NL1004502C2 - Luchtkanaalsegment voor luchtbehandelingsinstallaties en een werkwijze voor de vervaardiging daarvan. - Google Patents

Description

Luchtkanaalsegment voor luchtbehandelingsinstallaties en een werkwijze voor de vervaardiging daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een luchtkanaalsegment voor luchtbehandelingsinstallaties, met in het kanaalsegment zich evenwijdig aan 5 de lengteas daarvan uitstrekkende schoepen, die elk met twee tegenoverliggende wandgedeelten van het luchtkanaalsegment door middel van bevestigingspunten zijn verbonden.

Een dergelijke luchtkanaalsegment is algemeen bekend. Luchtkanaalsegmenten worden gebruikt voor het opbouwen van luchtkanalen 10 die bijvoorbeeld in gebouwen dienen voor het transport van hete lucht of geconditioneerde lucht van een centraal opgesteld luchtbehandelingsapparaat, zoals een kachel of een airconditioner, naar ruimten in het gebouw. Ook kunnen luchtkanalen bijvoorbeeld dienen voor de afvoer van vervuilde lucht naar een luchtreinigingsapparaat of naar buiten.

15 Over het algemeen bezitten de luchtkanaalsegmenten een rechthoekige doorsnede en zijn de luchtkanaalsegmenten recht of gekromd.

De wand van de luchtkanaalsegmenten bestaat over het algemeen uit metaalplaat, zoals gegalvaniseerde staalplaat of aiuminiumplaat. De dikte van de plaat bedraagt bijvoorbeeld 0,3 - 2,0 mm, onder andere afhankelijk van de 20 grootte van het luchtkanaalsegment en de gebruikseisen, die bijvoorbeeld worden bepaald door de plaats waar het kanaalsegment in een gebouw wordt aangebracht. Luchtkanaalsegmenten bezitten bijvoorbeeld een doorsnede van 0,1-3,0 m2.

Om een gelijkmatige verdeling van de getransporteerde lucht 25 over de doorsnede van een luchtkanaalsegment te bewerkstelligen, bevatten de luchtkanaalsegmenten, zeker de gekromde luchtkanaalsegmenten, schoepen, die zich evenwijdig aan de lengteas van het luchtkanaalsegment uitstrekken en de doorstroomopening daarvan opdelen. De schoepen bestaan meestal uit hetzelfde plaatmateriaal als de wanden van het 30 luchtkanaalsegment. De schoepen zijn elk met twee tegenoverliggende .1 004502 2 wandgedeelten van het kanaalsegment verbonden met een aantal bevestigingspunten.

De bevestigingspunten kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Zo is het mogelijk dat de bevestigingspunten uit een puntlas 5 bestaan. De vervaardiging van luchtkanaalsegmenten die dergelijke bevestigingspunten voor de schoepen bezitten is echter ingewikkeld en tijdrovend.

Het is ook mogelijk dat de bevestigingspunten uit klinknagels bestaan, die door in het wandgedeelte van het luchtkanaalsegment geboorde openingen 10 worden gestoken en vervolgens om aan schoep worden geklonken.

Dergelijke klinknagels zijn moeilijk aan te brengen, omdat daarbij een zeer nauwkeurige positionering van de schoep vereist is, precies op de plaats waar de klinknagel wordt aangebracht. Dit levert vooral bij gekromde kanaalsegmenten een probleem op, omdat de kromming van de schoepen 15 zeer nauwkeurig die van het kanaalsegment moet volgen.

Daarom moet de kromming van de schoep tijdens het aanbrengen van de klinknagels telkens, meestal handmatig, worden gecorrigeerd. Hierdoor is de vervaardiging van luchtkanaalsegmenten die klinknagels als bevestigingspunten voor de schoepen bevatten tijdrovend en omslachtig.

20 Verder moeten speciale, ingewikkelde klinknagels worden gebruikt.

Doel van de uitvinding is te voorzien in een luchtkanaalsegment dat op eenvoudige wijze kan worden vervaardigd.

