn met de indicator-korrels. Hierdoor zullen deze opgeloste elementen de bepaling van de zuurtegraad van de urine beïnvloeden waardoor de indicatoren geen juiste indicatie geven over de pH of zuurtegraad van de urine van de kat zelf. Een ander bezwaar van deze bekende wijze van 30 het bepalen van de pH van de urine van een kat is dat zodra het oppervlak van een korrel, die voorzien is van een laag met een of meer indicatoren, wordt bevochtigd, deze laag gedeeltelijk of geheel in water zal oplossen en deze oplossing zich zal verspreiden over de resterende korrels, waar-35 door ook de indicatoren zich over een groter oppervlak zullen verspreiden en de kleurindicatie dus moeilijker met het oog waarneembaar zal zijn.

Een ander bezwaar van de oplossing zoals weergegeven in het 3

Europese Octrooigeschrift EP 0.569.232, is dat de korrels in direct contact zijn met de lucht en dus in direct contact met het koolzuur in de lucht waardoor de meting van de zuurtegraad eveneens wordt beïnvloed, daar koolzuurgas met 5 vocht een zuur vormt. Hierdoor zullen eveneens de metingen ongunstig worden beïnvloed.

Het doel van de uitvinding is een indicator waarmee gemakkelijk de pH of zuurtegraad van de urine van een kat kan 10 worden bepaald en waarbij niet de voornoemde nadelen optreden .

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt doordat de middelen een gesloten omhulsel of cel omvatten met een vloeistof 15 doorlatende wand waarbij in het omhulsel een bepaalde hoeveelheid indicator materiaal is opgesloten.

Het voordeel van het toepassen van een dergelijke indicator is: 20 - dat het indicator materiaal niet in direct contact komt of is met de producten, zoals kleikorrels, waarmee de kattenbak is gevuld, zodat basische of zure componenten van de kattenbakvulling niet in het indicatormateriaal kunnen diffunderen; 25 - dat het indicator materiaal ook niet in direct con tact met de lucht komt, waardoor koolzuur uit de lucht nauwelijks invloed kan uitoefenen op de meting van de zuurtegraad; dat nadat de indicatormiddelen het vocht of urine 30 hebben opgenomen, het opgenomen vocht moeilijk uit het omhulsel kan verdampen, waardoor de kleur van het indicatiepoeder lang gehandhaafd blijft.

Bij een voorkeursuitvoering van de uitvinding bestaat het 35 omhulsel uit een eerste laag en een tweede laag die aan de randen over de gehele omtrek is bevestigd aan de randen van de eerste laag, bijvoorbeeld gelijmd of geseald, waarbij tussen de eerste laag en de tweede laag indicator materiaal is opgesloten en waarbij het omhulsel tenminste gedeelte- 1 ^ 4 lijk is vervaardigd uit een vloeistof doorlatend materiaal waarbij tenminste een deel van het omhulsel transparant is. Een dergelijke indicator is voordelig te vervaardigen. Het indicatormateriaal is goed afgeschermd van de omgeving 5 terwijl vocht goed door het indicatormateriaal opgenomen kan worden door de vloeistof doorlatende eerste strook.

De eerste laag of de tweede laag of beide zijn bij voorkeur vervaardigd uit twee buitenste stroken van een doorzichtige 10 kunststof folie en uit een middelste vloeistof doorlatende strook van een gehydrofiliseerde kunststof. De kleuromslag kan daardoor goed worden waargenomen via de doorzichtige strook. Het vocht wordt aangetrokken door de gehydrofiliseerde kunststof van de middelste strook zodat het indica-15 tor materiaal goed wordt bevochtigd.

