NL1004322C2 - Attractie-inrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Attractie-inrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een attractie-inrichting voorzien van een om een as roteerbaar draaiplateau en ten minste 5 één op het draaiplateau aanwezige zitplaats.

Bij een dergelijke attractie-inrichting, ook wel draaimolen genoemd, worden een aantal uit hout of kunststof vervaardigde figuren op het draaiplateau bevestigd, waarbij elk figuur ten minste één zitplaats heeft. Een dergelijke attractie-inrichting wordt regelmatig 10 verplaatst, bijvoorbeeld van de ene kermis naar een andere kermis. Een nadeel van een dergelijke attractie-inrichting is dat het opbouwen en afbreken relatief tijdrovend is. Daarnaast zijn de figuren relatief zwaar en volumineus, waardoor transportkosten relatief hoog zijn.

De uitvinding beoogt een attractie-inrichting te 15 verschaffen waarbij bovengenoemde nadelen worden vermeden.

Dit doel wordt bij de attractie-inrichting volgens de uitvinding bereikt doordat de zitplaats onderdeel uitmaakt van een door het draaiplateau ondersteund, met behulp van een fluïdum opblaasbaar element.

20 Het opblaasbare element kan eenvoudig met behulp van een 1uchtblaas-inrichting (exhauster) worden opgeblazen, waarbij het opgeblazen element ten minste één en bij voorkeur een aantal zitplaatsen omvat. Het afbreken van de attractie-inrichting geschiedt door eenvoudig het element te laten leeglopen, waardoor het volume van het element 25 aanzienlijk afneemt. Ook het gewicht van het element is relatief gering.

Een uitvoeringsvorm van de attractie-inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de as hol is, waarbij het opblaasbare element via de holle as is aangesloten op een 1uchtblaas-inrichting.

30 Hierdoor kan op eenvoudige wijze het opblaasbare element worden aangesloten op een naast de attractie-inrichting gelegen luchtblaas-inrichting.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin 35 fig. 1 een dwarsdoorsnede door een attractie-inrichting volgens de uitvinding toont, 1004322 2 fig. 2 een bovenaanzicht in de door pijlen II-II aangegeven richting toont op een deel van de in fig. 1 weergegeven inrichting.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien 5 van dezelfde verwijzingscijfers.

Fig. 1 en 2 tonen respectievelijk een doorsnede en een bovenaanzicht van een inrichting 1 volgens de uitvinding, welke inrichting 1 is voorzien van een cirkel vormige bodemplaat 2 en een evenwijdig daaraan gelegen cirkelvormig draaiplateau 3. Het draaiplateau 3 10 is aan een naar de basisplaat 2 toegekeerde zijde voorzien van een aantal loopwielen 4 met behulp waarvan het draaiplateau afsteunt op de basisplaat 2. Het draaiplateau 3 is verder voorzien van een holle as 5 die zich langs de hartlijn 6 van het draaiplateau 3 uitstrekt. De holle as 5 is aan een naar basisplaat 2 toegekeerde zijde voorzien van een 15 kettingwiel 7, welk via een eindloze ketting 8 is gekoppeld met een kettingwiel 9 dat met behulp van een motor 10 roteerbaar is. Door het met behulp van motor 10 aandrijven van het kettingwiel 9 wordt via de ketting 8 het kettingwiel 7 geroteerd. Door het roteren van het kettingwiel 7 wordt tevens de daarmee verbonden as 5 en het daarmee verbonden draaiplateau 3 20 in een door pijl PI aangegeven richting om de hartlijn 6 geroteerd. Hierbij rollen de loopwielen 4 over de basisplaat 2 langs de met stippellijnen 11 in fig. 2 aangegeven baan. De tot dusverre beschreven attractie-inrichting komt, met uitzondering van een as 5 die hol is, overeen met op zich bekende attractie-inrichtingen.

