NL1004174C2 - Inrichting voor het ophangen van rijwielen en dergelijke. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting voor het ophangen van rijwielen en dergelijke.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het ophangen van rijwielen en dergelijke. Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend.

De bekende inrichting omvat een bijvoorbeeld aan een 5 plafond te bevestigen draagbalk, waaraan met behulp van een tweetal katrollen twee draaglijnen zijn bevestigd. Aan elke draaglijn is een haak bevestigd die bij het ophangen van een rijwiel om bijvoorbeeld een framebuis of het stuur van het rijwiel kan worden gehaakt. Het aldus bevestigde rijwiel kan 10 vervolgens met behulp van de lijnen omhoog worden getrokken, zodanig dat het rijwiel op een voor de gebruiker aangename werkhoogte hangt. Een dergelijke inrichting heeft als voordeel dat deze ten minste in een opbergstand, waarbij de lijnen met de haken bijvoorbeeld volledig zijn opgetrokken, 15 weinig ruimte inneemt en de kans op verwondingen voor gebruikers en passanten relatief klein is. Bovendien is een dergelijke inrichting eenvoudig van opbouw en kan deze snel worden opgeborgen en weer voor gebruik gereed gemaakt. Een belangrijk nadeel van deze bekende inrichting is dat het 20 rijwiel niet in een stabiele positie kan worden opgehangen, aangezien de lijnen ten minste een verticale en een slingerende beweging van het rijwiel mogelijk maken. Dit is met name nadelig indien aan of nabij het rijwiel werkzaamheden uitgevoerd dienen te worden. Bovendien dient 25 de inrichting aan een plafond of dergelijk horizontaal vlak te worden opgehangen, hetgeen niet altijd beschikbaar is, en is daardoor daarenboven moeilijk bereikbaar.

Voorts is uit de praktijk een steun bekend voor montage op een vloer of aan een wand, welke steun een op de 30 grond staand rijwiel in een staande positie kan ondersteunen. Deze steun omvat een in lengte instelbare arm, aan het einde voorzien van een klemmiddel dat om een framebuis van een rijwiel kan worden geklemd. Deze steun heeft het voordeel dat deze relatief weinig ruimte inneemt 1004174 2 en aan een muur bevestigbaar is en bovendien het rijwiel positievast ondersteunt, te zamen met de vloer waarop het rijwiel staat. Daardoor is de steun relatief eenvoudig te bereiken en biedt bovendien een stabiele onderstening van 5 het rijwiel. Een belangrijk nadeel van een dergelijke steun is dat deze een framebuis van het rijwiel dient te omklemmen, waardoor plaatsen van een rijwiel in en wegnemen van een rijwiel daaruit ingewikkeld en tijdrovend is. Bovendien heeft een dergelijke steun het nadeel dat het 10 rijwiel steeds met de wielen op de vloer dient te steunen. Daardoor is de hoogte van het rijwiel met name voor het uitvoeren van werkzaamheden onpraktisch en ergonomisch ongunstig, terwijl de wielen niet kunnen worden gedraaid of worden weggenomen. Verder heeft deze bekende inrichting als 15 nadeel dat door de steun en het rijwiel steeds een gedeelte van het vloeroppervlak wordt ingenomen, terwijl de steun daarenboven ook bij weggenomen rijwiel ruimte in blijft nemen op de vloer.

De uitvinding beoogt een inrichting van de in de 20 aanhef van de hoofdconclusie beschreven soort, waarbij de nadelen van de bekende inrichtingen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens het kenmerkende deel van conclusie 1.

25 De muurplaat biedt het voordeel dat een inrichting volgens de uitvinding tegen bijvoorbeeld een wand of een dergelijk, bij voorkeur ongeveer verticaal vlak kan worden bevestigd, waarbij de zwenkbare draagmiddelen het voordeel bieden dat de inrichting weinig ruimte inneemt, met name 30 wanneer deze niet in gebruik is, althans niet voor het ophangen van een rijwiel. Doordat de aangrijpmiddelen zich bij de draagbeugel in de neergezwenkte stand op afstand van de muurplaat en de wand bevinden kan een rijwiel eenvoudig en vrijhangend, dat wil zeggen vrij van de wand en van de 35 grond worden opgehangen, zodat het rijwiel vrij benaderbaar is voor bijvoorbeeld onderhoud en reiniging. Aangezien tijdens gebruik ten minste twee op afstand van elkaar 1004174 3 gelegen steunpunten zijn voorzien is het rijwiel in de opgehangen stand steeds stabiel ondersteund zonder dat daartoe één of meer wielen of andere delen van het rijwiel afsteunen tegen bijvoorbeeld de vloer of de wand.