Dit doel wordt bereikt, doordat het luchtkanaalsegment volgens de uitvinding zich kenmerkt, doordat de bevestigingspunten elk een paar uit 25 een wandgedeelte (1) gevormde lippen (2a, 2b) bevatten, die elk tegen een tegenoverliggend oppervlak van een schoep (3) aanliggen, zodat de lippen samenwerken ter verbinding van de schoep.

Een dergelijk luchtkanaalsegment kan zeer eenvoudig worden vervaardigd en het nauwkeurig positioneren van de schoepen is niet langer 30 nodig, maar het is voldoende een schoep tussen de lippen van een bevestigingspunt te plaatsen. Door de lippen na het aanbrengen van de J004502 3 schoepen te buigen, zodat de lippen daarna tegen de schoepen aanliggen, wordt bereikt, dat tijdens het buigen van de lippen de schoep door de lippen nauwkeurig wordt gepositioneerd.

Een verder voordeel is dat voor de bevestigingspunten geen 5 aparte onderdelen, zoals bijvoorbeeld klinknagels, behoeven te worden gebruikt, omdat de lippen uit de wandgedeelten van het luchtkanaalsegment zijn gevormd.

Nog een verder voordeel van het luchtkanaalsegment volgens de uitvinding is dat het luchtkanaalsegment aan de binnenzijde nauwelijks 10 uitstekende onderdelen bevat. Langs uitstekende onderdelen in een luchtkanaalsegment kunnen ongewenste luchtwervelingen ontstaan, die soms bijvoorbeeld geluidsoverlast veroorzaken.

Omdat na het buigen van de lippen openingen in het wandgedeelte van het luchtkanaalsegment aanwezig zijn, waardoor lekkage 15 van het uiteindelijke luchtkanaal kan ontstaan, zijn bij voorkeur de openingen afgedicht.

De afdichting kan bijvoorbeeld bestaan uit isolatiemateriaal dat zich om het luchtkanaalsegment bevindt, uit afdichtingsdoppen, of uit een metaalplaatje dat over een opening is bevestigd.

20 Bij voorkeur bestaat de afdichting uit een zelfklevende pleister, die over een opening aan de buitenzijde van een luchtkanaalsegment is aangebracht. Het voordeel daarvan is dat de pleister gemakkelijk is aan te brengen. Een verder voordeel daarvan is dat het luchtkanaalsegment geen uitstekende delen aan de buitenzijde bevat, zodat het luchtkanaalsegment 25 gemakkelijk en met minder kans op beschadiging kan worden getransporteerd en een segment op de plaats waar het in een gebouw wordt aangebracht minder ruimte in beslag neemt.

De verbinding van de schoep in een bevestigingspunt kan bestaan uit een klemkracht, die ontstaan is na het buigen van de lippen van een 30 bevestigingspunt tegen de oppervlakken van de schoep. Bijvoorkeur is de schoep aan de lippen verankerd. Hierdoor bezit een luchtkanaalsegment een 1004502 4 zeer stabiele constructie. De verankering kan bijvoorbeeld ontstaan door lijmen of puntlassen van de lippen aan de schoep.

Bij voorkeur bestaat de verankering uit een vervorming, bij voorkeur een stuik, in een schoepgedeelte, dat vrijgekomen is door een 5 opening, die zich uitstrekt in de lippen van een bevestigingspunt. Het is ook mogelijk dat de vervorming van het schoepgedeelte wordt bereikt door het te buigen, te snijden en om te zetten enzovoort.

Het voordeel van een verankering door het schoepgedeelte te vervormen is dat een dergelijke verankering eenvoudig is aan te brengen en er geen extra 10 onderdelen voor de verankering nodig zijn.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm bestaat de verankering uit een vervorming van de lippen en het schoepgedeelte waartegen de lippen zijn gebogen, zodat de vervorming van de lippen en het schoepgedeelte samenwerken als verankering. Dit wordt bijvoorbeeld bereikt 15 door, nadat de lippen tegen de schoep zijn gebogen, lippen en schoep te verbuigen of in te deuken.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening, zonder zich daartoe te beperken.

Fig. 1. toont schematisch een luchtkanaal met schoepen en 20 bevestigingspunten.