25 Het draaiplateau 3 is voorzien van een met behulp van een fluïdum opblaasbaar element 12, ook wel luchtkussen genoemd, dat bij de in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm een paddestoel vormig voorwerp 13 en een daaromheen gelegen ringvormige buis 14 omvat. Tussen het paddestoel vormige voorwerp 13 en de ringvormige buis 14 is een in het 30 draaiplateau 3 aangebrachte leiding 15 gelegen, welke met een uiteinde 16 in open verbinding staat met het paddestoel vormige voorwerp 13 en met het andere uiteinde 17 in open verbinding staat met de ringvormige buis 14. De attractie-inrichting 1 is verder voorzien van een luchtblaas-inrichting 18 die via een leiding 19 is aangesloten op de holle as 5 en via een 35 uiteinde 20 van de holle as 5 in open verbinding staat met het paddestoelvormige voorwerp 13. Met behulp van de luchtblaas-inrichting 18 wordt lucht onder druk door de leiding 19, via de holle as 5 in het paddestoel vormige voorwerp 13 geblazen, waardoor het paddestoel vormige voorwerp 13 de in 1004322 3 fig. 1 weergegeven vorm aanneemt. De onder druk staande lucht stroomt via het uiteinde 16 door de leiding 15 naar het uiteinde 17 en in de ringvormige buis 14 die daardoor de in fig. 1 weergegeven vorm aanneemt. De ringvormige buis 14 biedt zitplaatsen aan een aantal kinderen.

5 Indien men de attractie-inrichting wenst te verplaatsen, wordt de luchtblaas-inrichting 18 uitgeschakeld en van de leiding 19 afgekoppeld, waardoor de in het paddestoel vormige voorwerp 13 en ringvormige buis 14 aanwezige lucht uit de leiding 19 zal stromen. Het voorheen opgeblazen element 12 komt dan als een relatief dunne laag op 10 het draaiplateau 3 te liggen. Indien gewenst kan het opblaasbare element 12 van het draaiplateau 3 worden verwijderd en in een afzonderlijke verpakking worden getransporteerd om beschadigingen van het element te voorkomen. Het draaiplateau 3 en de basisplaat 2 kunnen in een geheel of in delen worden getransporteerd.

15 Het is mogel ijk om in plaats van een ringvormige buis 14 een aantal afzonderlijke, figuren omvattende zitplaatsen op het draaiplateau 3 te bevestigen die elk via een afzonderlijke leiding 15 met een centraal gelegen opblaasbaar voorwerp in verbinding staan. Het centraal gelegen opblaasbaar voorwerp 13 kan elke gewenste vorm hebben. Hierdoor 20 heeft de attractie-inrichting volgens de uitvinding naast de eenvoudige wijze van opbouwen en afbreken, en het relatief geringe volume en gewicht tijdens transport, het voordeel dat op eenvoudige wijze andere vormen op het draaiplateau kunnen worden aangebracht.

Het is ook mogelijk om de luchtblaas-inrichting 18 op 25 het draaiplateau 3 te bevestigen en rechtstreeks aan te sluiten op de opblaasbare elementen. De elektrische verbinding tussen de luchtblaas-inrichting 18 en een naast het draaiplateau 3 gelegen stroombron kan door middel van sleepcontacten worden verkregen.

100 4 3 22

Claims (4)

1. Attractie-inrichting voorzien van een om een as roteerbaar draaiplateau en ten minste één op het draaiplateau aanwezige zitplaats, met het kenmerk, dat de zitplaats onderdeel uitmaakt van een 5 door het draaiplateau ondersteund, met behulp van een fluïdum opblaasbaar element.

2. Attractie-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het element een centraal gelegen voorwerp en een ringvormig om het voorwerp gelegen buis omvat, welke buis is voorzien van een aantal 10 zitplaatsen.

3. Attractie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de as hol is, waarbij het opblaasbare element via de holle as is aangesloten op een luchtblaas-inrichting.

4. Attractie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk, dat de attractie-inrichting is voorzien van een door het draaiplateau ondersteunde luchtblaas-inrichting die via sleepcontacten elektrisch is verbonden met een stroombron. 1004322