5 Een inrichting volgens de uitvinding is eenvoudig in opbouw en gebruik, neemt relatief weinig ruimte in en biedt een veilige en stabiele ondersteuning van een rijwiel op een voor een gebruiker geschikte, veilige en ergonomisch verantwoorde hoogte.

10 In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 2.

De U-vormige draagbeugel biedt het voordeel dat deze met behulp van constructief eenvoudige middelen roteerbaar 15 gelegerd kan worden ten opzichte van de muurplaat, zodat zwenken van de draagbeugel eenvoudig en eenduidig bepaald is, terwijl de beide armen van de draagbeugel voorzien in eenduidige en directe positionering van de steunpunten aan weerszijden van de muurplaat, althans op afstand van elkaar 20 en van de muurplaat. Bovendien heeft deze uitvoeringsvorm het voordeel dat de inrichting bij de draagbeugel in opgezwenkte toestand minimale ruimte inneemt.

In een nadere uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen 25 volgens conclusie 5.

De steunmiddelen voor het althans in de neergezwenkte stand ondersteunen vein de draagbeugel bieden het voordeel dat deze daarbij in een stabiele stand een relatief groot draagvermogen heeft. De als zwenkbaar aan de 30 draagbeugel gelegerde steunarmen uitgevoerde steunmiddelen bieden daarbij het voordeel dat bij het opzwenken van de draagbeugel deze meebewegen en eenvoudig in een opbergstand kunnen worden gebracht waarbij deze nagenoeg geen extra ruimte innemen. Bij voorkeur treedt bediening van de 35 steunarmen daarbij automatisch op als gevolg van de zwaartekracht. Afsteuning van de steunarmen tegen de muurplaat of, bij voorkeur, tegen de wand waartegen de 1004174 4 inrichting is opgehangen biedt daarbij het voordeel dat een stabiele ondersteuning wordt verkregen zonder dat daartoe extra middelen noodzakelijk zijn en zonder dat bijvoorbeeld het vloeroppervlak onder de inrichting behoeft te worden 5 gebruikt.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 7.

De in of aan de muurplaat voorziene opbergmiddelen, 10 zoals aflegvlakken en/of laden en dergelijke bieden het voordeel dat bij gebruik van de inrichting eenvoudig zaken kunnen worden afgelegd en opgeborgen, zoals bijvoorbeeld gereedschappen, kleding- en hulpstukken of andere bij een rijwiel of anderszins te gebruiken nuttige zaken, terwijl de 15 draagmiddelen desondanks eenvoudig kunnen worden bewogen. Daardoor zijn de genoemde zaken steeds bij de hand tijdens gebruik van de inrichting.

In een nadere voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de 20 mnaatregelen volgens conclusie 9.

Spuitgieten van de muurplaat heeft als voordeel dat deze eenvoudig eendelig en geprofileerd kan worden uitgevoerd. Afwerking van de inrichting is daardoor bijzonder eenvoudig. Bovendien heeft een dergelijke 25 muurplaat als voordeel dat deze eenvoudig sterk, met name stoot- en slagvast, goed reinigbaar en in verschillende kleuren of designs kan worden uitgevoerd, en tegen relatief lage kosten. De metalen draagmiddelen bieden daarbij het voordeel dat deze sterk en relatief compact, tegen relatief 30 lage kosten en eenvoudig vervaardigbaar en aanpasbaar zijn. Bij een dergelijke inrichting wordt op optimale wijze gebruik gemaakt van de voordelen van kunststof en metaal.

In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de 35 maatregelen volgens conclusie 11.

Opbergmiddelen aan of op de draagbeugel bieden het voordeel dat met name bij neergezwenkte draagbeugel althans 1004174 5 tijdelijk een nabij het rijwiel opgesteld aflegvlak wordt verkregen, hetgeen bijzonder voordelig is voor het tijdelijk neerleggen van bijvoorbeeld gereedschap en onderdelen. Bij wegzwenken van de draagbeugel nemen deze opbergmiddelen 5 nagenoeg geen ruimte in.