Fig. 2.a en 2.b tonen schematisch een uitvoeringsvorm van een bevestigingspunt van het luchtkanaalsegment volgens de uitvinding, waarbij de lippen in eikaars verlengde liggen.

Fig. 3 toont een wandgedeelte op de plaats van een bevestigingspunt.

25 Fig. 4.a en 4.b tonen schematisch een voorkeursuitvoeringsvorm van een bevestigingspunt van het luchtkanaalsegment volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont een gekromd luchtkanaalsegment, met schoepen (3a en 3b), die elk met bevestigingspunten (2) zijn verbonden met twee tegenoverliggende wandgedeelten (1a en 1b) van het luchtkanaalsegment.

1004502 5

Fig. 2a toont schematisch een bevestigingspunt in detail. Weergegeven zijn een schoep (3) en een wandgedeelte (1). In het wandgedeelte zijn twee lippen (2a en 2b) gevormd, die elk, na ombuigen, tegen een tegenoverliggend oppervlak van de schoep aanliggen en op deze 5 manier de schoep met het wandgedeelte verbinden. De lippen (2a en 2b) liggen in eikaars verlengde. Indien de schoep, voor het ombuigen van de lippen, tussen de beide uiteinden van de lippen wordt gepositioneerd, dan wordt tijdens het ombuigen van de lippen die schoep door de lippen naar de in Fig.2 aangegeven stand gebracht.

10 Fig. 2b toont een doorsnede door de lijn a in Fig. 2a, loodrecht op het wandgedeelte (1). Weergegeven zijn de lippen (2a en 2b), die elk aanliggen tegen een tegenoverliggend oppervlak van de schoep (3). Verder is een afdichting (4) weergegeven, in de vorm van een zelfklevende pleister, die de opening afdicht, die in het wandgedeelte (1) is ontstaan na het ombuigen 15 de van de lippen (2a en 2b).

Fig. 3 toont een detail van het wandgedeelte (1) van een luchtkanaalsegment, op de plaats waar het bevestigingspunt, zoals is weergegeven in Fig. 2a, gevormd kan worden. Weergegeven zijn de lippen (2a en 2b), die uit het wandgedeelte (1) zijn gevormd. De lippen zijn nog niet 20 omgebogen. Tevens zijn de aanhechtingsvlakken (2.1.a en 2.1 .b) van de lippen aan de het wandgedeelte weergegeven.

Fig. 4a toont een detail van het wandgedeelte (1) van een luchtkanaalsegment, op de plaats waar het bevestigingspunt, zoals is weergegeven in Fig. 2a, gevormd kan worden. In de lippen strekt zich een 25 opening (5) uit.

Fig. 4b toont een detail van een bevestigingspunt (2), uit Fig. 4a na het ombuigen van de lippen, zodat zij elk tegen een tegenoverliggend oppervlak van een schoep (3) aanliggen. Een schoepgedeelte (3.1) is, na het ombuigen van de lippen, vrijgekomen door de opening en het schoepgedeelte 30 is daarna vervormd, zodat een verankering tot stand is gebracht.

1004502 6

Bij voorkeur liggen de lippen in eikaars verlengde. Het voordeel daarvan is dat daarbij de lippen eenvoudig en gelijktijdig kunnen worden omgebogen.

Het is uiteraard duidelijk dat indien de afstand tussen de beide aanhechtingsvlakken van de lippen te groot is, de lippen niet meer elk tegen 5 een tegenoverliggende oppervlak van een schoep gebogen kunnen worden. Als de lippen in eikaars verlengde liggen mag de afstand tussen de aanhechtingsvlakken niet te klein zijn, omdat anders het gevaar ontstaat dat de lippen tijdens het ombuigen uit het wandgedeelte breken en er geen bevestigingspunt gevormd wordt. Indien de lippen in eikaars verlengde liggen, 10 bedraagt de afstand tussen de aanhechtingsvlakken bijvoorkeur 1-5 maal, meer bij voorkeur 2-3 maal de dikte van de schoep. Bijvoorkeur liggen de lippen voor ten minste 50%, nog meer bij voorkeur voor ten minste 80% van het lipoppervlak aan tegen de oppervlakken van de schoep.