Daarbij is tussen de eerste en de tweede laag bij voorkeur een tussenlaag aangebracht van een kunststof met een open vezel-structuur, zoals een open non-woven kunststof of een 20 textiele kunststof, die in beide gevallen uit bijvoorbeeld polyethyleentereftalaat, polypropyleen, polyamide of viscose kunnen bestaan, waarbij het indicator materiaal poedervormig is en is opgenomen in de derde laag. Deze tussenlaag houdt de eerste en tweede laag van elkaar en fixeert het 25 bij voorkeur poedervormige indicatormateriaal. Het fixeren wordt bevorderd door eerst het poeder te mengen met oplosmiddel en vervolgens aan te brengen op de tussenlaag en dan het oplosmiddel te verdampen.

30 Bij voorkeur is de middelste, vloeistof doorlatende strook van de eerste en tweede laag vervaardigd door middel van persen van willekeurig gerichte vezels of draden van een gehydrofiliseerde kunststof, ofwel gesloten non-woven kunststof, zoals bijvoorbeeld polyethyleentereftalaat, 35 polypropyleen, polyamide of viscose. Hierdoor wordt een poreuze zone verkregen die het vocht goed aantrekt en vervolgens doorlaat naar het inwendige van het omhulsel.

Bij een andere mogelijke uitvoering van de uitvinding be- 1004646 5 staat het omhulsel uit een capsule, waarvan de wand is voorzien van een aantal openingetjes. De vorm van de capsule kan zo gekozen worden dat deze overeenkomt met de vorm van een kattenbakkorrel zodat de kat er niet door wordt 5 afgeschrikt. De wand van de capsule laat vloeistof door via de in de wand aangebrachte gaatjes en schermt het indicator materiaal op doeltreffende wijze af van de omgevingsinvloeden .

10 Om het vocht goed in het omhulsel te kunnen laten doordringen is de capsule- bij voorkeur vervaardigd van een goed te bevochtigen, hydrofiel, transparant materiaal, zoals polye-thyleentereftalaat, polyvinylalkohol of polyurethaan. Hierdoor zal het vocht goed in de capsule kunnen doordringen en 15 bovendien kan de kleur goed worden waargenomen door de wand van de capsule heen. De capsule kan op eenvoudige en voordelige wijze uit deze materialen worden vervaardigd door middel van spuitgieten.

20 Bij voorkeur bestaat het indicator-materiaal uit een poeder waarbij de deeltjes grootte van het poeder kleiner is dan 1,0 mm. De verdeling van de deeltjesgrootte is van belang voor een goede bevochtiging van de indicator. Het aanwezige fijne stof in het poeder verzamelt zich in de gaatjes in 25 het omhulsel zonder het omhulsel te verlaten. Hierdoor treedt een versnelde bevochtiging van het indicator-poeder op.

Bij voorkeur omvat het indicator materiaal een of meer 30 geschikte indicatoren omvat en een materiaal, dat door het opnemen van vocht zwelt. Bij bevochtiging met de urine zwelt het poeder op totdat het gehele omhulsel is gevuld zodat de kleur van het indicatormateriaal goed kan worden waargenomen. Voor een snellere en betere bevochtiging van 35 het indicator materiaal omvat het indicator materiaal eveneens een het vochttransport of urinetransport versnellend materiaal.

Het poedervormige indicatormateriaal bestaat bij voorkeur 1034648 6 uit een vermalen of opgelost en vervolgens gedroogd mengsel van broomthymolblauw, alizarine, carboxymethylcellulose en cellulose. Hierdoor wordt een milieu-vriendelijke pH indicator verkregen, waarvan de kleur omslaat bij een pH tussen 5 6,5 en 7,0. De hierbij behorende kleuromslag is van geel bij een pH van 6,0 tot blauw/groen bij een pH van 7,0. Gebleken is dat deze kleuromslag goed zichtbaar blijft gedurende ca. 24 uur na het bevochtigen met urine.