Nadere voordelige uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding zijn onder meer beschreven in de volgconclusies en de beschrijving.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal een 10 uitvoeringsvoorbeeld van een ophanginrichting, onder verwijzing naar de tekening, worden beschreven. Daarin toont: fig. 1 een vooraanzicht van een inrichting volgens de uitvinding, met de draagmiddelen in opbergstand; 15 fig. 2 een zij-aanzicht van een inrichting volgens fig. 1, met de draagmiddelen in opbergstand; fig. 3 een doorgesneden zij-aanzicht van een inrichting volgens de lijn III - III in fig. 2; en fig. 4 een alternatieve uitvoeringsvorm van een 20 inrichting volgens de uitvinding, met de draagmiddelen in opbergstand.

De figuren 1-3 tonen een ophanginrichting 1 voor een rijwiel 2, waarvan in fig. 2 en 3 in onderbroken lijnen een gedeelte van een buizenframe is getoond. De 25 ophanginrichting 1 omvat een muurplaat 3, vervaardigd door spuitgieten uit kunststof, en een zwenkbaar in de muurplaat gelegerde draagbeugel 4, vervaardigd uit metalen buisprofiel. De draagbeugel 4 is in hoofdzaak U-vormig, omvattende twee benen 5 welke zich ongeveer evenwijdig aan 30 elkaar uitstrekken en een de benen 5 verbindend basisdeel 6. Dit basisdeel is met een middendeel in een zich langs de achterzijde van de muurplaat 3 uitstrekkende sleuf 7 geschoven en daarin opgesloten, bijvoorbeeld met behulp van een lagerblok 8. In deze opsluiting kan het basisdeel 6 om 35 zijn lengte-as L roteren, doch niet verschuiven. De beide benen 5 zijn via bochtdelen 11 met het basisdeel 6 verbonden en strekken zich haaks op de lengte-as L van het basisdeel 6 1 004174 6 uit. Aan de vrije einden 9 van de benen 5 is telkens een aangrijpmiddel 10 aangebracht, in de vorm van een V-vormig profieldeel dat nog nader zal worden toegelicht.

De muurplaat is bijvoorbeeld met behulp van 5 schroeven tegen een wand W bevestigbaar, zodanig dat de sleuf 7 zich ongeveer horizontaal uitstrekt.

De draagbeugel 4 is zwenkbaar tussen een eerste, in fig. 1 weergegeven opgezwenkte stand en een in fig. 2 weergegeven neergezwenkte stand.

10 Aan de evenwijdige delen van de benen 5, nabij de bochtdelen 11 is aan elk been 5 een steunarm 12 zwenkbaar aangebracht door middel van een zwenkas Z. De zwenkassen Z van de beide steunarmen 12 liggen in eikaars verlengde, althans evenwijdig aan elkaar. Elke steunarm 12 omvat een 15 eerste deel 13 dat bij de draagbeugel 4 in de tweede stand aanligt tegen het betreffende been 5, aan de van de muurplaat 3 afgekeerde zijde van de zwenkas Z, en een tweede, relatief lang deel 14 dat een hoek insluit met het eerste deel 13 en zich bij de draagbeugel 4 in de tweede 20 stand uitstrekt tussen het betreffende been 5, onder de zwenkas Z, en de wand W waartegen de inrichting is aangebracht. Elk tweede deel 14 van een steunarm 12 is aan het vrije einde voorzien van een relatief brede, vlakke voet 15 voor aanligging tegen de wand W. Op deze wijze wordt de 25 draagbeugel 4 in de neergezwenkte tweede stand stevig en stabiel ondersteund. Een in de aangrijpprofielen 10 opgehangen rijwiel kan daarmee in een stabiele stand worden opgehangen, zonder dat daarbij bijvoorbeeld een deel van het rijwiel de grond of de wand hoeft te raken. Wielen en 30 dergelijke kunnen derhalve eenvoudig worden weggenomen, reparaties en reinigingen doorgevoerd en dergelijke.