De vorm van de lippen kan bij voorbeeld vierkant, halfrond of 15 U-vormig zijn. Bij voorkeur is de vorm halfrond en is de straal van een lip 6-30 mm, bij voorkeur 8-15 mm. Met dergelijke lippen wordt een stevige verbinding bereikt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het luchtkanaalsegment volgens de uitvinding strekt zich in de lippen een opening uit om een schoepgedeelte 20 dat door de opening vrijkomt te kunnen vervormen. Een verder voordeel van de aanwezigheid van de opening, is dat onafhankelijk van de plaats waar op de lippen een kracht wordt uitgeoefend om de lippen te buigen, de lippen altijd om hun aanhechtingsvlak buigen. Bijvoorkeur ligt de opening zodanig, dat zij gelijkmatig over een lippenpaar is verdeeld. Hierdoor wordt bereikt, dat na het 25 ombuigen van de lippen, het schoepgedeelte dat moet worden vervormd, door beide lippen in dezelfde mate vrijkomt.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van het luchtkanaal volgens de uitvinding. De werkwijze 30 kenmerkt zich, doordat schoepen in een luchtkanaalsegment worden gepositioneerd, zodanig dat de schoepen zich op de plaats van de 1004502 7 bevestigingspunten bevinden tussen de in het wandgedeelte gevormde lippen van een bevestigingspunt, waarna de lippen elk tegen een verschillende zijde van een schoep worden gebogen.

Bij voorkeur wordt daarna de schoep aan de lippen verankerd. Bij voorkeur 5 worden de schoepen verankerd door een vervorming aan te brengen in het schoepgedeelte, dat na ombuigen van de lippen is vrijgekomen door een opening, die zich uitstrekt in de lippen van een bevestigingspunt.

Nog meer bijvoorkeur wordt het buigen van de lippen en het aanbrengen van de stuik in een ononderbroken arbeidsgang uitgevoerd.

10 De lippen kunnen bijvoorbeeld in een wandgedeelte van een luchtkanaalsegment worden gevormd, door zagen, snijden of stansen. Bij voorkeur worden de lippen met behulp van een plasma-snijapparaat gevormd.

De lippen kunnen worden gevormd voordat of nadat de wandgedeelten uit het plaatmateriaal zijn genomen en voordat of nadat de 15 wandgedeelten zijn samengevoegd tot een luchtkanaalsegment, dat de schoepen nog niet bevat.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werktuig voor het in een enkele arbeidsgang buigen van de lippen van een bevestigingspunt, waarvan 20 de lippen in eikaars verlengde liggen. Het werktuig volgens de uitvinding omvat een drevellichaam met een kops uiteinde, terwijl vanaf het kopse uiteinde zich een groef uitstrekt om de omgebogen lippen te ontvangen, die het drevellichaam in twee drevelorganen verdeelt. Door de drevelorganen elk op een van de lippen van een te vormen bevestigingspunt te plaatsen en met 25 de drevelorganen een drukkracht uit te oefenen op de lippen, worden de lippen omgebogen, waarbij de drevelorganen de opening in bewegen die door het ombuigen van de lippen in het wandgedeelte van het luchtkanaalsegment ontstaat, terwijl de lippen in de groef door de drevelorganen worden omsloten. Bij voorkeur is de breedte van de groef gelijk of 1,05 maal de dikte van twee 30 tippen en een schoep. Hierdoor wordt bereikt dat de lippen nauwkeurig worden omsloten en na het ombuigen zeer goed tegen de oppervlakken van de 1004502 8 schoep aanliggen. Zeer goede resultaten worden bereikt indien de groef naar de mond van de groef taps uitloopt. Hierdoor worden tijdens het buigen de lippen gelijkmatig in de groef gedwongen.

Uiteraard dient de doorsnede van het drevellichaam een zodanige 5 afmeting te bezitten, dat de drevelorganen tijdens het ombuigen van de lippen in de opening kunnen dringen die door de lippen wordt vrijgelaten in het wandgedeelte van het luchtkanaalsegment. Zeer goede resultaten worden bereikt indien de doorsnede van een drijforgaan gelijk of ongeveer gelijk is aan de vorm van de lippen.