10 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. In de tekening toont:

Fig. 1 aanzicht van een gesloten capsule volgens de uitvinding; 15 Fig. 2 een aanzicht van de twee delen van de capsule volgens figuur 1;

Fig. 3 een dwarsdoorsnede door een capsule volgens figuur 1;

Fig. 4 aanzicht van een indicator volgens de uitvin- 20 ding;

Fig. 5 dwarsdoorsnede langs de lijn V-V volgens figuur 4;

Fig. 6 indicator overeenkomstig figuur 4 na bevochtiging .

25

De figuren 1 en 2 tonen in aanzicht een cilindervormige capsule 1 volgens de uitvinding, terwijl figuur 3 dezelfde capsule 1 uit de figuren 1 en 2 in· dwarsdoorsnede toont. De capsule 1 bestaat uit een lichaam 2 en een dop of deksel 3.

30 In de wanden 4, 5 van de beide delen 2, 3 van de capsule 1 zijn openingen of gaatjes 6 aangebracht. De beide delen 2, 3 van de capsule 1 zijn door middel van spuitgieten vervaardigd uit een hydrofiele, transparante kunststof. 1 • ' 1 r *

Figuur 2 toont de beide delen 2, 3 van de capsule 1 los van elkaar. Het open uiteinde 7 van het lichaam 2 kan in het open uiteinde 8 van de dop 3 klemmend worden geschoven. Bij voorkeur zijn de gaatjes 6 zodanig in de wanden 4 en 5 van het lichaam 2 en de dop 3 aangebracht, dat wanneer de beide 7 delen op elkaar zijn geschoven de gaatjes met elkaar corresponderen en boven elkaar in eikaars verlengde liggen, zodat elk gaatje 6 van de dop 3 in verbinding staat met een gaatje 6 van het lichaam 2. Hiertoe wordt bij voorkeur de 5 vorm van de beide delen 2, 3 van de capsule zodanig gemaakt, dat wanneer de dop geheel op het lichaam is geschoven, de gaatjes met elkaar corresponderen. Eventueel kunnen hiertoe de buitenkant van het lichaam 2 en de binnenwand van de dop 3 zijn voorzien van groeven, of bijvoorbeeld 10 enigszins hoekig zijn uitgevoerd, zodat de dop 3 maar op een wijze op het lichaam 2 kan worden geplaatst.

Beide onderdelen 2, 3, het lichaam 2 en de sluitdop 3, van de capsule 1 zijn vervaardigd van een doorzichtig en gemak-15 kelijk te bevochtigen materiaal zoals polyethyleenterefta-laat, polyvinylalkohol of polyurethaan. Doordat de capsule 1 doorzichtig is, kan een kleuromslag van het indicator-materiaal van buitenaf eenvoudig en duidelijk worden waargenomen .

20

Figuur 3 toont de capsule 1 in dwarsdoorsnede. Het lichaam 2 bevat een poedervormig materiaal 9. Dit poedervormige materiaal 9 is een mengsel van een poedervormig indicator-materiaal tezamen met een poedervormig zwelmateriaal, dat 2 5 wanneer het vocht opneemt, zwelt en de open ruimte in de capsule 1 goeddeels vult, zodat de kleur van het indicator-materiaal, na het opnemen van het vocht, goed te zien is door de doorzichtige buitenwand 4 van de capsule 1. Het toegepaste zwelmateriaal kan bijvoorbeeld bestaan uit 30 cellulose en/of carboxymethylcellulose.

De werking is als volgt:

In een kattenbak wordt een aantal capsules door de kattenbakkorrels gemengd. Zodra de kat op de kattenbak urineert, 35 zal het vocht via de openingen 6 binnendringen in een of meer capsules en het in de capsules 1 opgesloten mengsel van indicator- en zwelmateriaal 9 bereiken. De openingen 6 zijn ongeveer 0,1 tot 0,3 mm in diameter, bij voorkeur 0,2 mm, zodat de openingen 6 groot genoeg zijn om gemakkelijk < h ; 8 de urine van een kat door te laten, terwijl ze anderzijds voldoende klein zijn om te voorkomen dat indicator-materi-aal, bestaande uit deeltjes die kleiner zijn dan 1 mm, naar buiten kan komen. De openingen 6 zijn gelijkmatig verdeeld 5 over de wanden van de capsule 1. In het uitvoeringsvoor-beeld volgens de figuren liggen de openingen 6 in rijen.