Bij de draagbeugel 4 in de eerste, opgezwenkte stand (fig. 1) valt elke steunarm 12 onder invloed van de zwaartekracht terug in een ongeveer verticale stand. Daarbij 35 strekken de steunarmen zich ongeveer in hetzelfde vlak uit als de beide benen 5 en de muurplaat 3. Het verdient daarbij de voorkeur dat de steunarmen 12 uit plaat zijn vervaardigd 1004174 7 en enigszins hol zijn, zodanig dat zij de buisprofielen van de beide benen 5 enigszins kunnen omsluiten, waardoor de benodigde ruimte nog verder wordt verminderd.

In het midden onder het basisdeel 6 van de 5 draagbeugel is in de muurplaat 3 een blokkeerinrichting 16 aangebracht, in de vorm van een in een blokkeerstand voorgespannen knop 17 op een blokkeerpen 18. De blokkeerpen 18 is vast verbonden met het basisdeel 6 en strekt zich door een sleuf 19 in de muurplaat 3 uit tot in het voorvlak 10 daarvan. De knop 17 heeft een verdikt deel 20 dat in een holte 21 in de sleuf 19 wordt getrokken indien de draagbeugel 4 in de eerste stand is gebracht. Wanneer de draagbeugel 4 vanuit de eerste stand (fig. 1) naar de tweede stand (fig. 2 en 3) moet worden gebracht dient de knop 17 op 15 de blokkeerpen 18 naar voren getrokken te worden, zover tot het verdikte deel 20 uit de holte 21 treedt. Daarna wordt de draagbeugel 4 gezwenkt, onder medeneming van de blokkeerpen 18, totdat de knop 17 aanloopt tegen de muurplaat 3.

Bij het vanuit de tweede, neergezwenkte stand omhoog 20 zwenken van de draagbeugel 4 kan de blokkeerpen 18 meebewegen, zover tot het verdikte deel 20 in de holte 21 valt en de draagbeugel 4 in de eerste stand blokkeert. De steunarmen 5 vallen daarbij tegen de benen 5 aan in een minimale ruimte innemende stand. Deze is in fig. 3 in zij-25 aanzicht in dunne getrokken lijnen weergegeven.

De aangrijpprofielen 10 zijn vervaardigd uit een gootprofiel met een V-vormige doorsnede, zodat buizen van een frame 2 van bijvoorbeeld een rijwiel, maar ook bijvoorbeeld een mast van een zeilboot of surfplank, delen 30 van een voertuig of dergelijke daarin eenvoudig vanaf de bovenzijde kunnen worden ingelegd. Door de V-vorm wordt het mogelijk in de aangrijpprofielen 10 buizen en dergelijke met verschillende doorsneden in te leggen, welke alle stabiel zullen worden ondersteund. Ter illustratie, de V-vormige 35 profielen 10 kunnen bijvoorbeeld buizen met een doorsnede tussen 15 en 80 mm ondersteunen. Uiteraard kunnen met andere afmetingen profielen 10 ook buizen of andere delen met 1004174 8 kleinere, grotere of andersoortige doorsneden worden ondersteund. De aangrijpprofielen 10 zijn met behulp van een instelbout, in fig. 3 schematisch weergegeven door de streep-stippellijn 22, instelbaar met de benen 5 verbonden.

5 Daardoor kunnen de profielen 10 zodanig worden ingesteld dat de gootdelen in eikaars verlengde liggen, zoals in fig. 2 getoond in getrokken lijnen, of zodanig dat deze onderling een hoek insluiten, zoals getoond in fig. 2 in onderbroken lijnen. Daardoor kan de stand van de aangrijpprofielen 10 10 worden aangepast aan het te ondersteunen voorwerp, bijvoorbeeld de buizen van een frame 2 van een damesrijwiel.

In een niet getoonde, voordelige uitvoeringsvorm kunnen de benen 5 bijvoorbeeld telescopisch uit elkaar worden bewogen, zodat de onderlinge afstand van de 15 steunpunten, gevormd door de aangrijpprofielen 10 kan worden ingesteld. Aldus kan de inrichting worden aangepast aan grotere en kleinere voorwerpen. Bovendien kan de lengte van de benen instelbaar zijn, teneinde de afstand tussen de muurplaat 3 en de aangrijpprofielen 10 in te kunnen stellen. 20 De muurplaat 3 is geprofileerd, teneinde te voorzien in oplegvlakken en dergelijke. Nabij de bovenrand 23 van de muurplaat 3 is een eerste holte voorzien, met een eerste oplegvlak 24, terwijl direct boven het basisdeel 6 van de draagbeugel een vooruitspringend tweede oplegvlak 25 is 25 voorzien. Dit tweede oplegvlak is aan weerszijden geflankeerd door twee steundelen 26 waardoor zijdelings wegvallen van zaken wordt verhinderd. De oplegvlakken 24, 25 bieden de mogelijkheid vlak bij de werkplek, bijvoorbeeld een te reinigen of te repareren rijwiel, zaken als 30 gereedschap, onderdelen en dergelijke tijdelijk of permanent neer te leggen. Dit is ergonomisch en logistiek voordelig.