10 Het is daarbij ook mogelijk dat de drijforganen van snijranden zijn voorzien, zodat het tevens mogelijk is met het drijflichaam de lippen uit het wandgedeelte te stansen. Hierdoor behoeven de lippen niet eerst uit het wandgedeelte te worden genomen, maar kunnen zij in een enkele beweging worden gevormd en omgebogen.

15 Indien een schoep moet worden verankerd door een schoepgedeelte te vervormen dat is vrijgekomen in een opening die zich uitstrekt in de lippen van een bevestigingspunt, dan wordt bijvoorkeur een werktuig gebruikt dat in de groef een beitel bevat die na het ombuigen van de lippen en het daarna voort laten duren van de drukkracht, het schoepgedeelte vervormt. De kop van 20 beitel kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd, zodat de vervorming op verschillende manieren kan worden gerealiseerd. Indien de vervorming bijvoorbeeld bestaat uit stuiken, dan is de kop van de beitel bij voorkeur stomp uitgevoerd.

Fig. 5 toont een drevellichaam van een werktuig voor het ombuigen van de 25 lippen.

Het drevellichaam (1) uit fig. 5 bevat een groef (2), die zich uitstrekt vanaf het kopse uiteinde (3). Aan weerszijden van de groef bevinden zich een drevelorgaan (4a) en (4b). In de groef bevindt zich een beitel (5).

1004502

Claims (12)

1. Luchtkanaalsegment voor luchtbehandelingsinstallaties, met in het kanaalsegment zich evenwijdig aan de lengteas daarvan uitstrekkende schoepen, die elk met twee tegenoverliggende wandgedeelten van het 5 luchtkanaalsegment door middel van bevestigingspunten zijn verbonden, met het kenmerk, dat de bevestigingspunten elk een paar uit een wandgedeelte (1) gevormde lippen (2a, 2b) bevatten, die elk tegen een tegenoverliggend oppervlak van een schoep (3) aanliggen, zodat de lippen samenwerken ter verbinding van de schoep.

2. Luchtkanaalsegment volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de openingen die in het wandgedeelte van het luchtkanaalsegment aanwezig zijn na het buigen van de lippen, zijn afgedicht.

3. Luchtkanaalsegment volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de openingen zijn afgedicht met behulp van een zelfklevende pleister.

15. Luchtkanaalsegment volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk dat de schoep aan de lippen is verankerd.

5. Luchtkanaalsegment volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de verankering uit een vervorming bestaat in een schoepgedeelte, dat vrijgekomen is door een opening, die zich uitstrekt in de lippen van een 20 bevestigingspunt.

6. Luchtkanaalsegment volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de lippen in eikaars verlengde liggen en de afstand tussen de aanhechtingsvlakken van de lippen 1-5 maal de dikte van een schoep is. 1004502

7. Werkwijze voor de vervaardiging van het luchtkanaalsegment volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat schoepen in een luchtkanaalsegment worden gepositioneerd, zodanig dat de schoepen zich op de plaats van de bevestigingspunten bevinden tussen de in het wandgedeelte gevormde lippen 5 van een bevestigingspunt, waarna de lippen elk tegen een verschillende zijde van een schoep worden gebogen.

8. Werkwijze voor de vervaardiging van het luchtkanaalsegment volgens een der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat na het buigen van de lippen de schoep aan de lippen wordt verankerd.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de schoepen verankerd worden door een vervorming aan te brengen in het schoepgedeelte, dat na ombuigen van de lippen is vrijgekomen door een opening, die zich uitstrekt in de lippen van een bevestigingspunt.

10. Werktuig voor het ombuigen van de lippen van een bevestigingspunt, 15 waarvan de lippen in eikaars verlengde liggen, dat een drevellichaam omvat met een kops uiteinde, terwijl zich vanaf het kopse uiteinde een groef uitstrekt om de omgebogen lippen te ontvangen, die het drevellichaam in twee drevelorganen verdeelt.

11. Werktuig volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de groef naar de 20 mond van de groef taps uitloopt.

12. Werktuig volgens een der conclusies 10 of 11, met het kenmerk, dat het werktuig in de groef een beitel bevat. 1004502