Bij een andere mogelijke uitvoering kunnen de openingen 6 schroefvormig zijn gerangschikt.

10 Na het binnen dringen van het vocht in de capsule 1 zal het indicator-materiaal de kleur aannemen, die bij de zuurte-graad van het vocht behoort en het zwelmateriaal zal door opname van vocht uitzetten en de ruimte in de capsule vullen. Doordat het indicatormateriaal gelijkmatig verdeeld 15 is over het zwelmateriaal zal de kleur gemakkelijk door de doorzichtige wand van de capsule kunnen worden waargenomen.

Figuur 4 toont een andere mogelijk uitvoering van een indicator volgens de uitvinding, die in figuur 5 in dwars-20 doorsnede is getekend. Deze indicator bestaat uit een omhulsel 12, bestaande uit een eerste dunne laag of folie 13 en een identieke tweede laag of folie 14. De eerste laag 13 is aan de randen 15 over de gehele omtrek bevestigd, bijvoorbeeld geseald of verlijmd, aan de randen 16 van de 25 transparante tweede laag 14. Tussen de eerste laag 13 en de tweede laag 14 bevindt zich een derde laag 17 die bestaat uit een open non-woven kunststof. Deze laag 17 heeft een open structuur waarin een poedervormig indicatormateriaal 9 gelijkmatig is verdeeld. De derde laag 17 fixeert het 30 poedervormige indicator materiaal 9 en houdt de eerste laag 13 en de tweede laag 14 onderling op afstand. De indicator is ca. 2 tot 4 millimeter dik. Zowel de eerste laag 13 als de tweede laag 14 is opgebouwd uit drie naast elkaar geplaatste stroken, namelijk twee buitenste stroken 18, 19 en 35 een middelste strook 20. De buitenste stroken 18, 19 zijn vervaardigd van een transparante kunststof folie, bijvoorbeeld doorzichtige polyethyleen folie. De middelste strook 20 is vervaardigd uit een hydrofiele, vloeistof doorlatende kunststof, bijvoorbeeld een gesloten non-woven kunststof, 1004646 9 waarbij ongerichte kunststof vezels op elkaar geperst zijn, zodat een poreuze folie ontstaat.

De werking van de aldus opgebouwde indicator is overeenkom-5 stig de werking van de capsule uit de figuren 1 tot en met 3. Wanneer vocht op de indicator terecht komt, zoals de urine van een kat, treedt het vocht via de vloeistof doorlatende strook 20 in de indicator en bevochtigt het indica-tormateriaal 9. Deze zal afhankelijk van de zuurtegraad van 10 de vloeistof kleuren en bovendien zwellen. De indicator wordt daarbij ongeveer twee maal zo dik.-Deer het zwellen wordt het indicatormateriaal tegen de lagen 13, 14 gedrukt zodat de kleur van het indicatormateriaal duidelijk door de transparante stroken 18, 19 heen kan worden waargenomen.

15

Figuur 6 toont in dwarsdoorsnede dë indicator nadat deze is bevochtigd met bijvoorbeeld de urine van een kat. Het indicatormateriaal 9 in de tussenlaag 17 is gezwollen waardoor de indicator ongeveer twee maal zo dik is geworden.

20 Het indicatormateriaal 9 neemt een kleur aan die afhankelijk is van de zuurtegraad van het opgenomen vocht. Deze kleur is duidelijk waar te nemen door de transparante stroken 18, 19 doordat het indicatormateriaal als gevolg van het zwellen tegen deze stroken 18, 19 aangedrukt wordt. 25 1004646

Claims (18)

1. Middelen voor het met behulp van kleuromslag bepalen van de pH van een vloeistof, zoals de urine van een kat, met het kenmerk, dat de middelen omvatten een gesloten omhulsel of cel met een vloeistof doorlatende wand waarbij 5 in het omhulsel een bepaalde hoeveelheid indicator materiaal is opgesloten.