Nabij de onderrand 27 van de muurplaat 3 is verder een aantal knoppen 28 voorzien waaraan voorwerpen zoals banden, een helm, schoenen, regenkleding en dergelijke 35 kunnen worden opgehangen, eveneens nabij het rijwiel.

In fig. 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van een ophanginrichting 101 volgens de uitvinding.

1004174 9

Gelijke delen hebben daarbij gelijke verwijzingscijfers, vermeerderd met honderd.

Bij deze uitvoeringsvorm is de draagbeugel 104 naar beneden wegzwenkbaar naar een opbergstand. Daartoe kunnen de 5 steunarmen 112 opzij worden weggedraaid, in de richting van de pijl P. Dit wil zeggen dat de lengte-as van de benen 105 ongeveer de zwenkas Z van de steunarmen vormt. De draagbeugel 104 is met behulp van beugels 135 tegen de voorzijde van de muurplaat 103 bevestigd. De zwaartekracht 10 zorgt voor een stabiele positie bij de draagbeugel in de onderste, ingeklapte stand. Nabij de aangrijpprofielen 110 is op de draagbeugel 104 een derde oplegvlak 130 geklemd, met behulp van klembeugels 131. Dit derde oplegvlak 130 is derhalve zeer dicht bij een in de aangrijpprofielen 110 15 opgenomen frame 2 gelegen. Bij neerzwenken van de draagbeugel 104 beweegt het derde oplegvlak 130 mee. Voorts is de muurplaat 103 voorzien van een eerste, bovenste oplegvlak 124 en een tweede onderste oplegvlak 125, in de vorm van een rechthoekig raam. Nabij de onderrand 127 van de 20 muurplaat 103 is bovendien een aan de bovenzijde convex oplegvlak 132 voorzien waarop bijvoorbeeld een rijwielband of dergelijke kan worden opgehangen. Daaronder is een ophangknop 128 voorzien.

Een inrichting volgens de uitvinding kan met behulp 25 van rails 140 tegen een wand W zijn bevestigd. Deze bieden het voordeel dat de hoogte van de inrichting boven de vloer instelbaar is, zodat steeds de meest geschikte hoogte van de inrichting en daarmee van het in de inrichting opgehangen voorwerp kan worden gekozen. Dit betekent dat steeds een 30 ergonomisch verantwoorde werkhoogte kan worden ingesteld. In een niet getoonde uitvoeringsvorm is op elk been een reeks aangrijpprofielen achter elkaar opgesteld, zodat twee of meer voorwerpen zoals rijwielen achter elkaar kunnen worden opgehangen.

35 De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de tekening en de beschrijving weergegeven uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk.

1004174 10

Zo kan de muurplaat op andere wijze zijn gevormd, bijvoorbeeld door schuimen, uit hout of metaal of uit plaatwerk, en kan zowel ééndelig als meerdelig zijn. In de muurplaat kunnen naast of in plaats van oplegvlakken ook 5 laden en/of afgesloten vakken zijn aangebracht. De ondersteuning van de draagarm kan anders zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld door naar boven weggeleidde draagkabels, steunarmen die tegen de muurplaat aanliggen of door één of meer blokkeerpennen of dergelijke. Bovendien kan de 10 muurplaat zijn voorzien van een profilering waarop de draagbeugel in de onderste stand kan rusten. Overigens kunnen ook voorzieningen zijn aangebracht voor het in één of meer tussen de eerste en tweede stand gelegen derde standen vastzetten van de draagbeugel. Bovendien kan de draagbeugel 15 zodanig zijn uitgevoerd dat beide benen onafhankelijk van elkaar tussen de eerste en tweede stand kunnen worden bewogen, waarbij bovendien meer dan twee armen kunnen zijn voorzien. De oplegvlakken kunnen ook zijn gevormd als zich in de muurplaat in ongeveer verticale richting uitstrekkende 20 vakken. De lagering van de draagbeugel kan op velerlei wijzen zijn uitgevoerd, evenals de middelen voor het blokkeren van de draagbeugel in de bovenste stand.