2. Middelen volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het omhulsel bestaat uit een eerste laag en een tweede laag 10 die aan de randen over de gehele omtrek is bevestigd aan de randen van de eerste laag, bijvoorbeeld gelijmd of geseald, waarbij tussen de eerste laag en de tweede laag indicator materiaal is opgesloten en waarbij het omhulsel tenminste gedeeltelijk is vervaardigd uit een vloeistof doorlatend 15 materiaal waarbij tenminste een deel van het omhulsel transparant is.

3. Middelen volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de de eerste laag of de tweede laag of beide zijn vervaardigd 20 uit twee buitenste stroken van een doorzichtige kunststof folie en uit een middelste vloeistof doorlatende strook van een gehydrofiliseerde kunststof.

4. Middelen volgens conclusie 2 of 3 met het kenmerk, 25 dat tussen de eerste en de tweede laag een derde laag of tussenlaag is aangebracht van een kunststof met een open vezel-structuur ofwel een open non-woven kunststof, bijvoorbeeld polyethyleentereftalaat, polypropyleen, polyamide of viscose, waarbij het indicator materiaal poedervormig is 30 en is opgenomen in de derde laag.

5. Middelen volgens één van de conclusies 2 tot en met 4 met het kenmerk, dat de middelste strook van de eerste en tweede laag is vervaardigd door middel van persen van 35 willekeurig gerichte vezels of draden van een gehydrofili-seerde kunststof, ofwel gesloten non-woven kunststof, zoals ν· λ / ; bijvoorbeeld polyethyleentereftalaat, polypropyleen, polyamide of viscose.

6. Middelen volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat 5 het omhulsel bestaat uit een capsule, waarvan de wand is voorzien van een aantal openingetjes.

7. Middelen volgens conclusie 6’ met het kenmerk, dat de capsule is vervaardigd van een goed te bevochtigen, 10 hydrofiel transparant materiaal.

8. Middelen volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat de capsule is vervaardigd van een transparant hydrofiel polymeer, zoals polyethyleentereftalaat, polyvinylalkohol, 15 polyurethaan.

9. Middelen volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het indicator materiaal een of meer geschikte indicatoren omvat en een materiaal, dat door 20 het opnemen van vocht zwelt.

10. Middelen volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het indicator materiaal eveneens een het vochttransport of urinetransport versnellend mate- 25 riaal omvat.

11. Middelen volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat het zwelmateriaal bestaat uit cellulose en/of carboxy-methylcellulose. 30

12. Middelen volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een deel van de wand van het omhulsel openingen omvat met een diameter die kleiner is dan 0,5 mm. 35

13. Middelen volgens conclusie 12 met het kenmerk, dat de diameter van de gaatjes ligt tussen de 0,1 en 0,3 mm. - O 3 4 o 4

14. Middelen volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat gelijkmatig over het buitenoppervlak van het omhulsel verdeelde gaatjes zijn aangebracht . 5

15. Middelen volgens een van de voorgaande conclusies 6 tot en met 14 met het kenmerk, dat de capsule bestaat uit een lichaam en een sluitdop, waarbij de gaatjes in de sluitdop corresponderen met de gaatjes in het lichaam. 10

16. Middelen volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gaatjes in een schroefvormig patroon zijn aangebracht.

17. Middelen volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het indicator-materiaal bestaat uit een poeder waarbij de deeltjes grootte van het poeder kleiner is dan 1,0 mm.

18. Middelen volgens conclusie 17 met het kenmerk, dat het poeder bestaat uit een vermalen mengsel van broomthy-molblauw, alizarine, carboxymethylcellulose en cellulose. . !0