Deze en vele andere variaties worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.

1004174

Claims (14)

1. Inrichting voor het ophangen van een rijwiel of dergelijke, omvattende vastzetmiddelen en draagmiddelen voor ondersteuning van een rijwiel, met het kenmerk, dat de vastzetmiddelen een muurplaat omvatten, voorzien van 5 bevestigingsmiddelen voor bevestiging tegen een wand of dergelijke, waarbij de draagmiddelen een ten opzichte van de muurplaat zwenkbare draagbeugel omvatten, waarbij de draagbeugel in een eerste, opgezwenkte stand zich ongeveer evenwijdig aan de muurplaat uitstrekt en in een tweede, 10 neergezwenkte stand een hoek insluit met de muurplaat, waarbij de draagbeugel is voorzien van aangrijpmiddelen voor aangrijping van een framedeel van een rijwiel, welke aangrijpmiddelen zich in de neergezwenkte stand op afstand van de muurplaat bevinden, waarbij de aangrijpmiddelen ten 15 minste twee op afstand van elkaar gelegen steunpunten voor het rijwiel bieden.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draagbeugel in hoofdzaak U-vormig is, waarbij het basisdeel dat de beide benen van de draagbeugel verbindt 20 roteerbaar is gelegerd ten opzichte van de muurplaat, waarbij de beide benen nabij de vrije einden zijn voorzien van de aangrijpmiddelen, in het bijzonder open draagprofielen.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 25 de aangrijpmiddelen instelbaar zijn.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat steunmiddelen zijn voorzien voor het ten minste in de neergezwenkte stand ondersteunen van de draagbeugel.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de steunmiddelen zwenkbaar ten opzichte van de draagbeugel gelegerde steunarmen omvatten, welke tijdens gebruik bij de 1004174 draagbeugel in de neergezwenkte stand tegen de muurplaat en/of de wand waartegen de inrichting is opgehangen afsteunen en bij de draagbeugel in de opgezwenkte stand zodanig wegzwenkbaar zijn dat de draagannen zich ongeveer in 5 eenzelfde vlak uitstrekken als de draagbeugel en de muurplaat.

6. Inrichting volgens één der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de muurplaat zich in hoofdzaak tussen de benen van de draagbeugel uitstrekt.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de muurplaat is voorzien van aflegvlakken en dergelijke opbergmiddelen.

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen zijn voorzien voor het blokkeren 15 van de draagbeugel in ten minste de opgezwenkte stand, welke blokkeermiddelen bij voorkeur in de blokkerende stand zijn voorgespannen.

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de muurplaat is vervaardigd uit kunststof, 20 in het bijzonder door spuitgieten, waarbij de draagmiddelen in hoofdzaak zijn vervaardigd uit metaal, in het bijzonder metalen buisprofiel.

10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afstand tussen de aangrijpmiddelen en de 25 muurplaat instelbaar is.

11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draagmiddelen zijn voorzien van aflegmiddelen of dergelijke opbergmiddelen, op bij voorkeur relatief korte afstand van de aangrijpmiddelen, welke 30 opbergmiddelen met de draagmiddelen wegzwenkbaar zijn.

12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de muurplaat is voorzien van ophangmiddelen voor het daaraan ophangen van voorwerpen, welke ophangmiddelen zich bij voorkeur onder de zwenkas van de 35 draagmiddelen bevinden.

13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draagmiddelen ten minste twee rijen van 1004174 elk ten minste twee steunpunten voor een rijwiel omvatten, zodanig dat ten minste twee rijwielen of dergelijke naast elkaar aan de draagmiddelen kunnen worden opgehangen.

14. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met 5 het kenmerk, dat middelen zijn voorzien voor het aanpassen van de hoogte van ten minste de draagmiddelen in de eerste stard, relatief ten opzichte van een nabijgelegen vloer, bij opgehangen inrichting. 1004174